Amsterdam – Singapore (vlucht)
Vandaag gaat de wekker om zeven uur. Na een verfrissende douche zijn we klaar voor ons grote avontuur. Even een ontbijtje bij de Appie scoren en dan gaan we onze bagage inchecken. We mogen inchecken bij de businessclass, maar krijgen toch gewoon onze economy class tickets. Jammer, ik had stiekem gehoopt dat het vliegtuig niet vol zat en we een gratis upgrade kregen. Helaas…
Na ons ontbijtje-to-go te hebben opgepeuzeld gaan we op zoek naar de herdenkingsplek voor vlucht MH17, wat op zich nog best een uitdaging is. Het vreemde is dat nergens staat aangegeven dat er een herdenkingsplek is en waar je deze kunt vinden. Martin is het zoeken al snel moe, maar ik wil hier toch echt even naar toe. Uiteindelijk weten we de plek met een beetje hulp van de infolijn te vinden. Helaas gaat de ruimte pas om tien uur open (dat had die vriendelijke man van de infolijn ons dus niet gezegd). Aangezien we om kwart over tien moeten boarden en het nog een eindje lopen is vanaf de herdenkingsplek, kunnen we daar niet op wachten. Buiten de ruimte ligt een condoleance register waar ik een boodschap namens ons beide in achterlaat. Ik werp nog door het raam een blik in de ruimte vol knuffels en persoonlijke teksten en krijg een brok in mijn keel. Dit had iedereen kunnen overkomen. Net als zo velen hebben wij diezelfde vlucht ook al eens genomen. Het blijft een verschrikkelijke gedachte dat zoiets kan gebeuren!
We lopen richting douane en kunnen met onze gechipte paspoorten door een nieuwe automatische controle. Als we hiervoor in de rij staan merken we al snel dat dit echter niet betekent dat je sneller bent. Integendeel. Het apparaat werkt prima en het scheelt natuurlijk mankracht, maar het gaat wel trager dan de ouderwetse handmatige check.
Eenmaal door alle controles raken we bij de gate in gesprek met een ander Nederlands stel dat uit Heerlen blijkt te komen en een fietsreis gaat maken in Tibet en Nepal. Dat lijkt me een pittig tochtje. Je moet er maar zin in hebben!
Om kwart over elf vertrekken we eindelijk met vlucht SQ 323 van Amsterdam naar Singapore waar we na twaalf uur en tien minuten zullen aankomen. Het laatste gedeelte van de vlucht kent iets te veel turbulentie, met als gevolg dat ik een beetje misselijk en draaierig het vliegtuig uit stap. Gek, vroeger kon ik dat veel beter hebben, maar het lijkt wel alsof ik er meer last van heb naarmate ik ouder word. Niet heel erg handig voor een globetrotter!
Singapore – Melbourne (vlucht)
Eindelijk hebben we de eerste vlucht achter de rug. Om twintig over vijf ’s ochtends landen we in Singapore, waar het zo’n 36 graden is. Een grote luchthaven, waar ook rond dit vroege tijdstip voldoende bedrijvigheid is. En nu op naar vlucht nummer twee!
Rond kwart voor acht ’s ochtends vervolgen we onze reis met Singapore Airlines (vlucht SQ 207) vanuit Singapore naar Melbourne. Dit keer gelukkig een kortere vlucht, die volgens onze gezagvoerder zes uur en twintig minuten zal duren. Helaas zit de turbulentie van de vorige vlucht en het slaaptekort nog in mijn systeem, dus ik voel me redelijk belabberd. En de hoge temperatuur in het vliegtuig helpt ook niet echt. Enkele bekertjes koud water en een reispilletje doen gelukkig hun werk, dus na een uurtje ben ik weer redelijk opgeknapt en kan ik de rest van de vlucht “relaxt” doorbrengen. Uiteindelijk landen we om kwart voor zes ’s middags in Melbourne, ruim voor de oorspronkelijk geplande aankomsttijd.
Bij de paspoortcontrole mag ik er zo door, maar wordt Martin even apart genomen. Niks aan de hand, de software van Australië is nog niet ge-update naar de nieuwe Nederlandse paspoorten. Gelukkig is dat zo gefikst! Visum hoeven we niet te laten zien, wat we een beetje vreemd vinden. Maar wellicht dat ze met hun apparatuur voor het scannen van het paspoort ook gelijk het visum kunnen checken?
Eerst even pinnen, zodat we wat noodzakelijke cash dollars bij de hand hebben en dan gaan we op zoek naar ons hotel. Volgens de vrouw bij de infobalie van het vliegveld is het een mooi hotel. En ze heeft gelijk! Het Park Royal Melbourne Airport ligt aan de overkant van de straat en de lobby ziet er mooi en strak uit. Het meisje dat ons te woord staat feliciteert ons met ons huwelijk en geeft aan dat we een gratis upgrade hebben naar een luxere kamer op de bovenste verdieping met uitzicht (kamer 944) op de landingsbanen.
Op de kamer aangekomen staat ons nog een extra verrassing te wachten. Er staat champagne met twee flûtes koud en een vers schaaltje super lekkere grote aardbeien voor ons klaar. Nu maar hopen dat dit complimentary is… Hoe dan ook, ze pakken het goed aan en verdienen hier zeker een goede beoordeling op tripadvisor mee!
Nadat we ons in onze kamer geïnstalleerd hebben, gaan we snel naar de bar om een hapje te doen. Daarna gaan we naar buiten om nog een paar leuke foto’s te maken. We worden bijna weggeblazen, zo hard waait het. En ook de regen werkt niet echt mee om het gewenste fotoresultaat te krijgen. Ik heb dan niet de perfecte foto waarop ik gehoopt had, maar vind het goed genoeg en we gaan lekker weer terug naar onze kamer. Eindelijk die lang verwachtte warme douche. Dan een lekkere zachte dikke badjas aan en we ontfermen ons over de champagne. Meer dan één glaasje per persoon gaat niet lukken, want we zijn doodmoe en willen eigenlijk alleen maar slapen. Na bijna 32 uur wakker te zijn geweest hebben we dat wel verdient!
Melbourne – Launceston (vlucht)
Ondanks dat we een heerlijk zacht kingsize bed hebben en ik de slaap hard nodig heb, word ik al even voor vier uur ’s ochtends wakker. En terwijl Martin naast me ligt te spinnen als een jong poesje, realiseer ik me dat ik de versieringen voor Martin’s verjaardag ben vergeten mee te nemen. Net nu hij, vanwege het passeren van de datumgrens, twee keer jarig is. Balen! De cadeau’s ben ik gelukkig niet vergeten. Nu maar kijken of ik nog iets onderweg kan regelen. Ik heb wel een ideetje, maar dan heb ik de hulp van ons hotel op Aitutaki nodig. Even snel een mailtje sturen en dan weer proberen verder te slapen.
Uiteindelijk staan we om half acht op en beginnen we toch redelijk uitgerust aan de dag. Eerst even de bagage droppen en dan op zoek naar een ontbijtje. We hebben beide niet zo veel honger, dus meer dan een croissantje met thee hoeven we niet.
En dan is het tijd om eindelijk vanuit Melbourne naar Launceston te vertrekken. Met Qantas vlucht
QF 2283 vliegen we in iets meer dan een uur naar de plaats van bestemming, waar we rond één uur ’s middags aankomen. Het vliegtuigje waarin we vliegen is echt super klein. En weet je wat ze zeggen over superkleine vliegtuigjes? Nou, die hebben ook superkleine bagagecompartimenten. En dat betekent dat ik mijn jurk niet in de cabine mag meenemen, maar dat die in het ruim vervoerd moet worden. En het ging net zo goed…
Gelukkig blijkt mijn koffertje er bij aankomst gewoon te zijn en neem ik de jurk blij weer in ontvangst. Het mega grote (not!) vliegveld van Launceston heeft maar liefst twee bagagebanden en die waar onze koffers op moeten komen ligt direct naast de autoverhuur balies. Komt dat even mooi uit! Terwijl we op onze tassen staan te wachten regelen we al even onze auto bij Europcar. En terwijl Martin de laatste tas van de bagageband tilt, krijg ik de sleutels van onze bolide. Als dat geen teamwork is…
Deze keer helaas geen Toyota Prado, maar een Mitsubishi Pajero. En ondanks dat de Prado ons de vorige keer wel erg goed is bevallen is dit ook een erg stoere bak. Nadat we de folderrekken op het vliegveld hebben leeggeplunderd, laden we onze spullen in en vertrekken we naar de B&B waar we komen de nacht zullen doorbrengen. De Trevallyn House ligt net iets buiten de stad en heeft een prachtig uitzicht over de rivier. Brett laat ons de cottage zien en terwijl we ons aan het settelen zijn komt zijn vriendelijke vrouw Janie even gedag zeggen.
We rijden terug naar Launceston stad en gaan op kookboekenjacht. Ik wil heel graag een viertal kookboeken van George en Gary van Masterchef Australia kopen. Vanuit Nederland heb ik al geprobeerd om ze te bestellen, maar ze worden helaas alleen in Australië en Nieuw Zeeland geleverd. Na diverse boekenwinkels te hebben bezocht, kunnen we maar één van de gewenste exemplaren vinden. De overige zijn wel nog te bestellen, maar aangezien we op doorreis zijn is dat voor ons geen optie.
Als we weer terug rijden naar onze B&B realiseer ik me dat we nog in Lauceston terugkomen voordat we onze reis naar de Cook Islands vervolgen. Even checken… en ja het is op een zaterdag en dan zijn de winkels open. We rijden weer terug naar de boekenwinkel en vragen hen om de boeken voor ons te bestellen. Geen enkel probleem. Ze snappen alleen niet waarom een Nederlandse toerist zo graag deze kookboeken wil hebben. Als ik ze vertel dat alle seizoenen van Masterchef Australia ook in Nederland te zien zijn en wij grote fan zijn van het programma, zijn ze behoorlijk verbaasd (vooral over het eerste geloof ik).
Op de terugweg rijden we langs de supermarkt kopen we flink in voor de komende dagen. En natuurlijk mag een grote voorraad Timtammetjes, onze favoriete Australische koekjes, niet ontbreken! Weer terug in de B&B demonstreert Martin zijn kookkunsten, terwijl ik de financiën, de mail en het reisverslag bijwerk.
Launceston – Cradle Mountain
Na een zeer koude nacht staan we al om zes uur op. We hebben een drukke dag voor de boeg en willen voor alle dingen genoeg tijd hebben. Normaal gesproken is zo vroeg opstaan voor mij een straf, maar aangezien ik ook nu weer al enkele uren wakker ben, kost het weinig moeite. Martin ligt overigens ook al uren wakker, dus blijkbaar is het toch een soort van jetlag, alhoewel ik het niet echt logisch aan de Nederlandse tijd kan linken.
Onze gastheer en –vrouw zijn ook al geruime tijd uit de veren en verwachten ons om zeven uur aan het ontbijt. We mochten van tevoren onze bestelling doorgegeven. Beide krijgen we een erg fotogeniek ontbijtje. Martin krijgt een scrambled egg met saffraan en gerookte zalm en ik krijg een egg Florentine. Terwijl we aan het ontbijt zitten, maken we een praatje met Janie. Als ze hoort dat we in Cradle Mountain NP gaan trouwen, vertelt ze dat een vriendin van haar hier vroeger ook huwelijken voltrok, maar dat zij inmiddels overleden is. Ik vraag haar of die vriendin Lyn Fox heet. En dat klopt. Wat een klein wereldje. Lyn was degene die ons huwelijk zou voltrekken en waarmee ik al regelmatig via email contact mee had gehad. Iemand waar we, mede door de toonzetting van haar mails, een goed gevoel bij hadden. Blijkbaar was ze zeer plotseling gestorven. Het ene moment was ze nog uit lunchen, het volgende moment is ze weer terug thuis en valt ze dood neer. Lyn heeft zowel Janie en Brett als hun dochter met haar man getrouwd.
Dan gaan we onze auto inladen en vertrekken we vol goede moed naar Cradle Mountain. In Lauceston belooft het een mooie dag te worden. De ochtendnevel is al grotendeels verdwenen en de zon begint al lekker warm aan te voelen.
We vertrekken op tijd zodat we nog een bezoekje kunnen brengen aan Devils@Cradle, al even het park kunnen verkennen en toch nog op tijd zijn voor onze spa treatment. Nou, die moeite hadden we ons dus kunnen besparen. Het grootste gedeelte van de rit is het weer mooi en genieten we van het mooie groene landschap met zowel typische Australische (heuvelachtig landschap met gifgroene mosjes en de wittige eucalyptusbomen die mooi contrasteren met de rode aarde) als ook typisch Nieuw Zeelandse kenmerken (varens en pluizige mosjes die op bomen in vochtige gebieden groeien). Maar na zo’n twee uurtjes gereden te hebben wordt het weer steeds slechter en als we een half uurtje later in Cradle Mountain aankomen is het weer echt slecht. De term regen is een understatement voor hetgeen hier uit de lucht valt en gepaard gaat met flinke windstoten die de auto doen schudden.
We gaan eerst een Holiday Pass halen, waarmee we toegang krijgen tot alle nationale parken in Tasmanië. In het winkeltje hebben ze ook nog een leuk shirtje en een Australische buff die perfect matcht met mijn jas. Die kan ik natuurlijk niet laten liggen. We checken het weerbericht voor de komende dagen. Daar waar het enkele dagen nog de voorspelling was dat het de komende dagen zou regen en vanaf vrijdag een stuk beter weer verwacht werd, is de voorspelling aangepast. Het slechte weer in elk geval tot het weekend aan. Hier word ik nog niet zo vrolijk van!
Daarna rijden we door naar Devils@Cradle, een sanctuary voor met name Tasmanian devils. Als we hier aankomen worden we gevraagd wat we komen doen. Een beetje vreemde vraag, maar we mogen tegen betaling naar binnen. Nou ja binnen, eigenlijk is het buiten. We zien welgeteld één Tasmanian devil rondlopen. Voordat ik een goede foto kan maken gaat deze rakker, net als zijn vriendjes, schuilen in een donker hol. Verder schijnen ze nog Quolls te hebben, maar ook deze vrienden zijn allen verstopt in hun holletje. Leuk dat we hier zo lang we willen rond mogen lopen, maar met regen weer is dit dus echt weggegooid geld. Niet dat ze aangeven dat je eventueel nog een volgende dag mag terugkomen op hetzelfde entreebewijs. Wat een gemiste kans! Ik had me voorgenomen om ter ere van ons huwelijk een kleine devil te adopteren, maar daar kunnen ze nu wel naar fluiten. Wellicht dat ik bij een ander opvangcenter mijn geld beter besteed zie.
Omdat we nog veel te vroeg zijn om in te checken in de lodge besluiten we nog maar het park in te rijden. Eigenlijk tegen beter weten in, want geen mens bij vol verstand gaat met dit weer wandelen, je bent binnen een paar minuten volledig doorweekt. Na een smalle slingerroute komen we bij de parkeerplaats bij Dove Lake aan.
In dit gedeelte zouden we eigenlijk gaan trouwen, maar dat feest gaat gezien de slechte weervoorspelling hoogst waarschijnlijk niet door. We hebben in de aanloop naar het huwelijk al zoveel “uitdagingen” gehad dat wat mij betreft de tijd van uitdagingen voorbij is. Maar helaas…
Terwijl Martin toch een poging waagt om de omgeving te verkennen, blijf ik in de auto. Alles overdenkend wordt het me even te veel en barst ik in tranen uit. Ik heb zo naar dit moment toegeleefd. Ik had me er al op ingesteld dat de ceremonie binnen gehouden zou moeten worden, maar het belangrijkste was dat we in dit iconische landschap onze trouwfoto’s zouden kunnen maken. Voor niet-fotografen zal dit wellicht vreemd in de oren klinken, maar een beetje fotograaf snapt wat ik bedoel.
Als Martin weer terug is bij de auto ziet hij dat het me even te veel is geworden. Wat hij ook zegt, hij kan me niet opvrolijken. Waarschijnlijk omdat hij ook baalt als een stekker. We hebben juist voor deze manier voor trouwen gekozen omdat dit bij ons past. Midden in de natuur in dit gedeelte van de wereld elkaar het ja-woord geven symboliseert ons leven samen. De prijs hiervoor was dat onze ouders niet bij het huwelijk aanwezig konden zijn. Een hoge prijs waar ik wel moeite mee had, maar die ik vanuit symboliek wilde betalen. Nu gaat die symboliek verloren als we geen trouwfoto’s kunnen maken in deze prachtige natuur. Ik word hier zo niet vrolijk van!
Van ellende gaan we maar naar de lodge. Hier moeten we even wachten en dan kom Claudia (onze wedding coordinator) ons welkom heten. Ze stelt ons voor aan Erica, haar opvolger. Na een jaartje dit werk te hebben gedaan heeft zij het wel gezien. Jammer, want zij was nummer 5 vanaf de tijd dat we onze reservering hebben gemaakt en de beste die we tot nu toe gehad hebben. Gelukkig vertrekt ze pas in november en regelt ze de zaken van onze bruiloft nog zelf.
Op weg naar onze cabin zien we een wombat op de weg. Natuurlijk stoppen we hier even voor en het beestje is totaal niet bang. Eigenlijk trekt hij zich weinig van ons aan. Het is een beetje een sloom beest, maar blijkbaar kunnen ze erg snel rennen.
Ik dacht eigenlijk dat onze kamer een kamer in de lodge zou zijn, wat ik op zich wel jammer vond. Maar vanwege de ruime kamer en de eigen hot tub op het balkon hebben we toch de keuze voor een King Billy Suite (de “Dove suite”) gemaakt. Nu blijkt het echter een eigen huisje lekker privé gelegen in de bossen te zijn. Dat is een meevaller!
Ook de inrichting van het huisje valt niet tegen. Oké, het is een beetje een rustieke inrichting, maar dat past ook wel bij de omgeving. Ik ga op zoek naar de indoor flower arrangement, die bij aankomst in het huisje staat. Het enige dat ik kan vinden is een bloemstuk dat op het bed staat. Is het dit? Blijkbaar wel. Oké, het is best een mooi bloemstuk, maar bij een indoor flower arrangement had ik verwacht dat er door het huisje op verschillende plaatsen boeketten zouden staan. Ook zeker gezien de prijs die je hiervoor betaalt. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de canapés die we even later gebracht krijgen. Best lekkere hapjes, maar zeer beperkt in aantal en keuze. Ach ja, niet zeuren, al met al is het prima.
Dan is het moment suprême, het uitpakken van de bruidskleding en kijken hoe ze de reis overleefd hebben. Het begint goed. Het pak van Martin is redelijk ongeschonden uit de strijd gekomen. Hier en door een vouwtje, maar ik heb er alle vertrouwen in dat dit met uithangen in een vochtige ruimte wel goed komt. Vol goede moed maak ik het koffertje van mijn jurk open, hopend op een soortgelijk resultaat. Helaas! De jurk is een drama! Flink gekreukt met scherpe vouwen in zowel de satijn als de organza. De moed zakt me een beetje in de schoenen. Hoe ga ik dit nog goed krijgen? De jurk mag niet gestreken worden en alleen met uithangen in de doucheruimte gaat dit niet goed komen vrees ik. We hebben wel een strijkbout op de kamer. Eerst maar eens kijken wat het effect is van het uithangen in de stoom van een hete douche. En als dat niet werkt zit er niks anders op dan toch de jurk te strijken.
Eerst maar eens even genieten van onze spa treatment, een beetje ontspanning kan ik wel gebruiken! We beginnen met een “Waldheim Alpine Spa Total Wellbeing Experience”, wat eigenlijk een voetscrub en –melkbad gecombineerd met een massage is. Ik vind het wel lekker, maar dit is niet echt Martin z’n ding. Gedurende de behandeling komen er wat vreemde geluiden van zijn kant, maar hij weet het toch vol te houden. Daarna mogen we naar de ruimte waar een “Private Couple Milk Bath” krijgen. Hier staat, naast het te verwachten milk bath met uitzicht op een watervalletje, een schaaltje in chocolade gedipte aardbeien en een fles Tasmaanse champagne op ons te wachten. Erg decadent allemaal, maar dat mag ook wel eens een keertje. Erg lekker!
Weer terug in onze cabin ontdekken we dat een huiswallabie hebben. En terwijl ik voor de reservering van de Maria Island Ferrie bel zie ik een prachtige papegaaiachtige vogel in de struiken zitten. Tja, midden in de bossen kun je natuurlijk wel wat wildlife verwachten!
’s Avonds eten we een hapje in de Tavern. Het eten is verre van bijzonder, maar het is eetbaar (en daar is ook echt alles mee gezegd). We krijgen zelfs muzikale begeleiding. Een man die overdag ranger is en ’s avonds nog een beetje zingt en zichzelf op de gitaar begeleid. Hij heeft geen slechte stem, maar geeft een eigen draai aan bekende nummers die weinig variatie biedt. Hierdoor lijkt ieder liedje op het vorige. Jammer, want ik denk dat er best potentie in zit. En als trouwe “The Voice”-kijker, kan ik hier natuurlijk goed over oordelen.
We willen nog even internetten, maar horen dat we hiervoor apart moeten betalen. Gezien de hoofdprijs die je betaalt om hier te verblijven is het eigenlijk schandalig dat je hiervoor nog extra kosten moet betalen. De prijs/kwaliteit verhouding is hier wel een beetje zoek. Dat klopt eigenlijk ook wel met hetgeen we op Trip Advisor hebben gelezen. Ze hebben hun klandizie vooral te danken aan hun prachtige ligging. Dan nog maar even niet onze website bijwerken…
Cradle Mountain
Na het ontbijt ruim ik de kamer op en verhuis ik alle zaken die we niet direct nodig hebben naar onze walk-in-closet zodat e.e.a. netter uit ziet voor de foto’s morgen. Vervolgens mag ik me gaan bezig houden met het fatsoeneren van mijn trouwjurk. Met de strijkbout op maximale stoomstand werk ik de jurk stukje voor stukje af en na bijna twee en een half uur stoomknopje drukken ben ik toe aan een anti-RSI behandeling. Maar… het resultaat mag er zijn. Ik heb de jurk weer helemaal goed gekregen! Mocht ik bij de Rabo ontslagen worden, dan kan ik nog altijd aan de slag als trouwjurkenstromer…
Het weer is vandaag gelukkig ook al weer beter dan gisteren. Niet ideaal, maar als het morgen niet slechter wordt dan dit kunnen we in elk geval een aantal buitenfoto’s maken.
We hebben niet meer zo heel veel tijd voordat we de meet en greet met onze wedding coordinator hebben, dus besluiten we onze wandelingen voor vandaag te beperken tot de Enchanted Walk. Het is een vrij korte wandeling, maar toch erg leuk (en nat). Typerend voor het landschap hier is het zogenaamde button grass en natuurlijk de diverse stroompjes en mosjes.
We zijn net op tijd voor onze afspraak met Claudia en Erica. We lopen samen door de planning van morgen en kijken naar de twee alternatieve trouwlocaties in de lodge. De eerste ruimte is een wat rustiekere ruimte met een open haard en die ze special voor de ceremonie van veel kaarsen voorzien en waarbij ze het looppad langs de ruimte afsluiten zodat mensen niet met hun neus op het raam gedrukt staan mee te kijken. De tweede locatie is een heel ander type ruime. Wit, strak en op dit moment ingericht als vergaderruimte. Het mooie aan deze ruime is dat er een grote raampartij is waardoor het lekker licht is. We vinden de eerste ruimte het meest sfeervol, maar twijfelen of de ruimte geschikt is voor fotografie, aangezien het relatief donker is. We besluiten Alex te vragen wat volgens haar de beste optie is.
Als we klaar zijn met de afstemming voor morgen, geeft Claudia aan dat Alex al heeft ingecheckt en niet haar dochter maar haar man mee heeft genomen. We besluiten Alex een belletje te geven, maar deze is helaas niet bereikbaar. Na diverse pogingen laat ik een voicemailbericht op haar kamer achter en slechts een paar minuten later belt ze terug.
Als Alex bij onze cabin aan komt, geeft ze ons direct een stevige knuffel. Ze vertelt dat haar dochter Vivien ziek is en daarom niet mee kon komen. In plaats daarvan is haar man Tony meegekomen. En daar boffen we mee, want Tony was voorheen zelf als fotograaf werkzaam in hun eigen zaak. Dat is dus twee voor de prijs van één! We besluiten eerst het park in te gaan om te kijken wat een geschikte trouwplek is bij droog weer. Rond Dove Lake zijn er normaal gesproken diverse leuke strandjes, maar de waterstand in het meer is erg hoog waardoor alle strandjes onder water staan. Wel is er een boat ramp waar je op een geasfalteerd stukje weg staat dat direct het meer in leidt en waarbij Cradle Mountain op de achtergrond staat. Dat lijkt ons een prima plekje! We lopen naar een aantal mooie plekjes en Alex maakt al een aantal engagement shots (foto’s van ons als stel in onze gewone (outdoor)kleding). Zoveel kleffe foto’s hebben wij nog nooit gemaakt, maar op zich is het toch wel leuk. Ik ben nieuwsgierig naar het resultaat!
Als we klaar zijn in het park rijden we naar de lodge om naar de alternatieve trouwlocaties te kijken. Alex geeft aan dat ze in principe met beide uit de voeten kan, maar iedereen is het er eigenlijk over een dat de ruimte bij het haardvuur sfeervoller is en beter bij ons past. Of dat betekent dat we oubollig overkomen weet ik niet, maar ik ben het eigenlijk wel met hun eens.
Nog even samen terug naar onze cabin om de albummogelijkheden te bekijken. We weten al snel de keuze te beperken tot twee verschillende varianten, waarbij we ieder een andere favoriet hebben. Dat wordt nog moeilijk dus. We kunnen er nog een paar nachtjes over slapen, dus we komen er wel uit (m.a.w. ik denk dat ik Martin wel van mijn voorkeur kan overtuigen ;-)).
We gaan snel even een hapje eten in de Tavern en dan terug naar de cabin om de spullen voor de grote dag klaar te leggen. Als ik de telefoon weer aan zet krijg ik een berichtje van Diane en Miranda. Super attent om nu al een berichtje te sturen! En natuurlijk altijd leuk om te merken dat mensen aan je denken op zo’n belangrijk moment in je leven!
En dan maar snel naar bed, zodat ik morgen niet al te grote wallen heb!
Cradle Mountain (Wedding Ceremony)
Om zeven uur gaat de wekker en het weer lijkt beter te zijn dan gisteren. Eerst even lekker douchen om wakker te worden en na een ontbijtje op de kamer begin ik aan mijn make-up. Om negen uur krijgen we een telefoontje van Claudia om af te stemmen of de binnen locatie moet worden klaargezet. Op dat moment komt de regen weer met bakken uit de hemel vallen, dus besluiten we de binnen locatie bij de open haard klaar te laten maken.
Als we een telefoontje krijgen dat Katie (haar) en Keisha (make-up) er zijn, leg ik net de laatste hand aan de make-up. Nog snel even de hoepel in de jurk en dan ben ik klaar voor ze. Hmmm, dat was dus makkelijker gezegd dan gedaan. Zo’n hoepel erin krijgen is nog best een uitdaging, maar het lukt. Inmiddels heeft Martin de meiden al binnen gelaten en zetten zij de boel klaar. Ik laat Katie een foto zien van het soort kapsel dat ik graag wil. Na er slechts een paar seconden naar gekeken te hebben gaat ze aan de slag. Eerst krijg ik een flinke bos krullen gezet waar je u tegen zegt! Daarna gaat ze het opsteken en ondertussen kijk ik naar Martin om te kijken of hij het wat vindt. Hij zit me echter met vragende ogen aan te kijken, want blijkbaar is het nu nog vooral heel veel haar… Het eindresultaat is echter prachtig. Dat heeft ze echt heel goed gedaan!
Net voordat Katie klaar is komt Alex binnen. Kan ze mooi nog even wat shots maken van mij onder de prachtige luipaardcape van Katie…
Ondanks dat de make-up eigenlijk klaar is laat ik Keisha deze nog op punten iets bijwerken zodat ze niet voor niks is gekomen en het resultaat ziet er natuurlijk en toch een beetje beter uit.
Als Martin zich gaat aankleden is het gestopt met (hard) regenen. Ondertussen worden de bloemen nog bezorgd en dan ben ik aan de beurt. Alex helpt me in mijn jurk en weet mij prima in te snoeren. Martin wordt inmiddels naar buiten gewerkt, zodat hij mij voor het eerst in vol ornaat kan zien. En aan zijn reactie te merken geloof ik wel dat hij onder de indruk is!
Alex doet nog een korte fotoshoot in de kamer en op het balkon (waar een aantal zeer mooie papegaaiachtigen in de struiken zitten (die natuurlijk net wegvliegen als we een foto willen maken met de beestjes op de achtergrond). Even na twaalven vertrekken we richting de lodge en hebben we al min of meer besloten om toch de gok te wagen om in het NP te trouwen.
Tja, Cradle Mountain is niet zomaar een NP. Het is het beroemdste natuurgebied van Tasmanië en staat op de Werelerfgoedlijst. De opvallende pieken van Cradle Mountain zijn uitgegroeid tot een icoon van Tasmanië en het prachtige landschap is een paradijs voor natuurliefhebbers als ons. Dat is waar we voor kwamen!
Gelukkig maakt Claudia er geen probleem van dat we de binnen locatie niet gebruiken. En als ook Jennifer zich bij het gezelschap voegt zijn we compleet en kunnen we vertrekken.
Als we richting Dove Lake rijden begint zelfs even de zon te schijnen en even heb ik de illusie dat ik zelfs mijn bolero uit zou kunnen doen. Bij Dove Lake aangekomen is het zonnetje alweer weg en is er een koud windje. Zelfs tijdens de ceremonie {die ongeveer drie kwartier duurt) wisselt het weer van droog naar miezerig naar regen. Op het moment suprême (het ja-woord en de kus) regent zo ongeveer op z’n hardst. Tja, ze zeggen hier dat regen op je trouwdag geluk brengt. Nou, dan zit dat wel goed bij ons…
De ceremonie is erg mooi en persoonlijk. Zelfs celebrant Jennifer en getuigen Alex en Tony zijn geraakt door onze vows. Als Martin zijn vows moet voorlezen is hij erg emotioneel en komt hij bijna niet uit zijn woorden. Het is zo vertederend om te zien hoe dit hem raakt. En dan te bedenken dat hij een paar jaar geleden geen toegevoegde waarde in een huwelijk zag!
En ook de stukjes die onze ouders voor ons geschreven hebben zijn erg mooi. De anderen verstaan er natuurlijk niks van, maar het is voor hen duidelijk dat de stukjes emoties teweeg brengen, vooral bij mij. Maar gelukkig waren er niet alleen tranen, we hebben ook veel gelachen. Zelfs in de regen! Het hele sfeertje was gewoon top en dan kan niks je dag meer verpesten. Nou, behalve dan een bruidegom die twijfelt bij het ja-woord. En daar leek het even op… Als Martin de “I do” vraag krijgt duurt het even voordat hij antwoord geeft. Wat blijkt, hij twijfelt of hij met “yes” of “I do” moet antwoorden. Tja, dan kun je natuurlijk een tegenreactie verwachten… Als ik aan de beurt ben, wacht ik net iets te lang met mijn antwoord en zeg ik uiteindelijk “wel okay, let’s do that”. En we hadden nog wel beide afgesproken dat we dit soort geintjes niet wilden, maar toch loopt het dan zo en is het helemaal oké. Grappig!
Na het plaatsen van de handtekeningen worden we aan de hele meute (alle twee) voorgesteld en Martin en Nancy de Milliano-van Es.
En dan is het tijd voor de trouwreportage. We gaan naar diverse mooie locaties, ook weer met wisselend weer en op het einde zelfs met een lekker zonnetje. We hebben veel bekijks, worden door veel voorbijgangers gefeliciteerd en worden ook regelmatig door toeristen op de foto gezet (zelfs als ik mijn jurk heel oncharmant omhoog heb gevouwen tijdens het lopen door de bushbush). Ik ben overigens erg blij met sneakers (en lekker warme sokjes) die ik direct na de ceremonie heb aangetrokken.
Bij een van de fotoplekjes blijken er bloedzuigers te zitten. Iets wat zowel wij als onze fotografen niet wisten. En hoe kom je daar nu achter? Nou loop eens lekker met een witte trouwjurk door de gewassen en kijk vervolgens naar je jurk. Als je dan net als ik allemaal enge zwarte kronkelende dikke wormen op je jurk ziet, dan weet je het wel… En dan geneer je je opeens helemaal nergens meer voor. Hup, alle lagen van de jurk worden een voor een nageplozen en omhoog gehesen, totdat ik zowat in mijn ondergoed sta. Uiteindelijk worden er zeker zo’n vijftien exemplaren van mijn jurk afgeplukt en alleen de gedachte eraan zorgt opnieuw voor kippenvel. Bah! Ook de anderen worden nagekeken, maar daar blijkt alleen een enkele verdwaalde te zitten. Toch heeft iedereen er een beetje de kriebels van…
We gaan ook nog even een aantal foto’s bij de open haard maken en besluiten samen met Alex en Tony een glaasje Tasmaanse champagne te drinken. Even een lekker rustmomentje en gewoon gezellig kletsen. Vooral over eten want Tony blijkt een goede kok te zijn en houdt net als ons van Masterchef Australia en My Kitchen Rules. Dan nog even snel buiten kijken of we nog wat wildlife kunnen spotten voordat we aan tafel gaan. Na een wombat die niet echt wil meewerken en op de foto als een grote kei uitziet, stappen we over op de wallabies. We spotten een vrij groot exemplaar met een kleintje in de buidel. Deze keer lukt het wel. We zijn echter niet de enigen die het beestje spotten en een oudere vrouw zegt dat ze twijfelt wie ze eerst moet fotograferen, het bruidspaar of de wallabie. Ik zeg dat ze beter eerst de wallabie kan doen omdat wij er niet zo snel vandoor rennen. We poseren nog even speciaal voor haar en dan moeten we toch echt naar het restaurant.
Het diner in het restaurant is tig keer beter dan in de Tavern. Martin kiest voor de steak tartaar, de pork tenderloin en de chocolate fondant en ik kies voor de miso infused salmon (ik weet niet wat miso is, maar het is erg lekker), de lamb rack en de pistachio cake met mooi opgemaakt bord met “congratulations”. En natuurlijk krijgen we ook nu weer een gratis glaasje champagne van het huis.
Na het diner hebben we het wel een beetje gehad. We bellen Alex nog even voor een fotootje van onze bruidstaart (die er overigens niet erg bruidstaarterig uit ziet) en een nachtfoto voor het meertje bij de lodge met de lodge mooi verlicht op de achtergrond. En terwijl we op haar wachten pakken we nog even onze cadeautjes voor elkaar uit (waaronder een “Mrs. De Milliano 10-10-2014” kussensloop voor ons reiskussentje).
De avondfoto’s bij het meer voor de lodge zijn erg mooi, maar aangezien het inmiddels aardig koud is geworden besluiten we snel terug te gaan naar onze cabin. Op weg naar de auto worden we bijna door een possum besprongen en als we onze cabin binnen willen gaan komt er nog een exemplaar om de hoek kijken. Volgens mij worden ze hier veelal als ongedierte gezien, maar ik vind ze toch wel erg schattig!
We hadden onze privé hot tub nog willen gebruiken, maar het is inmiddels is het donker en zijn we zo moe dat we deze voor morgen bewaren.
We kijken terug op een mooie dag en ondanks mijn bedenkingen een paar dagen geleden ben ik nu erg blij dat we het zo gedaan hebben. Tijdens een stevige afscheidsknuffel met Alex geeft ze aan dat ze graag contact met ons wil blijven houden via email, iets waar ik ook behoefte aan heb. Ik had haar aan het begin aangegeven dat bij afwezigheid van mijn ouders, ik haar een beetje als surrogaat moeder voor deze dag zie. Ze geeft aan dat ze hoopt dat ze het gemis van mijn ouders een beetje heeft kunnen compenseren. Dat kan natuurlijk niemand, maar haar warme persoonlijkheid heeft wel zeker een bepaalde leegte gevuld.
Cradle Mountain (dagtocht Cradle Mountain NP)
Vandaag hebben we een beetje uitgeslapen (tot acht uur) en de kamer weer opgeruimd na gisteren. Hierbij verlies ik een beetje de tijd uit het oog, waardoor we uiteindelijk te laat zijn om nog een ontbijt in de lodge te kunnen eten. We hebben nog wel wat ontbijtvoer bij ons, maar niet voldoende dus Martin gaat nog even naar het winkeltje om wat crackers te kopen.
Daarna willen we naar het park rijden, maar blijkt bij de ingang dat er geen auto’s meer naar binnen mogen en we met de shuttle bus moeten. Op zich niet erg, maar met de eigen auto is altijd fijner. We zien een bus met een open deur en het bordje “Dove Lake” staan, dus stappen we in en een aantal andere toeristen volgen ons. Tja, je zou denken dat het zo simpel werkt. Maar niet dus… Als we al een tijdje zitten te wachten zien we een ander busje wegrijden. We twijfelen of we wel goed zitten, dus een van de andere toeristen gaat maar eens vragen. Dan blijkt dat de busjes vanaf de andere kant van het gebouw vertrekken. Net als we dat horen vertrekt er eentje, net voor onze neus. Aangezien de busjes iedere twintig minuten vertrekken, dekken we nog wel even te moeten wachten, maar we hebben geluk. Een kleine vijf minuutjes later zijn we onderweg naar Dove Lake.
De wandeling rond Dove Lake duurt een paar uurtjes en is zeker de moeite waard. Het landschap is prachtig en als de zon af en toe een beetje tussen de wolken door weet te komen licht alles prachtig op. Het weer is niet top en het miezert eigenlijk bijna de hele tijd, maar het is goed te doen. Desondanks zijn er weinig wandelaars.
Bij het punt waar wij gisteren getrouwd zijn willen we nog even lekker genieten en terugdenken aan onze prachtige dag, maar helaas staat er een vreemd gezelschap op “ons plekje”. We werpen nog een laatste emotionele blik op deze voor ons bijzondere locatie en pakken de bus weer terug.
Weer aangekomen bij de cabin gaan we in de rebound voor onze after-wedding hot tub experience met wedding cake en port. Gelukkig ligt onze cabin erg privé en is het geen probleem dat we gaan skinny dippen. Heerlijk is dit, zeker als het ook nog een beetje begint te miezeren en je dan lekker tot aan je nek in het warme water zit.
Vandaag besluiten we weer een hapje in het Highland restaurant te gaan eten. We zijn het slechte eten uit de Tavern een beetje zat. Gisteren hadden we natuurlijk de beste gerechten van de kaart, maar we willen vandaag iets anders proberen. Op zich zeker niet slecht, maar wel veel te duur voor hetgeen je krijgt.
Vandaag willen we ook even internetten. Alex heeft ons beloofd een paar foto’s klaar te hebben, zodat we iets naar het thuisfront kunnen sturen. Maar internetten blijkt hier een grote uitdaging. Eigenlijk moet je voor dat geintje tweeëntwintig dollar betalen, maar ik ben de hoofdprijzen hier zat en besluit voor een wat brutalere aanpak. Ik besluit gewoon te vragen of deze tarieven ook gelden voor mensen die in de King Billy Suites (de meest luxe van de lodge) gelden. En… het werkt! We krijgen gratis internet voor een dag. Zo zie je maar dat een beetje brutaliteit loont!
De inlogcode krijgen is een ding, maar internet aan de praat krijgen is een ander. Het meisje achter de balie weet niet hoe we moeten inloggen. Ze weet alleen dat er verschillende instructies zouden moeten zijn voor de diverse type apparaten (maar deze zijn allemaal kwijt) en dat je via een bepaalde website moet inloggen (en daar weet ze het internetadres niet van). Ze raadt ons aan het morgen nog eens te proberen. Nou, daar trapt dit blondje niet in. Ik besluit de serveerster te vragen die ons gisteren in het restaurant bediend heeft en er een stuk intelligenter uitziet dan de receptie medewerkster. En dat was een goede keuze, binnen een paar tellen zijn we online en kunnen we de eerste foto’s bekijken. Dat valt zeker niet tegen!
We sturen een berichtje met een paar foto’s naar het thuisfront en iedereen die de moeite heeft genomen om ons een berichtje te sturen (hetzij via email hetzij via sms). Het is toch altijd fijn om te merken dat anderen aan je denken op je speciale dag!
Terwijl we zitten te internetten blijken een aantal gasten uit het vreemde gezelschap dat we vanmiddag gezien hebben ook in de lodge te vertoeven. Een van deze dwazen heeft de piano ontdekt en begint hierop te spelen. Het is niet om aan te horen en gelukkig grijpt zijn moeder in. Maar dan neemt een andere dwaas uit het gezelschap het over. Deze jongen lijkt in elk geval wel redelijk nuchter te zijn en kan best goed piano spelen. Een beetje overmoedig begint hij ook te zingen en dat had hij beter niet kunnen doen. Zo vals! Is er dan niemand die deze mensen stopt? Het personeel van de lodge loopt wel langs en kijkt met vragende ogen naar dit gezelschap, maar grijpt niet in. Helaas is dit de enige plek met internet en kunnen we niet weg voordat we ons ding gedaan hebben. Ik had nog de website willen bijwerken, maar dat komt dan wel een andere keer…
Cradle Mountain – Mole Creek Karst NP – Devonport
Vandaag zijn we weer vroeg uit te veren. Als ik bij de deur kijk staat onze kleine vriend deze keer niet op ons te wachten. Het zal toch niet zo zijn dat onze huiswallabie geen afscheid komt nemen? Als we al onze tassen gepakt hebben en willen vertrekken zit hij echter weer klaar. Hij heeft zelfs zijn vier vriendjes meegenomen. Met pijn in ons hart vertrekken en gaan we naar de lodge om uit te checken. De man bij de receptie heeft het erg druk en geeft aan dat er vandaag maar liefst 56 van de 67 bezette cabins moeten uitchecken en dat allemaal voor tien uur ‘s ochtends. En dan blijkt ook nog eens onze rekening niet te kloppen. Op onze trouwdag is iemand zo vriendelijk geweest om op ons kamernummer een diner in de Tavern te bestellen. Gelukkig hebben wij een goed alibi, want in de wedding package is een huwelijksdiner in de Highland Restaurant inbegrepen. Dit wordt dus gecorrigeerd en nadat Martin nog een keer terug naar binnen loopt om de sleutel in te leveren (waren we de eerste keer vergeten) zijn we klaar voor vertrek.
In iets minder dan twee uur rijden we naar Mole Creek Karst NP. Dit park bestaat uit een verzameling van grotten, waarvan er twee toegankelijk zijn. Wij besluiten de Marakoopa Cave te bezoeken. Deze bevat prachtige drupsteenformaties en heeft daarnaast een grote groep glimwormpjes. Als we de grot ingaan wordt het licht bij het glimwormen gedeelte gedoofd zodat je ze goed kunt zien. Ons gids kondigt al aan dat hij ditzelfde bij het verlaten van de grot nogmaals zal doen en dat we ze dan veel beter zien omdat onze ogen dan aan het donker gewend zijn. En hij heeft gelijk. Het lijkt net een prachtige sterrenhemel!
Die Tazzie’s zijn overigens gekke jongens. Hun maximum snelheid is maar 100 km/uur, maar dit mag je op de meest vreemde plaatsen rijden. Zo ook vandaag: de weg kent een flinke hellingsgraad, vrachtwagens worden geadviseerd om in een lage versnelling te rijden, er staan overal waarschuwingsborden voor de enorm bochtige weg en veranderende weeromstandigheden, maar je mag hier wel 100 km/uur rijden. Nou hou ik wel van een beetje doorrijden, maar als je dat hier doet teken je volgens mij je doodvonnis.
We zijn eerder dan gepland in Devonport, dus als we op onze overnachtingsplek Birchwood on the River aankomen worden we verwelkomt door een hond die eerst heel schuw is en vervolgens heel enthousiast wordt. De eigenaar Rex verontschuldigd zich voor zijn hond, maar dat is natuurlijk nergens voor nodig.
Hij heeft ons een gratis upgrade gegeven van het gardenview apartment naar het riverview apartment. Hun huis ziet er van de buitenkant modern en strak uit, maar binnen is het een heel andere wereld. De inrichting is erg oubollig en overal liggen kleedjes en andere fröbeltjes. Maar goed, het is er schoon en comfortabel, dus daar kijken we wel doorheen.
Onderweg hebben we nog even boodschappen gedaan, dus vandaag kunnen we (lees: Martin) lekker zelf koken. Ons verblijf ligt aan de rivier waarlangs een mooi pad is aangelegd, dus daar nemen we nog even een kijkje en dan houden we het voor gezien vandaag.
Devonport (dagtocht Narawntapu NP)
Vandaag zijn we vroeg uit de veren, zodat we op tijd naar Narawntapu NP, de Serengeti van Tasmanië, kunnen. Als we hier aankomen zijn we de enigen en is het infocentre zelfs nog niet open. We weten wel welke route willen lopen, dus dat is geen probleem. Alleen het vinden van het begin van de route blijkt nog een uitdaging. We komen al snel op het camping gedeelte terug en van daaruit weten we onze weg te vinden. Als we nu met een camper hadden gereisd, dat is dit wel de ultieme plek om te overnachten. Midden in de natuur bij een meertje en omringd met wildlife. Super!
We spotten het vogeltje waar we naar uitgekeken hebben, de superb blue wren. Het is een zeer klein beweeglijk vogeltje met prachtige felblauwe tekeningen.
En dan kunnen we eindelijk beginnen aan de Springlawn Nature Walk. Het is een mooie wandeling die je eerst over een zandpad door een bosachtig stukje leidt. Hier spotten we diverse schattige wallabies, die als je rustig bent niet al te schrikachtig zijn. Er is ook nog een zijpad naar een vogel spotplaats over het water. Nu zijn wij niet zo’n enorme vogelaars, maar het uitzicht is hier prachtig.
De route zou eigenlijk rond het meer moeten lopen, maar we zijn al zo’n poos aan het lopen en hebben slechts één routebordje gezien dat we twijfelen of we wel goed zijn gelopen. Maar ja, er is hier maar één pad, dus zo eigenlijk kun je hier niet verkeerd lopen. Martin besluit echter nog iets verder door te lopen en vinden we dan niks, dan draaien we maar om want het meer is al lang niet meer te zien. Gelukkig vindt hij binnen no time het volgende bordje en kunnen we over het open veld de route langs de andere kant van het meer vervolgen. En wat ben ik blij dat we dit gedaan hebben, want achteraf blijkt dit het mooiste gedeelte van de route te zijn!
Aan deze kant van het meer lopen we buiten de gebaande paden, want de gebaande paden zijn hier zo slecht aangegeven dat wij ze niet weten te vinden. De wombat is het symbool van dit park, dus we hopen het beestje in dit gedeelte te vinden. Maar er is geen wombat of zelfs maar wombatpoepje te vinden. Het hele veld ligt vol diverse soorten poepjes, maar die van de wombat zit er niet tussen. Je vraagt je natuurlijk af hoe wij dit zo zeker weten. Nou, de wombat poept namelijk rechthoekige blokjes, waardoor ze goed te herkennen zijn tussen alle andere shit. Je vraagt je dan wel af hoe het kontje van zo’n beest eruit moet zijn om die blokjes te produceren, maar dat onderzoek laten we graag aan anderen over…
En net als we ons afvragen hoe het park bekend kan staan als de Serengeti van Tasmanië, krijgen we het antwoord. We zien diverse groepen kangoeroes. Als je ze niet rechtstreeks benaderd, kun je zelf nu ook op redelijke afstand komen. Velen hebben al redelijk grote baby’s in hun buidel en vaak zijn deze moeders ook wat schrikachtiger, maar als je rustig bent en geen onverwachte bewegingen of hard geluid maakt, gaan ze na je een tijdje aangestaard te hebben gewoon weer door met grazen of een dutje doen in het zonnetje. We blijven maar foto’s maken en zelfs Martin die het op een gegeven moment wel tijd vindt om terug te gaan, blijft bij de volgende kangoeroe die we tegen komen toch weer even stilstaan en foto’s maken. Zo veel kangoeroes hebben wij nog nooit gezien en zeker niet bij daglicht, zelfs niet op Kangaroo Island.
Het laatste gedeelte van onze tocht is weer een ontdekkingsreis, want er is een hardnekkig riviertje tussen ons en onze bestemming. Uiteindelijk moeten we een heel stuk terug lopen en een smallere oversteek te vinden die ons geen natte voeten oplevert.
We willen nog graag naar Beauty Point waar zowel de Platypushouse als de Seahorse Farm is. De openingstijden zijn hier echter erg beperkt, dus het wordt nog een uitdaging om hier op tijd te komen. We besluiten de kortere gravelroad te nemen. En terwijl onze tomtom maar blijft aangeven dat we moeten omdraaien zijn we uiteindelijk ruim een half uur sneller dan via de reguliere route. En de weg is best te doen. Waar hebben we anders een 4WD voor gehuurd?
We beginnen met de Platypushouse. Je kunt hier alleen een guided tour doen en we zijn net op tijd, want de volgende tour start over vijf minuten. Het vrouwtje vertelt enthousiast over de playpus en de echidna. Beide dieren worden op het vasteland van Australië als nocturnal gezien, maar niet hier op Tasmanië. Omdat het hier minder warm is, zijn de beestjes ook overdag actief. Dus wie weet hebben we nog geluk en spotten we deze beestjes nog ergens tijdens onze reis.
Zo blijkt de platypus een gevaarlijke nagel bij achterpoot te hebben die gif heeft waar geen tegengif voor is. Dit gif is sterk genoeg om een kat of hond te doden en bij mensen is bekend dat je hierdoor tot 9 maanden last kunt hebben voordat het uit je systeem is. Hierbij verkrampen je spieren en heb je blijkbaar onuitstaanbare pijnen bij iedere beweging die je maakt.
Onvoorstelbaar dat zo’n klein beestje zo’n effect kan hebben. Gelukkig gebruiken ze dit alleen in noodsituaties. Mocht je ergens willen gaan zwemmen waar platypussen zitten, maak je dan geen zorgen. Ze zullen normaal gesproken gewoon langs je zwemmen. Ik denk dat je je meer zorgen moet maken over de temperatuur van het water…
In de echidna garden zitten 3 echidna’s, die een stuk groter zijn dan wij dachten. Ze zijn totaal niet schuw en hebben blijkbaar een heel goed reukvermogen. In de natuur kan het zelfs zo zijn dat ze, indien ze behoefte hebben aan zout, je van kilometer ver ruiken en aan je komen likken met hun enorm lange tong om aan hun zoutbehoefte te voldoen.
We komen nog snel een paar miniatuur versies van deze beestjes voor in ons souvenirkastje thuis en gaan dan naar de Seahorse Farm. De uitleg tijdens de guided tour hier (die ook weer binnen een paar minuten begint) is erg interessant. Ze hebben hier verschillende soorten, zowel native species als soorten uit andere delen van de wereld. De mooiste soort vinden wij de leafy seadragons. Ze hebben prachtige kleuren en diverse bladvormige uitstulpingen.
Het bijzondere aan de zeepaardjes is dat de vrouwtjes wel de eitjes krijgen en bevruchten, maar dat de mannetjes ze vervolgens in hun buidel laten groeien. Wetende dat in een leg zo’n 500 zeepaardjes verwekt worden, levert dat aardig gevulde buideltjes op. De soort die hier van nature voorkomt kan wel zo’n 30 cm groot worden, maar hier in het fokprogramma worden de volwassen zeepaardjes maar zo’n 10 cm omdat al hun energie op gaat aan sexen en baby’s broeden. Vanuit Tasmanië worden de zeepaardjes naar diverse delen in de wereld verscheept waaronder Noord-Amerika, Europa en Azië.
De hele dag was het prachtig weer en als we terug naar Devonport rijden begint het te regen, prima timing dus! Langs de kant van de weg zien we een hele grote groep kaketoes. En even later vliegt er een groepje galahs over ons heen. Tja, de beestjes zijn hier een stuk exotischer dan bij ons…
Hetzelfde geldt eigenlijk ook wel voor de plaatsnamen. We zijn al enkele bijzondere namen tegengekomen: Paradise, Squeaking point en Penguin.
Devonport – Franklin-Gordon Wild Rivers NP – Lake St. Clair NP – Derwent Bridge
We hadden vandaag om acht uur willen vertrekken, maar omdat Martin gisteren nog allemaal dingen bij de supermarkt heeft gekocht en geen rekening heeft gehouden met de beperkte ruimte van onze koelbox, moeten we eerst nog even flink puzzelen hoe we alles meekrijgen. Uiteindelijk vertrekken we om half negen en rijden we vanuit Devonport via de kustlijn naar Burnie om vervolgens via een toeristische route af te zakken naar Derwent Bridge. Het is een aardige trip van zo’n 3,5 uur en hiermee ook gelijk een van de langere reisdagen.
Onderweg nemen we ergens een verkeerde afslag waardoor we op een zware truck only weg komen. Ai, ai, ai. Nu is onze 4WD wel een stoere auto en maakt hij het geluid van een trekker, maar hij kan, denk ik, toch net niet voor een zware truck doorgaan. Snel een plekje vinden om te keren dus en dan kunnen we ons weer tussen het gewone verkeer begeven.
Onze eerste stop is bij de Nelson Falls in het Franklin-Gordon Wild River NP. Het landschap doet heel Nieuw Zeelands aan met de vele varens en kenmerken van een regenwoud. De wandeling is vrij kort, maar de waterval is erg mooi. We hebben het statief meegenomen, dus kunnen we mooi experimenteren met lange sluitertijden. Zo krijgt de waterval een soort watersluiereffect. Erg mooi!
Onze volgende stop is bij Donaghys Hill Lookout. Het is een pittig klimmetje naar boven over drassige grond, maar het uitzicht vanaf hier is erg mooi. Vanaf een platform heb je een 360 graden uitzicht over alle bergtoppen. Enkelen hiervan hebben zelfs sneeuw op de toppen liggen.
Als we doorrijden naar het Lake St. Clair NP (wat verbonden is met het Cradle Mountain NP), zien we een aantal bergtoppen die bedekt zijn met een laagje verse sneeuw. Toen wij in Cradle Mountain zaten waren er geen bergtoppen meer met sneeuw erop in het park, maar werd er wel sneeuw verwacht. En zie hier het resultaat. We maken een combinatie van korte wandelingen (Fergys Paddock, Watersmeet en Platypus Bay). Geen beestjes te zien, ook niet de platypus of de tazzie-devil, helaas. De landschappen zijn ook niet zo spectaculair als we de afgelopen tijd hebben gezien, dus we lopen lekker door en houden het al snel voor gezien.
Door naar onze overnachtingsplek in Derwent Bridge. Bij de Derwent Bridge chalets and studios aangekomen is een wat ouder chagrijnig vrouwtje dat aan de telefoon is en ons niet eens goede dag kinkt als we binnen komen. Wel schuift ze formuliertjes onder onze neus waarop we onze creditcard gegevens moeten achterlaten, ook al hebben we betaald. Er zit weinig gastvrijheid en levensvreugde in de oude doos en ik ben dan ook blij als ze weer vertrekt na ons naar ons chalet (Ida) te hebben gebracht. Het is maar goed dat hier de kachel aan staat, want het is echt ijskoud! Dat is sowieso erg opvallend in dit gebied. We zijn vanochtend met zon en strak blauwe lucht vertrokken en zodra je in het gebied rond Cradle Mountain komt daalt de temperatuur aanzienlijk en is er ook meer bewolking. Gelukkig heeft ieder huisje hier verwarming!
We schijnen hier een huiswombat te hebben, maar behalve de nep babywombats op het gazon is hier geen wombat te zien. We een koppeltje Kookaburra’s. Ze hebben een nestkastje in de tuin en fladderen vrolijk van hot naar her.
Gelukkig hebben we hier ook weer eens een keertje email. Er zijn nog wat dringende dingen die ik vandaag moet regelen, maar waarvan ik de details niet in het reisverslag kan zetten omdat het anders geen verrassing meer is. Daarnaast heb ik ook nog een mailtje van Etu Moana (ons verblijf op Aitutaki) gehad dat de verjaardagsverrassing voor Martin is geregeld. Ze zijn alleen vergeten de kosten erbij te vermelden, dus ik hoop maar dat het mee valt. Wel top dat ze dit hebben kunnen regelen! De noodzakelijke mailtje zijn geregeld en daarnaast nog een aantal leuke berichtjes over de trouwfoto’s en hoe mooi mijn haar zit en hoe knap het is dat ik dat zelf heb gedaan (wat niet het geval is)…
Derwent Bridge – Mount Field NP – Mount Field
We hebben inmiddels een beetje het ritme dat we ’s ochtends vroeg (althans ik vind half zeven best vroeg) opstaan, zodat we op tijd kunnen we vertrekken en de dag maximaal kunnen benutten. Zo ook vandaag weer. Vanuit Derwent Bridge rijden we midden door de bossen naar Tarraleah. Het aantal roadkills in Tasmanië is echt erg hoog. We zien een “verse” wombat, een possum en op sommige plaatsen om de paar meter een wallabie. De meeste roadkills gebeuren tussen zonsondergang en zonsopkomst. Dan zijn de beesten het meest actief en de meeste chauffeurs het minst oplettend. Letterlijk een dodelijke combinatie. We zijn al vaker zo vroeg vertrokken, maar niet zo vroeg door de bossen gereden. Dus ook voor ons is het extra opletten geblazen. Tot twee keer toe zien we een wallabie op of rond de weg springen.
De wegen in Tasmanië zijn tot nu toe enorme slingerroutes gebleken, maar vandaag slingert het nog meer dan anders. Van links naar recht en van boven naar beneden. Je zou de wegen hier beter rollercoaster roads kunnen noemen.
Volgens diverse bronnen is het de moeite waard om bij Tarraleah de alternatieve route te rijden. Blijkbaar lopen in dit dorpje de platypussen, possums, wombats en tazzie devils door de straten. Nou… dat valt reuze mee/tegen! Het enige beestje dat we zien is een grote wallabie soort die door de wei hopt. Zo zie je maar dat je die reisboekjes met een flinke korrel zout moeten nemen!
We zijn ook lekker op tijd bij Mt Field NP, waar we een wandeling langs diverse populaire hotspots maken. Als eerste bezoeken we de Russell Falls, de mooiste watervallen van het park en erg gemakkelijk te bereiken. We nemen ons de tijd om deze waterval op de gevoelige plaat vast te leggen. Zo nu en kan komt er nog een andere verdwaalde toerist kijken, maar erg druk is het hier niet (we hebben overigens tot nu toe nog nergens veel toeristen gezien). Vervolgens gaan we via een aardig klim naar de Horseschoe Falls. Deze waterval is wel mooi, maar niet zo spectaculair als ik op foto’s heb gezien. De hoeveelheid water is op dit moment ongeveer de helft van wat het zou kunnen zijn. Het is wel een prima plekje om eindelijk eens een foto van ons samen te maken. Net als we lachen naar het vogeltje komt een Australisch stel uit Victoria aangelopen. We maken snel plaats voor hen, maar dat is nergens voor nodig. Ze hebben de hele dag en de man gaat ook met zijn statief aan de slag.
Overal waar we daarna gaan komen we hen weer tegen. Bij een punt staan ze een beetje te relaxen en hebben ze net een smog (of zoiets) gehad. Ik denk dus dat het een sigaretje is (wat op zich zonde zou zijn in deze prachtige natuurlijke omgeving). Het blijkt echter een term te zijn voor ochtend thee met iets lekkers. Weer iets geleerd!
Als we verder lopen naar gedeelte van de Tall Trees, met de hoge snowgums (één van de hoogste boomsoorten ter wereld die wel tot 100 meter hoog kunnen worden), klapt mijn enkel om en maak ik totaal onverwacht een enorme smak. Beide handen stuk, bloed drupt langs mijn vinger en mijn knie is behoorlijk beurs. Het enige waar ik me druk om maak is echter de camera. Die kwam ook met een aardige klap op de grond en ik zou er niet aan moeten denken dat hij stuk is. Martin wil zich direct om mij bekommeren, maar ik wil eerst weten hoe de camera eraan toe is. Het lijkt alsof hij het heeft overleefd. Straks nog even een paar testfoto’s maken om dit zeker te weten…
Ondanks dat er weinig toeristen in het park zijn, komt net op het moment van mijn snoekduik een Chinees meisje aanlopen. Ze is meteen hartstikke bezorgd en begint aan mijn verpleging. Ze heeft een hele medische kit bij zich (die wij nog steeds in de grote bagage in de auto hebben laten zitten) en begint al mijn wondjes een voor een schoon te maken. Uiteindelijk weet ze met vijf pleisters de ergste plekken op mijn handen te bedekken. Erg lief van haar! Martin helpt mij weer overeind (ik kan beide handpalmen even niet meer gebruiken, dus een beetje hulp is wel welkom). Ik geef het meisje een bedankknuffel en dan kunnen we weer verder.
Al lopende krijg ik steeds meer last van mijn knie en enkel, dus ik besluit dat ik de andere wandelroute die we nog wilden doen (Pandani Grove Circuit) te skippen. De huidige wandeling maken we natuurlijk wel af. De Tall Trees Walk en de Lady Barron Falls Walk passeren nog de revue. Voor de Lady Barron Falls geldt overigens hetzelfde als de Horseschoe Falls. Ook hier is het waterpeil verre van maximaal. Als ons fotograferende Aussie stel hier aankomt zijn ze ook een beetje teleurgesteld.
En dan is het nog een flinke poos lopen voordat we bij het startpunt uitkomen. En net als ik optimistisch zeg dat het een lekkere relaxte wandeling is en ik niet snap waarom ze voor dit laatste stuk waarschuwingen afgeven, zie ik een enorme steile trappenconstructie langs een bergwand verschijnen. Ai, dat is een flinke jongen! Zelfs als je een heel eind op weg bent, zie je het einde niet. Pfff, dat is wel heftig en af en toe tussentijds uitpuffen is dan ook wel nodig!
Nu op naar de Russell Falls Cottages, zodat we kunnen inchecken en ik mijn oorlogswonden kan verzorgen. De cottages liggen direct bij de ingang van het park, dus ver is het niet. Als we daar komen hangt er een briefje voor me op de receptiedeur. Leesa is even weg en is er weer na vier uur. We kunnen de cottage gewoon in, de sleutel steekt erop en we moeten maar kijken of we vandaag of morgen bij vertrek betalen. Dat is nou echt Aussie style inchecken!
Ze hebben één cottage aan de rivier en deze heb ik op speciaal verzoek geboekt. Als we Leesa later spreken, blijkt dat we vanavond de enigen te zijn maar is de toko morgen volgeboekt. Iedereen wil “onze” cottages, dus ze hebben besloten om er nog een paar extra langs te rivier te plaatsen. Vooralsnog zijn wij de enigen met dit privilege. Als we willen betalen krijgen we spontaan een korting van $ 20. Gewoon zomaar, omdat we pas getrouwd zijn of omdat we er zo sympathiek uitzien, wie zal het zeggen. Ik denk overigens het eerste, maar hoe dan ook is het een mooi gebaar van haar.
Mount Field – Hobart
Vandaag vertrekken we op tijd, zodat we tegen openingstijd bij de Bonorong Wildlife Sanctuary zijn. Dit schijnt het beste wildpark te zijn, dus we willen hier wel voldoende tijd kunnen doorbrengen. En aangezien we vanmiddag nog naar Hobart moeten om de papieren van ons huwelijk te regelen, willen we er op tijd bij zijn.
De dag begint koud en nat, met als resultaat dat de meeste dieren zich verstoppen. Een beetje de rode draad van de wildparkbezoeken op deze reis. De koala’s krijgen echter nieuwe eucalyptustakken gebracht, dus hier ontstaan een beetje beweging. Overigens komen koala’s in Tasmanië niet in het wild voor. Degenen die hier zitten zijn hierheen gebracht na de bosbranden op het vasteland omdat elders geen plek meer voor ze was.
Daarna gaat de verzorger naar de echidna. We hebben hier zelf al even gezocht of we het beestje konden spotten, maar zonder succes. Nu blijkt ook de verzorger de echidna niet te kunnen vinden. Hij zal toch niet ontsnapt zijn?
Bij de entree hebben we een zakje voer voor de kangoeroes gekregen. Via een dubbel hek gaan we hun grasveld in en al snel worden we belaagd door deze jongens. Ze zijn een beetje erg enthousiast en ook redelijk brutaal. Met name een groot mannetje dat er tussen zit krast met zijn nagels en klimt tegen je op. Ik kan me nog net staande houden, maar voor kleine kinderen is dit dus echt niet verantwoord. Op een gegeven moment heb ik zeker twintig kangoeroes om me heen staan. Martin is al door zijn voer heen en is nu even de fotograaf. Helaas maakt hij vooral foto’s waar ik heb middelpunt van ben en waar je nog een aantal kopjes van de kangoeroes ziet. Jammer, want hierdoor zie je niet hoe groot de groep is. En een herkansing zit er niet in, want zo snel als je je zakje leeg hebt, kun je maar beter uit hun verblijf gaan. Ze blijven je namelijk nasnuffelen op zoek naar een achtergehouden brokje.
Wally de Wombat is erg actief en klimt zelfs tegen het hek op om eens een goede snuif van je te nemen. Hij is inderdaad erg snel, maar wel erg schattig om te zien. En dit is ook een erg mooi exemplaar die af en toe perfect weet te poseren.
Inmiddels is de ergste regen achter de rug en trekt het zelfs een beetje op. Als we langs de verblijven van de diverse Tasmanian devils lopen, zien we zo hier en daar een kopje verschijnen en even later is er zelfs eentje die actief is.
Dan begint ook de guided tour. We besluiten aan te haken en krijgen zo net nog de uitleg over de devils mee. Blijkbaar krijgt een devil zo’n 20 tot 30 jongen. Moeders heeft echter maar 4 tepels en aangezien niemand zijn tepel wil delen begint het recht van de sterkste al in de buidel.
We sluiten de tour af zoals we begonnen zijn, met de koala’s. Nu mogen we echter het verblijf in en het diertje aaien. Hij lijkt het zelfs lekker te vinden!
De echidna is inmiddels gespot, maar weet zich ook weer snel te verstoppen. Dan besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag en gaan we naar Hobart.
We zijn lekker op tijd, dus besluiten eerst nog in te checken bij St. Ives (kamer 101). De kamer is redelijk standaard, maar het hotel is gelegen in de Battery District en ligt op loopafstand van de haven en de Sallamanca Market.
En dan op naar Service Tasmania, waar we onze Wedding Certificate moeten regelen. Als je extra betaalt kun je kiezen voor de priority optie, wat betekent dat het certificaat binnen één uur voor je klaar ligt. Terwijl we wachten op het certificaat lopen we even de stad in en net als we terug willen lopen begint het weer te regenen. De dame (Jackie) die ons geholpen heeft, heeft aangegeven dat we niet opnieuw in de rij hoeven te staan als we het document afhalen, maar dat ze ons wel tussendoor kan helpen. Ze gebaart ons ook al snel en we krijgen het document overhandigd. Ze vraagt ons de gegevens goed te controleren. En maar goed ook, want er staan diverse fouten in. Nu is het de vraag of het de fout van Service Tasmania is of dat onze celebrant Jennifer de fouten heeft gemaakt. Aangezien zij al eerder heeft laten zien niet uitermate precies te zijn, ben ik bang dat het aan haar ligt. De afdeling die het document heeft uitgegeven, blijkt echter in spoedoverleg te zijn, dus moeten we een kwartier wachten voordat Jackie contact met hen kan opnemen om te kijken wat er te redden valt. We kunnen even internetten op kosten van de staat en zien een mailtje van Jennifer met de bevestiging dat ze haar bijdrage tijdig geleverd heeft.
Dan geeft Jackie ons een seintje dat ze meer info heeft. Helaas is het geen goed nieuws. De enige fout die Service Tasmania heeft gemaakt is het niet vermelden van onze postcode. Dit kunnen ze dus zonder meer zelf herstellen. De belangrijkste fouten, namelijk de verkeerde voornamen van Rosa, zijn door Jennifer gemaakt. En ondanks dat ik de originele internationale geboorteakte van Martin kan laten zien, moet de correctie van Jennifer af komen. Tja, ook in Australië heb je van die echte ambtenaren. Jackie ziet de wanhoop in mijn ogen en besluit dit hoe dan ook tot een goed einde te brengen. Om mij gerust te stellen vergelijkt ze zichzelf met een pitbull. Ze laat niet los totdat wij het pand vandaag kunnen verlaten met een correct certificaat. Speling hebben we niet, want we hebben morgenochtend een afspraak bij de DFA waar we de Apostille moeten regelen. En aangezien zij maar heel beperkt open zijn, is dat onze enige mogelijkheid.
Gelukkig heb ik alle papierwerk van de ceremonie bij me, waaronder de gegevens van Jennifer. Jackie belt met haar om uit te leggen wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren om het te corrigeren. Ook schakelt ze haar interne contacten in en zet alles in het werk om het geregeld te krijgen. En met succes. Net voor sluitingstijd komt alles nog goed.
Al met al heeft dit drama ruim 2 uur geduurd! Ik moet eerlijk gezegd wel een beetje moedeloos van alles wat mis gaat. Waarom kan niet gewoon eens iets goed gaan, gewoon zonder ingrijpen… De trouwdag was prachtig en ik ben blij dat we het op deze manier gedaan hebben, maar al deze ellende had ons bespaard moeten blijven.
Weer terug in het hotel check ik mijn mail. Ik had inmiddels wel een verontschuldigende mail van Jennifer verwacht of op z’n minst een berichtje om te checken of het nog allemaal goed is gekomen. Maar niks. Schandalig, ze zou zich moeten schamen!
Gelukkig hebben we wel weer een liefdevol mailtje van Alex om voor morgen af te spreken. Ik lucht nog even mijn hart bij haar en probeer het negatieve gevoel dat ontstaan is naast me neer te leggen. Hier moet toch eerst een nachtje slaap overheen…
Hobart
Na het Wedding Certificate drama van gisteren, mogen we vandaag naar het Department of Foreign Affairs voor een Apostille. Dit is hetgeen wat we nodig hebben om ons huwelijk ook in Nederland te laten registreren. Op dit moment zijn we wel al hubbie en wifie, maar nog niet helemaal man en vrouw.
We hebben om half negen een afspraak met Stephan Foster. Blijkbaar gaat het gedeelte dat de Apostille uitgeeft eigenlijk pas vanaf negen uur open en werkt alleen op afspraak. Dat wisten wij dus niet, maar we hadden voor de zekerheid een afspraak gemaakt. Maar goed dus!
Dit is zo geregeld en om negen uur zijn we al weer terug bij ons hotel. Een uurtje later komt Alex ons hier oppikken en gaan we in de haven even een bakje doen. Ze weet een leuk tentje in een voormalige jamfabriek die een aantal oude elementen heeft behouden en is omgebouwd tot een gezellige combinatie van winkeltjes en restaurantjes. Bij Jam Packed kletsen we gezellig bij en laat ze ons de trouwfoto’s op de iPad zien. Er zijn zoveel mooie foto’s dat het moeilijk is een favoriet te kiezen. En al zeg ik het zelf, we zien er goed uit op onze trouwfoto’s. En dat terwijl ze toch nauwelijks heeft gephotoshopt… Ze heeft alleen een foutje gemaakt en daar baal ik wel een beetje van. Ze heeft een mooie foto van de trouwringen gemaakt, maar zich niet gerealiseerd dat mijn ring een steentje heeft. De achterkant van mijn ring staat dus op de foto, maar niet de voorkant.
Ik krijg nog een zak met diverse spullen van haar. Alle foto’s op standaardformaat met witte rand afgedrukt. Hiermee kunnen we makkelijker de selectie maken voor ons trouwalbum. Daarnaast nog een cd met alle foto’s en op mijn verzoek een USB stick zodat ik ook een aantal foto’s op de website kan zetten. En we krijgen gedurende twee maanden een eigen pagina op haar website waarop onze foto’s te zien zijn als je het juiste wachtwoord hebt.
Ze vraagt ons of ze onze trouwfoto’s mag insturen naar een trouwmagazine. Natuurlijk mag ze dat onder voorwaarde dat als ze gepubliceerd worden, wij een exemplaar van het blad krijgen.
Helaas moet Alex weer aan het werk, dus wordt het tijd om afscheid te nemen. We spreken nog even het vervolg voor het album af, maar het echte werk hiervoor volgt als we weer thuis zijn. We bevestigen nogmaals dat we contact blijven houden en niet alleen voor het trouwalbum. Ik word toch een beetje triest als ik bedenk dat dit hoogst waarschijnlijk de laatste keer is dat ik haar zie. Het is zo’n lieve vrouw!
We lopen naar de Salamanca Market, op zoek naar souvenirs. Na alle winkeltjes (wat er overigens niet zo veel zijn) te zijn binnen gelopen, gaan we terug naar een winkeltje met diverse houten spullen gemaakt van lokale bomen, zoals de Huon Pine, Black Wood en Sassafras en natuurlijk allemaal gemaakt in Tasmanië. We kopen een cadeautje voor de ouders en ook diverse dingen voor ons zelf.
’s Avonds gaan we eten bij Monty’s on Montpellier, een van Martin’s cadeau’s voor ons trouwen. En dat als we precies één week getrouwd zijn! Het is een wat sjieker restaurant en we worden gezellig bij de open haard gezet. We besluiten voor het tasting menu te kiezen. Het bestaat uit zes gangen, waarbij je allemaal kleine varianten van diverse gerechten kunt proeven. De ene gang bevalt wat beter dan de ander, maar het is een leuke manier om diverse typisch Tasmaanse of Australische gerechten te proeven. Al met al een zeer geslaagde avond!
Hobart (dagtocht Bruny Island)
Vandaag gaat de wekker wel erg vroeg (kwart voor zes). Als het goed is hebben we een mooi boottochtje voor de boeg, maar het is wel even rijden voor je er bent…
We rijden naar de haven in Kettering, een ritje dat volgens de routeplanner drie kwartier duurt, maar in werkelijkheid met een half uurtje gepiept is. Daar parkeren we onze auto en duurt het een hele poos voordat we anderen zien binnendruppelen. Wat blijkt, ze geven in hun informatie aan dat je er uiterlijk om half negen moet zijn, maar de bus waar je op moet stappen vertrekt pas om negen uur. Nou, lekker dan, had ik gewoon nog minimaal een half uur langer in bed kunnen liggen en op dit tijdstip is dat toch wel erg lekker!
Terwijl we staan te wachten horen we iemand iets over “Holland” zeggen. Tja, dat moeten Nederlanders zijn, want verder spreekt hier natuurlijk niemand over ons kikkerlandje. Het blijkt een ouder gepensioneerd echtpaar te zijn (ik vermoed uit de achterhoek) die maar liefst tien weken door Australië reizen. Als je gepensioneerd bent dan is tijd geen issue, ideaal! Ze doen wel een beetje een vreemde combi qua route (Northern Territory, Red Centre, Queensland en Tasmanië), maar het lijkt me heerlijk om zoveel reistijd te hebben!
We rijden naar de veerboot en na de overtocht door naar Adventure Bay. Hier kunnen we alvast een lunch bestellen (moet vooraf anders krijg je niks) en zien we dat het aardig druk is. Er zijn vandaag maar liefst drie boten volgeboekt!
De Bruny Island Cruise duurt zo’n drie uur en is best een leuke boottocht. Er staat een lekker zonnetje en de zee is rij rustig, dus prima vaarcondities. Helaas zitten we aan de verkeerde kant van de boot en ondanks dat ze zeggen dat het niks uit maakt, krijgt de andere kant veel meer waar voor hun (te dure) boottocht. De schipper weet duidelijk niet wat toeristen interessant vinden, toch in elk geval niet toeristen met een camera (bijna iedereen dus). Op stukken waar de kustlijn van het supergroene eiland prachtig is, raast hij zo snel langs dat alleen de mensen aan die zijde van de boot onscherpe foto’s kunnen maken. En op andere plaatsen blijft hij even liggen met de boot en draait rondjes zodat iedereen foto’s kan maken en is er niks speciaals te zien. Bij een blowhole hebben wij eindelijk een keer het voordeel dat we aan de goede kant zitten, maar bij de zeeleeuwen zeker niet. Jammer, je betaalt de hoofdprijs voor deze boottocht en Bruny Island is een mooi eiland, maar ze zouden er m.i. wat meer van kunnen maken om iedereen waar voor z’n geld te geven.
Blijkbaar hebben we wel mazzel met de rustige zee (ondanks dat de boot op sommige stukken toch aardig stuitert) en kunnen door een smalle “grot” (meer een soort tunneltje) varen waar het water normaal te hoog staat en vooral te onstuimig is). Hoogtepuntje is overigens een up-tempo actie waarbij de boot door een smalle doorgang vlieg en de boot daarna zo scheef hangt dat als je niet vastgesnoerd zit, je de kans hebt om eruit geslingerd te worden. O, en de actie bij de blowhole was voor een aantal mensen ook best leuk. Net als er een flinke blow (water) komt, vaart de boot er vol in. Met als resultaat dat de mensen in het puntje van de boot doornat zijn. Wij hadden vanwege het zicht overwogen om daar te gaan zitten, maar vanwege het stuiteren besloten om dat niet te doen. Goede keuze dus!
Op de terugweg naar Adventure Bay varen we iets verder van de kust af om dolfijnen en walvissen te spotten. Ondanks dat dit het seizoen ervoor is, worden beide soort niet gespot. Niet dat ze heel erg hun best doen om op zoek te gaan. Het is meer een gevalletje van “mochten we er toevallig over struikelen dan heb je mazzel”.
Overigens is Bruny Island net zo groot als Singapore (wat overigens meer over Singapore zegt dan over Bruny Island), maar heeft slechts rond de 600 inwoners. Je kunt hier prachtig wonen, maar het is wel redelijk afgelegen. Een vakantiehuisje is wellicht een betere optie. Na onze lunch te hebben gegeten bij Adventure Point, vertrekken we richting veerboot. Onderweg doen we nog een paar korte stops. Een bij een chocolate factory. Gelegen op een prachtig grondgebied met uitzicht over de zee. We hebben echter alleen de mogelijkheid om even in het winkeltje wat chocolade te kopen, wat we besluiten niet te doen. Daarna nog een stop (op mijn verzoek) bij de Oysterfarm. Ik hoop eigenlijk een kijkje te kunnen nemen in de farm, maar ook hier is er alleen tijd voor de Drive thru. Ja, geloof het of niet, je kunt hier take-away oysters kopen. Dus dat doen we dan maar. Van Tony heb ik begrepen dat dit de beste oesters van Tasmanië zijn, dus die moeten we geproefd hebben. Buiten mij is er nog één persoon die oesters koopt en de rest heeft geen interesse. Laatste stop voor de veerboot is bij een rokerij. Hier verkopen ze diverse soorten Whisky en gerookte zalm en forel. Erg lekker (dat laatste want de whisky met rond de 45% alcohol waag ik me niet aan), maar ook wel belachelijk duur. Een vacuümpakje gerookte forel van 100g kost zo’n $ 28 (een dikke € 21). Tja, hij is lekker, maar zo lekker nu ook weer niet.
De haastige stops hadden als doel om op tijd bij de veerboot te zijn. Je kunt hier namelijk geen plek reserveren, dus het is wie eerst kom eerst maalt. Anders moet je een uur op de volgende boot wachten. Gelukkig zijn we ruim op tijd.
Weer bij het drop-off point in Kettering aangekomen eten we onze oesters op bij een picknicktafeltje aan het water. Daarna gaan we terug richting Hobart en zijn we klaar voor de dag.
Ik probeer nog even gebruik te maken van het snelle internet hier. Het lukt me nog net om de mailtjes van de ouders te lezen (de kaart is aangekomen) en hierop te reageren. Als ik echter de foto’s op de website wil zetten, blijkt het modem eruit te liggen. Gelukkig nadat ik de foto’s van de trouwdag erop had gezet. Tja, de rest zal op een later moment moeten…
Hobart – dagtocht Maria Island – Port Arthur
Na de auto te hebben ingeladen vertrekken we even na zeven uur naar Triabunna voor de veerboot naar Maria Island. Oorspronkelijk zou de boot pas om half elf gaan, maar er is een speciale reservering gedaan voor een groep waardoor de veerboot al om negen uur vertrekt. Behalve het vroege opstaan is dat voor ons geen probleem.
In Triabunna aangekomen hebben we de veerboot al snel gevonden en kunnen we al snel aan boord gaan. Het is duidelijk dat deze kapitein van op tijd vertrekken houdt, want een van zijn reserveringen is er niet op tijd en toch vertrekt hij. Als we de haven uit varen zien we een beteuterd kijkend vrouwtjes aan wal staan. Dat was dus de laatkomer… Ze heeft geluk dat de groep met de speciale reservering ook een aparte pick-up plek niet al te ver van de haven heeft geregeld, waardoor ze toch nog mee kan.
Het is prachtig weer, het zonnetje schijnt en ondanks dat de zee niet al te onrustig is stuitert de catamaran toch een beetje. Blik op de horizon werkt voldoende om niet misselijk te worden.
Onze kapitein informeert ons dat er plannen zijn om een groot resort te bouwen aan het water, waar cruiseschepen kunnen aanmeren. De regering heeft nog geen vergunning afgegeven, maar hij vindt het een no-brainer. Nou, om eerlijk te zijn vind ik het ook een no-brainer, maar wel met een andere uitkomst. Ik snap dat hij hier extra business ruikt, maar het is toch eeuwig zonde als een autovrij en redelijk ongeschonden eiland wordt overstelpt met cruisebootgasten. In plaats van te kunnen genieten van een rustig eiland waar het wild nog echt wild is en je je af en toe alleen op de wereld waant, kun je dan in polonaise van de ene attractie naar de andere. De hele charme van Maria Island is in één klap weg.
Na een overtocht van drie kwartier komen we aan op Maria Island. Het duurt even voordat onze huurfietsen worden afgeladen en als we een goede blik erop werpen hebben we al meteen spijt. Wat een krakkemikkige mountainbikes! Hier valt bijna niet op te fietsen en als je besluit om hier een dag op te fietsen, dan beloof ik je dat je minimaal de dag erna niet kunt zitten! Maar goed, we hebben ze gehuurd, dus we gebruiken ze vooral om de redelijk vlakke stukken of stukken die bergaf lopen staand op de pedalen af te leggen. Dat scheelt hier en daar wat tijd, want Maria Island is eigenlijk te groot om in één dag te bezoeken. We beperken ons tot de highlights, wat voor ons in eerste instantie de Painted Cliffs zijn. Volgens John (onze kapitein) zijn de Fossil Cliffs het icoon van het eiland, dus ook daar moeten we een kijkje nemen.
Zodra we van het gravel pad de wandelroute door het bos willen nemen, mogen de fietsen niet meer mee en besluiten we ze hier achter te laten. Al snel spotten we onze eerste wallabies. De beesten zijn hier een stuk schuwer dan elders, dus fotograferen lukt niet echt. Een eindje verder schrik ik van een tigersnake die op nog geen meter afstand van me ligt en vlak voor mijn voeten de struiken in schiet. Tja, ze staan erom bekend dat ze graag in de zon liggen en de dag is daar perfect voor. Ik had er alleen niet op gerekend. En aangezien deze slangen giftig zijn, ben ik blij dat ze zo schuw zijn dat ze wegschieten als je te dicht in de buurt komt.
Aangekomen bij de Painted Cliffs, zijn er nog twee andere mensen die net als ons graag fotograferen, dus we hebben weinig last van elkaar. Het licht is nog niet helemaal goed, maar we doen het ermee. Later komt nog een klein groepje en als we lang genoeg wachten hebben wij deze fotogenieke kalkstenen rotsen helemaal voor ons zelf. Nu eindelijk maar eens een leuke shot met ons tweeën maken! In het water rond de rotsen zitten trouwens ontzettend veel mooie donkerrode anemonen, diverse prachtige schelpen (en soms nog grote met krabjes erin) en mooi getekende krabben. We brengen hier aardig wat tijd door. Het licht is inmiddels beter, het zonnetje schijnt weer (was even achter de wolken verdwenen) en het water is op plaatsen prachtig turquoise van kleur.
Willen we nog iets anders van het eiland zien, dan wordt het langzaamaan tijd om te vertrekken. Aangezien het zonnetje aardig brandt besluiten we ons eerst nog even goed in te smeren en dan kunnen we weer hobbelen.
Onderweg spotten we nog een wombat in de verte. Ik probeer dichterbij te sluipen, maar uiteindelijk maakt een brekend takje dat hij weg rent. Gelukkig heb ik nog één foto kunnen nemen. Dit exemplaar ziet er trouwens heel anders uit die de andere wombats die we tot nu toe gezien hebben. Veel lichter van kleur en van een afstandje ziet hij eruit als een mollige, laag bij de grondse hond.
Martin is op dreef en spot ook nog een grote lizard, maar ook deze schiet onder een steen als hij ons in de gaten heeft.
Als we verder gaan naar de Fossil Cliffs is het weer helemaal omgeslagen. Er staat een flinke wind, die de steile klim naar boven een stuk zwaarder maakt en er lijkt regen aan te komen. We lopen naar het uitzichtpunt en na een korte fotoshoot besluiten we het erbij te laten. We gaan terug naar het haventje en eten nog even op het strand ons laatste broodje op. In het zand zien we kangoeroesporen, maar het enige exemplaar dat we zien is in een weide aan de andere kant van het strand.
Als we op het strand zitten te wachten, check ik even tot hoe laat we op onze overnachtingsplek kunnen inchecken. Dat blijkt tot vijf uur te zijn en dan zijn we pas net met de veerboot aangekomen. In besluit even een belletje te doen (komt die Australische mobiel toch van pas) om ze te laten weten dat we er rond zeven uur zullen zijn. Geen probleem natuurlijk, zo lang als ze het van tevoren maar weten.
Hoe langer we zitten te wachten, hoe slechter het weer wordt. En als de veerboot aankomt en de spullen van iedereen worden ingeladen staan we te vernikkelen van de kou en kunnen we nog net voor de regen de boot in glippen. Hadden we op de heenreis plek zat, zit de boot nu hutje mutje vol. Grotendeels met mensen die hier een of meerdere overnachtingen hebben gehad.
De tocht naar het vaste land is vrij heftig. Het water komt met hele golven tegen de zijkant aan en zelf via de ontluchtingsgaten op het dak druppelt het water binnen. De zee is enorm onstuimig en de straffe wind en regenbuien helpen natuurlijk ook niet mee.
Gelukkig komen we heelhuids aan en komen we na twee uurtjes rijden aan bij Stewarts Bay Lodge, in Port Arthur. Hier hebben we een prachtig huisje gereserveerd. Volgens de jongen van de receptie is het zijn favoriete huisje. Als ik zeg dat hij dat tegen iedere toerist zegt, is hij heel serieus als hij aangeeft dat dat echt niet waar is. Het huisje (nr. 26) is hun honeymoon huisje. En aangezien ik bij de meeste boekingen heb aangegeven dat we op honeymoon zijn, zullen we dat daar wel aan te danken hebben. Top!
Bij ons huisje aangekomen is meteen duidelijk dat hij gelijk heeft. Het huisje ligt aan het einde van een doodlopende straat. We hebben een leuk ingerichte huiskamer met ruim balkon, eetkamergedeelte en keuken voorzien van alle gemakken (inclusief vaatwasser). En zowel vanuit de slaapkamer als vanuit het grote bubbelbad in de badkamer hebben we een prachtig uitzicht op zee. Heerlijk! Nu hopen dat het weer een beetje bijdraait en we ook nog lekker buiten kunnen zitten.
Wat overigens heerlijk is aan Tasmanië, is de geur van eucalyptus die overal met vlagen voorbij vliegt. Erg heerlijk. Die geur zouden ze eigenlijk moeten vangen in een potje, zodat je het mee kunt nemen naar huis om er daarna nog af en toe aan te snuiven en de herinneringen terug te laten komen. Een gat in de markt!
Port Arthur (dagtocht Tasman NP / Tasman Peninsula)
Vannacht gaat rond twee uur de telefoon. Aangezien we vanochtend de wekker vroeg hebben gezet om te kijken of het nut heeft om naar de zonsopkomst bij het Tessellated Pavement te gaan, denk ik dat het de wekker is en druk ik de wekker uit (of beter gezegd het telefoontje weg). Achteraf zie ik dat het mijn oma was, met wie ik al jaren geen contact meer heb, maar die ik wel een trouwkaartje heb gestuurd. Tja, lompe actie van mij om het telefoontje weg te drukken, maar wat wil je als je midden in de nacht uit je slaap wordt gerukt…
Om vijf uur gaat de wekker echt en na een korte blik naar buiten te werpen zien we dat het aardig bewolkt is en besluiten we dat de foto’s van de zonsopkomst waarschijnlijk geen nut hebben. Met als bijkomend voordeel dat we lekker nog een paar uurtjes kunnen slapen.
Vanochtend doen we redelijk op ons gemakje. Het weer is heerlijk. Lekker zonnig en voor het eerst deze reis heb ik het idee dat ik vakantie heb. Na een ontbijtje met een view gaan we het Tasman Peninsula en Tasman NP verkennen.
Allereerst rijden we natuurlijk naar de Tessellated Pavement. In eerste instantie zijn we alleen, maar al snel krijgen we gezelschap van nog een paar (dat het overigens snel voor gezien houdt). Zo nu en dan druppelen hier mensen binnen, maar na een kiekje van zichzelf te hebben genomen zijn de meesten al weer snel weg. Wij kunnen ons hier echter naar hartenlust uitleven met de camera en genieten van het uitzicht, het prachtige blauwe water en de diverse mooie schelpdiertjes die hier te vinden zijn. Het water komt langzaam op en we besluiten later nog eens terug te komen hoe deze vreemde rotspatronen (soort creatief stoeptegeleffect van de rotsen) er dan uit ziet.
Vervolgens gaan we naar de Tasman Arch. Vanaf de parkeerplek is het ongeveer vijf stappen lopen voordat je bij de omheining van de Arch bent. Een beetje jammer dat je er zo dicht op zit. Dat maakt natuurlijk ook dat de busjes Chinezen en Japanners deze attractie ook aan doen. En aangezien het blijkbaar een regel voor hen is dat ze veel kabaal moeten maken, kun je niet in alle rust van het moois genieten. We proberen hen zoveel mogelijk voor te blijven vandaag en dat lukt aardig.
Vanaf de Tasman Arch lopen we naar een mooi uitzichtpunt en vervolgens via een zeer korte wandeling naar Devils Kitchen. Daarna weer de auto in en naar de Fossil Bay Lookout en de Tasman Blowhole. Het water staat laag, dus het spektakel van de blowhole is ook redelijk beperkt. Zo nu en dan spettert het aardig, maar ik verwacht dat dit bij hoog water een beter schouwspel oplevert.
Bij de parkeerplaats staat een eetkraam, waar we een Fishermans Cone pakken. Het is een soort puntzak met frietjes en diverse soort zeevoer met een krokant korstje (inktvis, schelpen, scampi en gewone vis). Het is wel opletten geblazen als je zit te eten, want de meeuwen houden je goed in de gaten. En zoals we uit eerdere ervaring weten, schuwen ze niet om het eten uit je hand te grijpen. Gelukkig zijn deze meeuwen iets beleefder dan die in Sydney en komen we er zonder kleerscheuren vanaf.
We rijden nog even terug naar de Tessellated Pavement om te kijken of het water hoger is komen te staan. Het tegendeel blijkt het geval, dus vervolgen snel onze weg naar de volgende bezienswaardigheid. Dit was eigenlijk de Remarkable Cave, die als je het mij vraagt helemaal niet zo remarkable is. Om hier te komen, moet je echter parkeren bij de Maingon Bay Lookout. Dit punt heb ik in de voorbereiding nergens kunnen vinden, maar dit is echt een prachtig uitzichtpunt. Het mooiste van deze hele dag. De zon verlicht de zandstenen rotsen en de helderblauwe zee beukt stevig tegen de kust. Het ziet er prachtig uit! Het is hier wel vrij winderig, maar dat maakt het genot niet minder. Ik denk dat dit een punt is dat veel toeristen overslaan, maar wat meer dan de moeite waard is.
Op weg terug naar Port Arthur doen we nog een strandje aan dat we onderweg hebben gespot. We hebben het strand helemaal voor ons alleen. Het is natuurlijk te koud om te zwemmen, maar het is heerlijk weer voor een mooie strandwandeling!
Op weg naar de lodge willen we nog even boodschappen doen. Aangezien we geen winkel kunnen vinden, besluiten we bij het infocentrum navraag te doen. Blijkt dat het dichtstbijzijnde supermarktje in Nubeena ligt, een dorpje dat 10 km verderop ligt. De supermarkt hier kun je niet missen want het staat met tig borden aangegeven. Na onze keuze uit het beperkte assortiment te hebben gemaakt gaan we terug naar onze cabin en vertoeven we de rest van de dag hier. Heerlijk genietend van het prachtige uitzicht. De champagne die we in Cradle Mountain hebben gekregen wordt opengetrokken en voordat we het bed in duiken maken we nog even gebruik van het tweepersoons bubbelbad. Jammer dat we hier morgen al weer vertrekken, want hier had ik wel wat langer willen blijven.
Port Arthur – dagtocht Tasman Island – Coles Bay
Als de wekker om zeven uur gaat schijnt het zonnetje al heel enthousiast ons huisje in. Op deze manier is het absoluut geen straf om op te staan! Op ons gemakje doen we een ontbijtje met uitzicht op een strakblauwe zee en daarna moeten we toch helaas de spullen pakken om deze prachtige plek te verlaten.
De verzamelplek van de Tasman Island Cruise die we geboekt hebben, ligt direct naast het perceel van onze lodge, dus we parkeren de auto bij het restaurant van de lodge en lopen naar het verzamelpunt. Er hebben zich al aardig wat mensen verzameld vanochtend, dus het zal wel weer meer dan één bootje worden.
Het blijkt dat het personeel van de boottocht zich buiten heeft gesloten. Ze waren eerst naar binnen gegaan, maar hebben de deur vervolgens in het slot laten vallen, met de sleutel aan de binnenkant op de deur. En dan zit er maar een ding op, namelijk inbreken in je eigen pand via het wc raam. Niet veel later wordt de deur voor ons open gedaan en kunnen we onze volgende dure boottocht afrekenen. Deze tocht is van dezelfde organisatie als die op Bruny Island, dus we hebben nu van tevoren goed gekeken waar we moeten gaan zitten om teleurstelling te voorkomen. Vertrek je vanaf hier (Port Arthur) dan moet je links in de boot zitten en vertrekken ze vanaf het andere punt in Eaglehawk Neck (afhankelijk van weersomstandigheden en stroming) dan moet je aan de rechterkant van de boot zitten.
We vertrekken met twee boten en varen langs ons stulpje van de afgelopen dagen. Leuk om het vanaf het water te zien en natuurlijk een fotomomentje. Als we onze sexy rode waterdichte en windproof oversized poncho’s aan hebben getrokken kan de tocht beginnen. Onze schipper is duidelijk beter dan die op de andere tocht, dus we hebben er alle vertrouwen in dat vandaag een toppertje wordt.
En weer hebben we het mis. Bij de eerst paar punten krijgen we een goed uitleg en voldoende fotogelegenheid, maar dan ruik ik een brandlucht. In eerste instantie denk ik dat iemand zit te roken. Als ik de boot rond kijk zie ik echter niks. Vreemd. Even later stopt onze kapitein de boot midden op zee en komt de andere boot naar ons toe gevaren. We hebben blijkbaar een klein brandje aan boord gehad vanwege iets met elektriciteit. Gezien de hoeveelheid brandstof die de boot aan boord heeft willen ze geen risico nemen en is de motor uitgezet. Met een gekunstelde constructie worden de boten aan elkaar vastgemaakt, zodat de andere boot ons terug kan slepen naar wal. Bijna twee uur na vertrek komen we hier weer aan. Ondertussen hebben ze geïnventariseerd wie naar de middagtocht of de tocht van de volgende ochtend verzet kan worden. Omdat de boten niet volledig vol zijn geboekt, zijn er op de nog werkende boot nog twaalf plaatsen vrij. Er zijn eigenlijk meer gegadigden, maar uiteindelijk lukt het de crew om voor iedereen een oplossing te vinden.
Omdat de boottocht drie uur duurt en we nog drie uur moeten rijden tot onze volgende overnachtingsplek, hebben wij maar één optie. Namelijk op de andere boot overstappen en de boottocht alsnog met twee uur vertraging opnieuw doen. Maar ja, de plaatsen hebben we niet meer voor het uitkiezen. Er zijn nog twee plekken erg voorin de boot en de rest is helemaal achterin. Achterin is geen optie voor fotografen. En voorin stuitert de boot wel heel erg, wat niet echt top is voor iemand als ik die nogal eens last van zeeziekte heeft. We kiezen dan toch voor de voorin optie en vinden nog twee plekjes achter elkaar.
Het is duidelijk dat er met haast gevaren wordt, want uiteindelijk duurt de boottocht van drie uur nu maar twee uur. Er wordt nauwelijks de tijd genomen om iedereen te laten fotograferen, maar gelukkig zitten wij goed genoeg om wel aan bod te komen. Na een korte fotostop krijg je nauwelijks tijd om je camera droog in je poncho te stoppen en de veiligheidsgordel weer vast te maken, want dan vaart de boot alweer verder. Door het hotsen en botsen van de boot knal ik keihard met mijn camera tegen mijn kaak met als resultaat een grote blauwe plek.
Desondanks is deze boottocht een stuk beter dan de vorige. De kustlijn van de Tasman Peninsula is erg indrukwekkend en natuurlijk speelt het zonnetje dat de rotsen mooi verlicht ook zijn rol in het geheel. De zee is aardig ruw (veel ruwer dan de vorige keer) en de boot maakt flinke harde klappen op het water. Op zich wonderbaarlijk dat de boot zulke smakken kan weerstaan. Voor mijn gevoel zou de onderkant toch minimaal als een zwaar auto ongeluk uit moeten zien.
Veel later dan gepland zijn we weer bij de auto. We wilden eigenlijk nog graag naar het Tasmanian Devil Conservation Park gaan, maar hebben hier (gezien de lange rit die we nog voor de boeg hebben) eigenlijk geen tijd voor. We besluiten hier toch nog even een uurtje aan te besteden. Op weg hier naartoe spot Martin een echidna langs de weg. De eerste die we in het wild gezien hebben, dus dat vraagt om een stop, tijd of geen tijd. Het beestje gaat volledig op in zijn gewroet onder de bladeren en trekt zich niks van ons aan. We worden vooral getrakteerd op een blik op zijn vele stekels, maar zijn snoetje laat hij nauwelijks zien. Uiteindelijk besluiten het beestje met rust te laten en rijden we verder naar het park.
Een uurtje in het park is veel te kort, want het is echt een ontzettend leuke plek. Ze hebben een vogelshow die net begint als wij aankomen. Daarna volgt het voeren van de quolls, die we voor het eerst uit hun holletje zien. Het is een moeder met drie kleintjes. En zo schattig! Wij zijn er vlak voor de voedertijd, dus de moeder is erg onrustig en doet zelfs een paar keer een graai naar de camera. Natuurlijk hebben ze ook weer een aantal devils, al zijn ze hier moeilijk op de foto te zetten. De een ligt in een donker plekje, de ander is hyperactief en weer anderen hebben geen trek in publiek en lopen iedere keer weg van het gedeelte waar de mensen ze kunnen zien (niet dat ik ze ongelijk geef trouwens). Verder hebben ze diverse vogelsoorten (en voederschalen voor wilde vogels zoals de green rosella) en een aantal possumvarianten.
Helaas moeten we veel te snel vertrekken, maar het wordt nu al moeilijk om nog voor het donker in Coles Bay aan te komen. Martin rijdt aardig door en uiteindelijk zijn we net na zonsondergang, maar nog net voor het pikkedonker, bij de Freycinet Eco Retreat. Ik heb hen van tevoren gebeld, zodat ze weten dat we later zijn. Als we voor het huis stoppen, gaan de lichten binnen aan en komen Philippa en Virginia ons al welkom heten.
We krijgen nog een korte uitleg over de omgeving en de code van het sleutelkastje. Ze hebben een immens perceel en het hele gebied is een vrij wildlife gebied. Als je droomt over een hutje op de hei, dan moet je hier de Saltwater Shack boeken. Dat is in elk geval wat wij hebben gedaan. Verwacht geen superluxe accommodatie (dan kun je beter een van de lodges boeken), maar wel eentje midden in de natuur en met aardig wat kans op wild rond je hutje. De dames hebben twee huiswombats die ze zelf met de fles hebben grootgebracht en nu nog altijd bij hun vroeger verblijf rondhangen. Daarnaast is er regelmatig een moederwombat met een kleintje in de buurt van de shack gespot. Dus wie weet hebben we geluk. We hebben in elk geval al diverse wegspringende wallabies gezien op het perceel.
Gelukkig hebben we nog wat pastasaus van een eerdere avond over en kunnen we binnen niet al te lange tijd eindelijk een avondmaal verorberen. Het is namelijk inmiddels al half negen!
Coles Bay (dagtocht Freycinet NP / Freycinet Peninsula)
Omdat onze shack midden in de natuur en behoorlijk afgelegen ligt, is het niet verantwoord (niet voor ons en zeker niet voor de wildlife) dat wij voor zonsopgang ergens naar toe rijden. Ik had wel een paar leuke spots waar het wellicht mooi was om de zonsopkomst te bekijken, maar niet voor dag en douw uit de veren zijn is ook wel prettig.
Om zeven uur is het alweer een stralend dagje. De zon moet nog even wat wolkjes wegbranden, maar dat lukt al aardig. Terwijl we zitten te ontbijten valt mijn oog op een grote zware bewegende vlek op het kozijn. Gatverdamme, wat een joekel van een spin! Dat is echt een gruwelexemplaar. Zelfs Martin, die normaal gesproken mijn spinnenvanger is, durft deze engerd niet te vangen. Nu heb ik gisteravond gelezen dat hier skinks in de shack kunnen zitten, maar dat vind ik nog niet zo’n probleem. Het is een beetje de Tasmaanse variant van een gecko: een klein hagedisje dat vooral muggen vangt en verder niet gevaarlijk is. Maar een spin als deze, daar zijn we niet voor gewaarschuwd en lijkt wel op een van de spinnen die je normaal gesprokken in de grotten van Mole Creek Karst zou moeten tegenkomen. Het is in elk geval de spin die in het logo van het park is verwerkt. Uiteindelijk weet ik de spin met een kussen op de grond te meppen en weet Martin na meerdere keren op de creepy crawler te stampen het leven van de engerd te beëindigen. Normaal gesproken vind ik het zielig om beesten te vermoorden, maar voor dit exemplaar maak ik graag een uitzondering. En dan te bedenken dat ik gisteravond bij het binnenkomen van de shack de muren heb nagevoeld naar lichtknopjes. Stel je voor dat er dan zo’n beestje gezeten had. Nou, ik weet zeker dat ik alle wildlife zou hebben opgeschrikt met een oorverdovende kreet!
Vanaf onze shack is het zeker vier kilometer rijden voordat we van het privéterrein af zijn en de openbare weg bereiken. En langs deze weg zien we diverse wallabies verstopt tussen de struiken. Het is duidelijk een andere soort dan die we tot nu toe gezien hebben. Deze zijn wat groter, donkerbruin van kleur en hebben een vachtje dat nog iets aaibaarder aandoet. Helaas zijn deze ook weer erg schuw, maar het blijft een feest om ze te zien rondhupsen.
In het Freycinet NP maken we eerst een stop bij Honeymoon Bay (tja, dat is toch een must op je honeymoon lijkt me zo). Het is een piepklein strandje en het is bijna onmogelijk om dit op de foto te krijgen. Martin gaat op zoek naar een betere plek en klautert op een rots. Zo lukt het wel. De zon staat echter nog niet hoog genoeg, waardoor het strandje nog niet op z’n mooist is.
We besluiten eerst maar naar de Wineglass Bay Lookout te gaan en daarna nog een keer terug te gaan naar Honeymoon Bay. Wineglass Bay is de populairste wandeling hier in de omgeving, maar is wel een redelijk pittige. Vanaf het begin van de wandeling loopt er een Australisch stel nagenoeg op het zelfde tempo als ons. En overal waar ik een foto maak, maakt de man er ook eentje. Daarnaast is er nog een ouder Australisch stel uit Queensland dat we regelmatig tegenkomen. Bij het laatste stuk aangekomen, staat een bordje dat de echte klim omhoog gaat beginnen. We puffen hier allemaal een beetje uit voordat we verder gaan. Als grapje werp ik me op als reisleidster en vertel ik wat flauwekul over onze zogenaamde tour.
Bij het uitzichtpunt aangekomen, maakt iedereen een foto vanaf het geijkte punt en ga ik op zoek naar een mooier plekje, dat ik ook weet te vinden. En ook nu volgt mijn trouwe volgeling en nog een andere toerist. Hij vraagt me of we uit Duitsland of Oostenrijk komen. De vraag of we uit Duitsland komen hebben we al vaker gehad deze reis. Ik geef hem aan dat dat niet het geval is en dat het voor de meeste Nederlanders niet als compliment ervaren wordt om als Duitser gezien te worden. Hij begrijpt mij volkomen. Hij heeft namelijk familie uit Oostenrijk en als hij hen een beetje wil jennen, dan maakt hij ook de vergelijking met Duitsers. Toch typisch…
Ook op weg naar beneden zijn we weer met dezelfde koppels. We lopen niet als groepje, maar bij uitzichtpunten of rustpunten vinden we elkaar iedere keer weer. Als ik mijn zoveelste foto sta te maken, voel ik dat er iemand achter me staat te wachten. Ik draai me om en ja hoor daar is hij weer. Ik zeg dat het nu toch wel begint op te vallen. Hij lacht en zegt dat het voor hem gemakkelijk is om mij te volgen. Ik weet alle goede fotospots te vinden. Dat is toch wel leuk om te horen!
We rijden weer terug naar Honeymoon Bay en hebben wederom het strand voor ons alleen. Deze keer is het licht perfect en vraag ik Martin om mij te helpen op de veel te steile rots te klauteren. Met zijn hulp lukt het en na de nodige foto’s besluiten we lekker op de rots te blijven zitten en van het uitzicht te genieten. Het is hier goed vertoeven. Na een tijdje besluiten we over de rotsen langs de kust te lopen. Dit is niet de wandelroute die je hier zou moeten lopen, maar een veel mooier alternatief. De oranje kleur van de rotsen steekt mooi af tegen het turquoise water. Dit is echt zo’n plekje waar je uren kunt rondhangen. Vooral als het zonnetje ze lekker schijnt en er niemand anders is. Heerlijk!
Als we uiteindelijk besluiten om toch weer verder te gaan, maken we eerst een stop bij Sleepy Bay. Het uitzicht is hier spectaculair! En op de mooiste fotoplek wil ik me uitleven met de camera. We worden echter belaagd door mozzy’s. En dat zijn niet van die kleine lullige muggen die we thuis kennen. Nee, deze kanjers zijn zeker twee keer zo groot en komen in grote getalen. Ze steken door je kleding heen en ondanks dat ik het al warm heb, trek ik toch mijn fleecevestje aan, dat is de enige stof die te dik voor hen is. We hebben beide aardig wat bulten opgelopen. En als zo’n uit de kluiten gewassen mug je steekt, dan hou je er ook een soortgelijke bult aan over. Maar snel verder met onze wandeling, want ze lijken je vooral te belagen als je stil staat. We lopen verder naar de Little Gravely Beach, waar een heerlijk windje staat en waar we even mugvrij van het uitzicht kunnen genieten.
Dan rijden we verder onze laatste stop van vandaag, Cape Tourville. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht en kun je, als je geluk hebt, dolfijnen en walvissen spotten. Nou, dat geluk hebben we al de hele reis niet, dus waarom zou dat nu anders zijn. Het uitzicht is overigens wel de moeite waard, dus het is toch zeker geen verspilde moeite om hier naar toe te rijden.
Nog even snel boodschappen doen en dan terug naar onze shack. Bij de eerste supermarkt kunnen we niet alles vinden, dus rijden we door naar de tweede. Deze heeft echter een nog kleiner assortiment en, wat nog erger is, nagenoeg alles wat we nodig hebben is over datum of is alleen vandaag nog goed. Dus toch maar weer terug naar het eerste supermarktje en dan maar creatief inkopen doen.
Als we op het perceel naar onze shack rijden, lijkt het wel alsof we op safaritocht zijn. We zien diverse wallabies, een grote hagedis (waarschijnlijk de blue tongue lizard) en een wombat. Ik probeer natuurlijk overal een foto van te maken, maar zodra ze het geluid van de camera horen schrikken de beesten en maken ze zich uit de voeten. Jammer, maar ik heb toch wel een aantal leuke shots kunnen maken. En het is natuurlijk ook een sport om zo dichtbij mogelijk te komen, zonder de dieren af te schrikken!
Weer terug in onze shack genieten we van de prachtige omgeving. We installeren ons in de sunroom (klinkt sjieker dan het is), zetten ramen en deuren open en laten de natuur bij ons binnen komen. Rond de schemering verzamelt een heel scala een beestjes zich voor en rond ons huisje: diverse wallabies, een wombat, enkele green rosella’s, onze favoriete blauwe fluitert (de superb blue wren), een aantal kookaburra’s, twee yellow wattlebirds die de honig uit bloemen voor ons huisje komen snoepen en als het laatste beetje licht verdwijnt zelfs een vleermuisje. Het huisje zelf is niet zo bijzonder, maar het is wel bijzonder goed vertoeven hier!
Na het avondeten besluiten we de rosé champi, die we van de dames eigenaren hebben gekregen ter ere van ons huwelijk, meester te maken en dan is het langzaam tijd om naar bed te gaan.
Coles Bay – Bicheno
We doen vanochtend lekker rustig aan. Helaas is omeletje niet mogelijk want koelkast staat zo koud dat de eieren bevroren zijn. Maar goed, we hebben nog andere ontbijtstuf, dus omkomen van de honger doen we niet.
Nog voor we aan het ontbijt beginnen, zien we alweer een wallabie bij de shack. Deze keer zit het beestje lekker bij onze auto te grazen, maar zo gauw als hij de camera hoort is hij er weer vandoor…
We rijden naar de receptie en nemen afscheid van onze gastvrouwen. De dames blijken uit Engeland te komen. Ze zijn twaalf jaar geleden naar Australië verhuisd en wonen hier ongeveer sinds tien jaar. Het hele landgoed is van hen en op zich is het toch best decadent als je kunt zeggen dat je eigenaar bent van een berg. Natuurlijk kun je met het meeste van de grond niks productiefs doen, maar het heeft toch zeker zijn charme. Ze willen wel nog een aantal vakantieverblijven op een mooi plekje bijbouwen en wellicht ook nog wat variatie in hun activiteiten aanbrengen. Het vakantieseizoen is hier relatief kort en zo kunnen ze voor de andere maanden ook inkomsten genereren.
Als ze horen dat we naar Bicheno gaan, krijgen we nog wat tips van hen. Ook zijn ze zo vriendelijk om de Penguin Tour voor ons te regelen.
Net voordat we het NP in gaan, ga ik weer onderuit. Ik sta bij de autodeur op een klein hellinkje en opeens schuift de grond onder mijn voeten weg. Zit ik daar, vol op de bum gevallen. Maar deze keer weet ik gelukkig de camera in de handen te houden. Het is echt niet normaal hoe gehavend ik deze vakantie door kom: een snoekduik met kapotte handen als resultaat, een bumlanding, overal blauwe plekken van de bumpy boottochten en onder de muggenbulten van de te vriendelijke mozzy’s.
Onze eerste stop van vandaag zijn de Friendly Beaches, die ze wat mij betreft beter Windy Beaches hadden kunnen noemen. Het is hier echter wel prachtig, dus het is wel erg vriendelijk aan de ogen… En het mooiste ervan is… we hebben het strand het grootste gedeelte van de tijd voor ons alleen. Op de lookout komen we nog wat andere toeristen tegen, maar blijkbaar neemt bijna niemand de moeite om hier lekker te komen uitwaaien.
Naast het mooie uitzicht, zien we hier ook verschillende skinks. Tja, niet de reden om naar een strand te gaan, maar ik vind het toch wel grappige beestjes. We gaan op zoek naar zeeleven in de poeltjes langs de kust. In eerste instantie vinden we bijna niks, maar dan ontdekken we een plekje waar we de ene kleine zeester na de andere vinden.
Vervolgens rijden we naar Bicheno. We maken een stop bij de blowhole en wandelen vanaf hier langs de kustlijn (op advies van de dames van de Freycinet Eco Retreat). Hier krijgen we al een voorproefje van de rode rotsen die ons in de Bay of Fires ook te wachten staan.
Na onze wandeling is het tijd om boodschappen te doen en dan gaan we op zoek naar onze overnachtingsplek Beachend Bicheno. Ik begin te twijfelen of we niet opgelicht zijn via internet, maar na lang zoeken weten we het verstopte huisje te vinden. Van buiten ziet het er niet echt geweldig uit en we willen het liefst weg gaan. Helaas hebben we deze al vooraf moeten betalen, dus dat is niet echt een optie. Het telefoonnummer dat ik heb gekregen om de cijfercode voor de sleutel te ontvangen blijkt niet te kloppen, maar gelukkig hangt er nog een briefje met een ander telefoonnummer op de deur. Het vrouwtje weet niks van onze reservering af. De eigenaren zijn op vakantie en blijkbaar is het ergens misgegaan met het doorgeven van de boeking. Gelukkig heb ik de mail met de bevestiging bij me en is dit voldoende. “Gelukkig” is het huisje niet al aan iemand anders verhuurd.
Als we het huisje binnen gaan, zijn we direct weer blij met onze keuze. Het is leuk en ruim ingericht en het uitzicht op Diamond Island is ook niet mis. Eindelijk weer eens internet (en nog van goede kwaliteit ook), dus kan even mail checken en dan de site zover mogelijk updaten.
We krijgen te horen dat we hier ’s avonds de pinguïns kunnen zien (en daar hebben wij dus net AUD 60 voor betaald!). De kinderen van een van de vorige gasten hebben iets aan het huisje gesloopt, waardoor er nu pinguïns onder het huisje nesten. Na het broedseizoen laat ze het weer maken, maar tot die tijd heb je hier dus de dagelijkse pinguïntocht.
Nadat we ons geïnstalleerd hebben lopen we nog even naar het strand. Bij laag water kun je zelfs naar Diamond Island lopen, maar nu krijg je erg natte voeten als je het zou doen. Een beetje vergelijkbaar met het eilandje voor de kust in Tofino (Canada). Als we terug richting ons huisje lopen zien we op een stukje strand dat overgaat in begroeiing inderdaad een heleboel pinguïnpootafdrukken in het zand.
De penguin tour is overigens wel de moeite waard. Je moet in het centrum verzamelen en pendelt vervolgens met een busje naar de Penguin Rookery. Op weg hier naartoe scheurt de chauffeur aardig en ziet bijna een wallabie over het hoofd. Bij de Rookery aangekomen gaan we op drie plaatsen kijken hoe de kleinste pinguïns ter wereld aan land komen. Terwijl we wachten op de pinguïns krijgen we nog wat leuke weetjes te horen.
Het zijn zo’n schattige beestjes en het is zowel vertederend als lachwekkend om te zien hoe ze omhoog klauteren en nieuwsgierig naar ons kijken. Daarnaast is er een behoorlijk exhibitionistisch stel. Recht voor ons ogen gaan ze minutenlang tekeer. En ja, seks kan ook erg lachwekkend zijn. Zeker als je ziet hoe snel het mannetje met ze kleine vleugeltjes flappert gedurende de daad.
Na een uurtje is het avontuur weer voorbij en worden we weer teruggebracht. Ondanks dat de rookery op loopafstand van ons huisje is, konden we de organisatie niet meer bereiken en zijn we heen en weer naar het centrum moeten rijden. Op de terugweg schiet er opeens een possum de weg over en Martin weet ‘m maar net te ontwijken.
Bij ons huisje aangekomen, horen we opeens ook pinguïngeluiden van onder het huis komen. Het bewijs is geleverd, ze zitten er inderdaad!
Bicheno – Douglas Apsley NP – Bay of Fires NP – Binalong Bay
De informatie van onze pinguïnvriend blijkt te kloppen. Rond vijf uur ’s ochtends horen we de pinguïns die blijkbaar ook onder onze slaapkamer wonen snateren, klaar om hun waggeltocht richting zee te beginnen. Als toerist vinden we dit natuurlijk erg schattig, maar ik kan me voorstellen dat als je hier permanent woont, dit niet altijd even prettig is. Maar wellicht ben je er dan ook zo aan gewend dat je het niet eens meer opvalt.
We staan op tijd op, maar op de een of andere manier vertrekken we toch een uur later dan gepland. Achteraf blijkt dat helemaal niet erg te zijn. Het regent namelijk de hele ochtend. We rijden via een redelijk slechte weg naar Douglas Apsley NP. Je hebt hier een paar wandelroutes en we wilden eigenlijk die van de lookout combineren met de wandeling naar de gorge. Nu hebben onze gastvrouwen van de Freycinet Eco Retreat ons gewaarschuwd dat er op de wandeling naar de gorge regelmatig mensen verdwalen. De wandeling op zich is al zo’n drie uur (al zijn de meningen volgens de diverse informatiebronnen hier nogal over verdeeld), maar tijd voor verdwalen hebben we niet. Los van het feit dat we geen zin hebben om na een dag te lopen ergens in een dorp uit te komen en daar mensen te moeten vragen of ze ons terug naar de auto willen brengen. De regen geeft uiteindelijk de doorslag in onze keuze om deze wandeling maar niet te doen. We lopen de route naar de lookout, maar deze blijkt gesloten. Je kunt wel een rondje door het bos lopen, maar het enige dat we spotten is weer een andere wallabiesoort met een kleintje in de buidel. Dit kan toch niet de bedoeling zijn? Omdat er naast ons nog twee andere dames op pad waren die we niet meer zien, gaan we op onderzoek uit. Er blijkt nog ergens een trapje verscholen te zijn waarmee je naar de waterhole kunt lopen. Je ziet hoe mooi helder het water is. Als de zon hierin schijnt, is het volgens mij wel erg super. Doet me denken aan de Gunlom Falls van onze vorige Australië reis.
Net als we foto’s staan te maken komt nog een groepje toeristen en ondanks dat er plek genoeg is om foto’s te maken zit er zo’n dom wicht bij die blijkbaar niks anders kan bedenken dan recht voor me te gaan staan. Als ik haar bedank voor haar uiterst sociale actie, dringt de boodschap nog niet door. Over het algemeen merk je dat mensen hier heel sociaal zijn met foto’s maken en redelijk goed rekening met elkaar houden (nou ja, met uitzondering van Japanse toeristen natuurlijk). Maar ja, je zult altijd van die types houden die denken dat de hele wereld om hen draait en het wellicht ook vreemd vinden dat je geen foto met hen erop in je collectie wilt hebben. Wat natuurlijk ook erg vreemd van ons is…
We rijden door naar Binalong Bay. Omdat we veel te vroeg zijn om in te checken en de regen inmiddels is gestopt, besluiten we naar de Bay of Fires te rijden. We doen diverse leuke uitzichtpuntjes aan en ondanks dat het jammer is dat we dit niet op z’n mooist zien, heeft het ook wel iets om de zee zo ruig tekeer te zien gaan.
Als we willen inchecken bij de Bay of Fire Cottages ontmoeten we onze Marion. Deze dame was al niet blij dat ik onze reservering met één nacht moest inkorten. Zelfs met de uitleg van de reden hiervoor en dat het voor ons ook overmacht is, was er weinig begrip. Uiteindelijk had ik toch via mail weten te regelen dat ik het grootste gedeelte van de tweede nacht vergoed zou krijgen. Ze gaf toen aan dat ze het geld op mijn creditcard zou terugstorten als we kwamen inchecken. Als ik echter nu niets had gevraagd, had ik het geld niet terug gekregen. Ze wil ons afschepen met een bankcheque en als ik aangeef dat ik dat niet wil, wordt ze een beetje pissig. Nu weet ik dat bankcheques in Australië een stuk gebruikelijker zijn dan in Nederland, maar er zijn altijd bepaalde voorwaarden verbonden om deze te kunnen innen. En aangezien je afhankelijk bent van de openingstijden van de bank hier en mogelijk met extra kosten te maken krijg, pas ik ervoor. Onze Marion laat geen kans onbenut om haar ongenoegen te uiten. Ze heeft een heel repertoire tot haar beschikking: zuchten, ruw omgaan met de apparatuur en het pasje verkeer in het apparaat te stoppen waardoor het niet werkt. O ja, en natuurlijk het vermelden dat haar verteld is dat ze geld refunden op een creditcard niet moet doen en dat haar hele administratie nu in de war gaat. Ze hoopt waarschijnlijk dat ik medelijden met haar krijg en alsnog voor de bankcheque kies. Nou, dan kent ze mij toch slecht. De enige reactie die ze van mij krijgt is dat een beetje rebellie en buiten de gebaande paden handelen soms best wel eens verfrissend kan zijn.
Gelukkig hebben we verder niks meer met haar te maken en kunnen we lekker naar ons huisje (Kingfisher). Het is jammer van het weer, want vanuit zowel onze woon- als slaapkamer hebben we uitzicht op het strand. We hebben zelfs een lekker balkonnetje aan de voorzijde.
Als ik de foto’s en het reisverslag bij werk, gaat Martin nog even een lekkere verfrissende wandeling over het strand maken. Dit ligt blijkbaar vol met blauwe kwalletjes. Volgens mij zijn het niet de beruchte blue box jellyfish (die blijkbaar veel lange tentakels hebben en als je hierin verstrikt raakt weet je wat pijn is). De tentakels zijn echter ook enorm lang in verhouding met het kleine kwalletje.
’s Avonds pak ik de tassen al zover mogelijk in voor onze vluchten. Het is een puzzelen geblazen. Met name de vlucht met Air Rarotonga is een uitdaging. We moeten hier tot het maximaal aan bagage bijkopen, maar aangezien je nauwelijks handbagage mag meenemen moeten we hier de twee koffertjes handbagage met bruidskleding ergens zien achter te laten. En daarnaast heeft Air New Zealand ook tot nu toe de indruk gegeven dat de restricties van de handbagage strikt worden opgevolgd. Dit is het ergste stuk wat vluchten betreft, dus laten we hopen dat het goed gaat!
Binalong Bay – Launceston
Als we vanochtend wakker worden zien we warempel een voorzichtig zonnetje tevoorschijn komen. Er hangt nog wel wat nevel boven het water, maar het lijkt erop dat het beter weer wordt dan gisteren. We hebben een lange rit voor de boeg, maar we besluiten na het ontbijt toch nog even terug te rijden naar de Bay of Fires. Bij het eerste punt aangekomen schijnt het zonnetje nog. De zon staat nog te laag om de kleuren van de rotsen en het blauwe water echt mooi te doen oplichten. En bij het tweede punt is de zon alweer achter de wolken verdwenen. Helaas! Als we onze vlucht niet was gewijzigd, dan hadden we hier een dag de tijd gehad en hadden we nog kunnen wachten op de opklaringen die we in de verte zien aankomen. Met dank aan Qantas, Air New Zealand en Air Rarotonga voor deze gemiste kans…
We beginnen aan onze redelijke lange rit naar Launceston, het eindpunt van ons Tasmanië avontuur.
Het eerste wat we doen als we in Launceston aankomen, is onze bestelde kookboeken ophalen. Bij de boekhandel vragen we of zij weten waar we de boeken kunnen versturen. Ze verwijzen ons naar het postkantoor, maar daar aangekomen blijkt dit niet op zaterdag open te zijn. Ernaast ligt echter de VVV, dus besluiten we daar nog maar eens te vragen of er een alternatief is. En ja hoor, er is nog een postkantoor dat wel open is vandaag. Tot hoe laat weten we niet, dus we haasten ons hier naar toe. Blijkt het een winkel te zijn die ook als postkantoor fungeert (net zoals in Nederland eigenlijk). De man achter de balie is erg behulpzaam. Blijkbaar is het erg belangrijk om onder de vijf kilo te blijven, anders wordt het versturen (nog) veel duurder. Een kartonnen doos is derhalve geen optie, maar hij heeft een beschermende folie en gebruik de stevige kartonnen postzak als verpakkingsmateriaal. We moeten ook de waarde van de goederen aangeven, want zo ongeveer AUD 175 is. Net als ik dat heb opgeschreven zegt hij dat we de waarde niet te hoog moeten opgeven omdat je anders nogmaals belasting erover moet betalen (ook al heb je al BTW betaald bij het kopen van de goederen). Dit onder de noemer “dubbel genaaid houdt beter”. De man vindt het zelf ook onzin, dus we proberen de “1” te wijzigen naar een “$”. We kiezen voor de voordeligste verzendoptie (wat betekent dat het wel een paar maanden kan duren voordat je het pakket krijgt) en moeten nog een bedrag van bijna AUD 75 betalen om het pakketje te verzenden. Belachelijk duur, maar als we extra moeten betalen voor de bagage op alle vluchten zijn we nog veel meer kwijt. Nu maar hopen dat we niet al te lang op het pakketje moeten wachten en dat het ongeschonden aan komt.
Voordat we naar onze B&B (Kurrajong House) gaan, besluiten we nog even een bezoekje te brengen aan de Cataract Gorge Reserve. Dit blijkt echter een redelijk toeristische attractie te zijn. En in plaats van de rivier zijn natuurlijk verloop te laten gaan, hebben we overal een soort kleine plateautjes ingebouwd (van beton) wat erg jammer is. Het leukste hier vind ik persoonlijk de vele skinks. Ze komen in verschillende patroontjes en maten, maar zijn erg schrikachtig. We hebben het hier eigenlijk vrij snel gezien en rijden naar de Kurrajong House.
Het pand ziet er van buiten mooi uit en alles is goed verzorgd. Andre en Linda heten ons welkom en hebben ons een gratis upgrade gegeven naar de Adelaide kamer, die zij als hun honeymoonsuite zien. Het is een typisch Engelse kamer, maar wel met een heerlijk kingsize bed en een klein zitje in de erker. Niks mis mee!
We hebben hier gratis wifi, maar deze werkt niet in onze kamer. Ik ga dus in de lobby zitten (die overigens erg sfeervol is ingericht) en probeer online in te checken. Ondanks dat er vermeld staat dat je 24 uur van tevoren kunt inchecken en dat voor deze vlucht nu mogelijk is, licht de optie niet op. Na diverse pogingen stop ik ermee. Linda komt even kijken of het lukt en als we een babbeltje maken, komt ook ons huwelijk te sprake. Zij weet dat we op honeymoon zijn, maar wist niet dat we in Tasmanië getrouwd zijn. Als ze dat hoort, wil ze graag foto’s zien. Trots als een pauw show ik haar een selectie en ze is bijna net zo enthousiast als ik.
Ze geeft ons wat tips over wat te doen in Launceston en wil graag weten waar we bij aankomst hebben overnacht. Bij hun grootste concurrent dus. Ze heeft toen ze de B&B kocht vergelijkend warenonderzoek gedaan en bij diverse concurrerende B&B’s overnacht. Bij de Trevallyn House is ze echter nog niet geweest, maar ze weet dat zij nummer 1 op TripAdvisor zijn en zij nummer 2. We geven haar wat info over ons verblijf daar. De grote pluspunten van de Trevallyn House is de mooie ligging, het feit dat je een eigen huisje hebt en het goede ontbijt. Hier is zijn de pluspunten de attente gastheer- en vrouw, de hygiëne, het wat luxere onderkomen en het betere onderhoud. En je ligt een stukje centraler. Het is dus maar net wat je zoekt, want ze zijn beide goed, maar op een andere manier.
Vanavond krijg ik mijn tweede huwelijksetentje van Martin. En dat bij het beste restaurant van Australië (volgens Linda), Stillwater. Volgens mij is dat niet helemaal waar, maar het is zeker wel een van de toprestaurants van Tasmanië. Ik ben wel blij dat ik een leuke jurk en andere schoenen bij me heb, want in een outdooroutfit voel je je hier wel iets minder op je gemak. Helemaal gepimpt gaan we naar het restaurant en genieten van een heerlijk avondje.
Ondanks dat we de vorige keer het tastingmenu erg veel vonden, staan er veel lokale specialiteiten op die we graag willen proberen. Dus we wagen het er toch nog maar een keer op. En we worden niet teleurgesteld. Het eten is hier erg goed en de porties zijn wat meer aangepast op de hoeveelheid gangen. Eigenlijk is alles behalve het laatste toetje erg geslaagd.
Martin geeft in eerste instantie gekeken had om in een van de restaurants van de koks van Masterchef te gaan eten. Maar die van Australië hebben geen restaurant in Tasmanië en die van Nieuw Zeeland heeft wel een restaurant in Auckland, waar je aan de chef’s table kunt eten. Je weet echter niet of de chef degene van het programma is of een andere chef die op dat moment dienst heeft. We blijven op de weg terug wel een nachtje in Auckland, maar qua tijd valt dit niet echt met een gepland etentje te combineren. Jammer, want als echte Masterchef fans vind ik het wel een erg leuk en origineel idee. Stillwater is echter ook een erg gezellig en goed alternatief.
Launceston – Melbourne – Auckland (vlucht)
Vandaag is echt zo’n typische reisdag. Vooral hangen op het vliegveld en in het vliegtuig. Dus we blijven zo lang als het kan in bed liggen. En natuurlijk zing ik een liedje voor Martin als hij wakker wordt. Als hij uit de douche komt heb ik een paar ballonnen opgeblazen en ligt er een cadeautje voor hem klaar. Een boek van Bear Grylls, zodat hij wat te lezen heeft op de Cooks. Aangezien hij dit jaar zijn verjaardag twee keer viert (door het passeren van de datumgrens), krijgt hij nu zijn eerste cadeau en bewaar ik nog eentje voor de volgende keer.
Terwijl we de resten van onze ontbijtvoorraad op de kamer opeten, klopt onze gastvrouw op de deur. Of we nog een ontbijtje willen? We bedanken voor het zware Engelse ontbijt. Even later voel ik me wel verplicht om haar uit te leggen zodat ze zich niet beledigd voelt. Ze is zo gastvrij en ik wil niet dat ze denkt dat het aan haar ligt.
Voordat we vertrekken proberen we nog een keer online in the checken en deze keer lukt het wel. En er is zelfs een e-card voor Martin van zijn ouders. Terwijl ik dit in de lobby doe (op de kamer hebben we geen wifi), raak ik aan de praat met een ander stel dat hier verblijft. Ze blijken uit Singapore te komen en als ik zeg dat we daar een stop-over doen, word ik met tips overladen over wat te doen. Het meeste stemt overeen met wat we zelf al bedacht hadden, maar ze weten ons nog te attenderen op leuke eettentjes en de lichtshow die in het park is.
Dan maken we nog even een praatje met onze gastheer en –vrouw. Ze blijken oorspronkelijk uit Schotland te komen en hebben tot voor kort in Queensland gewoond. Sinds eind vorig jaar zijn ze de eigenaar van deze B&B. In principe zijn ze gepensioneerd, maar zij wilde iets om handen hebben en een iets ruimer budget hebben om van te leven. Nu hebben ze toch hulp ingeschakeld, want het is best veel werk. Soms blokkeren ze zelfs een kamer voor boekingen omdat ze niet alles vol willen hebben zitten.
We besluiten maar naar het vliegveld te rijden. Ik had eigenlijk nog wel naar het parkje in de buurt van de B&B willen gaan waar Japanse makaken rondlopen, maar omdat het een beetje miezert gaan we rechtstreeks naar het vliegveld. Onderweg natuurlijk nog even tanken en dan is het even zoeken waar we de auto moeten afleveren. Martin is een beetje aan het prutsen en hierdoor ook een beetje een gevaar op de weg. Dat moet de man van airport security ook hebben gedacht. Hij houdt ons staande en vraagt waar we naar op zoek zijn. Vervolgens moeten we achter hem aan rijden en leidt hij ons naar de parkeerplaats. Wel erg vriendelijk van hem!
Zoals we inmiddels al weten stelt het vliegveld in Launceston niet heel erg veel voor, maar toch is het er redelijk druk. Bij de balie van Europcar ontbreekt het personeel, dus droppen we de sleutel in de key-hole. Als we de balans opmaken, zien we dat we zo’n 2.180 km hebben gereden op Tasmanië.
We willen onze grote bagage alvast lozen, maar Qantas heeft als enige hier geen doe-het-zelf variant, dus moeten we wachten tot de balie open gaat.
Bij het inchecken van de bagage is het best spannend. Volgens ons eigen weegmetertje voldoet de bagage net aan de maxima, maar het is de vraag hoe accuraat dit ding is. Gelukkig blijkt het aardig te kloppen!
Onze vlucht van Launceston naar Melbourne met Qantas vertrekt redelijk op tijd. Je kunt deze vlucht ook met andere maatschappijen als Jetstar en Virgin maken, maar ik ben blij dat we dat niet gedaan hebben. Zij hebben blijkbaar erg veel moeite met het werken volgens vluchtschema’s en weten met gemak op een vlucht van zo’n 50 minuten maar liefst 2 uur vertraging op te lopen. Op zich best een prestatie…
Onze vlucht (QF 2284) vertrekt op tijd en we hebben dan ook ruim voldoende tijd om in Melbourne de overstap met alle papierwerk te regelen. Tja, in veel landen moet je allemaal papiertjes invullen over je bagage en je persoonlijke gegevens en dat geldt tijdens deze reis volgens mij voor alle bestemmingen. Ook al heb je in principe alleen min of meer een transfer.
Helaas vertrekt onze aansluitende Qantas vlucht van Melbourne naar Auckland (QF 155) met ruim 1 uur vertraging. En dat is extra vervelend, want we hebben in Auckland een overnachting geboekt. We wilden toch een paar uurtjes echt in een bed kunnen slapen, in plaats van midden in de nacht op een vliegveld te moeten hangen. Wetende dat we in eerste instantie al niet veel uurtjes slaap konden krijgen, heeft 1 uur minder slapen meteen flinke impact.
Tijdens de vlucht hebben we de complete Chinese vrouwenbond achter ons zitten. Het is verschrikkelijk, wat een kippenhok. En als de steward kussen en dekens komt uitdelen, kunnen de dames niet op hun beurt wachten en steken ze allemaal hun graaiende armen naar voren. We hebben al wel vaker gemerkt dat ze heel andere fatsoensnormen hebben dan wij gewend zijn.
De steward merkt trouwens op dat Martin jarig is vandaag en biedt hem champagne uit de eerste klas aan. Aangezien Martin eigenlijk helemaal geen alcohol drinkt en we al heel wat champi hebben gekregen deze vakantie, bedankt hij vriendelijk. Hij denkt in eerste instantie dat ik de steward heb ingefluisterd dat hij jarig is, maar dat is niet het geval. Dat was gewoon een heel attent gebaar van de steward zelf!
Auckland –Rarotonga (vlucht)
Net voor twee uur ’s nachts komen we in ons hotel in Auckland aan. Bij het inchecken blijkt dat Novotel zo vriendelijk is om ons bubbels voor onze honeymoon aan te bieden. Een sympathiek gebaar, maar we bedanken voor de eer. We moeten om vijf uur alweer opstaan. En met wat alcohol op vallen we misschien wel nog sneller in slaap, het opstaan zal er echter niet makkelijker op worden!
Snel een paar foto’s van de kamer maken en dan het bed in. Voor de zekerheid laat ik ook de wake-up call van het hotel instellen, want de volgende vlucht mogen we niet missen.
Pfff en wat is het vroeg als de wekker gaat. Aangezien ik deze reis al een paar keer midden in de nacht ben gebeld door mensen uit Nederland die niet weten dat we op vakantie zijn, denk ik in eerste instantie dat dit nu ook weer het geval is. Maar helaas… het is de wekker en ik moet me toch echt uit bed sleuren. Ook een verfrissende douche helpt niet zo heel veel als je maar een paar uurtjes hebt kunnen slapen.
Ik heb geprobeerd om voor de volgende twee vluchten online in te checken, maar krijg telkens de melding dat voor onze boeking geen online inchecken mogelijk is. Daarom willen we op tijd op het vliegveld zijn. Zeker aangezien de vlucht met Air Rarotonga beperkingen m.b.t. de bagage kent.
Op het vliegveld kunnen we in eerst instantie ook niet inchecken. Zelfs de grondsteward van Air New Zealand krijgt het niet direct voor elkaar. Uiteindelijk lukt het hem wel om ons voor de vlucht van Auckland naar Rarotonga (NZ 46) in te checken en de bagage kan hij tot onze eindbestemming Aitutaki doorlabellen. Maar het lukt hem niet om ons in te checken voor de tweede vlucht. Dat betekent dus dat we met maar één uurtje overstaptijd moeten kijken hoe we dat geregeld krijgen.
Ondanks dat we deze vluchtcombinatie met Air New Zealand hebben geboekt, is er blijkbaar niemand die hier verstand van heeft. Vreemd!
En ook de bagageregels bij Air New Zealand worden een stuk strenger nageleefd dan bij andere maatschappijen. De weegschalen staan fout afgesteld, want iedere grote koffer weegt opeens bijna een halve kilo meer dan met ons eigen metertje en dan de weegschalen van Qantas. Gelukkig betekent dat niet dat we moeten bijbetalen. Ook de handbagage wordt hier gewogen, zowel bij het inleveren van de grote bagage als bij het hele boardingritueel. Aangezien we (helaas) nog een vlucht met Air New Zealand hebben als we van de Cooks afkomen, is dat wel iets om rekening mee te houden!
Overigens is Rarotonga de standaardbestemming hier om te trouwen. Bij het wachten op de vlucht van Auckland naar Rarotonga, zien we zeker vijf bruidsjurken meegesleept worden. Nou, dan heb je toch ook niet echt het gevoel dat je speciaal bent met zo’n dertien in dozijn huwelijk. We mogen dan niet het idyllische bountystrand als locatie hebben gehad, maar het was zeker speciaal en niet zo standaard.
O, en voor degene die op zoek is naar een echte oerman. Hier zijn ze te vinden! In het vliegtuig zitten diverse exemplaren. Grote, stoere, brede kerels (van die echte mannelijke mannen) met dik zwart lang haar en typische Maori gelaatstrekken. Niet per definitieve knappe mannen, maar ze stralen wel een bepaalde kracht uit. Het exemplaar naast me (nee, ik bedoel niet Martin, maar de man aan de andere kant van het gangpad) vult op zijn toegangsformulier in dat hij de laatste 12 maanden wel een criminele veroordeling op z’n conto heeft, maar ja, als echte rebel hoort dat er natuurlijk wel bij.
Rarotonga – Aitutaki (vlucht)
Tja, en dat is dan het gekke van het passeren van de datumgrens. Je vertrekt op 27 oktober en opeens midden tijdens de vlucht is het dan 26 oktober en is Martin voor de tweede keer jarig. Deze keer geen attente steward of stewardess, maar natuurlijk wel een felicitatiekus van mij.
Bij aankomst in Rarotonga gaat het er allemaal erg laid back aan toe. Natuurlijk moeten we weer allemaal met een formuliertje door de douane. Ik vraag aan een vrouwtje of ze ons kan helpen omdat we een aansluitende vlucht moeten halen. En we mogen langs de rest in een rij voor locals en zijn zo aan de beurt. Geen spannende dingen, maar natuurlijk wel weer een stempel in het paspoort erbij. En dan blijken we onze bagage toch hier eerst te moeten oppikken en deze weer opnieuw te moeten inchecken bij de domestic terminal (oftewel, de hut hiernaast). Doorlabellen heeft dus totaal geen nut, maar gelukkig blijkt een uur ruim voldoende om alles te regelen. Overal behulpzame mensen die je de juiste weg wijzen.
Bij de incheckbalie aangekomen, worden de koffers nog op een ouderwetse weegschaal gezet. Onze handbagagekoffertjes moeten ook ingecheckt worden, want ons vliegtuig heeft geen bagagerek. Het totale gewicht van onze bagage wordt bij elkaar opgeteld en op onze instapkaarten genoteerd. Totaal 60 kg. En normaal gesproken mag je (na een internationale vlucht) 20 kg per persoon meenemen. Voor de rest moet je NZD 3 per kilo bijbetalen. Maar we krijgen geen extra rekening, dus het zal wel goed zijn.
Voor onze vlucht (NZ 4030) krijgen we stoelnummer 4A en 4G. Mijn eerste gedachte is dat we dan niet naast elkaar zitten. Mijn tweede gedachte is dat het vliegtuigje wellicht zo klein is dat het beide raamplaatsen zijn met een gangetje er tussen. En dat blijkt te kloppen. Ons mega vliegtuig blijkt plaats te hebben voor maximaal 15 passagiers. Iedereen heeft een eigen raampje en je kunt zo in de cockpit krijgen. Gezeur over niet mogen meenemen van messen, andere scherpe voorwaarden of vloeistoffen heb je hier niet. Zo lang als het onder de stoel van je voorganger past, is er niks aan de hand.
Na een klein uurtje vliegen komen we aan op Aitutaki. Vanuit het vliegtuig hebben we een prachtig uitzicht op het eiland en de lagune. Foto’s van het paradijs op aarde moeten wel hier zijn genomen. Het ziet er zo ontzettend mooi uit. Zelfs vanuit het vliegtuig kun je het koraal zien.
Bij de aankomsthal (of beter gezegd bij het pleintje op het vliegveld) staat een heel ontvangstcomité. Alle 11 passagiers worden opgehaald. Ik herken onze gastheer Tim van de website en we krijgen een mooie, geurige bloemenkrans als welkomstcadeau. We zijn de enige die hij komt oppikken, dus ruimte genoeg voor onze bagage.
Het is maar een paar minuten rijden voordat we bij Etu Moana, ons verblijf voor de komende dagen, aankomen. Lucille staat ons al op te wachten met een tropisch kokosnootdrankje. Zij hebben samen een managementcontract van twee jaar voor dit verblijf en willen hierna waarschijnlijk een verblijf op Rarotonga gaan runnen. Voor een honeymoonbestemming is het natuurlijk perfect en het lijkt natuurlijk geweldig om hier permanent te mogen verblijven. Maar Aitutaki is een vrij klein en rustig eiland, dus ik kan me voorstellen dat je het hier na een paar jaar wel gezien hebt.
Op zondag is hier zo ongeveer alles dicht op het eiland, ook de receptie van ons verblijf. Lucille legt ons voor nu het hoognodige uit en de rest regelen we morgen wel. Overigens had Tim nog de suggestie (nadat hij hoorde dat we met bruidskleding reizen) om een fotograaf te regelen om ook hier nog een reportage te doen. Nu hadden we dat zelf ook al in gedachten, maar dan met eigen statief. Maar omdat ik de fotograaf van ons tweeën ben en dan iedere keer heen en weer zou moeten rennen in mijn jurk, zou dat niet heel handig zijn. Op zich een idee om eens te vragen naar de mogelijkheden.
In ons huisje (villa 2) staat de verjaardagstaart die ik Lucille gevraagd heb te regelen al op Martin te wachten en van onze gastheer en –vrouw staat er nog een fles champagne bij. Martin’s eerste reactie is niet zo erg enthousiast en dat is niet zo leuk gezien de moeite die het mij (en Lucille) heeft gekost om dit te regelen. Aangezien op zondag alles dicht is, heeft ze aardig wat in werking moeten zetten om iemand ergens zo ver te krijgen om toch een taart te maken. En nog een erg lekkere taart ook!
We besluiten op ons voordek een lekker stukje te pakken en dan krijgt Martin zijn laatste cadeau, een kitesurfles op een van de eilanden. En dan wordt zijn enthousiasme opeens een stuk groter.
We hebben vanavond maar liefst de keuze uit 2! restaurants waar we kunnen gaan eten (de rest is dicht). Dus wordt het de BBQ twee hotels verder. We kunnen er over het strand naar toe lopen.
Tijdens het eten is er live entertainment. Een oudere local die met zijn keyboard, waarin hij een aantal deuntjes heeft geprogrammeerd, vooral liedjes uit de oude doos zingt. En het ergste is… ik ken ze nog bijna allemaal ook. En wie denkt dat Elvis dood is… nee hoor, zijn reïncarnatie brengt een selectie van het repertoire ten gehore. Als ik hem vraag om het liedje Bossa Nova te zingen, geeft hij aan dat hij dat niet kan. Hij heeft zijn keyboard niet genoeg onder controle en het liedje gaat te snel voor wat hij kan.
Als we tijdens het eten de zaal rond kijken, zien we eigenlijk twee type toeristen. De eerste categorie zijn de oudere mensen die waarschijnlijk aan het rentenieren zijn en waarvan het merendeel hoog scoort met hun BMI-index. En de tweede categorie is de jongere garde van nagenoeg allemaal honeymooners.
Als we aan ons tafeltje zitten, hoor ik opeens iets vallen. Ik kijk rond om te zien wat het was en wat blijkt… ze hebben hier vallende gecko’s. Er is er eentje op een paar centimeter van mijn bord beland. In eerste instantie denk ik dat het een gecko is die zijn grip is kwijt geraakt. Maar als we later bij ons op de badkamer ook zo’n zelfde ervaring hebben, lijkt het toch een meer gebruikelijke actie te zijn.
Ik werk nog even mijn reisverslag bij, maar terwijl ik dat doe vallen mijn ogen bijna dicht. We zijn natuurlijk ook al bijna twee dagen wakker (met uitzondering van het hazenslaapje van drie uur).
Aitutaki
We hebben vanochtend lekker uitgeslapen en nuttigen daarna ons ontbijtje bij het zwembad. Het ziet er allemaal erg idyllisch uit hier. Heerlijk! En het zonnetje is al aardig actief.
Het hotel heeft een aantal mountainbikes die je kunt lenen, dus we besluiten er beide eentje te nemen en naar het mooiste strand van Aitutaki te fietsen. Inmiddels is de lucht wat dreigender geworden en miezert het zelfs een beetje. Niet dat dat erg is, want met deze temperaturen is dit een lekkere afwisseling en ben je als de regen stopt ook weer snel droog. De mountainbike is gelukkig een stuk beter dan het exemplaar op Maria Island. Deze heeft zelf een behoorlijk goede vering. Niet dat ik fietsen hierdoor leuk ga vinden, maar het is in elk geval een stuk prettiger.
De meeste stranden hier zijn bezaaid met koraal, maar Ootu Beach is het enige zandstrand. Het is even zoeken voordat we de juiste plek hebben gevonden, maar het is er prima vertoeven. Het water is hier erg ondiep, dus onze snorkelspullen hebben we voor niks meegenomen. Je kunt hier zelfs tot meters uit de kust gewoon tot kniehoogte door het water lopen. En natuurlijk heeft het de mooie blauwe kleur die bij de tropen hoort.
We hadden nog een zeiltochtje willen boeken voor vanmiddag, maar de kapitein is nergens te vinden. Het is een nationale feestdag, dus daar zal het wel aan liggen. Of eigenlijk was het gisteren een nationale feestdag, namelijk gospeldag. Maar aangezien zondag een rustdag is, vermoed ik dat ze de feestdag verschoven hebben. Ze zijn hier erg gelovig, want er wordt voor elke maaltijd gebeden. En toeristen worden geacht hieraan mee te doen, waar we natuurlijk respect voor hebben. Ook zien we diverse protestborden dat ze op zondag geen vluchten willen. Later zullen we horen dat het vooral de oudere generatie is die zich hier hard voor maakt. De jongere generatie snapt dat toeristen geld in het laatje brengen en is iets flexibeler in hun standpunt.
Weer terug bij ons hutje aangekomen, zien we hoe zwaar verbrand we zijn. We hebben pas met onze factor 50 gesmeerd toen we op het strandje waren aangekomen, dus het moet zijn van het half uurtje fietsen naar het strandje toe. Ongelofelijk, want dat was toen er een buitje voorbij trok en Martin is zelfs door zijn shirt heen verbrand. Om over mijn blote schouders maar te zwijgen. Hier ga ik nog dagen napret van ervaren…
Inmiddels heeft de receptionist ook navraag gedaan omtrent de fotoreportage. De beste fotograaf van het eiland is niet bereikbaar, maar een vriendin van haar is weddingplanner en wordt regelmatig ingehuurd voor trouwreportages. Voor NZD 500 kunnen we haar inhuren, maar ze is alleen donderdag beschikbaar. We hebben van tevoren afgesproken wat het maximum is tot hoe ver we willen gaan en laat dat nou net hetzelfde bedrag zijn. Zij regelt echter geen haar en make-up, dus dat moet ik zelf doen. Op zich geen probleem, want ik heb niet voor niks de workshops gevolgd en flink geoefend voor vertrek. Willen we naar One Foot Island (dé plek om te trouwen als je op Aitutaki verblijft), dan komt het vervoer hier naartoe nog bij en daar hebben we geen zin in. Bovendien is donderdag de avond van de meest spectaculaire show van het eiland en dat willen we natuurlijk niet missen. Daarom besluiten we het wel te doen, maar dan met foto’s bij Etu Moana, op de het strand en in de tuin. Ook geen verkeerde optie.
’s Avonds besluiten we een hapje te gaan eten bij Puffy’s. Volgens de Lonely Planet staat hij bekend om zijn goede fish en chips. Ik zou de review vooral willen herschrijven naar de langste wachttijd. Niet dat de fish en chips niet lekker zijn, maar meer dan een uur wachten op zo’n simpele en snel te bereiden maaltijd is toch zwaar overdreven. Als wij aankomen zitten diverse mensen te wachten en na een half uurtje krijgt iedereen (behalve wij) hun eten. En dan is het nog een poos wachten voordat ze er achter komen dat ze ons vergeten zijn. Tja, en dan duurt het wederom aan half uur voordat het klaar is. Overbodig te zeggen, dat we op dat moment nog de enige klanten zijn.
Na het eten lopen we weer terug naar onze hut. Nu waarschuwen ze hier dat je moet oppassen voor vallende kokosnoten. Een waarschuwing die je maar beter serieus kunt nemen. We horen een aantal exemplaren vallen en aan de plof te horen wil je dit nootje niet op je schedel voelen landen!
Bij onze hut zitten er diverse gecko’s buiten op de muur. Deze keer hebben we ook in huis een groter exemplaar dat on the move is. Laat ze maar lekker hun werk doen, dan krijgen wij er misschien geen extra muggenbulten bij vannacht.
Aitutaki
We hebben voor vandaag een scooter geregeld. Om tien uur stopt het mannetje van Popoara Rentals voor de deur om ons op te pikken. Nou ja, mannetje… laat dat “tje” maar weg. Het is een enorm stevige kerel, die als hij in de auto gaat zitten, de vering aardig op de proef stelt. Hij is niet bijster spraakzaam, maar lijkt wel aardig.
Bij het huren van de scooters wordt gevraagd of we al vaker scooter hebben gereden. Tja, en dan moet je dus niet eerlijk antwoorden. Stom, stom, stom. De les van Tim dat dit het positieve eiland is en je alle vragen met “ja” moet beantwoorden komt te laat. Zelfs als de regen met bakken uit de hemel komt en iemand vraagt of het mooi weer is, antwoord je met ja. Regen is tenslotte vloeibare zonneschijn.
Daar waar het vrouwtje van het verhuur moeilijk doet over onze ervaring, wordt de stevige chauffeur weer ingeschakeld om ons te leren scooter rijden. We krijgen eerst wat tekst en uitleg over het starten en dan moeten we een testje afleggen. Hij is nu een stuk spraakzamer en heeft een vriendelijk zachte stem die je niet direct bij zijn uiterlijk zou verwachten. Hij vindt onze rijkwaliteiten goed genoeg, dus we mogen de scooters huren. In eerste instantie hadden we een 2-persoons willen huren, maar besluiten voor het gemak toch maar voor twee 1-persoons te kiezen. In tegenstelling tot de info die je op websites en in reisboekjes leest hoef je geen apart rijbewijs te halen/kopen, maar kun je gewoon met je Nederlandse rijbewijs vooruit. Of dat overal voor de Cooks geldt weet ik niet, maar hier in elk geval wel.
Het rijden is even wennen, zeker als we naar het uitzichtpunt (Piraki Lookout) willen en we via een erg avontuurlijk pad naar boven willen (en eindigen op het privéterrein van locals omdat de weg dood loopt). De eigenaar is zo vriendelijk om ons de juiste route te wijzen. Het lijkt zo makkelijk hier, aangezien er eigenlijk maar één hoofdweg rond het eiland loopt. Maar de zijwegen zorgen voor verwarring. Omdat deze meestal onverhard zijn, is het niet duidelijk of het de lange oprit naar een verder gelegen huisje is of de openbare weg.
Uiteindelijk weten de lookout toch te vinden. Het is wel een erg avontuurlijke rit, meer iets voor 4WD, maar het lukt. Berg af is een nog grotere uitdaging want je moet continue vol in de remmen en niet per ongeluk aan het gas draaien als je in de rem knijpt. Hiervoor weten we echter al snel een goede techniek te ontwikkelen. Gewoon scooter uit zetten als je steil bergaf gaat. Works like a charm!
Vanuit de lookout hebben we mooi uitzicht over de lagune. De vele prachtige kleuren blauw lichten op onder het felle zonlicht. We crossen het eiland rond, doen nog wat boodschappen en gaan op zoek naar souvenirs. Die zijn nog lastig te vinden. Uiteindelijk is het enige wat we weten te scoren is leuk armbandje met een zwarte parel bij T&S ArtworX. Het is niet te geloven, maar mijn pols is te smal voor volwassen maten, dus ik krijg een kindermaatje. Tja, dat zal bij kledingmaten nooit gebeuren… Normaal hebben de kindermaatjes wel kleinere parels, maar ze maakt er eentje voor mij naar wens met in het midden een grotere parel en daarnaast aan iedere kant een kleintje.
We gaan ook nog op zoek naar een mooi houtsnijwerkje, maar vinden niets wat ons aanstaat (er is sowieso maar één adresje hiervoor). Wat we wel vinden is een mooie doorgang, waarbij de bomen in een soort tunnelvorm over de weg is gegroeid en diverse lianen de versiering van de brug vormen. Hier zien we ook onze eerste tropicbird, die hier een nestje heeft.
We vinden het wel mooi geweest voor vandaag en gaan terug naar de hut. Op ons terras eten we weer een stukje van Martins lekkere verjaardagstaart en hebben de tijd om lekker in onze boeken te lezen.
Dan krijgen we een telefoontje van de receptie over de fotograaf en weersverwachting voor donderdag. Het wordt een “crapy day”, wat betekent dat hij vol is met liquid sunshine. Tja, en die trouwfoto’s hebben we al…
We overleggen even met haar en spreken af dat de Tiana, de fotograaf, woensdagavond even langs komt om de mogelijkheden te bespreken.
Voordat we de scooters terugbrengen, moeten we ze nog vol tanken. Die van Martin was echter al meer dan half leeg toen we begonnen, dus op aanraden van receptie tanken we in deze net zo veel als in die van mij (wij hebben tenslotte samen dezelfde route afgelegd, dus het verbruik zou hetzelfde moeten zijn). En we moeten even pinnen, want daar waar we in Tasmanië alles met creditcard konden betalen, is hier alles cash (behalve de hotels natuurlijk).
Bij de pinautomaat staat een ander stel dat bij Etu Moana logeert. De automaat hangt in storing. Pasje is erin gestopt en het bedrag van de opname staat op het beeld en verder doet hij niks meer. Ze willen de automaat niet verlaten, aangezien ze hun pincode al hebben ingegeven. Natuurlijk staat er geen telefoonnummer op de automaat wat ze kunnen bellen bij calamiteiten, dus ik bied aan bij het naastgelegen tankstation te vragen of ze hen verder kunnen helpen. Maar helaas. Het beste advies wat de jongen geeft, is hetgeen dat ik ze zelf ook al had gegeven. Wacht tot het kantoortje morgen open is en ga je bankpas terug vragen. Ik zou het pasje wel in de tussentijd laten blokkeren, maar weet natuurlijk niet waar zij vandaan komen en of je daar een tijdelijk geblokkeerd pasje weer makkelijk kunt laten deblokkeren.
Bij het terugbrengen van de scooters wordt het benzinepeil gecheckt. Als ik uitleg waarom we zo gehandeld hebben als we gedaan hebben, komt er geen verdere reactie op mijn verhaal. We krijgen echter onze borg terug, dus het zal wel goed zijn.
We willen eigenlijk bij het beste restaurant van het eiland gaan eten, maar ze werken met een pick-up service omdat het alleen met auto of scooter te doen is. Op zich is het niet erg om op een vastgezet tijdstip klaar te moeten staan, maar het rondje na het eten wordt ook pas gedaan als iedereen klaar is met tafelen. En daar hebben we niet zo veel zin in. We besluiten om weer bij Tamanu te gaan eten, maar deze keer eten we à la carte en dat valt zeker niet tegen.
Als we terug lopen over het strand, hebben we minder last van muggen dan de vorige keer. En dat geeft ons meteen de gelegenheid om wat beter rond te kijken. Rond deze tijd zijn er namelijk diverse soorten krabjes (met en zonder schelpen huisjes op hun rug) actief en het lukt ons zelfs om er een paar op foto vastte leggen.
Ook onze gecko’s zijn weer uitermate actief. Zo even snel geteld hebben we maar liefst 15 gecko’s op de buitenmuur. Voordat we het bed in duiken doen we nog even een verfrissende douche. Als ik onder de douche wil stappen schiet onze kleine zwarte huisgecko om de bocht. De vraag is wie er het ergst is geschrokken, de gecko of ik?
Aitutaki
Vanochtend worden we al op tijd opgehaald door onze kapitein Andrew van Kia Orana Cruise. We zijn de enigen die de cruise geboekt hebben, dus we hebben de boot voor ons alleen. Volgens mij zijn een aantal andere cruises populairder omdat ze luxer zijn en omdat de boot een wc aan boord heeft. Onze kapitein, die zichzelf ook wel Captain Fantastic noemt, heeft echter een snelle speedboot en dat is meer onze stijl. Zonnedakje heeft hij wel (en dat is ook wel handig met de krachtige zon hier) en voor de rest heb je niet zo veel luxe nodig. En zeker niet als dat betekent dat je lekker met z’n tweeën bent. Dan kun je ook nog een op maat gemaakte tocht krijgen.
Onze eerste stop is bij het eiland Moturakau. En bij ieder eiland hoort hier een verhaal. Vroeger werden de mensen hier als ze iets misdaan hadden vervolgd en vermoord en mogelijk zelfs opgegeten. Bij het eerste eiland hoort het verhaal van een vader en zijn dochter die wilden ontsnappen aan een dergelijk lot. Vanuit Aitutaki zijn ze gevlucht naar het eiland Moturakau en een grot ingevlucht. Al snel werden ze achtervolgd en de grot uitgerookt. De vader werd vermoord, maar het meisje heeft het om een onbekende reden overleefd.
De tweede stop is bij Tapuaetai, ofwel One Foot Island. Hier geldt een soortgelijk verhaal, maar dan met een vader en zoon. Om de achtervolgers te misleiden, liet de vader de zoon voorop lopen en liep precies in zijn voetstappen, zodat men dacht dat er slechts één persoon ontsnapt was. De vader werd gevonden en vermoord en de zoon wist te overleven. Dit eiland is erg populair voor huwelijken en als wij aankomen, wordt het eerste huwelijk van de dag hier al voltrokken. Blijkbaar stikt het normaal gesproken van de toeristen hier op het eiland, dus als je een beetje privacy wil moet je erg vroeg zijn. Buiten de bruidsgasten en ons is er nu niemand, maar als we onze kapitein moeten geloven lopen hier straks zeker 100 mensen op het eiland. Hij is de drukte liever voor en wij ook. Dat is dan weer het voordeel van een speedboot! We kunnen gewoon vrij op het eiland rondlopen, maar houden natuurlijk wel rekening met het bruidspaar, want niemand zit te wachten op een stel vreemde toeristen op de achtergrond van je trouwfoto’s.
Er staat een bloemenboog op het strand waaronder de ceremonie wordt gehouden. De ceremonie is echter erg kort, een paar minuten meer is het niet. Daarna mogen ze op een andere plek nog de handtekeningen zetten en wordt er een hoelaliedje gespeeld en dan lijkt de ceremonie alweer voorbij. Nee, als ik dit zie, dan wordt weer eens bevestigd dat de manier waarop wij het gedaan hebben toch het beste bij ons past. Niet dat deze idyllische omgeving niet mooi is, maar het andere past gewoon beter. Daarnaast is het vandaag erg winderig, laat de zon zich weinig zien en hangen er met regelmaat dreigende wolken.
Terwijl we onze kapitein de stempel in ons paspoort laten regelen, verkennen wij dit prachtige eiland.
Daarna varen we naar Honeymoon Island en doen de honeymoon walk. Nee, geen speciaal loopje, maar gewoon een rondje rond het eiland, hand in hand. Aangezien Alex onze ringenfoto heeft verprutst, maken we hier op Honeymoon Island een nieuwe, met vers aangespoeld koraal. We hebben dan wel niet de juiste camera meegenomen, maar hopen dat de foto toch nog een beetje leuk is geworden.
Dan steken we een erg ondiep stuk over (Andrew moet zelfs de boot vooruit duwen omdat deze vast loopt in de zandbank) naar het eiland Maina. Hier maakt hij een heerlijke lunch voor ons klaar. Vers gebakken tonijn, lekkere worstjes, diverse salades en veel vers fruit. En dat allemaal geserveerd in grote schelpen, waarbij we eten van een van palmbladeren gevouwen bord. Niet slecht!
En dan is het tijd om te snorkelen. We doen twee plekken aan. De eerste heeft veel koraal en vissen. Diverse soorten en maten en zelfs een aantal grote schelpen. De stroming op dit stuk is echter behoorlijk sterk en je moet dan ook oppassen dan je niet tegen het koraal aan wordt gesmakt. Als we terug zwemmen naar de boot zie ik zelfs een enorm grote vis van zeker anderhalve meter zwemmen. Als ik het me goed herinner is het een giant trevally.
De tweede snorkelplek is waar ze grote clams (schelpen) kweken. Er liggen een aantal mooie exemplaren in het water. De kleinere hebben vaak de mooiere gekleurde binnenkant, terwijl de grotere behoorlijk indrukwekkende afmetingen kennen. Natuurlijk zijn er ook hier weer de nodige visjes, maar lijkt er wat minder diversiteit te zijn.
En dan zijn we klaar voor de terugreis. We moeten onze vriend natuurlijk wel nog even betalen en aangezien creditcard geen optie is, maken we nog een stop bij de pinautomaat. Nadat hij zijn boot heeft opgeladen en thuis heeft afgezet, worden we naar het hotel gebracht.
Eindelijk dat plakkerige zoute water van me af spoelen en kijken of ik van die bos stro op mijn hoofd nog iets toonbaars kan maken. Het meisje van de receptie geeft overigens aan dat de fotografe die ze had geregeld toch niet beschikbaar blijkt te zijn. Vanwege het weer zijn er diverse wijzigingen in de huwelijken die hier voltrokken worden en aangezien ze naast hobby bruidsfotograaf ook weddingplanner is, heeft ze het er maar druk mee. De weersverwachtingen voor morgen zijn nog steeds niet goed (vooral regen). Trouwfoto’s met paraplu hebben we al, dus we laten het voorbij gaan. Mocht het morgen onverwacht toch zonnig zijn, dan kunnen we altijd nog zelf met het statief proberen. En anders is er op Rarotonga wellicht nog een mogelijkheid. We zien wel. We hebben mooie trouwfoto’s, dus voor mij hoeft het niet persé.
Helemaal fris en fruitig gaan we naar de coconutnight. Parana laat de verschillende fasen van kokosnoot zien, hoe je ze schilt, wat je ermee kunt doen (drinken, eten, als bodylotion gebruiken, voor op insectenbeten, maar ook het gebruik van de bladeren van de boom etc.). Ze zou een boek moeten schrijven “50 ways to use a coconut tree”. Het is een leuke demonstratie en natuurlijk wordt deze afgerond met een pina colada.
Omdat Tania, onze fotograaf, eigenlijk vanavond zou komen babbelen over de mogelijkheden, hadden we een simpele maaltijd om zelf te maken gekocht. Ook al komt ze niet, we eten deze toch op, zodat we niet meer weg hoeven. Heerlijk een avondje relaxen in eigen hut!
Aitutaki
Na het ontbijt krijg ik een massage op het dek van ons huisje. Sonia (de masseuse) is erg aardig en ze heeft gelukkig een goede tafel meegenomen. Zo eentje waar je met je hoofd in een gat kunt leggen en je je nek niet hoeft te verrekken. Iets wat ik tot India voor vanzelfsprekend had aangenomen, maar nu altijd een verrassing vindt op vakantie. Bikinibroekje aan en pareo als afdekdoek gebruiken en ik ben er klaar voor.
Ondanks dat het volgens Tim (onze gastheer) qua muggen eigenlijk optimaal is (“this is as good as it gets, it is usually a lot more”), heb ik met het tijdstip van de massage rekening gehouden met de muggenactiviteit en natuurlijk een paar van die rookdingetjes aangestoken die ze hier gebruiken om de muggen een beetje weg te houden (niet dat het heel veel helpt).
De massage is heerlijk ontspannend. Als ze mijn rug en schouders masseert vraag ik of ze een beetje voorzichtig met mijn schouders wil zijn, omdat deze nog steeds erg gevoelig zijn. Ze trekt zich uiteindelijk niet zo heel veel van mijn verzoek aan, maar het is gelukkig niet te pijnlijk. Ze legt de pareo over mijn benen en trekt mijn bikinibroekje hiermee zo ver naar beneden dat de witte walvis toch aardig zijn kop opsteekt. En voor wie (net als ik tot voor kort) niet weet wat een witte walvis is: iemand die zijn zwembroek omlaag trekt en zijn witte billen showt tijdens het zwemmen.
In het begin van de massage word ik een beetje afgeleid door het geluid dat Sonia binnensmonds maakt. Het is net alsof ze haar gebit los heeft zitten of zojuist iets lekkers heeft gegeten dat ze probeert te herkauwen. Of misschien heeft ze een overmatige speekselproductie. Wie zal het zeggen. Hoe dan ook, ik probeer er niet te veel op te letten en dat lukt. Gewoon heerlijk genieten van de massage. Ik had er eentje van een uur geboekt, maar volgens mij is ze wel anderhalf uur bezig geweest. Ik ben totally relaxt!
Verder hebben we een redelijk passief dagje op ons eigen dek. Het weer is helemaal niet slecht vandaag (dus niet in lijn met de weersverwachting die we in eerste instantie hebben doorgekregen). We zouden dus zelf “trouwfoto’s” kunnen maken, maar hebben er eigenlijk beide niet zo veel zin in. We hebben zo’n mooie trouwfoto’s en per saldo zijn we hier niet getrouwd. Het zouden dus alleen foto’s van ons in trouwkleding zijn in een bounty omgeving, maar zonder verdere betekenis. We besluiten er dus vanaf te zien, maar maken tegen de avond nog wel een paar leuke foto’s van ons tweeën in gewone kleding. Eentje voor de signature tree van Etu Moana en eentje bij het strand.
We moeten eigenlijk net te vroeg weg voor het diner, want de zonsondergang (die hier maar heel kort is) kunnen we niet meer met statief fotograferen. Jammer!
Het buffet bij Tamanu is beter dan de vorige keer. Vanavond is echter de beste eilandshow van Aitutaki, dus daar komen we eigenlijk voor. Als de show gaande is, moeten we ons inhouden om niet in lachen uit te barsen. Wat een aanfluiting! De meiden die heel snel met hun kont kunnen wiebelen doen het nog wel goed (al is duidelijk dat niet iedereen de pasjes kent), maar de mannen die hun dansje doen hebben volgens mij nog geen één keer samen geoefend. De vuurshow is op zich wel spectaculair, als je het aantal keren dat zo’n brandende fakkel op de grond flikkert over het hoofd ziet!
Na de show worden mensen uit het publiek gehaald om samen met de dansers te dansen. Tim had voorspeld dat ik direct zou worden gehaald, omdat de mannen hier erg gecharmeerd zijn van vrouwen met lange blonde haren. Hij heeft het echter bij het verkeerde eind. Martin wordt gehaald door het mooiste meisje van de groep, die ondanks dat ze in een kort doekje met een kokosnoot bh’tje loopt erg verlegen is. Absoluut geen reden voor, want ze is erg mooi heeft een supergoed figuur en was degene die het beste kon dansen. Even later word ik door de chief van de groep ten dans gevraagd, maar omdat ik met mijn camera met grote flitser klaar zit om foto’s te maken van Martin, kom ik er deze keer onderuit. Martin kijkt me een beetje aan met een blik van “jij had hier voor … moeten staan, niet ik”. En een lol dat ik heb!
Aitutaki – Rarotonga (vlucht)
Na het ontbijt melden we ons bij de receptie om uit te checken. Parana geeft aan dat mijn creditcard geweigerd wordt. Aangezien dat hier wel vaker mis gaat, vraag ik haar om het nogmaals te proberen. Na drie pogingen en een telefoontje naar de bank komt ze erachter dat het internet eruit ligt en er dus geen verbinding kan worden gemaakt om een digitale creditcardtransactie te doen. Dan maar op de ouderwetse manier met de ritsrats en dan komt het waarschijnlijk wel goed. De prijs van de verjaardagstaart die ik voor Martin had geregeld was voor mij nog een verrassing en zoals nu blijkt zeker geen koopje (maar liefst NZD 55!). Maar van de andere kant, hij was wel echt super lekker (beter dan onze bruidstaart) en we hebben er elke dag een flink stuk van gegeten totdat er geen kruimel meer van over was.
Van Lucille krijgen we ieder een bloem als afscheid, wat hier betekent dat ze je een goede en voorspoedige reis wensen en dat je ooit nog een keer terug zult keren naar het eiland. Ondanks dat we genoten hebben, lijkt me dat onwaarschijnlijk, maar je weet het nooit… Daarnaast krijgen we nog een USB kaartje van Etu Moana met hierop een aantal lokale liedjes en een code voor een korting van 10% bij onze volgende boeking. Ik vraag haar of ze ook de groepsfoto van de coconut night erop wil zetten, maar helaas heeft ze die niet op de computer staan. Ze belooft ze me wel nog te mailen, maar e.e.a. is natuurlijk afhankelijk van de beschikbaarheid en snelheid van internet.
De Duitsers die in het hutje achter ons zaten, zijn ook bij de receptie. Op de een of andere manier heeft de man een connectie met mij (waarschijnlijk omdat ik een aantal gesprekjes in het Duits met hem heb gehad en zijn Engels niet zo goed is), dus nemen we ook afscheid van hen. Zij zijn bijna twee maanden op reis en gaan na de Cooks nog naar het Westen van Australië en daarna via Sri Lanka terug nach die Heimat.
Parana brengt ons naar vliegveld en daar aangekomen, komen onze Duitse vrienden met de scooter aangereden. Nog een keertje afscheid nemen, wat zullen ze ons missen ;-).
De tassen worden weer ingecheckt en wederom zonder bijbetaling. Dat gaat allemaal zo makkelijk hier. Hier op de Cooks is vliegen nog relaxt. Geen gezeur over vloeistoffen of andere dingen die je niet mee aan boord mag nemen. Geen gezeur over het gewicht van bagage. Geen gezeur over uren van tevoren aanwezig moeten zijn. En misschien nog wel het beste, geen gezeur over de plaatsen of dikke mensen naast je die de helft van je stoel in bezit nemen met hun overtollige vetrollen. Je zit naast elkaar, ieder met zijn eigen raam en het gangpad er tussenin. En wat een uitzicht! Bij vertrek vanaf Aitutaki heb je een prachtig uitzicht over de lagune. Zo is vliegen genieten geblazen. En ja, als je minpuntjes wil vinden, dan zijn die er natuurlijk wel. Mensen met blaasproblemen zou ik adviseren om voorzorgsmaatregelen te treffen want een wc is er niet. De stoelen kennen maar één stand (die overigens ook nog van stoel tot stoel kan wisselen) en de safety instruction bestaat uit het wensen van een goede vlucht (maar ik weet niet of ik de herhaaldelijke instructie vanuit andere vluchten nu zo mis).
Bij aankomst op Rarotonga wordt de bagage op straat uitgeladen en valt het ophalen van de bagage onder de categorie “neem mee wat je leuk lijkt”.
Het is direct duidelijk dat Rarotonga een heel ander eiland is dan Aitutaki. Daar waar Aitutaki heel erg rustig en ongedwongen is en zaken op basis van vertrouwen geregeld worden (in principe hoef je nog niet eens je kamer af te sluiten), is Rarotonga een stuk drukker en onpersoonlijker en moet je toch al wat meer op je bezittingen letten.
Als we op Rarotonga landen zien we een lange blonde kerel met een gigantische camera op z’n neus. Er wordt net gedaan als of hij net met het vliegtuig is aangekomen. Ik bekijk de man eens goed en denk “die ken ik”. Maar waarvan? Het duurt eventjes voordat de radertjes beginnen te draaien, maar dan denk ik het te weten, het is Bondi Vet! Het hele programma zegt Martin niks, maar ik weet het bijna zeker. Even denk ik erover om op de man af te stappen en te vragen of hij inderdaad Bondi Vet is, maar aangezien ze continu bezig zijn met opnames, laat ik het maar achterwege. Als ik dit later via internet check, blijkt het inderdaad Bondi Vet te zijn. Had ik nu toch maar gevraagd en een foto gemaakt…
Er staat een beetje vreemd mannetje van Raro Tours bij het punt waar de bagage wordt uitgeladen. Hij vraagt waar wij verblijven en als we de Sea Change Villa’s zeggen, geeft hij aan dat we met hem mee moeten. Ik weet niet of ik hem nu echt moet vertrouwen, maar aangezien er niemand anders staat te wachten en ze hier blijkbaar niet aan naambordjes doen, zal het wel goed zijn. Hij staat eigenlijk ook een beetje rond te draaien in de hoop dat Martin de tassen in de auto legt, maar ik vraag Martin even niet te behulpzaam te zijn en de man te laten werken voor zijn geld. Wat hij uiteindelijk ook doet. We blijken daadwerkelijk op zijn lijstje te staan en na zo’n twintig minuten rijden komen we bij het hotel aan.
Hier worden we welkom geheten door Christine (zonder de beloofde “flower ei”) en ze leidt ons naar ons huisje (villa 3) dat al niet mis is, maar de locatie is echt prachtig! We kijken uit over een privé strandje met een hart op het strand gemaakt van kokosnoten, wuivende palmbomen en natuurlijk een helderblauwe zee vol koraal. Ik kan me niet herinneren dat ik dit huisje geboekt had. Volgens mij was ik voor de garden view gegaan omdat deze te duur waren, dus even hebben we de illusie dat we een upgrade hebben gekregen. Maar later kom ik erachter dat ik dit toch echt geboekt heb. Nou, dat heb ik dan goed gedaan!
We krijgen even de tijd om ons te settelen en wat luchtigers aan te trekken (spijkerbroek en bergschoenen zijn optimaal voor de kilo’s bagage maar niet echt voor het tropisch weer) en dan komt Christine ons de private introduction in de villa geven. Het is een enthousiaste babbelkont die veel info geeft. Aanraders over wat te doen, waar te eten, etc. Veel keuzes te maken dus. Aangezien we al een dagje een auto hebben en een zeiltocht hebben geboekt, hebben we niet zo veel trek om de overige twee dagen ook vol te proppen. En natuurlijk moet de kitesurfles voor Martin nog op een van deze dagen geregeld worden. We regelen dus vooral de dineropties en de dinershow en laten het voor de rest wat het is. Voor vanavond kiezen we de Little Polynesian omdat het relatief dichtbij is en ze voor gasten van de Sea Change Villa’s een complimentary pick-up service hebben.
Het grappige is dat we voor het boeken van de overnachtingen zowel bij de Sea Change Villa’s als bij de Little Polynesian hebben gekeken, maar uiteindelijk vanwege de prijs onze huidige optie hebben gekozen. En nu mogen we toch aan hun prachtig gelegen infinity pool omringd door palmbomen en met de lagune op de achtergrond van een etentje genieten. En als kerst op de taart een prachtige zonsondergang. Ruim na de zonsondergang laten ze het windscherm zakken, zodat de gasten het niet te koud krijgen. Prima systeem!
Het eten hier is niet verkeerd. Als voorafje delen we de specialiteit van de dag, Aziatisch gekruide octopus. Erg lekker! Als hoofdgerecht heeft Martin de risotto en ik de pork belly, maar beide gerechten vallen na het super lekkere voorgerecht een beetje in het niet.
Bij de tafel naast ons zie ik nog een tasje liggen, terwijl de mensen die daar net gegeten hebben nergens meer te bekennen zijn. Als ik dat aan de serveerster wil melden, zie ik de vrouw bij de uitgang nog met iemand staan praten. Als ik haar meld dat haar tasje nog bij de tafel ligt, krijg ik een verontwaardigde reactie dat ze nog niet klaar zijn aan tafel met een blik van "waar bemoei je je mee”. Volgens mij zag ze aan de blik van de persoon waar ze mee stond te praten dat haar reactie niet echt gepast was, dus bedankt ze mij alsnog voor mijn attente gebaar. Nou van mij mag ze erin stikken, arrogante tr… Even later komt de serveerster het tasje halen en de vrouw heeft zich niet meer laten zien. Was ook duidelijk gevalletje koude kak, dus die moet misschien nog maar eens op etiquette training.
Na het eten laten we ons weer met de auto naar ons huisje brengen en zit de dag er voor vandaag weer op.
Rarotonga
Vandaag maken we gebruik van onze een dag gratis autohuur. Na een ontbijt in ons eigen huisje steken we de straat over om na het “pick-up point” van de Sea Change Villa’s te lopen. Maar eerst duik ik nog even de receptie in, waar ik de vaste zaterdagkracht vraag waar ik goede surfshirts kan komen. Zij is duidelijk minder enthousiast dan Christina en geeft eigenlijk geen nieuwe informatie. Ze weet overigens ook niet zeker of de pick-up voor de auto wel is geregeld, maar zal dit nog even checken. Tja, de communicatie tussen haar en de rest van het team is al eerder niet zo top gebleken (zoals ik uit emailwisselingen heb ervaren).
Maar gelukkig, onze pick-up van 9 uur komt zo’n tien minuten te laat aan. Blijkt dan dat ze nog allemaal papierwerk met de luitjes van gisteren moet regelen voor een scooterhuur en om half 10 gaan we dan eindelijk naar de autoverhuur.
Het vrouwtje doet een beetje moeilijk over het morgen ophalen van de scooter en ik snap niet echt wat het probleem is. We hebben vandaag een auto gehuurd, die we morgen terugbrengen en dan een scooter huren voor de komende dagen. Vervolgens zegt ze dat we vandaag ons scooterrijbewijs moet halen omdat de politie die de rijbewijzen afgeeft morgen dicht is. Als ik aangeef dat we op Aitutaki gewoon met ons eigen Nederlandse rijbewijs hebben kunnen scooter rijden, checkt ze dit en blijkt het geen probleem te zijn. Hopelijk denkt ze er morgen bij het ophalen van de scooter nog hetzelfde over, maar we zien wel. De enige instructie die we voor vandaag hebben meegekregen is “you can park anywhere as long as it is not under a coconut tree”. Tja, gezien de impact die de nootjes kunnen hebben als deze uit de boom vallen, snap ik wel waarom!
En dan kan ik eindelijk met onze lokale variant van een Toyota Yaris over het eiland crossen. Moeilijk is het niet echt. Je hebt eigenlijk maar één weg rond het eiland, dus je kunt kiezen of je die met de klok mee of tegen de klok in rijdt en dat is het wel een beetje. Je mag hier maximaal 50 km/uur rijden, dus per saldo is het een beetje toeren rond het eiland.
We rijden eerst naar de Panganui market, die alleen op zaterdagochtend is. Hier staan veel kraampjes met een breed scala aan producten. Van verse groenten, fruit en kruiden tot souvenirachtige kraampjes met pareo’s, houtsnijwerken, juwelen gemaakt van schelpen en natuurlijk ontbreken ook de vele parelkraampjes niet. Als je ooit een echte zwarte parel sieraad wil kopen, dan is dit dé plek. Ze worden op de Cook Islands gekweekt (vooral op de noordelijke eilanden) en ze zijn hier te vinden in alle soorten en maten. De kwaliteit en de grootte bepaalt de prijs. Ik heb al een leuk parelarmbandje en hoef nu niet direct een parelketting. Bovendien zijn ze vaak met zilver en niet met goud gecombineerd, dus dat matcht niet zo mooi met de rest.
We weten een leuk klein piemelbeeldje (Tangaroa) en een exemplaar voor aan de muur te scoren. Het is het symbool van de Cook Islands. Niet omdat iedereen hier in z’n blote piemel rond loopt, maar omdat het een of andere god is die ervoor zorgt dat je een geslaagde visvangst hebt. En aangezien ze hier veelal leven op vis, is dat nogal belangrijk. Daarnaast kopen we nog een tweetal houten vishaken (klinkt simpel, maar ze zijn echt mooi gemaakt) voor erbij en kan ik een prutsringetje van zo’n drie euro niet weerstaan. Het is gemaakt van kleine schelpjes, die zo bij elkaar zijn gebonden dat ze een bloem vormen die lijkt op de frangipani die hier is verschillende kleuren bloeit.
Tevens proberen we nog een surfshirt te vinden, maar het aanbod is zeer beperkt. Het winkeltje dat de meeste keus lijkt te hebben is echter gesloten op zaterdag. Als we morgen de huurauto moeten inleveren komen we er langs, dus proberen we het dan nog een keertje. Ik hoop wel dat ze iets in mijn maat hebben, want als we morgen onze zeiltocht doen, dan wil ik wel goed beschermd zijn tegen de zon!
En dan hebben we eigenlijk het eiland wel gezien (vandaag de helft en gisteren bij het rijden van het vliegveld naar het hotel de andere helft). We besluiten terug te gaan naar ons huisje. Ik heb inmiddels wel behoefte aan een verfrissende duik in ons eigen zwembad. En verfrissend is het! De plek waar ons hutje ligt is net zo’n hoek waar het volgens mij altijd waait. Op zich wel lekker verfrissend in deze tropische temperaturen en ook goed tegen de muggen (al zijn dat verdomd goede vliegers), maar als je dan je koppie boven het water uit steekt is het windje aan de frisse kant.
Aangezien we hier wasfaciliteiten hebben en we van onze stinkwas af willen (we willen tenslotte niet bij de douane worden aangehouden wegens overdadige mufheid), besluiten we nog een wasje te draaien. Het rekje is al snel vol, maar als we morgen nog een wasje draaien, dan is alles weer schoon. Heerlijk!
Helaas ligt er geen briefje van de receptie over het kitesurfen. De rest had ze gisteren allemaal kunnen regelen, maar het kitesurfen zou ze ons vandaag laten weten. Maar aangezien de winkel van Kite’s Up ook gesloten was, zullen we wel geen contact hebben kunnen leggen. En de receptie is morgen gesloten als Kite’s Up geopend is. Hmmm, wellicht dat we het morgen maar even zelf moeten regelen, want woensdag vertrekken we alweer, dus dan wordt de tijd krap.
Vanavond staat mijn laatste huwelijkscadeau gepland. Een kok komt bij ons in het huisje een sunset BBQ voor ons klaarmaken. De bedoeling is eigenlijk dat we buiten op het terras met uitzicht op de lagune en bij ondergaande zon onze BBQ eten. Vanwege de wind besluiten we echter binnen te eten. Kevin (de kok), is een jonge gast (en best een knapperd ook) en erg vriendelijk. Hij dekt netjes de tafel en verwent onze maag met allerlei lekkers. Diverse salades, spiesjes, sauzen passeren de revue. Persoonlijke favoriet zijn de biefstukspiesjes, maar ook de vis (mahi mahi), de grote garnalen en de kip smaken prima. En de sausjes zijn ook erg lekker, we hebben een zoetzuur sausje (mijn favoriet), eentje van pawpaw chutney en pruimensaus met chili (Martin’s favoriet). We hebben niet te klagen. En natuurlijk wordt een goede maaltijd afgesloten met een lekker toetje.
Alles wat over is zet Kevin in de koelkast, dus daar kunnen we morgen ook nog van nagenieten. Ja, dit is een cadeautje dat letterlijk en figuurlijk in de smaak valt!
Rarotonga
Vanochtend gaan we op tijd naar het verhuurbureau en ruilen onze auto in voor een tweepersoons scooter. Als we onze eerste stop maken bij Kite’s Up om een surftruitje voor mij te kopen, besluiten we al snel om nog een tweede scooter te huren. Het is veel prettiger om ieder met een eigen exemplaar te rijden.
Gelukkig hebben ze bij Kite’s Up wel een surftruitje in mijn maat. Aangezien we gisteren niks konden vinden, was onze hoop hierop gevestigd. Gezien mijn nog steeds verbrande schouders is het veel fijner om met zo’n truitje aan te snorkelen, aangezien het een hoge bescherming geeft tegen UV. Helemaal blij met mijn nieuwe aankoop gaan we een tweede scooter huren en rijden we het halve eiland rond naar de haven van Avatiu. Hier zien we de Tropicbird al liggen, maar we zijn wel aan de vroege kant. We besluiten een eindje verderop op een paar rotsen onder een boom te bivakkeren, in eerst instantie tegen de zon maar als snel voelen we ook een paar regendruppels. De bergen van het eiland zijn omgeven door donkeren wolken en erom heen is de lucht redelijk blauw. In de paar dagen dat we hier zijn, hebben we eigenlijk slechts één keer de bergen in blauwe lucht gezien (toen we aankwamen met de vlucht vanaf Aitutaki) en de overige keren blijken deze toch eigenlijk bijna standaard door wolken omgeven te zijn. Volgens onze kapitein Alberto van onze private charter klopt onze conclusie, aangezien twee luchtstromen boven het eiland bij elkaar komen.
De zeiltocht die we geboekt hebben zou eigenlijk een rondje rond het eiland varen en ergens stoppen om te snorkelen. De zee is echter te ruw om de andere kant van het eiland te bereiken, dus varen we gewoon een eind langs de kust aan deze kant van het eiland. Onze kapitein is erg gepassioneerd over zeilen en legt ons van alles uit over het weer en welke invloed het heeft op de manier van zeilen. Niet dat ik er erg veel van snap, maar het is leuk dat hij zo enthousiast is. Hij is een Zwitser die jaren geleden hierheen is gekomen om zijn eigen restaurant, met de naam Alberto’s (hoe kan het ook anders) te openen. Waarom hij ermee gestopt is, is niet duidelijk, want hij denkt erover om weer opnieuw een restaurant hier over te nemen. Hij is ten slotte kok van beroep.
Het is een relaxt tochtje met wat ruwere stukken met flinke deining, maar de golven volgen elkaar niet te snel op dus is het goed vol te houden. Alberto wil ons graag laten snorkelen bij een stukje waar veel mooie vissen zitten, maar waar het water relatief rustig is. En het is inderdaad een mooi snorkelplekje dat we helemaal voor ons alleen hebben. Het koraal is hier niet erg spectaculair, maar er zitten veel soorten mooi gekleurde tropische vissen en de bodem is bezaaid met hele grote zee-egels. Na ons snorkelavontuur krijgen we een lekkere lunch geserveerd en als we deze bijna helemaal op hebben gegeten vraagt hij of we ook nog sushi willen. Denkend dat hij een grapje maakt, zeg ik ja. Het blijkt echter geen grapje te zijn, dus nu de sushi toch voor onze neus ligt, eten we het maar op. Heerlijk!
En dan zit ons half dagje snorkelen er weer op. Als echte dekknecht mag Martin helpen met de boot weer voor anker te leggen in de haven en dan gaan we op de scooter weer terug. We maken een rondje eiland en de laatste paar kilometer voordat we er zijn krijgen we nog een flinke tropische bui over ons heen. Meestal als het hier regent, dan miezert het een beetje en door de warmte ben je al weer snel droog, dus dan is een buitje best lekker. Maar dit is geen buitje meer te noemen, we zijn doornat als we thuis zijn, terwijl we maar een paar minuten door de regen hebben gereden. Brrr, eerst even een lekkere warme douche…
Rarotonga
We krijgen vanochtend onze picknickdoos geleverd. De bedoeling was eigenlijk hiermee op het strand te lunchen, maar aangezien het weer vandaag niet echt top is (veel wind, nauwelijks zon), besluiten we deze ’s middags op de bank met uitzicht op zee en strand op te eten.
Het servicing van de room is wel erg laat. En zodra het vriendelijke vrouwtje binnen komt is duidelijk waarom. Ze vindt het belangrijk om de gasten iets beter te leren kennen, dus ze gaat een heel gesprek aan. Leuk en vriendelijk mens, dus ik vind het niet erg, maar erg efficiënt is het natuurlijk niet. Ze blijkt oorspronkelijk uit Aitutaki te komen, maar heeft niet de middelen om daar een huisje te hebben. Ze heeft er wel een shack, maar dat stelt blijkbaar niet zo veel voor. Daarnaast vindt ze het ook wel fijn om aanspraak te hebben en om verschillende mensen te ontmoeten. En dat laatste is op Aitutaki natuurlijk een stuk lastiger dan hier. Als het vrouwtje klaar is, ga ik mijn wasje van vanochtend checken en dit is al nagenoeg helemaal droog. Ja, die wind heeft natuurlijk ook z’n voordelen.
Even later krijgen we een telefoontje van Christina dat de show die we voor vanavond geboekt hadden (Highland Paradise Dinner & Show) niet doorgaat. Ze heeft wel een alternatief voor morgen, namelijk de Te Vara Nui Dinner & Show. Deze lijkt iets commerciëler, maar zeker ook iets professioneler, dus dan doen we die.
Voor de rest doen we eigenlijk niet veel spannends, lezen lekker een boekje, maken een strandwandeling en koken ons eigen prutje. En voor een dagje is dat best lekker! Langs het strand vinden we trouwens een aantal van die kleine blauwe kwalletjes waar Alberto ons voor waarschuwde. Mochten we morgen nog geen snorkelen, is het wel oppassen geblazen!
O ja, en dan natuurlijk nog de jaarlijkse niet zo slimme vakantieactie van Martin. Daar waar hij vorig jaar verdwaalde in Canada, lijkt hij er nu min of meer traditie van te maken om mij ongerust te maken met een ondoordachte soloactie. Hij gaat kajakken en geeft aan “niet zo ver” te gaan. Als ik naar buiten loop om (zoals afgesproken) een fotootje van hem in de kajak vlak bij het strand te maken, blijkt meteen naar het einde van de lagune te peddelen tot vlak bij de meters hoge golven. Terwijl hij daar niet weg lijkt te komen en af en toe ophoudt met peddelen (van vermoeidheid?), vraag ik me af of hij in de problemen is. En ik ben niet de enige. Drie toeristen die langslopen, staan ook even stil en vragen zich hetzelfde hardop af. Als ze hem niet om hulp zien zwaaien lopen ze uiteindelijk maar door. Een hele poos later komt meneer doodleuk terug peddelen en is zich natuurlijk van geen kwaad bewust. Volgens hem was hij nog ver genoeg af van de golven om veilig te zijn. Dat dat vanaf de kust er heel anders uitzag, gecombineerd met zijn gevecht met de sterke stroming realiseert hij zich pas als hij mijn gezicht ziet. Het moge duidelijk zijn dat de traditie van nu doorbroken wordt!
Rarotonga
Vandaag is onze laatste volledige dag hier en gelukkig is het weer een stukje beter dan gisteren. Wel weer erg veel wind, maar in elk geval wat meer zon. Om kwart over elf (met het gebruikelijke Rarotongase kwartiertje) meldt de masseuse zich. Ze is in eerste instantie niet echt de vriendelijkheid zelve, maar ontdooit als snel als ze aan het masseren is. En terwijl Martin vanuit het romantische hemelbed over de rand van zijn boekje toekijkt, word ik stevig door de vrouw onder handen genomen. Ze geeft aan dat er hier en daar wat blokkades zitten en doet erg haar best dit weg te werken. Stel je voor hoe het zou zijn als ze dit aan het begin van de vakantie had gedaan… De massage is niet bijster ontspannend, maar ik voel daarna wel dat alles een stuk losser zit (en dat is natuurlijk ook de bedoeling als je om een stevige massage vraagt).
Net als onze masseuse, die overigens oorspronkelijk uit Nieuw Zeeland komt maar al geruime tijd hier op het eiland woont met haar dochter, de hut wil verlaten steekt de poets haar hoofd om de deur. Ik vraag haar nog even een half uurtje te wachten, zodat ik de olie van me af kan douchen. Daarna springen we op onze scooters en brengen ze terug naar het verhuurbedrijf. Ze zijn redelijk verbaasd dat we de scooters nu al terugbrengen en vragen of we vanavond vertrekken. Ik geef aan dat we morgenvroeg vertrekken. Dat is niet helemaal waar maar met een pick-up rond twaalf uur toch bijna wel en aangezien het papierwerk hier nog wel eens even kan duren, hebben we geen zin in gestress morgenvroeg.
Weer terug op in ons huisje proberen we online in te checken voor onze vlucht van morgen. Blijkt het internettegoed van 50 MB al op te zijn! De puurste nepperij natuurlijk, want ik heb welgeteld één keer mijn email gecheckt en het reisverslag bijgewerkt. Bij Etu Moana, heb ik hetzelfde meerdere keren gedaan en hadden we bij het uitchecken nog 18 MB over. Maar goed, bij Etu Moana kon je ook het verbruik in de gaten houden en hier heb je die mogelijkheid niet. En daarnaast zijn er wel meer dingen die hier niet helemaal kloppen. We zouden welkomst bloemen krijgen, een fles champagne bij aankomst en een fles champagne bij onze picknick. Een score van 0 uit 3. Aangezien we de champagne wel een beetje zat zijn, hebben we hierover niet gereclameerd, maar erg netjes is het natuurlijk niet van Sea Change Villa’s!
Aan het einde van de middag is er dan toch beweging op het strandje voor ons en worden de voorbereidingen voor het huwelijk getroffen. Er wordt een boog van palmbladeren opgezet bij het kokosnoot hartje. Deze wordt diep ingegraven, aangezien het iele ding tegen een flinke windkracht bestand moet zijn. En daarna worden er nog wat versieringen bij bloemen en andere bladeren op aangebracht. Op zich ziet het er leuk uit, maar ik hoop wel voor de bruid dat ze geen sluier heeft, want anders vliegt ze zo de boom in!
En dan is de bruiloft. En ja hoor, de bruid heeft een sluier. Maar ze staat nog geen minuut buiten of de heeft de sluier al af gedaan. Niet alsof ze dat niet van te voren kon inschatten, maar goed, ze heeft het natuurlijk willen proberen. De ceremonie is erg kort (zoals we eigenlijk ook al bij de ceremonie op One Foot Island gezien hadden). Weinig ruimte voor een persoonlijke noot en helaas voor dit paar ook niet het ideale bounty plaatje aangezien het weer hier ’s middags meestal redelijk slecht is (zoals al eerder gemeld: veel wind en weinig zon). Het is een klein gezelschap en de helft hiervan loopt met camera’s rond het paar. Ik vraag me af of ze überhaupt een foto hebben waar niet een andere persoon met een camera op z’n neus gedrukt tussen hen in staat. En dan heb je natuurlijk nog de aso-toerist. Aangezien ze op een stukje strand trouwen, is de kans aanwezig dat er toeristen voorbij komen. Zo ook nu. Maar daar waar de ene toerist probeert er in een boog omheen te lopen om het paar niet te storen, zijn er natuurlijk ook mensen die een hele andere aanpak kiezen. Zo ook de vrouwelijke aso-toerist. Haar mannelijke wederhelft staat braaf op afstand te kijken, maar zij gaat stap voor stap dichterbij en staat uiteindelijk gewoon bij het bruidsgezelschap, fijn in beeld bij de fotograaf. Het is toch niet te geloven! En niemand van het gezelschap die ingrijpt en de vrouw vraagt om gepaste afstand te houden. Wat verschrikkelijk! Nee, dit is verre van hoe je je ideale Cook Islands wedding voorstelt…
Als het busje voor de show ons komt ophalen, blijken we de enigen te zijn. Op onze bestemming aangekomen, blijkt al snel dat we zeker niet de enigen zijn die deze show bezoeken. Volgens mij is het nagenoeg uitverkocht. Er is een podium omgeven door water en aan beide zijden hiervan zijn restaurants met een soort van picknicktafels waar je met z’n zessen aan geplaatst wordt. Wij delen onze tafel met een Australisch stel. Het zijn echt leuke gasten. Ze zijn iets jonger dan ons en wonen aan de oostkust van Australië, ergens tussen Brisbane en Sydney. Hij is een typische Aussie. Surft al vanaf zijn zesde (en best goed aan de spectaculaire foto’s die hij ons laat zien), echt een avontuurlijk outdoor type. Zij is iets meer een prinsesje en vindt paddle boarding al avontuurlijk genoeg. Volgens mij hebben ze al bijna alle tropische surfeilanden gezien. Ze zijn op een van de eilandjes voor de kust van Rarotonga getrouwd een paar jaar geleden en hadden wel het perfecte weer dat bij een bounty huwelijk hoort. Daarna honeymoonen op Bora Bora, wat echt stervensduur is. En ze zijn ook al eens op Tahiti en in Hawaii geweest. Deze keer is het slechts een korte vakantie op de Cooks en over een maandje komen ze terug op familiebezoek hier.
De show die we hier te zien krijgen is een stuk professioneler dan die op Aitutaki. Nadeel is wel dat je er redelijk ver vanaf zit en het vrij donker is, waardoor foto’s maken (zelfs met losse flitser) bijna onmogelijk is. Nu wordt wel duidelijk hoe krachtig de dans van de mannen, die nagenoeg allemaal behoorlijk gespierd zijn, kan zijn. En ook de vrouwen weten zeer indrukwekkend met hun heupen te schudden. Ongelofelijk hoe snel ze dat kunnen! Maar eerlijk is eerlijk, de fire dance was echt een stuk beter op Aitutaki. Dus nu hebben we het beste van beide gezien.
Rond kwart over tien worden we vriendelijk verzocht om de tafel te verlaten, aangezien ze gaan sluiten. Samen met onze nieuwe Australische vrienden lopen we naar de uitgang en nemen we met een kus en een knuffel afscheid van ze. Dan blijkt dat er een nagenoeg volle bus op ons staat te wachten. We zijn blijkbaar de laatsten… Niet dat iemand ons dat even had laten weten. Maar goed, we stappen snel in en mogen er ook weer als eerste uit. Al met al een leuke afsluitende avond van ons Cook avontuur.
Rarotonga – Auckland stop-over (vlucht)
De dag van de start van de terugreis is aangebroken. Aangezien we om twaalf uur worden opgehaald, kunnen we redelijk rustig aan doen. Maar dan moeten we eerst nog aan de grote inpakshow beginnen. Alle spullen die niet in de tassen zitten liggen uitgestald op bed en dan begint de uitdaging om onder het maximum gewicht per tas te blijven. Ik begin hier aardig geroutineerd in te worden en na even puzzelen is de bagage precies gelijk verdeeld op 22,7 kg per tas (maximum is 23). Nou, dat heb ik toch mooi gedaan.
Rond half twaalf ga ik na de receptie voor de laatste afrekening en dan slepen we onze tassen naar het pick-up punt. En geen moment te vroeg, want in tegenstelling tot de andere dagen is onze chauffeur vandaag te vroeg. Snel de sleutel afgeven aan Christine en nog een laatste knuffel en dan mogen we als eerste in de bus stappen. We rijden vandaag de lange route naar het vliegveld en ons hotel is de eerste stop. Voordeel: er is voldoende ruimte voor onze bagage en we kunnen zitten waar we willen. Nadeel: we moeten het langste hobbelen.
Bij de volgende stop zijn een stel minder intelligente toeristen aan de beurt. Ze komen wel drie keer kijken als de bus op hen staat te wachten. Omdat ze geen bagage bij zich hebben en geen aanstalten maken om deze te halen, denk ik in eerste instantie dat zij niet degenen zijn op wie we zitten te wachten. Ook als onze chauffeur een kijkje gaat nemen en uiteindelijk maar besluit te bellen, lopen ze straal langs hem. Oké, het is niet echt een bruisende jongen die uitnodigt om gezellig mee op pad te gaan, maar als een bus van Raro Tours (de lokale taxiservice voor vliegtuigpassagiers) op het grasveld voor je huisje stopt zou er toch een belletje moeten gaan rinkelen… Uiteindelijk komt de receptioniste in actie en blijkt dat deze snuggere luitjes toch met de bus mee moeten. Gelukkig is de rest van de toeristen een stukje slimmer en tijdiger en al snel zit de bus nagenoeg vol en kunnen we onze weg naar het vliegveld vervolgen. Om twintig voor één zijn we op het vliegveld en kan het inchecken beginnen.
Ondanks dat we gisteravond onze prefered seats hebben bevestigd, krijgen we nu hele andere plaatsen. Aangezien we hier extra voor betaald hebben, laat ik dat natuurlijk niet gebeuren. Wat blijkt, de vlucht was zwaar overboekt en ze hebben vanochtend besloten een groter vliegtuig in te zetten. Hadden we net een mooie raamplaats geregeld om nog van het uitzicht op het eiland te genieten, is dat geen optie meer. Het vrouwtje vindt gelukkig wel dat ze iets extra moet doen, dus ze geeft ons beide gangplaatsen met extra beenruimte en blokkeert de stoelen ernaast. Zo hebben we beide in principe twee stoelen ter beschikking. Prima oplossing.
Auckland
De vlucht verloopt verder prima, we passeren weer de datumgrens en met zo’n vier en een half uur vliegen komen we aan in Auckland. We waren op zich lekker op tijd in Auckland (ongeveer kwart over zes), maar het duurt zo lang bij de douane, dat we pas twee uur later in ons hotel (de straat oversteken vanaf het vliegveld) aankomen. We hadden eigenlijk nog even Auckland in willen gaan, maar zijn nu zo uitgehangen dat we besluiten een hapje in het hotel te eten en daarna naar bed te gaan. Bij het inchecken in Novotel krijgen we een glaasje bubbels met een kers erin. Dat hadden ze ons de eerste keer ook al aangeboden, maar toen hadden we maar drie uurtjes om te slapen. Nu hebben we echter genoeg tijd, dus worden we heel decadent met een bagageman en ons glaasjes champi in lift naar onze eco-kamer (721) gebracht.
Auckland – Singapore stop-over (vlucht)
Na een goede nachtrust, kunnen we lekker op ons gemakje gaan ontbijten. Volgens mijn reserveringsbevestiging is zowel het ontbijt als de wifi niet inbegrepen, maar blijkbaar hoeven we voor beide niet te betalen. Of dit een foutje in de info van booking.com is of ze zelf iets extra’s doen weet ik niet, maar ik vind het prima zo.
Blijkbaar reizen er veel beroemde passagiers op onze vluchten. Gisteren nog werd Kate Middleton omgeroepen op de luchthaven van Rarotonga. Vandaag roepen ze Bob Dylan om in Auckland.
Als we ons melden voor de vlucht van Auckland naar Singapore (SQ 286), blijkt dat ook nu een ander vliegtuig is, dan we oorspronkelijk geboekt hebben. We vliegen met het grootste vliegtuig in de vloot, de A380-800, met maar liefst twee verdiepingen. Maar dat betekent helaas ook dat de stoelen die we gereserveerd hebben niet naast elkaar zijn. In het oorspronkelijk geboekte vliegtuig, zouden we raam- en gangpad naast elkaar hebben, maar nu er drie stoelen zijn, is de stoel tussen ons mogelijk voor iemand anders. De dame bij de incheckbalie geeft echter aan dat de vlucht lang niet vol zit en dat ze niet verwacht dat iemand die stoel zal krijgen, aangezien er genoeg raam- en gangplaatsen vrij zijn, die natuurlijk een stuk populairder zijn dan een stoel tussen twee vreemden in. We besluiten de gok te wagen en het pak goed uit. Zo hebben we lekker drie stoelen voor de prijs van twee.
Nu had ik op de e-tickets die we van Singapore Air hadden ontvangen gezien dat ons een kleine verrassing te wachten stond, maar dat ze het zo goed zouden aanpakken had ik niet verwacht. Halverwege de vlucht, als we ongeveer boven de Red Centre van Australië vliegen, komen ze aan met een karretje met een chocoladetaart met hierop “happy honeymoon”, twee glaasjes champi, twee beertjes van Singapore Air (mannetje en vrouwtje), speelkaarten, pennen, kaarten. En dat allemaal mooi geserveerd. We nemen beide twee stukjes taart, maar dan is er nog genoeg over. We besluiten de rest aan de crew aan te bieden. Erg attent allemaal! Het is toch typisch hoe de ene vliegtuigmaatschappij (lees: Singapore Airlines) besluit je zo te verrassen als je informeert om je trouwjurk mee te nemen en een andere maatschappij (lees: Air New Zealand) alleen maar ligt te zeuren over dat de jurk het maximum gewicht van de handbagage niet mag overschrijden. Het is maar hoe je het aan wilt pakken en of je klanten aan je wilt binden of ervoor zorgt dat ze je maatschappij het liefst een volgende keer vermijden…
De vliegt duurt zonder vertraging al tien en een half uur, maar als we bijna in Singapore zijn, krijgen we bericht dat de luchthaven door regen nog niet klaar is voor ons en we nog een even rondjes moeten vliegen voordat we kunnen landen. Ik heb via het hotel in Singapore een limo-taxi laten regelen, zodat we geen onnodige vertraging oplopen om vanuit het vliegveld naar het hotel te gaan (aangezien we ook nog even Singapore by night willen fotograferen). Deze wacht tot één uur na landingstijd, dus ik hoop dat hij er nog is.
Het vliegveld in Singapore is heel nieuw en erg ruimtelijk opgezet. Gelukkig hebben we vrij snel onze bagage en is de douane hier een stuk sneller dan waar dan ook. Het duurt maar een half uurtje van het moment van landen tot we in onze taxi zitten. Zo mag het wel vaker gaan!
Onze taxichauffeur is ooit al eens in Amsterdam geweest en zoals veel buitenlanders is dat ook het enige waar Nederland uit bestaat en is hetgeen dat wij toeristen te bieden hebben koffieshops en drugs. En daar kan hij vrij lang over vertellen. De hele rit van twintig minuten van het vliegveld naar ons hotel blijft hier erover praten.
We checken snel in bij ons hotel Oasia en pakken vervolgens de metro naar het centrum. Wel nog even checken hoe laat de laatste metro terug gaat. Dat lijkt heel ruim te zijn, maar uiteindelijk moeten we ons toch nog haasten om met de laatste metro terug te komen. Maar gelukkig hebben we de meeste highlights gezien: de Singapore Botanic Gardens, de Helix Bridge en het Marina Bay Sands Hotel & Casino. We zijn inmiddels zo’n 22 uur op de been en behoorlijk moe. De benauwende warmte van Singapore werkt ook niet echt bevorderlijk, dus we zijn blij als we eindelijk weer in onze airco gekoelde hotelkamer zijn.
Singapore – Amsterdam (vlucht)
Vanochtend staan we redelijk op tijd (om half negen) op zodat we nog van de stad kunnen genieten. Vanuit de kelder van het hotel komen we via een aantal winkeltjes rechtstreeks bij de metro uit, dus dat is super handig. Het is vanochtend duidelijk een stukje drukker dan gisteren. Zodra je de koelte van het hotel verlaat, wordt je alweer bevangen door de warmte. En zo’n vochtige warmte is toch een stuk lastiger te verdragen dan de warmte op de Cook Islands.
We gaan weer terug naar de toeristen hotspot van gisteravond. Deze keer hebben we voldoende tijd om een rondje rond de marina te lopen en ook andere bezienswaardigheden als de Merlion te bekijken. Het is echt een drukte van jewelste en de zon brandt zo hard dat het zweet in straaltjes langs je lichaam loopt. Iedere kans om schaduw of airco op te zoeken grijpen we dankbaar aan. Nadat we ons rondje gedaan hebben en de gewenste souvenirs gekocht hebben, hebben we het wel gehad en gaan we terug naar onze koele hotelkamer. We besluiten nog even een kort middagdutje te doen.
Nog even een verfrissende douche en een diner met roomservice en we zijn klaar om naar het vliegveld te gaan. Deze keer met de reguliere taxi en dat gaat prima. Het inchecken en de douane op het vliegveld verlopen zo soepel dat we eigenlijk veel te vroeg zijn.
Onze vlucht van Singapore naar Amsterdam (SQ 324) zou eigenlijk bijna 14 uur duren, maar blijkbaar is de inschatting nu dat het een uurtje korter kan. Ik hoop dat die info niet voor mijn ouders beschikbaar is, anders moeten ze nog een uur eerder uit bed en het is al zo vroeg.
In het vliegtuig neemt een Nederlandse man achter me plaats die met zijn vrouw zojuist een reis naar Myanmar achter de rug. De man vindt het leuk om te weten waar we vandaag komen en wat we gedaan hebben. Vol enthousiasme vertel ik over ons huwelijk en even later vraagt zijn vrouw (Willemijn Bos) of ze mag kijken of ze ons verhaal aan een blad kan verkopen. Ze is freelance journalist en vindt ons verhaal interessant genoeg om een artikel aan te wijden. De vraag is natuurlijk of er een blad is dat geïnteresseerd is, maar ik vind het wel een leuk idee. Ik geef haar onze contactgegevens. Wie weet horen we er nog iets van…
Voor de rest valt er niet veel over de vlucht te melden, behalve dat het erg lang duurt voordat we er zijn. Wetende dat we rond half negen zijn opgestaan, betekent dat we als we landen al 28,5 uur op zijn (het korte middagdutje van een uurtje in Singapore niet meegerekend). En dan moeten we nog naar huis karren (deze keer gelukkig niet met de trein maar met taxicentrale Van Es). Het is een echte uitputtingsslag. Ik ben zo blij dat we die stop-over hebben gedaan, anders was het nog erger geweest. Pfff, ik moet er niet aan denken.
Amsterdam
Om zes uur ’s ochtends, bijna één uur eerder dan oorspronkelijk gepland, komen we aan op Schiphol. Natuurlijk moeten we weer even wachten op onze bagage. Na 11 vluchten op 7 luchthaven in 5 landen met 4 luchtvaartmaatschappijen durven wij ons toch wel redelijk expert te noemen. En wat blijkt uit ons vergelijkend warenonderzoek. Schiphol is by far de traagste wat betreft de bagage afwikkeling. We moeten een behoorlijke poos wachten voordat de bagage op de band komt en typisch is dat onze bagage op Schiphol altijd een van de laatste stuks zijn die op de band belanden.
Daarna gaan we op zoek naar pap en mam in de parkeergarage. Als we naar buiten lopen is het even wennen aan de zeer frisse ochtend lucht. Wat een contrast met Singapore!
Mam staat al bij de ingang van de parkeergarage te wachten en na een emotioneel weerzien, laden we onze tassen in en worden we verwend met lekkere broodjes en thee. Wat heerlijk om niet nog een hele tijd in de trein te hoeven hobbelen, maar gewoon relaxt op de achterbank te kunnen ploffen. Dan voelt het moment dat je in de auto ploft als thuiskomen in plaats van de aankomst op station Sittard. Echt fijn!
Als we bij ons de straat in rijden zie ik mam nieuwsgierig naar me kijken en als snel wordt me duidelijk waarom. Ze hebben het huis versierd met een boog met ballonnen en “Just Married” stickers op het raam. Dat is nog eens een welkom! Bij de voordeur draagt Martin me met veel gekreun en gelach naar binnen. En dan wacht nog een speciale verrassing voor hem: zijn ouders! Ik wist dat zij er zouden zijn, maar heb het ondanks mijn enthousiasme hierover geheim kunnen houden voor hem. Het is zo leuk dat iedereen extra moeite heeft gedaan om onze thuiskomst speciaal te maken. En dat is gelukt!
En dan is het tijd voor de rituele Bossche bollen. Deze keer gevolgd door een glaasje champagne om te proosten op ons huwelijk.