Amsterdam – Entebbe (vlucht)
Tot onze verbazing verloopt de treinrit naar Schiphol vlekkeloos, met als gevolg dat we veel te vroeg op Schiphol zijn. Nou ja, eerst maar eens de bagage droppen en een hapje eten, dan kunnen we daarna bij de gate gaan hangen.
Bij de gate zijn we een van de eersten. Niet verrassend natuurlijk… Terwijl we hier zitten te wachten denkt Martin Art Rooijakkers gespot te hebben. Hij is echter weinig overtuigend, dus ik weet niet of ik hem serieus moet nemen. Als we eindelijk in het vliegtuig zitten, blijkt het inderdaad waar te zijn. Art komt met een kleine cameracrew langsgelopen. Nu ben ik wel heel nieuwsgierig wat zijn eindbestemming is en welk programma hij gaat opnemen. Even googelen brengt geen duidelijkheid. Jammer… Blijkt trouwens dat ik hem wel had zien langslopen, maar ik was afgeleid door het bijzondere typje dat naast hem liep. Dat blijkt nu dus zijn cameraman te zijn.
Om tien over negen ’s avonds hebben we eindelijk lift-off. Onze vlucht KQ 117 met Kenya Airways zit bommetje vol. Naast Martin zit een vriendelijke Keniaan. Het is een stevige vent en als hij gaat zitten of beweegt, dan trilt de hele 3-zitter. En het is nogal een beweeglijk type…
Achter mij zit een lompe Nederlander die de hele vlucht met zijn knieën in mijn stoel zit te duwen. Nu hou ik best van een lekkere stoelmassage, maar die kneepjes heeft hij toch nog niet onder de knie. Beetje vervelend, maar waarschijnlijk heeft hij zelf meer last van zijn minder sociale acties dan ik, dus ik laat ‘m lekker z’n gang gaan.
Entebbe - Kampala
Even na zes uur ’s ochtends landen we in Nairobi. De transfer verloopt gelukkig soepel en redelijk snel. Voor we het weten zitten we bij de gate te wachten op onze vlucht KQ 420 naar Entebbe. Toen ik in Nederland op de app keek, was het vliegtuig nog niet voor de helft gevuld. Maar bij de gate aangekomen, heb ik mijn twijfels of al deze mensen wel in het kleine vliegtuig gaan passen. We zullen zien…
Terwijl we wachten om te boarden, ben ik en plein publique mijn oefeningen aan het doen. Het ziet er waarschijnlijk behoorlijk bezopen uit, maar ik moet wel. Ik ben helemaal kreupel gehangen!
Ondanks dat er nog geen vliegtuig bij de gate staat, worden we opgeroepen om te boarden. Bijzonder… En ondanks dat ik aangeef dat wij economy class reizen, mogen we toch al eerste door. Om vervolgens in de bus te mogen stappen. Tja, we vliegen met een klein vliegtuigje (je zit 2 aan 2), dus dat betekent dat hij te klein is om aan de slurf te koppelen. In plaats daarvan worden we in de bus geladen en bij het vliegtuig afgezet. We mogen gewoon lekker ouderwets met de trap het vliegtuig in.
De bus zit nog lang niet vol, dus ik krijg de hoop dat de andere mensen bij de gate op een andere vlucht zitten te wachten. Helaas.. Het duurt even, maar er komt nog een bus aan. Vol met niet al te fris ruikende kerels die de zitplaatsen rondom ons hebben. De stank is niet te harden! Het varieert van een penetrante zweetlucht tot muffe weken-lang-niet-gewassen lucht. Het is maar een vluchtje van één uur, maar dit word afzien! Hopelijk ruik ik heb op een gegeven moment niet meer. Ik focus me maar op de meest comfortabele stoel van mijn reis tot zover.
Helaas! Het wordt er niet beter op. In de meeste vliegtuigen zetten ze de airco aan. In een Afrikaanse vliegtuig zetten ze blijkbaar de verwarming aan. Je raadt het al… de luchtjes worden hierdoor zeker niet minder. Jakkes! In een land waarin zowel een frisse douche als deodorant een luxe product zijn, zouden ze verwarming in een vliegtuig moeten verbieden!
We vliegen over Lake Victoria en ruim voor de geplande aankomsttijd landen we om twintig voor tien al in Entebbe. Boris heeft geappt dat hij er rond half elf zal zijn, dus we zullen wel even op hem moeten wachten…
Eerst wordt ons medisch paspoort gecheckt op gele koorts inenting en dan mogen we voor ons visum gaan. We hebben van tevoren al braaf zoals het hoort ons visum online aangevraagd, maar dat hadden we dus beter niet kunnen doen. Van de vier loketten voor e-visa is er slechts eentje bezet. De man heeft er duidelijk geen zin in en verwijst ons door naar het loket voor de reguliere visa. Daar mogen we vervolgens weer achter in de rij aansluiten. De eerste Mzungu (blanke) met e-visum wordt vervolgens weer terug verwezen naar het loket waar we zojuist vandaan kwamen. Met frisse tegenzin gaat de man die iedereen zojuist heeft weggestuurd dan toch maar aan de slag. Voor ons staan de enige drie blanken uit het toestel in de rij en het is een traag gepruts van jewelste. Het is dat de man er te oud voor is, maar het lijkt wel de plaatselijke stagiair! Alles gaat heel traag en hij lijkt bij iedere handeling vast te lopen. Voor de overige loketten staat niemand meer in de rij. En terwijl ik voorzichtig oogcontact zoek met het vrouwtje achter de balie naast ons, doet zij haar uiterste best om ieder contact te vermijden. Heerlijk toch, zo’n vriendelijke gestroomlijnde eerste indruk van een land!
Voordat we beide ons visum hebben zijn we ruim drie kwartier verder. Terwijl Martin op zijn exemplaar wacht, wil ik alvast onze bagage ophalen. Helaas is er geen bagage meer te vinden, de lopende band is helemaal leeg. Er is overigens sowieso geen reiziger meer te bekennen op de kleine luchthaven van Entebbe. Na een paar ronddwalende mannetjes gevraagd te hebben, blijkt onze bagage ergens netjes bij elkaar gezet op een karretje op ons staan te wachten. Op zich een prima service. Alleen handig als ze dat karretje niet ergens in een hoek weggestopt zetten.
Nog even een snelle plasstop en de tassen nog een keer door een scan en dan kunnen we de luchthaven verlaten. Boris had de tijd dus prima ingeschat. Hij staat al braaf met een bordje op ons te wachten.
Eerste even een flesje water scoren en wat lokale valuta pinnen. Als ik Boris vraag welk bedrag dat hij ons aanraadt, dan krijg ik één miljoen te horen. Klinkt natuurlijk best stoer, maar met een Oegandees miljoen hoef je je niet echt rijk te voelen. Het is omgerekend slechts een euro’tje of 225.
Vanuit Entebbe rijden we in ruim een uur naar Kampala, naar de nieuw compound waar Boris en Kerensa tegenwoordig wonen. Het is een prima optrekje dat ze huren van een Amerikaans gezin dat de rest van dit jaar in Amerika vertoeft. Als we hen nagenoeg alles wat ze op hun verlanglijstje hebben gezet overhandigen (behalve de potten pindakaas, want het leek ons niet verstandig breekbare zaken mee te nemen in de ruimbagage), zijn onze tassen zijn direct een paar kilo lichter. Dan is het tijd om bij te kletsen en te relaxen. Als lunch krijgen we een rolex. Nee, geen horloge, maar een soort pannenkoek met gebakken ei erin gerold. Het klinkt misschien vreemd, maar het smaakt behoorlijk goed!
Lekker in de hangmat probeer ik een beetje slaap in te halen. Ik doezel een beetje in, maar schrik af en toe wakker van mijn eigen knorretjes. Zo niet sexy!
Als we ’s avonds naar het restaurant rijden, gaan we eerst nog even langs bij Roadtrip Uganda. Daar krijgen we een rondleiding en zien we waar ze eerst hebben gewoond. Ik snap helemaal dat Kerensa zich op de huidige stek een stuk prettiger voelt. Veel meer privacy. Al hebben ze hier wel een hele lieve hond.
We eten een hapje bij Fuego. Ik bestel een steak met rijke knoflooksaus en Martin bestelt samen met Boris twee pizza’s om te delen. Het eten is hier prima!
Na het eten hobbelen we terug naar het huis en duiken we na een koude douche ieder ons eigen bed in. De Amerikanen hebben twee dochters en Martin en ik mogen ieder in onze eigen veel te roze kamer slapen. Die van mij heeft zelfs glow in the dark sterren op het plafond. Kan ik toch heerlijk van de sterrenhemel genieten!
Kampala – Queen Elizabeth NP
Vandaag hebben we een lange rit voor de boeg, dus we moeten al vroeg uit de veren. Even snel een ontbijt uit het vuistje en dan kunnen we de auto inpakken en vertrekken.
Al snel passeren we de evenaar. Een groepsfoto bij de Equator boog mag natuurlijk niet ontbreken!
Het is vooral heel veel hobbelen vandaag. Boris rijdt aardig door en heeft zich qua rijstijl al helemaal aan het land aangepast. Blijkbaar is het hier heel handig om 10.000 Oegandese schilling bij de hand te hebben. Als een agent je dan aanhoudt voor te hard rijden of een andere overtreding, dan moet je vooral heel verontschuldigend reageren en hem heel subtiel het biljet toeschuiven. En voilà, je boete verdwijnt als sneeuw voor de zon en de agent heeft een leuke zakcentje. Boris heeft dan ook standaard een biljet van 10.000 in zijn dashboardkastje liggen. Alleen één tip: als je een overtreding maakt, doe dat dan niet bij een politiebureau in de buurt. Dan gaat deze truc niet op! Dat ervaart Boris helaas ook aan den lijve als hij inhaalt over een doorgetrokken streep. Hij wil direct schuld erkennen door te zeggen dat hij te hard reed, maar krijgt te horen dat hij niet had mogen inhalen. Hij moet de auto exact parkeren waar de agent het zegt en mee het bureau in. Bam! Een boete van 100.000 schilling! Toch een beetje jammer…
Op het laatste stukje van onze rit zien we in de verte een groep zebra’s. We droppen Boris en Kerensa bij de Bush Lodge, laden hun bagage uit en springen vervolgens zelf weer in de auto om nog even snel een gamedrive te doen.
We denken dat de ingang van het park dicht bij de ticketoffice is, maar kunnen ‘m niet vinden. We karren heen en weer in de omgeving, maar nergens een toegangspoort waar we de entreekaarten moeten laten zien. Uiteindelijk besluiten we over de weg dwars door Queen Elizabeth NP te rijden. Het is een soort van doorgaande weg, maar dan wel dwars door de natuur. En we hebben geluk, want we zien verschillende groepen olifanten met kleintjes, een paar waterbokken, wat kobjes en enkele velvet monkeys. Niet slecht!
Weer terug bij de lodge, installeren we ons in onze banda met de naam Hippo. Het is een heel charmant hutje met prachtig uitzicht. Terwijl we nog even op ons terras zitten te genieten komen Boris en Kerensa langslopen. Een groep nijlpaarden dobbert bij de oever en een gigantische krokodil komt langs gezwommen.
Samen lopen we naar het restaurant. Nou ja, restaurant. Diverse tafeltjes die op een grasveld staan, met ieder een romantisch olielampje als verlichting. Het eten ziet er goed uit en is prima. Dat moet een van de plaatselijke buffels ook gedacht hebben, want die komt langzaam maar zeker steeds dichterbij het veldje gelopen. Het personeel jaagt hem echter weg. Maar goed ook, want zou toch een beetje vervelend zijn als zo’n buffel in je nek staat te hijgen terwijl je zit te eten, toch?
We spreken het tijdschema voor morgen af, regelen warm water voor de douche (die moet je hier bestellen) en worden door een mannetje naar onze banda gebracht. Het matras is blijkbaar nieuw, want het is keihard. Lekker slapen is het dus niet, maar je kunt hier wel heerlijk luisteren naar de wilde dieren in de omgeving!
Queen Elizabeth NP
Vanochtend komen de mannetjes om half zes ’s ochtends onze douche vullen met warm water. Stipt op tijd! Terwijl ik de kleren voor vandaag klaar leg zorgen de mannetjes ervoor dat we voor het eerst sinds ons verblijf in Oeganda warm kunnen douchen. Het is een ontzettend mooie buitendouche, heel romantisch voor 2 personen. Maar helaas is het veel te vroeg voor romantiek en hebben we vanochtend een stak schema. Om even over zes komt een mannetje ons namelijk halen om ons naar het ontbijt te brengen. Net zoals gisteravond, mag je hier ook ’s ochtends niet alleen door het donker rondlopen. Je zou namelijk zomaar wildlife kunnen tegenkomen en beestjes zoals nijlpaarden en buffels zijn nou niet bepaald dieren die je tegen het lijf wil lopen.
Boris en Kerensa zitten al aan het ontbijt en wij schuiven bij ze aan. Daarna nog even een snelle plasstop en we zijn zover dat we kunnen gaan karren.
Vandaag gaan we voor het eerst dan toch echt het gedeelte in waar de gamedrives gehouden worden. Maar we gaan natuurlijk wel met de eigen auto. Het vreemde is dat het gamedrive gedeelte niet in het Queen Elizabeth NP is, maar aan de andere kant van de rivier. Het was dus niet heel vreemd dat er dat gisteren niet konden vinden. Het is zo onlogisch ver weg t.o.v. de ticketoffice. Onderweg naar de ingang zien we een hyena met een kleintje de weg over lopen. Als we willen stoppen om een foto te maken, schieten ze het struikgewas in. Veel meer dan een paar kopjes die af en toe boven de gewassen uitkomen, zien we niet meer. Jammer hoor! Ik heb nog nooit een hyena met een kleintje gezien. Erg schattig overigens…
Als een ware ranger rijdt Boris over de paden op zoek naar wildlife. De chauffeurs van de verschillende auto’s stoppen als ze elkaar passeren en maken even een kort praatje. Even gedag zeggen en checken of iemand toevallig iets gespot heeft wat de ander ook wil zien. We karren aardig wat uurtjes rond en we zien heel veel kobjes met kleintjes. Zo schattig! Verder nog wat waterbokken, olifanten, buffels en nijlpaarden die een flink modderbad hebben genoten en uiteindelijk zien we in de verte ook een tweetal leeuwinnen met een kleintje. Ondanks dat het redelijk bewolkt is gedurende de vroege uurtjes, zoeken de leeuwen de rust en koelte in de bomen op. Ja, dat lees je goed, leeuwen die in bomen klimmen. Hier in Oeganda hebben ze heuse tree-climbing lions! We mogen ook nog een tafereel aanschouwen van twee nijlpaarden die ruzie hebben. Eentje zit op een soort groen bergje en de ander valt hem steeds aan. Blijkbaar hebben ze beide interesse in hetzelfde plekje. Ze maken aardig wat kabaal en het duurt zeker minutenlang voordat eentje toch maar besluit om met zijn kleine staartje tussen de benen af te druipen.
Voordat we stoppen om te lunchen, rijden we nog even terug naar de plek waar we de leeuwen gezien hebben. Er staan nog steeds auto’s, maar een voor een druipen ze af. De leeuwen zitten nog steeds ver weg. Plots zien we een auto van de paden afrijden, recht op de plek af waar de leeuwen in de boom zitten. Als we aan de ranger vragen of dat wel mag, antwoord hij dat het researchers zijn. Tja, dat geloof je toch zeker zelf niet. De hoeveelheid grote cameralenzen die op de dieren gericht zijn doet anders vermoeden. Ze zullen wel diep genoeg in de buidel getast hebben om dit voor elkaar te krijgen.
Onze lunchplek is volgens mij de enige lunchplek in de omgeving. Alle safari auto’s lijken deze plek aan te doen. Een autootje of vijftien staat er wel. Dat is natuurlijk niks vergelijkbaar met de parken in Kenia en Tanzania, maar Oeganda is nu eenmaal wat minder bekend. Je kunt hier ook souvenirtjes kopen. Ik pas een lekker luchtige broek die voor geen meter zit en koop een klein trommeltje van koeienhuid. Vervolgens eten we als lunch de rituele rolex. Daarna gaan we weer een eindje karren.
De bewolking is inmiddels opgetrokken en het is aardig warm. We rijden het park uit en terug naar de lodge. Kerensa heeft het gezien voor vandaag met de activiteiten. Boris wil misschien nog vanmiddag met ons mee op gamedrive. Tenzij we besluiten om een boottochtje te doen. We gaan eerst maar eens even lekker relaxen bij ons hutje en daarna zien we wel verder.
Het is hier echt heerlijk vertoeven! Vanaf ons terras kijken we uit over het meer en daar ligt een groepje nijlpaarden en loopt een olifant te grazen. Je kunt het slechter treffen.
Tijdens de middag gamedrive die we met z’n tweeën doen is er weinig nieuws onder de zon. We zien dezelfde dieren, maar dan wel in een prachtig Afrikaans licht. Ik maak een foto van een kobje die wel nep lijkt zo mooi!
’s Avonds is het natuurlijk weer lekker buiten eten bij het licht van een olielamp. Daarna worden we weer naar onze tent gebracht, waar we met de geluiden van de dieren op de achtergrond in slaap sukkelen.
Queen Elizabeth NP – Ishasha
Vanochtend ontbijten we weer lekker op tijd, zodat we om half zeven volledig bepakt en bezakt aan onze gamedrive kunnen beginnen. We rijden al even rond als we een ranger op een motor zien rijden. Kerensa oppert om de ranger te volgen, maar Boris rijdt de ingeslagen weg door. Even later besluit hij toch gehoor te geven aan haar oproep als hij de auto voor ons ziet keren en in volle vaart in de richting van de ranger ziet rijden. Een goede keuze, want de ranger staat bij een plek waar in de verte een leeuw is gespot. Hij is echter zo ver weg dat we na een tijdje besluiten verder te rijden.
We stuiten op een grote groep olifanten met kleintjes. We houden in eerste instantie gepaste afstand, maar de olifanten komen onze kant op gelopen. De groep komt erg dichtbij. Volgens Boris en Kerensa kan dat geen kwaad. Ze hebben dit vaker meegemaakt en normaal gesproken lopen de olifanten om de auto heen. Nu loopt het echter iets anders. Een grote dame nadert de auto en komt zo dichtbij dat ik haar slurf bijna kan aanraken. Boris en Kerensa mogen dan wel Afrika expert zijn, ik ben er ook al meerdere keren geweest en heb uitleg van rangers gekregen over waarschuwingssignalen die olifanten afgeven voordat ze aanvallen. En ik herken een aantal van die signalen in het gedrag van de dame naast onze auto. Boris staat op zijn stoel met zijn bovenlijf uit het dakraam. Ik vraag hem te gaan zitten zodat we snel kunnen wegrijden als dat nodig is. Onze olifantenfluisteraar vindt dat echter niet nodig. Op een gegeven moment draait het vrouwtje zich met de kont naar ons toe en even denk ik dat ze haar flinke achterwerk op de motorkap van onze auto wil parkeren. Ik zie het al helemaal voor me dat de auto naar de Filistijnen is en we hier vast zitten (tja, dat heb je met een levendige fantasie). Gelukkig doet ze dat uiteindelijk niet, maar ze duwt wel met haar achterpoot tegen de auto om hem weg te duwen. Als dan ook nog de ontzettend indrukwekkende matriarch recht op onze auto komt aflopen wordt het mij te warm onder de voeten. Boris is nog steeds van mening dat we stil moeten blijven zitten en afwachten, maar Kerensa en ik denken daar anders over. Hij denkt dat het starten van de auto mogelijk het verkeerde effect heeft, wat natuurlijk zou kunnen. Maar op dit moment is het volgens mij kiezen uit twee kwaden, dus is wegrijden wellicht toch het verstandigste. Boris start hij op aandringen van Kerensa en mij onder protest de auto en rijdt achteruit weg. En waarschijnlijk maar net op tijd ook, want de indrukwekkende matriarch is inmiddels nog maar een paar meter van de auto verwijderd. Als we weer meer afstand hebben, keert de rust bij de olifanten terug. Pfff, dat was toch even een spannend momentje!
Voordat we het park verlaten rijden we nog terug naar de lunchplek van gisteren. Kerensa is haar vestje kwijt en heeft het daar waarschijnlijk tijdens het passen van een lekker luchtige broek achtergelaten. Het vrouwtje van het betreffende kraampje zegt echter niks gevonden te hebben. Hoogst waarschijnlijk bedriegt ze de boel, maar ja, toon dat maar eens aan.
Rond tien uur rijden we richting het westelijke gedeelte van Queen Elizabeth NP, bij Ishasha. Dit gedeelte ligt dicht bij de grens met Congo. Congo zelf is helaas niet veilig, maar je kunt zien wat voor een prachtige natuur het land kent. Hopelijk keert hier ooit nog eens een keer de rust terug en kunnen we dit mooie land verkennen.
Als lunch eten we natuurlijk weer een rolex onderweg. Het is een lange weg midden door het park die op sommige stukken erg slecht is. Ik weet niet hoe de weg officieel heet, maar ik doop ‘m om naar “baboon alley” vanwege de verschillende groepen bavianen die we hier zien. De een schattig met kleintjes, de ander met een mannetje dat wijdbeens voor mijn raam gaat zitten en zichzelf bevredigd en vervolgens zijn handjes schoon likt. Jakkes!
We overnachten vandaag bij de Enjojo Lodge. Hier hebben we leuke tenten met bedden erin die op een verhoogd houten plateau staan. De wc’s en douches zijn gezamenlijk en zien er erg netjes uit. Helaas alleen koud water, maar dat is hier blijkbaar de maatstaf.
We willen graag een klamboe ophangen, zodat we niet worden lek geprikt door mogelijke malariamuggen. Het is echter nogal een gedoe om het ding zodanig op te hangen dat we met twee losse eenpersoonsbedden beschermd zijn. Maar uiteindelijk vinden we een oplossing.
Ik heb tot nu toe nog niet echt goed kunnen slapen, dus ik probeer nog een tukkie te doen voordat we aan onze gamedrive beginnen.
Om vier uur rijden we naar het park zonder Kerensa. Zij is toe aan een relaxmomentje. Onze permit verloopt om half vijf, maar desondanks mogen we toch nog naar binnen. Tijdens onze tocht zien we topi’s een kudde badderende buffels en twee luipaarden heel ver weg boven in een boom. Niet echt de manier waarop ik ze graag wil zien, maar we kunnen in elk geval zeggen dat we ze gezien hebben.
Na de drive neem ik nog even snel een koude douche en dan is het tijd om een hapje te gaan eten. De ober laat een gerecht van het bord afvallen, recht op mijn stoel. Gelukkig is het niet op mijn kleren terecht gekomen, dus met een schone stoel is het euvel al snel verholpen.
Ik heb ontzettende last van mijn rug, dus na het eten geven we snel de bestelling voor morgenochtend op en gaan we naar de tent. We laten Boris en Kerensa achter bij het kampvuur. Snel onze spulletjes voor morgen klaarleggen en dan het bed in voor wederom een korte nacht.
Ishasha – Bwindi NP
Kerensa is ziek, dus ook vanochtend gaan we weer met z’n drieën op pad. De gamedrive valt helaas tegen. We starten met de zuidelijke route, waar gisteravond andere gasten de tree-climbing lions hebben gezien. Aan de paden rond de bomen te zien, is dit inderdaad het gedeelte waar ze normaal gesproken zitten, maar niet vanochtend. Behalve veel irritante tsee tsee flies, wat kwartels met kleintjes en mooi gekleurde parelhoenders met kleintjes zien we hier echter niets. Vervolgens rijden we naar het noordelijke gedeelte. We passeren een andere auto en de chauffeur geeft aan parende leeuwen te hebben gezien. We krijgen een complete routebeschrijving van hem, maar helaas. Ik ga zelfs staan met mijn bovenlijf uit het dakraam om goed te kunnen spotten, maar het mag niet baten. Tja, en als je dan niet ziet wat je graag wil zien, dan ga je andere mooie dieren fotograferen. We zien een groepje prachtige Oegandese kraanvogels, waar ik een mooie foto van maakt.
Weer terug bij de lodge treffen we Kerensa bij haar ontbijt. Het lijkt inmiddels een beetje beter te gaan met haar. We pakken ook de spullen van Boris en Kerensa in de auto en rond elf uur vertrekken we naar Bwindi NP. Het is een lange avontuurlijke rit. Veel gehobbel en obstakels onderweg. Op één stuk moeten we zelfs uitstappen omdat de weg zo slecht is dat we bang zijn dat de auto komt vast te zitten. Boris loodst de auto er echter moeiteloos doorheen, terwijl ons geploeter om het modderbad door te komen een stuk minder soepel gaat.
De locals die aan de weg werken, zijn niet te beroerd om ons een handje te helpen. Al denk ik wel dat ze misschien stiekem hopen dat een van ons een snoekduik in de modder maakt. En ik kan ze geen ongelijk geven. Dat zou natuurlijk ook wel erg grappig zijn, zo lang als ik niet degene ben die de duik maakt. Maar met goed teamwork lukt het ons om zonder te vallen weer bij de auto te komen. De route is mooi en avontuurlijk en leidt ons door de binnenlanden van Oeganda. Ik vraag me echter wel regelmatig af of we zo op onze bestemming gaan aankomen.Bij het tankstation treffen we swingende vrouwen als personeel aan. De dames hebben er zin in. Ze hebben een lekker muziekje op staan en tanken swingend onze auto vol. Al swingend krijgen onze raampjes ook nog een wasbeurt (geen overbodige luxe). Boris staat voorzichtig mee te swingen en vanuit de auto doe ik met volle overgave mee. De dames vinden het schitterend en willen me bijna niet meer laten gaan. Tja, niet iedere mzungu vrouw zet zichzelf zo voor schut door mee te doen, maar hun enthousiasme werkt aanstekelijk!
Rond kwart voor vijf komen we aan bij de lodge. We krijgen een korte briefing, geven onze keuze voor het diner door en dan worden we naar huisje 2 gebracht. We hebben leuke Belgische buren die toevallig ook een auto van Roadtrip Uganda hebben. Warm water heb je hier alleen als de zon heeft geschenen. Ondanks dat het vrouwtje betwijfelt of we warm water hebben, hebben we geluk. Het is hier nogal koud, dus een warme douche is meer dan welkom en heerlijk genieten.
’s Avonds hebben we goed gegeten en gaan vroeg naar bed. Op naar de spannende dag die ons morgen te wachten staat!
Bwindi NP
Vandaag is het de grote dag van de gorillatrekking. En we kunnen zelfs uitslapen tot half zeven. Is dat even boffen! Na een stevig ontbijt kan ons avontuur beginnen. Onze Belgische buren vragen of ze achter ons aan mogen rijden naar het startpunt van de gorillatrekking in Rushaga. Daar schrijven we ons in en al snel zien we hoe druk het is. Ze hebben in dit gedeelte maar liefst zes gorillagroepen en met acht bezoekers per groep, brengt dit aardig wat geld in het laatje.
Onze groep bestaat uit allemaal Nederlanders. Een viertal mensen van een Koning Aap (hoe toepasselijk!) groep, waarvan twee gisteren ook reeds een gorillatrekking hebben gedaan. Zij hebben zo’n acht tot negen uur door het oerwoud moeten ploeteren. Ik hoop niet dat dat ons ook te wachten staat… Nog voor we vertrekken haakt de vrouw die gisteren zo lang heeft mogen trekken af. Ze is bang dat ze het niet redt. Zo zonde! Gewoon even USD 600 weggegooid. Je ziet dat het huilen haar nader staat dan het lachen. Maar ja, ze had het natuurlijk ook gewoon kunnen proberen…
De planning is dat wij de Bweza group gaan bezoeken. Deze groep is sinds 2011 toegevoegd aan de gorillagroepen die mensen mogen ontvangen. Hiervoor moeten we eerst met de auto naar een ander startpunt rijden. Het is nog even een gepuzzel, want wij kunnen wel met onze eigen auto, maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. En wij hebben ook nog een porter gehuurd die mee moet. Het is maar een klein vrouwtje, maar we vonden het wel zo gepast om de lokale gemeenschap te steunen. Het voordeel voor ons is dat Martin de zware tas niet hoeft te dragen en ik hier en daar een beetje hulp met klauteren krijg. Win-win lijkt me zo!
Onze gids is Benjamin, een hele vriendelijke en behulpzame man met maar liefst drieëntwintig jaar ervaring. Verder gaan twee mannen met geweren mee om ons te beschermen, Felix en John. In dit gebied komen namelijk ook olifanten voor en die kunnen nogal agressief reageren op mensen. De geweren zijn bedoeld om in de lucht te schieten om de dieren af te schrikken als het nodig is.
We lopen over het pad van de parkeerplaats naar het oerwoud, als ik langs de kant van de weg een zwarte vlek zie zitten. Onze gids Benjamin geeft aan dat het een gorilla is. Hij zit achter de struiken verstopt, dus het is niet zo heel goed te zien, maar in eerste instantie denk ik dat hij ons voor de gek houdt. Niets blijkt echter minder waar. We hebben pas een paar honderd meter gelopen en hier zit er al eentje. Tien jaar geleden was ik heel emotioneel toen ik de gorilla’s na een flinke inspanning zag, maar nu ontbreekt deze emotie. Dit is te makkelijk! Maar goed, het neemt natuurlijk niet weg dat ik grof van de gelegenheid gebruik maak om dit mooie exemplaar op de gevoelige plaat vast te leggen. Het blijkt een zilverback van een jaar of vijftien te zijn die voorheen deel uit maakte van de Bweza group, maar sinds een jaartje of drie besloten heeft de groep te verlaten. Hij vindt het prettig om in de buurt van het dorp rond te hangen, dus mogelijk heeft hij daarom nog geen vrouwtjes gevonden om zijn eigen groep mee te stichten.
Ruim een uur lang volgen we de gorilla in zijn dagelijks ritueel. Lekker aan planten knabbelen, bomen omver trekken, poepjes laten en een beetje heen en weer lopen. Hij trekt zich helemaal niks van ons aan. Maar als er brommertjes lang rijden (die overigens de motor even uitzetten omdat dit een bekende “hangplek” is van hem), houdt hij ze scherp in de gaten. We weten diverse mooie plaatjes te schieten.
Benjamin is druk aan het communiceren met de spotters. Na veelvuldig overleg wordt besloten dat we niet de Bweza group gaan bezoeken. Deze is te ver weg. Dus wordt het een andere groep, die vanochtend al bezoekers heeft ontvangen. De Nshonghi group, de oudste groep in Rushaga en sinds 2009 te bezoeken. We moeten dus weer terug naar het basiskamp om van daaruit onze weg te vervolgen.
Tijdens onze tocht vertel ik Benjamin dat we tien jaar gelegen ook een gorillatrekking hebben gedaan en wat dat voor een bijzondere ervaring was. Destijds was het in een ander gedeelte van Bwindi NP, namelijk Buhoma. Daar hebben we een bezoek gebracht aan de oudste gorillagroep Mubare. Benjamin vertelt ons dat de silverback van de groep, Mubare, nog niet zo heel lang geleden overleden is. De groep heeft zich daarna opgesplitst en bij andere groepen aangesloten. Toch een beetje een triest bericht.
Voor de Nshonghi group moeten we wat meer werk verrichten, al is het niets in vergelijking met de inspanningen die we tien jaar geleden hebben moeten leveren. Het is een kleine groep van zeven gorilla’s. Een moeder met een heel kleintje zit rustig in een hoekje weggestopt. Verder zien we vier andere gorilla’s samen in interactie. Met name het iets grotere kleintje is erg actief en wil de hele tijd met de anderen spelen. Het stikt er van de vliegen. Buiten de vliegen zitten de gorilla’s op zo’n donkere plek tussen de bladeren en takken, dat het fotograferen bijna onbegonnen werk is. Als onze tijd er bijna op zit, blijkt dat de silverback al die tijd in de bosjes verscholen heeft gelegen. Dit mannetje van zo’n vijfentwintig jaar oud is een knoeperd van een beest. Een bonk spieren! Alhoewel hij zich continue tussen de bladeren begeeft en ons veelal zijn rug toe draait, lukt het uiteindelijk toch om een mooie shot van hem te maken. Wat super! Dit was de reden waarom ik nog een keer de gorillatrekking wilde doen en het is gelukt!
Rond drie uur zijn we klaar en we zijn de laatste groep. Blijkbaar zaten de gorillagroepen vandaag allemaal wat dichterbij. Na de trekking vertelt onze gids nog wat leuke anekdotes en kunnen we hem vragen stellen. Daarna krijgen we ons certificaat uitgereikt. Een voor een worden we naar voren geroepen en mogen we vertellen wat onze mooiste ervaring van de dag was. Ik mag als eerste en kan heel kort zijn. Het zien van de indrukwekkende silverback, wat al tien jaar lang op mijn verlanglijstje stond.
Als iedereen zijn certificaat heeft gekregen is het tijd om te vertrekken. Ik wil nog even een souvenirtje scoren. Iedereen loopt aan ons te trekken om ons de winkeltjes in te lokken. Wij zijn hun laatste kans om nog iets te verkopen vandaag. Uiteindelijk scoren we een kleine houten gorilla met baby op de rug voor in het cd-kastje en een mooi gorillamasker voor onze collectie.
Weer terug bij de lodge praten we even bij met onze buren en ook zij hebben een mooie ervaring achter de rug. Altijd fijn om te zien wat zo’n gorillabezoek voor een uitwerking op mensen heeft. Helemaal happy en onder de indruk van deze prachtige dieren. Al krijg ik wel de indruk dat de spelregels in de afgelopen jaren flink veranderd zijn. De meeste groepen worden snel gevonden, je mag veel dichterbij komen en de restrictie van maximaal 1 uur mensenbezoek per gorillagroep per dag wordt ook niet meer helemaal gehandhaafd. Sommige gorilla’s zijn zelfs zo aan mensen gewend dat ze nieuwsgierig aan je broek komen trekken of je spullen willen pakken. Dat vind ik persoonlijk wel een beetje jammer. Het moeten wel wilde dieren blijven.
’s Avonds bij het eten beperk ik me grotendeels tot de soep. Ik ben misselijk en weet niet zo goed waar het door komt. Even later zal blijken dat de oorzaak waarschijnlijk is dat ik immodium heb genomen om de boel plat te leggen en dat daardoor mijn lichaam in opstand komt omdat het iets verkeerds in mijn lijf niet kwijt kan.
Tijdens het eten schuiven onze Belgische buurtjes ook aan en een jong Brits stel dat vol zit met sterke verhalen. Als er maar de helft van waar is, hebben ze al een heel leven achter de rug op de leeftijd van dertig jaar. Het leuke is dat zij vanochtend ook naar de Nshonghi group zijn geweest en zij al om half tien weer terug waren. In de wetenschap dat de briefing om acht uur start, je één uur bij gorilla’s mag blijven als je ze gevonden hebt en het zo’n klein kwartiertje rijden is terug naar de lodge is ook dit weer een sterk verhaal. Dat zou namelijk betekenen dat ze eigenlijk niet eens hebben hoeven lopen om bij de gorilla’s te komen. Maar goed, het is leuk te weten dat zij dezelfde groep bezocht hebben.
Na het eten wil ik het liefst zo snel mogelijk naar onze kamer. Ondanks dat ik me niet lekker voel, moeten de tassen natuurlijk wel ingepakt worden. Terwijl ik dat voor mijn rekening neem, gaat Martin buiten op ons terras onder het afdak zitten terwijl de regen met bakken tegelijk naar beneden komt. En dan is het tijd om een poging te doen om wat slaap te vatten…
Bwindi NP – Lake Mburo
Om half acht ’s ochtends zitten we aan het ontbijt. Mijn buik is nog niet helemaal op orde, maar het gaat wel al beter. Voordat we gaan karren, maak ik voor de zekerheid wel nog even een toiletstop op de kamer. Om kwart over acht gaan we karren.
Ik had eigenlijk gehoopt langs een mooi uitzichtpunt op Lake Bunyonyi te rijden, maar helaas kiest Boris voor de snelle route. Blijkbaar is de route langs het meer eigenlijk alleen geschikt voor bodaboda’s. Jammer, want het meer heeft een mooie vorm met een soort van schiereilandjes. Maar ja, je kunt niet alles hebben…
Rond half drie komen we bij Eagle’s Nest aan. De route er naar toe is wel een uitdaging. De lodge ligt namelijk prachtig boven op een berg en dat betekent een hele steile helling oprijden. Maar onze RAV4 weet de klus te klaren. Bij de lodge aangekomen, is het genieten van het uitzicht. Je kijkt zo over Lake Mburo en omgeving.
Wij hebben een tent met faciliteiten (wc en douche) geboekt en Boris en Kerensa eentje zonder. We worden naar onze tent gebracht, maar het loopt niet helemaal soepel. Aan de sleutels hangt namelijk een houten blokje met T10 op. In mijn logica betekent dit dat we tent 10 hebben. Het vrouwtje loopt echter naar tent 8. En wat blijkt? De sleutels passen niet. Vreemd, toch? Als ik haar hierop wijs reageert ze in eerste instantie ontkennend, maar even later gaat ze toch andere sleutels halen.
Nadat we ons geïnstalleerd hebben, willen we ons plan voor vanmiddag maken. Boris en Kerensa hebben besloten om lekker een middagje te relaxen, dus daar hoeven we geen rekening mee te houden. We willen in elk geval nog gaan voor een gamedrive in de namiddag. De vraag is echter of we ook nog een nightdrive willen doen. Volgens Boris is dit een prima plek om op deze manier luipaarden te spotten. De vraag is echter of je ze zult zien en hoe ver weg ze dan zitten. We besluiten dus dat we eerst maar eens zelf gaan rondrijden in het park en op basis daarvan kijken wat we doen met de nightdrive.
Bij de ingang kopen we een kaart van het park. Dat is toch een stukje makkelijker om een keuze te maken tussen de verschillende routes en wat de beste manier is om deze aan elkaar te knopen. We zien zebra’s en impala’s in grote getalen, maar we zijn natuurlijk vooral op zoek naar giraffes en luipaarden. Ook andere auto’s blijken niet succesvol te zijn.
We komen een researcher van impala’s tegen en raken met hem aan de praat. Hij heeft de dieren op ons verlanglijstje ook nog niet gezien die dag en is al in verschillende delen van het park geweest. Samen met hem stippelen we een route uit die volgens hem de meeste kans op succes moet geven.
Als we onze rit vervolgen springt al snel het benzinelampje aan. Uiteindelijk durven we de gok niet te wagen, dus we rijden terug naar de lodge. Stel je voor dat je hier midden in het park vast komen te zitten zonder benzine en zonder mobiel bereik. Dat zou toch wel erg vervelend zijn. Uiteindelijk zijn we ook te laat voor de nightdrive, maar we hadden toch al min of meer besloten om deze te skippen. Het is al een lange hangdag geweest en ik moet de tas voor onze terugreis nog pakken.
Lake Mburo – Entebbe – Amsterdam (vlucht)
Vanochtend kunnen we wederom een beetje uitslapen. Of althans, we hoeven pas om half acht te ontbijten, dus we zouden kunnen uitslapen. Maar helaas is ons dat niet gegund. De hele nacht heeft een of andere malloot van een priester de goden aangeroepen met luide uithalen en harde muziek. Het was echt verschrikkelijk. Zo nu en dan ben ik wel ingedommeld, maar echt geslapen heb ik niet. En als de priester zijn mond enkele minuten hield, dan hoorden we het geronk van de Indiër in de tent naast ons. Die weet geluid te produceren waar een beer jaloers op zou zijn!
Helemaal uitgerust beginnen we dus niet aan onze laatste dag in Oeganda. Omdat ik al zo vroeg wakker ben, probeer ik nog een keer in te checken, maar zelfs om deze tijd is het internet zo traag hier dat het niet gaat lukken. Dan maar onderweg ergens proberen…
Het mooie van vroeg wakker zijn is dat je kunt genieten van de prachtige zonsopkomst. De mist beweegt zich tussen de heuvels en een prachtig zonnetje maakt langzaam haar opwachting.
Bij iedere lodge vragen ze normaal gesproken bij het ontbijt hoe je geslapen hebt, maar hier niet. Waarschijnlijk kennen ze het antwoord al. Maar als ze slim zijn doen ze hier wel wat aan, want ondanks het geweldige uitzicht zou ik hier niet opnieuw boeken. Een beetje nachtrust is toch ook wat je wil…
Na het ontbijt rijden we via een rondje door Lake Mburo NP naar een van de uitgangen om onze weg naar Entebbe te vervolgen. Ook vandaag zien we helaas geen giraffen. Wel jammer, want dat is voor ons toch echt een van de dieren die tot de “standaard” van een Afrikareis behoren. Maar goed, Oeganda is natuurlijk ook een ander type land dan de wat meer gangbare Afrikabestemmingen. Natuurlijk zien we wel weer hele groepen impala’s, ontzettend veel wrattenzwijntjes, zebra’s, buffels en zelfs een nijlpaard.
Vanaf hier is het vooral een heel eind hobbelen. Deels over de onverharde wegen die Boris zo graag neemt, deels over minder interessante maar wel snellere geasfalteerde wegen. Bij Plot 99 maken we weer een stop. Gelukkig hebben ze hier wifi en kan ik ons eindelijk inchecken voor onze vlucht. Volgens Kerensa hebben ze hier hele lekkere frietjes, dus we besluiten wat uitgebreider te lunchen dan normaal met chickenfingers en frietjes. Lekker!
Rond een uur of vijf komen we in Entebbe aan. Boris en Kerensa bieden aan om naar een shoppingmall te gaan, maar daar hebben we weinig trek in. We besluiten om wat eerder dan gepland al naar het eettentje te gaan wat zij in gedachten hadden om daar eerst een drankje te doen. Het ligt prima aan een klein kunstmatige strandje bij het Victoriameer. Even later bestellen we hier ook ons “laatste avondmaal”. Martin en ik gaan beide voor een heerlijke pizza.
Als we ons buikje rond hebben gegeten is het tijd voor een laatste safetyplas en rijden we naar het vliegveld. Daar kennen ze een bijzonder ritueel. Iedereen moet uit het voertuig. De chauffeur (Boris in dit geval) wordt gefouilleerd en mag met de auto en bagage verder rijden. De rest moet door de metaaldetector. Op zich natuurlijk prima dat ze veiligheidsmaatregelen nemen, maar deze is niet heel effectief. Als ik al kwaad zou willen, dan zou ik het materiaal hiervoor in de auto laten liggen en die doorzoeken ze niet. Tja, dit zal niet door de slimste bedacht zijn.
Op de parkeerplaats maken we nog even een foto van Boris met het bordje waarmee hij ons kwam ophalen. Dat zijn we bij aankomst vergeten en het is natuurlijk wel leuk om hier toch een foto van te hebben. Bij de vertrekhallen aangekomen, nemen we afscheid van hen. Met iets meer een brok in mijn keel dan tijdens het afscheidsetentje begin dit jaar. Destijds wisten we dat we hen binnenkort weer zouden zien. Nu is dat maar de vraag. De trip naar Nederland is voor hen vrij prijzig en wij zullen voorlopig ook niet meer naar Oeganda komen. Ik ben benieuwd of we hen ooit nog zullen zien. Ik hoop het wel. Maar goed, contact via whatsapp en andere virtuele faciliteiten kan natuurlijk wel gewoon nog.
Een zeer onvriendelijk vrouwtje bij de ingang laat ons niet binnen. We moeten maar wachten totdat de vlucht van KLM wordt omgeroepen. Als ik haar vraag wanneer dat dan ongeveer zal zijn, zegt ze dat ze dat niet zegt en we de berichten maar in de gaten moet houden. De hal ernaast is de hal waar je in de tussentijd kunt gaan zitten. Heel vreemd. Als ik Boris en Kerensa hierover informeer, staat het vrouwtje al achter me te gebaren dat ik moet maken dat ik weg kom. Ik laat me niet zo door haar behandelen en zeg dat ze zich maar even rustig moet houden en dat ik even iets tegen onze vrienden wil zeggen. Met de toerist die voor ons was had ze ook al ruzie. Tja, op die manier zal ze weinig plezier aan het werk beleven, maar ze is natuurlijk vrij om de boodschap op een andere manier te brengen.
Ik loop naar de andere hal, waar de vriendelijke man bij de ingang aangeeft dat we door een volledige safetycheck moeten om hier binnen te komen en vraagt of we daar wel zin in hebben in de wetenschap dat we over tien minuten weer langs de bitch van de dag mogen. Ik geef hem aan dat zij ons dat niet wilde vertellen, waarop hij verbaasd kijkt. Nou ja, dat was dus blijkbaar niet protocol maar vooral eigen inbreng van de bitch van de dag. Demonstratief gaan we samen met de andere toerist waar ze ruzie mee had voor de ingang staan en je ziet dat ze zich er niet prettig bij voelt. Mooi! Achter ons sluit nog een hele meute aan, dus uiteindelijk legt ze zich er maar bij neer.
Terwijl we staan te wachten komen twee mannen die ons vragen alle bagage op de grond te zetten en op afstand hiervan te gaan staan. Een erg enthousiaste drugshond loopt actief heen en weer alles te besnuffelen. Het is echt een leuk beest! En wat blijkt, het is een hond die blijkbaar in Nederland getraind is, want de commando’s zijn in het Nederlands. De hond is nog erg jong en speels en nadat zij het klusje geklaard heeft, probeert de baas haar nog op wat meer commando’s te trainen. Het is een aangenaam schouwspel tijdens het wachten.
Na het hele douaneritueel (alle elektronica eruit, horloge af, schoenen uit, etc), is het vooral hangen en wachten geblazen. We komen Frank en Remco (van de Koning Aap groep) weer tegen en maken daar een praatje mee. Als het dan eindelijk zo ver is dat we het vliegtuig in mogen, blijkt dit al aardig vol te zitten. Blijkbaar komt het vliegtuig al van een andere bestemming en zijn wij de tweede lading passagiers die mogen instappen.
Terwijl ik een plekje voor onze handbagage probeer te vinden, ziet Martin dat we bekenden voor ons hebben zitten. Het zijn de twee Nederlanders die we al eerder deze reis in Queen Elizabeth NP en Ishasha zijn tegengekomen. Dat is toevallig! We praten natuurlijk nog even lekker bij en laten elkaar de mooiste gorillafoto’s zien. Zij hebben het laatste stuk via Rwanda gereden, wat blijkbaar een hele andere ervaring is dan Oeganda. Rwanda schijnt heel schoon te zijn, met goede wegen en veel minder kinderen langs de kant van de weg. In tegenstelling tot Oeganda mag een man hier maar één vrouw hebben, wat mogelijk deels een verklaring is voor het lagere aantal kinderen. Ze zijn er heel positief over.
Onze vlucht KL 537 vertrekt uiteindelijk een kwartier te vroeg om twintig over elf ’s avonds. Tijdens de vlucht werk ik mijn reisverslag bij en probeer ik de tijd te doden met het in-flight entertainment.
Aankomst Amsterdam
Om twintig over zes landen we in Amsterdam. Nadat we onze tassen hebben verzameld, spurten we naar de trein op weg naar huis. Tot mijn verbazing is het redelijk druk in de trein op het hele traject. Ongelofelijk, wie haalt het in z’n hoofd om op zondag zo vroeg met de trein te gaan? Nou, wij zeker niet als we niet hoefden.
Thuis aangekomen haalt Martin onze rituele Bossche bollen bij de appie en sluiten we de vakantie in stijl af!