Dag-tot-dagbeschrijving:

Amsterdam – Rio de Janeiro (vlucht)

We dachten dat we het goed voor elkaar hadden. Lekker een dagje eerder richting Schiphol en overnachten bij CitizenM, zodat we heerlijk uitgeslapen aan onze lange vliegreis kunnen beginnen. Helaas werden wij midden in de nacht bruut uit onze slaap gerukt. Brandalarm! Snel trekken we onze kleren aan en verzamelen we de belangrijkste bagage en verlaten onze kamer. Heerlijk, net nu we op de bovenste verdieping slapen! Op de gang zien we mensen met hun grote bagage slepen en net als we overwegen om die ook maar te pakken, komt iemand melden dat hij gaat checken wat er aan de hand is. Even later komen mensen weer terug naar hun kamer, maar het brandalarm gaat nog steeds. Tja, wat moet je dan? Is er echt iets aan de hand of heeft iemand een flauw geintje uitgehaald? Pas na ruim een kwartier stopt het brandalarm en al die tijd heeft niemand van het hotel zich op de verdieping laten zien. Wat een vreemde bedoening! Op deze manier slagen ze ook niet echt voor hun ontruimingskwaliteiten. Ik besluit de receptie te bellen. De man aan de andere kant van de lijn zegt heel nuchter dat iemand aan het roken was in zijn kamer. Dat meen je niet! Ik hoop dat ze die knakker een flinke boete geven en uit het hotel hebben gegooid. Dat doe je toch niet?!

Nog helemaal hyper van de adrenaline gaan we terug naar onze kamer en proberen we nog een paar uurtjes te slapen. Onze tassen blijven uiteraard ingepakt (je weet maar nooit). Helaas lukt het me niet om de slaap opnieuw te vatten. Martin heeft er minder moeite mee, dus ik geniet maar van zijn nachtelijk geknor en kijk de tijd langzaam vooruit.

We zijn ruim voor de wekker wakker en gaan op tijd met ons hebben en houden naar de terminal. Eerst nog even een ontbijtje scoren, dollars pinnen en dan zijn er klaar voor. Als we boarden bij onze vlucht KL 705 blijkt dat we in een behoorlijk nieuw toestel zitten, een dreamliner. Mooie grote beeldschermpjes met een goed entertainment systeem. USB-poort en stopcontact om je elektronica op te laden. Raampjes die je op verschillende standen kunt instellen: transparant, lichtblauw om het zonlicht een beetje buiten te houden, donkerblauw om het zonlicht nog meer buiten te houden en zwart om alle licht van buiten tegen te houden. We hebben zelfs wifi, al blijkt deze niet zo veel te doen. Kortom, je bent van bijna alle gemakken voorzien. Behalve beenruimte, maar dat is ook niet belangrijk op een vlucht van bijna 12 uur…

We vertrekken met ongeveer een half uur vertraging rond half 2, maar landen toch nog netjes op tijd om half 8 ’s avonds in Rio. Nadat we onze bagage verzameld hebben, gaan we op zoek naar onze chauffeur. Als snel zie ik ‘m staan met een bordje van Blumar, onze lokale agent. Onze chauffeur, Alex, is zo attent om met mijn tas te slepen. Met een half uurtje rijden brengt hij ons naar Arena Copacabana Hotel. Hij geeft me zijn visitekaartje, zodat we hem altijd kunnen bellen als er iets is. Hij zal ons ook ophalen als we terugkomen vanuit Fernando do Noronha en weer terug naar huis gaan. Het is een aardige gast en een behoorlijke kwebbelkous, maar we hebben onderweg al wat handige info van hem gekregen. Zo zijn er twee lokale drankjes die je geprobeerd moet hebben: açai (een fruitdrankje) en caiprinha (een alcoholisch drankje met limoen, suiker, ijs en rum). Verder zijn Brazilianen volgens hem hele aardige mensen en is het helemaal niet zo onveilig als je je aan de “spelregels” houdt. Rio kent tussen de 700 en 800 favela’s, waarvan de veiligheid varieert van heel onveilig (zoals ze vaak worden afgeschilderd in de media) tot heel veilig.

Sommige favela’s liggen zelfs op prachtige locaties en genieten van de mooiste uitzichten van de stad. Genoeg mensen die hier wonen werken wel, maar het is vaak laaggeschoolde en slecht betaalde arbeid. Rio is een dure stad om te wonen, waardoor mensen tot deze oplossing gedwongen worden.

Rond half 10 komen we bij ons hotel aan. Ons hotel ligt niet verkeerd. We hebben een kamer op de 10e verdieping met seaview. Vanuit het raam van onze kamer kijken we zo op de Copacabana en de hele nacht horen we het geluid van golven op de achtergrond. Eindelijk een lekker nachtje voor de boeg!

Terug naar boven

Rio de Janeiro

Vanochtend gaat de wekker om half 6. Een beetje vroeg misschien, maar we waren beide toch al wakker. Terwijl Martin gaat douchen, geniet ik van het prachtige uitzicht van onze kamer. De hemel kleur mooi rood in het licht van de opkomende zon en op het strand zijn hier en daar al mensen actief. Nadat ik ook een verfrissende douche heb gehad, gaan we naar de ontbijtzaal waar we verrast worden door een overvloed aan lekker eten. We kunnen hier ook direct het vruchtensapje açai proberen. Het is goed te drinken, maar we vinden het beiden niet heel erg bijzonder.

Ik heb een private city tour geboekt bij Daniel Cabral. Volgens TripAdvisor de nummer 1 gids voor stadstours door Rio de Janeiro. Ook onze chauffeur van gisteren blijkt hem te kennen. Sterker nog, het zijn vrienden van elkaar.

Rond half 8 haalt Daniel ons op bij het hotel. We beginnen onze tocht met een bezoek aan Corcovado, oftewel Christ the Redeemer. Via een lange bochtige weg rijden we naar het Visitor Centre, waar we als een van de eersten aankomen. We kopen een kaartje voor de eerste groep en mogen naar boven. We besluiten de trap te nemen en zien het uitzicht steeds beter worden. Daar staat hij dan, de Redeemer tegen een strak blauwe lucht. We zijn een van de happy few die het punt op dit moment bezoeken en besluiten snel wat foto’s te maken zonder andere toeristen erop. Daniel maakt ook het geijkte plaatje van ons, maar helaas blijkt achteraf dat Martin zijn ogen dicht heeft. Jammer…

Al snel wordt het een stuk drukker. Als ze hier wat picknickbankjes zouden neerzetten, zou ik hier best wel even kunnen vertoeven. Heerlijk genietend van het mooie uitzicht over Rio. Het kan hier echter zo druk worden dat je nog bijna niet kun rondlopen. Dat is een stuk minder relaxt. Gelukkig zijn wij hier in het laagseizoen, dus dat hoeven we niet te verwachten.

We vervolgen onze tocht naar het Donna Marta Viewpoint. Dit is een plek die vooral bij de locals bekend is. Vanaf hier heb je een prima uitzicht op de berg met de Redeemer als hoogste punt.

We verlaten Tijuca NP en rijden naar de Botanical Garden. Sinds ons bezoek aan Sydney, waar we bijna een halve dag in de prachtige botanische tuin hebben doorgebracht, ben ik er erg enthousiast over geworden. We zijn het park nog maar net in gelopen en ik zie een paar toekans. Wat een prachtig beesten. Helaas willen deze schoonheden niet voor mij poseren. Hoe lief ik het ook vraag. Daniel geeft aan dat bij Iguaҫu ook een groot vogelpark is, dus wellicht dat we daar meer geluk hebben.

In de Botanical Garden is een keer per jaar een special orchideeënshow en laat dat nou net vandaag zijn. Bof ik even! Ze hebben hier de meest uiteenlopende soorten in diverse mooie kleuren en vormen. De mannen zijn dit natuurlijk al snel beu, maar ik kan hier echt van genieten. Ik ben dol op orchideeën en zou graag een paar bijzondere exemplaren mee naar huis nemen. Nu kun je die hier wel kopen, maar ik ben bang dat ze de reis niet overleven.

We rijden weer opnieuw het Tijuca NP in. Deze keer gaan we naar het Chinese Viewpoint. Ook dit is weer een prachtig punt waarbij je overzicht hebt over de hele stad. Het is eigenlijk een vreemd verschijnsel dat midden in een stad als Rio zo’n immense groot national park ligt. Je vergeet bijna dat je in een wereldstad bent. Na deze stop rijden we nog even naar de Tunay Waterfall. Daniel wil dit in eerste instantie overslaan omdat hij heeft gehoord van we ook nog naar Iguaҫu gaan. Dat wil echter niet zeggen dat we niet van andere mooie watervallen kunnen genieten. Dit is best een mooie waterval en echt wel een bezoekje waard.

Onderweg naar de Sugerloaf Mountain vertelt Daniel ons dat ze hier in het natte seizoen te maken hebben met aardverschuivingen en overstromingen. Dat maakt hier deel uit van het dagelijkse leven. Aan die prachtige ligging van de stad hangt dus wel een prijskaartje. En dan bedoel ik dus niet alleen de prijs van de grond om een huis te kopen. Voor de favela’s geldt overigens dat het huis geen officieel erkend bezit is. Het is publieke grond, waarop de overheid het tolereert als mensen de grond bebouwen. Ze krijgen echter niet het officiële eigendom ervan. Ook niet van het huisje wat ze erop bouwen. Al wordt dit binnen de gemeenschap wel als dusdanig erkend. Zo kunnen ze dus ook hun huisje “verkopen”, terwijl ze officieel geen eigendom hebben. Tegenwoordig schijnt het populair te zijn om het dak van je huisje te verkopen, zodat hierop weer een andere huisje kan worden gebouwd. De grond waarop favela’s kunnen worden gebouwd is namelijk verzadigd en dan moeten mensen creatief worden om nog nieuwe woonruimte te kunnen creëren.

Voordat we de Sugarloaf op gaan, besluiten we eerst nog even te lunchen. Daniel weet een goed restaurant te vinden. Althans, vanuit zijn perspectief bekeken. Het is een soort buffetrestaurant, waar je per gewicht betaalt. Ik vind het een bijzonder fenomeen om je bord te moeten wegen, maar in Rio schijnt dit soort restaurants erg populair te zijn. Het eten is er overigens niet slecht.

Met de kabelbaan gaan we via naar Sugarloaf. Vanaf deze berg heb je het mooiste uitzicht op de Copacabana en naar mijn mening ook een van de beste uitzichten over de stad. Zo mooi om te zien hoe de gebouwen rond de bergen zijn gebouwd. Het is net alsof ze zich als een rivier een weg banen door het landschap. Dit is zeker een aanrader!

We sluiten de tocht af met een bezoekje aan de Escadaria Selarón. De trap is bekleed met ruim 2.000 tegels van over de hele wereld. We vinden verschillende tegels in Delfs blauw en zelfs eentje uit Zeeland. De Chileense kunstenaar die dit gemaakt heeft, Jorge Selarón, is inmiddels overleden en had blijkbaar een obsessie voor zwangere wezens en grote borsten. Hij heeft diverse tegels zelf gemaakt en op iedere tegel is wel een zwangere te zien met grote borsten. Hij heeft zelfs diverse afbeeldingen van zichzelf in zwangere vorm met borsten gemaakt. Beetje vreemd, maar ja, iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden…

Ongeveer half 4 zijn we klaar met onze tocht en zet Gabriel ons weer bij het hotel af. Ik vond het zeker de moeite om deze tocht met een privégids te doen. Anders hadden we dit nooit allemaal op één dag kunnen zien. En het weer zat nog mee ook. Met de heerlijke temperatuur van vandaag zou je je bijna niet realiseren dat het hier winter is. De temperatuur kan in de zomer makkelijk oplopen naar 40 graden. Terwijl het kwik in de winter kan dalen tot zo’n 15 tot 20 graden. Voor Braziliaanse begrippen is het dus erg fris, maar ik vind het heerlijk. We boffen sowieso wel heel erg vandaag. De afgelopen dagen was het redelijk bewolkt en regenachtig, waardoor je bij de uitzichtpunten pech hebt. Vandaag heeft de hele dag een lekker zonnetje geschenen en hebben we eigenlijk alleen last van de bewolking gehad bij het Chinese Viewpoint. Al met al een prima dag om de stad te bezoeken.

Weer terug in het hotel ga ik even liggen en wil ik wat foto’s uitzoeken voor op onze website. Zie ik plots een mail van Ziggo voorbij komen. Ze hebben mijn e-mailaccount geblokkeerd omdat er binnen een redelijk kort tijdbestek vanaf verschillende ip-adressen is ingelogd. Ieder jaar is het weer prijs met Ziggo. Ze lijken zich daar maar niet te realiseren dat mensen ook buiten Europa op vakantie gaan en vervolgens hun e-mail checken tijdens hun tocht door het land. Tja, wij zijn hier natuurlijk ook echt uniek in. Toch? Wat een stelletje prutsers!

Na het terugkerende Ziggo-probleem weer opgelost te hebben, ga ik aan de slag met de foto’s en het reisverslag. De lunch is hier de belangrijkste en zwaarste maaltijd en dat hebben we vanmiddag mogen ervaren. Daardoor hebben we nu geen honger meer en besluiten het diner te skippen. Het is tijd om te relaxen!

Terug naar boven

Rio de Janeiro – Paraty

Vanochtend word ik net op tijd wakker om de zonsopkomst te zien. We hoeven nog lang niet op te staan, maar ik kan het niet laten om het raam te openen om te genieten van het mooie ochtendlicht en het geluid van de golven. Je krijgt bijna het gevoel alsof je op het strand ligt te slapen, maar dan zonder het bijbehorende zand in je pyjama.

Op zondag wordt de straat langs het strand altijd afgesloten voor verkeer en is hij vrij voor voetgangers en fietsers om te gebruiken. Vandaag schijnt er een of andere festiviteit te zijn, waarbij mensen rennen of lopend de weg meerdere keren afleggen. De meesten gehuld in rode shirts voorzien van een wedstrijdnummer. In eerste instantie dachten wij dat het een marathon was, maar aangezien het tempo bij de meesten niet heel hoog ligt en het merendeel wandelt zal het wel iets anders zijn. Straks een even googelen of we kunnen achterhalen wat het evenement was.

Ook vandaag genieten we weer van ons heerlijke ontbijtje. We hebben nog even voordat we worden opgehaald, dus gaan we naar het dakterras met zwembad om van het uitzicht te genieten.

Stipt om 10 uur worden we opgehaald door onze chauffeur. Helaas spreekt de goede man geen woord Engels, dus kunnen we niet echt een gesprek met hem aangaan.

Tijdens de autorit komen we tot de conclusie dat Rio wellicht wel de mooiste stad is waar we ooit zijn geweest. Sydney blijft qua sfeer wel onze nummer 1 en ook Vancouver staat hoog op onze lijst. Maar Rio is qua ligging toch echt wel het mooiste. Al die negatieve geluiden die je over de stad hoort kan ik niet bevestigen. Natuurlijk moet je voorzichtig zijn, op je spullen passen en als het donker is niet overal rondlopen. Maar ja, laten we eerlijk zijn, dat is bij de meeste grote steden zo. We zijn voornamelijk in de groene gedeeltes van de stad geweest, dus mogelijk dat het in de andere gedeeltes anders voelt. Voor ons was het echter een fijne ervaring en we hebben zeker geen onveilig of onprettig gevoel gehad. Het tegendeel zelfs. We kijken ernaar uit om de stad nog een keer te kunnen bezoeken voordat we naar huis vliegen.

Na bijna 4 uur rijden komen we aan in het pittoreske dorpje Paraty. Het laatste stuk van de rit gaat over wegen gemaakt van rivierstenen. De volwassen variant van de Nederlandse kinderkopjes. Het gehobbel is vrij heftig en lopend ben je waarschijnlijk sneller dan met de auto. Ik moet al een uur naar de wc en dit maakt mijn verlangen ernaar alleen maar groter.

We verblijven bij Pousada de Marquesa, die in het historische gedeelte van het plaatsje ligt. Dat betekent ook dat hier geen auto’s mogen komen en er een mannetje gebeld wordt om met de bagage te helpen. Met mijn Google Translate app bij de hand, vraag ik onze chauffeur hoe laat de pick-up is voor de transfer naar het vliegveld van São Paulo. Gelukkig spreekt hij wel een gebrekkig woordje Spaans en dat kunnen we beter volgen dan Portugees. Martin en ik denken beide dat hij antwoord dat de lokale agent met de pousada zal bellen om onze vertrektijd door te geven. We zullen zien. In principe hebben we van Tico al een tijd doorgekregen, maar het is altijd goed te checken of degene die je komt halen ook weet hoe laat hij verwacht wordt. Al helemaal als je een vlucht moet halen…

Ik had verwacht dat men op de toeristische trekpleisters meer Engels spreekt, maar je merkt dat het echt alleen Portugees is. Op de scholen krijgen ze het zelfs tegenwoordig nog maar beperkt mee. Erg jammer, want het is gewoon een lastige taal. Spaans kun je op hoofdlijnen nog wel volgen, maar bij Portugees ligt dat anders. Overigens spreken ze hier geen zuiver Portugees. Het is gebaseerd op Portugees, maar ze gebruiken ook sommige woorden uit het Italiaans of die afkomstig zijn uit het Spaans. Zo is “bon dia” goedendag en zeg je “ciao” als je weggaat. Als je dank je wel zegt, dan moet je als man “obrigado” zeggen en als vrouw “obrigada”. En ze spreken woorden maar half uit, dus “obrigado” wordt “brigad”. Tja, probeer daar dan maar eens chocolade van te maken. De basis zit er inmiddels wel in, maar ik ga mijn best doen om me wat meer woorden eigen te maken. Je merkt dat de locals dat wel waarderen en ik vind het zelf ook prettig.

Maar goed, onze pousada dus. Een schattig huis met waarschijnlijk authentieke details. Een beetje een muffig luchtje, maar wel met het geluid van vogels op de achtergrond en een sfeervol zwembad voor de gasten. Ik duik natuurlijk meteen het toilet op en kan spreken van een zeer bijzondere ervaring. De toiletbril is namelijk niet massief, dus als je erop gaat zitten loopt de lucht er langzaam uit. Heel bijzonder dit!

Nadat we ons geïnstalleerd hebben, gaan we het dorpje verkennen. En ja hoor, het is net zo fotogeniek als ik gehoopt had. Allemaal straatjes met mooi gekleurde huizen en in diverse straten hangen vrolijke vlaggetjes. Het dorpje ligt aan het water en er is een overvloed aan kleurige boten die vrolijk dobberend wachten op toeristen die een eindje willen gaan varen. We hebben voor morgen al een boottocht geboekt, dus moeten we de kapiteins helaas teleurstellen.

’s Avonds gaan we een hapje eten bij restaurant Bartholomeu. We zijn de eerste gasten van de avond en krijgen een prominent plekje voor het raam. Waarschijnlijk om andere gasten te trekken. Het is sowieso het mooiste tafeltje van de tent, dus we boffen er maar mee. Martin besluit voor de lokale specialiteit Moqueca te gaan en heeft zeker geen spijt van zijn keuze. Het gerecht is een soort stoofpotje van vis met garnalen, banaan en paprika. Dit wordt geserveerd met rijst, farofa en pirao. Ik ga voor de filet Mignon met knoflookkorst en bockbiersaus. Ook geen slechte keuze. Tijdens het eten is er live entertainment van een man op een akoestische gitaar. Zo lang hij niet mee zingt, klinkt het prima!

Terug naar boven

Paraty

Vandaag staat onze privé boottocht met Palombeta Tours op het programma. We zijn wat aan de vroege kant, dus besluiten voor de pousada in het zonnetje op onze pick-up te wachten. Het duurt niet lang voordat een jonge knul komt aangelopen. Het is Fabio, onze kapitein. Het is op dit moment laag water, dus we kunnen niet vanaf hun gebruikelijke plaats vertrekken. Op weg naar een andere haven snappen we waarom. Het water staat zo laag dat de boten allemaal op het droge liggen.

We hebben het kleinste speedbootje gehuurd, maar het is prima vertoeven. Twee relaxte plaatsen voor op de boot, maar ook achterop is een bankje waar we comfortabel op kunnen zitten. Er is zelfs zoetwater aanwezig om het plakkerige zoute zeewater van ons af te spoelen na een snorkelstop.

Fabio is een toppertje. Het is zeker geen domme jongen. Hij komt uit São Paulo, maar is al van kleins af aan verzot op de omgeving bij Paraty en het leven op de boot. Hij heeft zijn master opleiding in London gedaan en heeft na een paar jaar een kantoorbaan te hebben gehad, het aanbod gekregen om in Paraty bij een van de duurste pousada’s te kunnen werken. Daarna heeft Davi, de eigenaar van Palombeta, hem een baan aangeboden op de boot. Dit is hetgeen hij het liefst doet. Daarnaast is hij ook nog een eigen bedrijfje begonnen in toeristische consultancy. Hij verdient hier niet zo veel mee als met de kantoorbaan, maar de kwaliteit van leven is op deze wijze wel een stuk beter. Tja, dat kan ik me heel goed voorstellen. Bovendien spreekt hij uitstekend Engels, wat hier echt wel een pluspunt is.

De omgeving rondom Paraty is ontzettend mooi. Onze eerste stop is bij Praia do Jurumirim, waar we zeeschildpadden spotten. Ze laten zich iedere keer maar heel kort zien, dus foto’s maken heeft geen nut. Normaal gesproken kun je hier ook snorkelen, maar het onstuimig weer van de afgelopen dagen zorgt ervoor dat het water erg troebel is. Daarna varen we naar Ilha do Mantimento. Dit eiland is privé bezit van de eigenaar van Fiat. Er liggen diverse eilanden met huizen erop, maar Fabio is erg enthousiast over deze man. Hij is anders dan de andere eigenaren. Hij heeft dit eiland niet alleen als pronkstuk waar hij af en toe verblijft, maar zet zich ook in om de natuur en het wildlife op het eiland te behouden. We zien diverse schattige kleine aapjes in de bomen. Even later zien we ook een leguaan uit de struiken komen die het aan de stok krijgt met een agoutis.

Onderweg naar Ilha da Pescaria ou Comprida zien we zelfs dolfijnen. Het houdt maar niet op! De meeste dolfijnen vinden het leuk om met de boot mee te zwemmen, maar deze soort is wat schuwer. We zien ze en paar keer en nog voordat ik mijn camera kan pakken, zijn ze alweer verdwenen.

Ook het water bij Ilha de Pescaria ou Comprida is wat onrustiger, waardoor het zicht beperkt is. We besluiten toch een poging te wagen en na even te zoeken, zien een groep vissen. We blijven een beetje op dezelfde plek dobberen en het lijkt alsof er steeds meer vissen bij komen die nieuwsgierig naar ons komen kijken. Ze komen steeds dichterbij. Zo dichtbij zelfs dat ik me afvraag of ze nieuwsgierig zijn of stiekem aan onze tenen willen komen knabbelen.

Bij Saco da Velha kun je normaal gesproken naar een grot zwemmen, maar ook hier geldt dat het onstuimige water ervoor zorgt dat het niet verantwoord is. Op de rotsen zitten namelijk scherpe schelpen waaraan je lelijke snijwonden kunt oplopen. Dat willen we natuurlijk niet! Dus snorkelen we wat in de omgeving, al zijn er weinig visjes te ontdekken. Daarnaast heeft mijn magere mannetje het koud, dus besluiten we hier niet al te lang rond te hangen.

Onze laatste stop is Saco do Mamanguá. Dit is een soort fjordengedeelte en erg mooi. Hier bezoeken we een prachtig strandje en maken we een stop bij een afgelegen restaurantje. Het wordt gerund door een lokale visser, die zowel visser als kok als eigenaar is. Het eten is hier prima. We eten een lokale vis in de vorm van fish and chips (maar dan zonder chips) en inktvis van de gril. Jammie, dat is lekker! We schrikken wel als we de rekening krijgen, want het is bijna net zo duur als ons avondmaal van gisteravond, maar het heeft zeker gesmaakt.

Als toegift stopt Fabio nog bij een eiland waar je bovenop een mooi uitzicht hebt. Het is een beetje klauteren, maar ook dit is weer een prima stop.

Rond 4 uur worden we door Fabio bij de haven afgezet en lopen we terug. We lopen eerst naar Paraty Tours om te checken wat de pick-up tijd voor morgen is. Bij onze pousada aangekomen blijkt dat ze al een berichtje voor ons hadden achtergelaten. In het Frans nota bene. Het moet niet gekker worden. Het is maar goed dat we onze talen spreken!

Aangezien we nog steeds vol zitten van onze lunch besluiten we vandaag her diner maar over te slaan. Ik had verwacht geen al te best eten te krijgen in Brazilië en daardoor wat kilo’s af te vallen. Tot nu toe is het eten echter prima, dus lijkt dat doel wat minder realistisch…

Terug naar boven

Paraty – São Paulo – Foz do Iguaҫu (vlucht)

Na een goed ontbijtje pakken we de laatste spulletjes is. Stipt om 9 uur worden we in de lobby opgepikt door Daniel, onze chauffeur van vandaag. Het valt ons op hoe punctueel ze hier zijn en hoe betrouwbaar de afspraken zijn die je hier maakt. Ik had een wat nonchalantere houding verwacht, maar ben aangenaam verrast.

We hebben een rit van zo’n 4 uur naar São Paolo voor de boeg. De eerste helft van de rit is door het prachtige groene landschap van de Costa Verde (tja, de naam zegt het natuurlijk al). Eerst rijden we een stuk langs de kust. Vervolgens rijden we het binnenland in via een wel heel avontuurlijke route. De weg gaat behoorlijk steil omhoog via diverse scherpe haarspeldbochten. Af en toe kun je tussen het groen door kijken en word je getrakteerd op een prachtig uitzicht.

Daniel babbelt zo nu en dan wat in het Portugees en het lukt ons zelfs om op hoofdlijnen te volgen wat hij zegt. Hij is een wat klantvriendelijkere chauffeur dan die op het stuk van Rio naar Paraty. Hij heeft de airco gelukkig niet zo hard staan (daar staan Braziliaanse chauffeurs namelijk bekend om), geeft uitleg en attendeert ons op mooie uitzichtpunten. Zo nu en dan is hij ook nog een beetje bijdehand. Als we onderweg een auto zien die op z’n kop en duchtig in de kreukels ligt, merkt hij heel droogjes op dat hij “kaputo” is. Tja, dat hadden we al in de gaten, grapjas!

Wat ook wel typerend is, is de voorliefde voor Engelstalige golden oldies. Beide chauffeurs van Paraty Tours delen deze voorliefde en we horen o.a. de Bee Gees en Billie Ocean voorbij komen. Toch gek dat ze dat leuk vinden, terwijl ze nauwelijks een woord Engels verstaan. Maar ja, muziek is natuurlijk een meer dan alleen woorden.

Tegen half 2 komen we aan op de luchthaven van São Paulo. Ze lijken hier niet zo goed te weten wat ze willen. Binnen 5 minuten tijd, hebben ze de gate van onze vlucht maar liefst 3 keer veranderd. Daarna zijn ze eruit wat de definitieve gate gaat worden. Gelukkig maar, want ik ben dat heen en weer geloop wel een beetje moe.

Het boarden van onze vlucht JJ 3559 verloopt overigens ook heel bijzonder. Normaal gesproken mogen mensen met kleine kinderen en mensen die slecht ter been zijn, samen met degenen die priority vliegen als eerste boarden en volgt de rest op stoelnummer. Hier mag echter de bejaardensoos het eerst boarden. Ongeacht of ze slecht ter been zijn. Tevens begint bejaard zijn hier nogal jong, ik schat bij zo’n jaartje of 50. Als we nu een paar jaartjes gewacht hadden met deze reis, had ik hier ook gebruik van kunnen maken en had Martin mij mogen “begeleiden”.

Terwijl we wachten op vertrek, kan ik mooi in de gaten houden hoe ze de bagage inladen. Ik zie onze tassen al snel voorbij komen, dus dat zit wel goed. Iemand anders is echter minder gelukkig. Er is een koffer dat niet sluit en dat zorgt voor gedoe bij de mannen. Eerst wordt er een collega bij geroepen, dan wordt er druk gebeld. Vervolgens wordt er eens in de koffer gekeken en het label gescand. Na lang wikken en wegen, gaat het koffer niet het ruim in. Ik zou zeggen, rolletje ducktape er omheen draaien en we kunnen weer. Maar dat zal wel te simpel gedacht zijn.

We vertrekken met ruim een kwartier vertraging om kwart over 4 en komen rond half 6 aan bij de luchthaven van Iguaҫu. Daar mogen we over de landingsbaan lopen naar de bagageband. Onze chauffeur Felix staat al op ons te wachten. Hij wil dat we eerst nog even langs de balie van Gol lopen om onze vluchten vanuit Iguaҫu naar Cuiaba te bevestigen. Geen idee waarom dit moet, maar het is voor hem nogal een dingetje. Bij de balie van Gol is echter niemand, dus die vlieger gaat niet op.

Het is gelukkig maar een kort ritje naar ons hotel. Het ligt midden in het nationale park en op een paar meter afstand van de mooiste waterval ter wereld. Ondanks dat het al donker begint te worden, kunnen we er toch alvast een blik op werpen en het stelt zeker niet teleur. Het hotel Das Cataratas is ver boven ons gebruikelijke niveau. We worden overal met de heer en mevrouw De Milliano aangesproken en op onze wenken bedient. We worden er een beetje ongemakkelijk van. Als welkomstcadeau krijgen we een klein flesje met water uit de watervallen en voor ieder een paar slippers van het bekende Braziliaanse merkt Havaianas. Ze hebben zelfs al de goede maat voor ons uitgekozen. Ook ligt er een kaartje met de weersvoorspellingen gedurende ons verblijf klaar. De komende twee dagen wordt het zonnig en zo’n graadje of 35. Perfekt!

Ondanks dat Felix ons gewaarschuwd heeft voor cougars en jaguars, lopen we toch nog even naar de watervallen die verlicht worden door de volle maan. Natuurlijk maken we ook nog even een foto van het super decadente hotel en dan gaan we ons snel klaar maken voor het diner.

Het eten is heerlijk! Daarna weer snel naar onze kamer, want we zijn aardig moe van de hele dag hangen. Morgen is het weer vroeg dag. We gaan de watervallen vanaf de Argentijnse kant bezoeken. Hiervoor heb je blijkbaar een uurtje of 6 nodig. De dag erna kunnen we dan op ons gemakje de Braziliaanse kant doen en wellicht nog het vogelpark bezoeken.

Terug naar boven

Foz do Iguaҫu

We staan lekker op tijd op zodat we op ons gemakje kunnen ontbijten en wellicht nog een blik op de watervallen vanaf de Braziliaanse zijde kunnen werpen. Helaas is het erg mistig. We hebben de watervallen gisteravond nog gezien, dus we weten dat ze er zijn, maar er valt gewoon helemaal niks te zien! Oké, we zien schattige neusbeertjes en een paar aapjes. Ook leuk, maar daar komen we in eerste instantie natuurlijk niet voor. Hopelijk is de mist weggetrokken voordat we aan de Argentijnse zijde zijn.

Om half 9 worden we opgehaald door Felix. Hij brengt ons eerst naar een locatie waar we geld kunnen wisselen om de toegang tot de Argentijnse zijde te betalen. Ze willen daar namelijk alleen maar in cash Argentijnse valuta betaald worden. Vervolgens doorlopen we het stempelritueel bij de grensovergang. Eerst een stempeltje halen omdat we Brazilië uit gaan en vervolgens een stempeltje halen om Argentinië in te mogen. Het duurt nagenoeg 1 uur om vanaf ons hotel naar de watervallen aan de Argentijnse kant te komen.

We twijfelen beide een beetje aan onze keuze om met Felix de tocht te doen. Het is best een aardige man, maar hij is zo vol van zijn eigen verhalen dat hij niet naar anderen luistert. Ook zijn gevoel voor humor, of beter gezegd zijn gebrek hieraan, laat te wensen over. Hij heeft volgens eigen zeggen 40 jaar ervaring en is er trots op dat hij veel talen spreekt. Op zich prima pluspunten. Het jammere is echter dat hij zijn verhaal afdraait, zonder rekening te houden met de interesses van zijn klanten. Zo krijgen we een heel verhaal over politiek en corruptie. Eerlijk gezegd zit ik hier niet op te wachten. We zijn op vakantie en komen hier om te genieten van de prachtige natuur. Gelukkig krijgt hij gaandeweg de dag in de gaten dat zijn oneindige stroom aan informatie ons slechts deels interesseert en dat we hem vooral hebben ingehuurd om voor het vervoer te zorgen en hier en daar van tips te voorzien. Het klinkt misschien oneerbiedig, maar dat is waar wij behoefte aan hebben. Voor de rest willen we vooral genieten van de omgeving.

In plaats van het treintje, pakken we de groene wandelroute naar het startpunt van het treintje dat ons naar het startpunt van de wandelroute naar Garanta del Diablo brengt. Tijdens onze rit worden we vergezeld door een gevarieerd gezelschap van vlinders. Ongelofelijk in hoeveel mooie soorten en maten die hier rondvliegen. Blijkbaar komt dit door de enorme variatie een vegetatie. Iedere plant trekt weer andere vlinders aan. Aan het einde van de treinrit lopen we als een speer naar onze eindbestemming, zodat we er net voor de grote meute zijn en nog een paar foto’s kunnen maken zonder toeristen erop.

Felix vertelt ons dat gemiddeld iedere 10 jaar de waterstand hier zo hoog is dat de voetgangersbruggen verwoest worden door de kracht van het water. Op diverse plekken zien we nog de overblijfselen van voorgaande bruggen. De brug waar we nu over lopen is zo’n 3 jaar geleden gebouwd. Ze proberen met een betere constructie te komen, zodat deze in de toekomst wel de beproevingen kan doorstaan.

Daarna gaan we weer met het zeer oncomfortabele en afgeladen volle treintje terug en lopen we de Paseo Superior. Hier hebben we een aantal zeer mooie uitzichten op de indrukwekkende watervallen. Wat een schitterend landschap! Wat mij betreft zijn dit echt de mooiste watervallen ter wereld. Ze stoten zelfs mijn favoriet, de Victoria Falls, van hun troon. En ja, ook de Niagra Falls zijn mooi, maar ze vallen in het niet bij deze beauty! Volgens de Lonely Planet is de Braziliaanse zijde de mooiste, maar ik kan me bijna niet voorstellen dat het nog mooier kan worden dan dit. In 2012 zijn de watervallen uitgeroepen tot een van de 7 nieuwe Wonders of Nature. Geheel terecht als je het mij vraagt!

Rond half 3 verlaten we het park en gaan we weer terug naar Brazilië. We hebben genoeg gedaan voor vandaag. Het was een ontzettend mooie ervaring, maar het is erg warm en we hebben toch aardig wat kilometers gelopen, dat we nu wel van onze door airco gekoelde kamer willen genieten. Op z’n minst eventjes. Dan gaan we toch nog even naar de watervallen aan de Braziliaanse zijde. We lopen niet het hele route, maar een stukje, zodat we een goede indruk kunnen krijgen. De rest ontdekken we morgen.

Voordat we gaan eten, vragen we bij de receptie of het mogelijk is om morgen iets later uit te checken, zodat we eerst nog de watervallen kunnen bewonderen. Morgen is het echter Independance Day en dan worden zo’n 100 check-ins verwacht. Later dan 12 uur mogen we niet uitchecken. In principe zou dat wel moeten lukken, mits de mist maar op tijd weg trekt.

Ook vanavond is het eten weer prima. Tja, het hotel is gigantisch duur en natuurlijk veel te sjiek voor ons. Het heeft echter wel een paar enorme voordelen. Klantvriendelijkheid staat hier heel hoog in het vaandel, het eten is om te smullen en, last but not least, je overnacht midden in het nationaal park op loopafstand van de watervallen. Een echte aanrader dus!

In het restaurant zitten 4 mannen aan een tafeltje, waarvan eentje behoorlijk uit de toon valt met zijn pak. Als we de eetzaal verlaten, springt hij bijna van zijn stoel en wenst ons een fijne avond en bedankt ons voor ons bezoek. Nu zijn we natuurlijk ook best goed gezelschap, maar dat kan die man niet weten. Waarschijnlijk is het de eigenaar, die hier heel goed zaken doet. Of wellicht toch een te enthousiaste toerist? Wie zal het zeggen…

Terug naar boven

Foz do Iguaҫu – São Paulo – Cuiabá (vlucht)

We verwachten dat de mist ’s ochtends eerst nog moet wegtrekken, net als gisteren. Maar nee hoor. Als de wekker om 7 uur gaat, staat er al een stralend zonnetje aan de hemel en is er geen spoortje mist te bekennen. Op naar het ontbijt! Vandaag eten we ons ontbijtje lekker buiten op het terras met uitzicht op het zwembad. We worden omringd door een aantal vogels die je de kaas van het brood willen eten. Letterlijk!

Als een van de eersten lopen we vanaf het hotel de 1,5 km langs de watervallen. Het licht is nu een stuk mooier en er is gewoon niemand te bekennen. Ongelofelijk! We hadden gisteren natuurlijk al een stukje van deze route gelopen, maar lopen nu helemaal tot het einde. Wat een beloning krijg je hier!

Het perfecte plaatje van Devil’s Troath met een dubbele regenboog. Wauwerdiewauw! Na het prachtige uitzicht gisteren vanaf de Argentijnse kant, kon ik me niet voorstellen dat het nog zoveel mooier kon worden. Maar het is echt waar! De Braziliaanse kant biedt het mooiste uitzicht. Ondanks dat het nog zo vroeg is, is het toch al weer behoorlijk warm. Ik vind het dan ook helemaal niet erg dat we behoorlijk nat worden van de waterdamp die van de watervallen af komen. Martin vindt het minder, maar ik vind het heerlijk verfrissend!

We kopen nog een petje voor Martin, want hij is het zijne ergens kwijtgeraakt en met deze brandende zon kan hij eigenlijk niet zonder. Voor de rest hebben ze hier helaas geen mooie aandenkens te koop, dus doen we het overweldigende indrukken die we hier hebben opgedaan en het flesje gevuld met water uit de waterval dat we als welkomstcadeautje van het hotel hebben gekregen.

Weer terug bij het hotel verzamelen we onze spullen, checken uit (helaas…) en droppen de meeste tassen in de bagageruimte. Op naar het vogelpark Parque das Aves. Hier zien we diverse vogelsoorten waaronder de toco toekan. We schieten hier gewoon even het perfecte plaatje van de deze fotogenieke vogel. Tja, het is natuurlijk jammer dat het in een vogelpark is, maar in het wild zullen we waarschijnlijk niet zo dichtbij kunnen komen.

Rond 2 uur zijn we weer terug bij het hotel. Het is vandaag ook weer klef warm, dus we hebben wel behoefte aan een verfrissende douche. Toen we gisteren vroegen of we later konden uitchecken (en dat bleek niet mogelijk), is ons aangeboden dat we in de spa konden douchen. Nou, dat is niet tegen dovenmansoren gezegd. Daar gaan we dus eens even lekker gebruik van maken. Echt heerlijk! Dat is net wat ik nodig had. Daarna is het een geval van rondhangen totdat we naar het vliegveld worden gebracht. Dat geeft me mooi de gelegenheid om de foto’s van vandaag te bekijken en de mooiste exemplaren op onze website te zetten.

Felix is wat minder stipt dan de andere chauffeurs, maar we zijn ruim op tijd op het vliegveld. Er zit wel al personeel van Gol bij de balie, maar ze helpen nog geen mensen. Een man heeft een flinke discussie met het personeel. Hmmm, ik hoop dat het aan hem licht en niet aan de vriendelijkheid van het personeel van Gol. Volgens Felix rekenen ze vaak ook nog eens extra voor ruimbagage. Het lijkt me niet dat dat voor ons geldt. Als ze eindelijk besluiten aan de slag te gaan, worden wij erg vriendelijk geholpen en zoals verwacht geen extra kosten voor ruimbagage. Prima.

We hebben een van de laatste vluchten van de dag, dus nu is het wachten geblazen. Voor ons vertrekken vanaf dezelfde gate nog 2 vluchten naar São Paulo, maar beide met andere luchtvaartmaatschappijen. Als deze vertrokken zijn worden een aantal mensen nerveus en gaan al in de rij staan. We besluiten maar aan te sluiten. Al snel krijg ik door dat Gol de rijen voor het boarden in een andere volgorde dan de vorige vlucht heeft opgesteld. Scherp en alert als we zijn, gaan we snel in de goede rij staan. Een vrouwtje dat in de verkeerde rij vooraan staat en dit pas later door heeft, baalt als een stekker en vindt het blijkbaar nodig om haar eigen onoplettendheid op ons bot te vieren door met haar koffer te duwen. Ook in het vliegtuig gaat ze nog even door. Wij zijn voor haar in het vliegtuig en zitten helaas vlak bij haar in de duurt. Als wij onze bagage in de schaarse vakken leggen, begint ze weer te duwen. Als ze even later zelfs in een van onze tassen lijkt te willen neuzen, ben ik klaar met haar asociale gedrag en maak ik haar duidelijk dat ik daar niet van gediend ben. Wat een raar wijf! Sorry voor mijn taalgebruik, maar hier heb ik geen beleefder woord voor over. We kunnen trouwens blij zijn dat we als een van de eersten zijn geboard, want de vrienden van Gol hebben de bagagerekken van de 3 laatste rijen zelf in gebruik. Dat betekent dus dat er een tekort is van minimaal 18 bagageplekken. Schandalig! Zeker bij een vlucht van maar 24 rijen heeft dat nogal impact. En al helemaal als mensen complete hutkoffers als handbagage meenemen. We vliegen nog een aantal keer met Gol en een soortgelijk vliegtuig, dus dan moeten we bij die vluchten extra opletten dat we snel kunnen boarden. Want om een aantal uren met je handbagage tussen je benen te moeten doorbrengen is niet echt een pleziertje.

We vliegen eerst met vlucht G3 1173 van Iguaҫu naar São Paulo. Hier komen we om kwart voor 9 aan. Dan is het weer wachten op het vertrek van onze volgende vlucht G3 1424 van São Paulo naar Cuiabá. De geplande aankomsttijd is half 1 ’s nachts. Tussen São Paulo en Cuiabá is echter 1 uur tijdverschil, waardoor het dus gevoelsmatig half 2 ’s nachts is.

Gelukkig is dit vliegtuig net wat comfortabeler. Al is er ook hier weer een handbagage issue. Wat overigens makkelijk te verhelpen zou zijn als men zich hield aan de richtlijnen die ze voor handbagage afgeven (zowel m.b.t. het aantal als de afmetingen).

Als je over São Paulo vliegt, zie je pas hoe immens groot de stad is. Niet gek natuurlijk, want het is de 3e stad van de wereld wat betreft grootte. ’s Nachts ziet het er extra spectaculair uit met alle lichtjes. Wat ons overigens ook is opgevallen tijdens onze reis is hoe weinig buitenlandse toeristen hier komen. We hebben 2 keer mensen Nederlands horen praten. Zelfs de Duitsers die je normaal gesproken overal tegen komt, zijn op één hand te tellen. Ook gedurende de vluchten lijken het vooral Brazilianen zelf te zijn die we tegenkomen. Dat verklaart wellicht ook waarom ze de veiligheidsinstructies alleen in het Portugees geven. Ik had niet de indruk dat wij zo buiten de gebaande paden gaan. Zonde overigens, want Brazilië is echt een mooi land en heeft veel te bieden.

Om half 2 lokale tijd komen we aan bij ons hotel Deville in Cuiabá. Pfff, we zijn helemaal kapot. Snel naar het hotel, inchecken, accu’s opladen en dan het bed in. Ik val nu al bijna in slaap…

Terug naar boven

Cuiabá – Pantanal

We worden vanochtend pas tussen 12 en half 1 opgehaald. Desondanks zit uitslapen er slechts beperkt in. We kunnen maar tot 10 uur ontbijten en aangezien we gisteren op alleen een ontbijtje hebben geleefd, zijn we wel toe aan een stevige maaltijd.

Als we om kwart voor 12 onze kamer verlaten en staan te wachten op de lift, horen we de telefoon op onze kamer rinkelen. In de lobby aangekomen, bleek dat al het belletje te zijn voor onze pick-up. Ze zijn aan de vroege kant. Snel uitchecken dus en dan de bagage in het busje laden en we kunnen vertrekken.

In het busje zit al een ouder Duits stel, dat overigens tot mijn verbazing behoorlijk goed Engels spreekt (een zeldzaamheid onder Duitsers) en een jonge Duits knul. We maken nog een korte stop bij het kantoor in Cuiabá, waar de Duitse knul nog een dingetje moet regelen. Geen idee wat het is, maar hij heeft er zijn paspoort voor nodig, waardoor het hele bagageruim overhoop moet worden gehaald.

Van Cuiabá is het een aardig eindje rijden over de Transpantaneira Highway naar de Araras lodge in de Pantanal. Het laatste uur rijden we over een onverharde weg en spotten we krokodillen bij de bosjes. De temperatuur vraagt wel om een verfrissende duik in het water, maar ik krijg toch sterk de indruk dat het hier een “no swimming zone” is. Ook zien we capibara’s. Blijkbaar ziet de chauffeur deze niet, want hier stoppen we niet voor. Struisvogels (emoes), reigers en andere vogels passeren ook de revue.

De Pantanal ligt in de Mato Grosso en bestaat uit een zuidelijk en noordelijk gedeelte. Wij bezoeken het noordelijke. Het is een moerassige wildernis die ongeveer zes keer zo groot als Nederland is. Een deel van dit enorme natuurgebied staat op Unesco’s Werelderfgoedlijst. De regio herbergt één van de grootste wetlands ter wereld en is van grote ecologische waarde. De Pantanal heeft een rijke fauna. Met een beetje geluk kunnen we hier miereneters, kaaimannen, apen, herten, otters en capibara’s zien. Het is een waar paradijs voor vogelaars. Ibissen, lepelaars, reigers, toekans, papegaaien, emoes en ooievaars zijn hier allemaal te vinden. Niet dat wij vogelaars zijn, maar ik vind het geen straf om een mooie vogel op de foto te zetten.

Tijdens het regenseizoen, wat loopt van december tot maart, komt een gebied zo groot al de Benelux onder water te staan. De Pantanal verandert dan in het grootste moeras ter wereld, doorsneden door talrijke rivieren en kreken en bedekt met beboste eilandjes, waarop veel diersoorten samenkomen. Nu is het echter het droge seizoen, wat betekent dat het erg stoffig en droog is, gecombineerd met temperaturen van boven de 40 graden.

Rond kwart voor 3 komen we aan bij de lodge waar we erg vriendelijk worden ontvangen door onze gastvrouw. Terwijl zij haar welkomstwoordje doet, zie ik toekans en andere kleurrijke vogels in de bomen om ons heen zitten. Tja, die kans kan ik niet voorbij laten gaan. Terwijl ik haar verhaal aan hoor, loop ik rond om foto’s te maken. Blijkbaar is ze dit gedrag van toeristen gewend, want ze zegt dat de toekans altijd de aandacht opeisen als ze in de buurt zijn.

Aan de muur zie ik borden voor de Jaguar Express. Een speciale tocht om jaguars te zoeken. Deze mooie krachtige dieren zijn een van de belangrijkste redenen voor mij om naar Brazilië en in het bijzonder de Pantanal te willen komen. Als ik hiernaar vraag, blijkt dat in dit gedeelte van de Pantanal in dit seizoen de jaguars niet te zien zijn. Zelfs in het natte seizoen is de spotkans hier enorm klein. Daarvoor zou je dus naar het zuidelijke gedeelte van de Pantanal moeten gaan. Ik heb dit van thuis uit proberen uit te zoeken, maar kon dit niet echt achterhalen. Ik ben niet heel erg blij als ik dit nieuws hoor. Met de Jaguar Express heb je wel een goede kans om de jaguars te spotten. Je gaat dan met een lange dagtocht naar Porto Joffre. Dat ligt aan de Cuiabá rivier, die de scheidslijn vormt tussen de noordelijke en zuidelijke Pantanal. Van daaruit ga je met een boot de rivieroevers langs op zoek naar jaguars. Het is een enorm prijzige tocht en het motto “niet goed, geld terug” gaat hier natuurlijk niet op. Op mijn verzoek gaat de gastvrouw (een van oorsprong Sloveense vrouw en de schoonzus van de eigenaar, waarvan ik de naam maar niet kan onthouden) navragen of er nog plaatsen beschikbaar zijn en wat de kosten zijn. De tocht gaat maar 3 keer per week (maandag, woensdag en vrijdag). Aangezien het vandaag vrijdag is en we op woensdag weer vertrekken, hebben we maar 1 optie. Nu maar duimen dat het nog kan en enigszins betaalbaar is.

Terwijl wij ons settelen in kamer 10 en buiten voor onze kamer zitten te puffen van de hitte (het is hier meer dan 40 graden in de schaduw), komt ze ons vertellen dat er nog plek vrij is en wat de prijs is. Eerst denk ik dat ik het verkeerd verstaan heb, dus als ik haar nog een keer vraag wat de prijs is, moet ik toch wel even slikken. Poeh, zo’n dure dagtocht hebben we nog zelden gedaan. Het is echter onze enige kans om mijn droom om jaguars in het wild te zien te verwezenlijken. Na even te overleggen besluiten we het toch maar te doen. Dan maar de rest van de vakantie op droog brood leven…

Om kwart over 4 krijgen we een rondleiding over het terrein rond de lodge. Ze hebben hier een eigen bron. De grond is echter zo enorm ijzerrijk (wat goed te zien is aan de rode kleur) dat het eerst een aantal processen moet doorlopen voordat het als douchewater gebruikt kan worden en nog een extra proces om als drinkwater gebruikt te worden. Verder proberen ze diverse milieuvriendelijke technieken toe te passen. Daar ben ik helemaal voor, maar ik ben wel blij dat ze een uitzondering voor de airco gemaakt hebben.

Ze vertelt ons ook dat ze hier twee programma’s hebben om met uitsterven bedreigde dierensoorten te redden. Eentje voor de hyacinth macaw en eentje voor de giant otter. Tot voor kort zat er in het nestkastje voor onze kamer een koppel te broeden, maar dit jaar voor het eerst niet meer. Het programma voor de hyacinth macaw werkt als volgt. Ze kopen een macaw die gered is uit de dierenhandel en proberen hem weer gezond te krijgen. Vervolgens worden ze hier in de buurt uitgezet in de hoop dat ze een partner vinden en voor kleintjes zorgen. De macaws zijn een van de dierensoorten die monogaam zijn en in principe de rest van hun leven met dezelfde partner doorbrengen. Vaak komen ze terug naar dezelfde plek om hun eitje te leggen en uit te broeden. Ze krijgen echter slechts een keer per twee jaar kleintjes, dus het kost behoorlijk wat tijd om de populatie weer op peil te krijgen.

Tot voor kort waren er ook veel capibara’s rond de lodge, die hier min of meer woonden. Een paar jaar geleden heeft er echter een ziekte onder deze dieren geheerst, waardoor zo’n 60% van de populatie is gestorven. De families die toen hier leefden, horen daar ook bij. Nu groeit de populatie weer en zijn er weer capibara’s rond de lodge te spotten. Zij moeten echter nog een beetje wennen aan de menselijke bedrijvigheid waardoor ze iets meer op afstand blijven.

Terwijl Martin lekker in de hangmat ligt te relaxen, zie ik een bijzonder spechtje. Geel met zwarte stippen en een felrode kuif. Ik heb hier al een foto van gezien in een van de hotels waar we verbleven, maar nu mag ik ‘m dus live aanschouwen.

Het avondeten begint hier om kwart over 7. De tafelindeling is gekoppeld aan de gids waarbij je bent ingedeeld. Voor ons blijkt dat Bruno te zijn. Even later komt een Brits stel (Tracy en Jeff) bij ons aan tafel zitten. Zij hebben vandaag de jaguartour gedaan en zijn uitgeput, maar erg tevreden over de dag. Ze vertellen ons dat Bruno een beetje een vreemde gast is, maar ontzettend goed is in het spotten van dieren. En dat hij altijd te laat bij het eten is. Als hij even later aanschuift, stelt hij zich niet aan ons voor en begint tegen de Britten een heel verhaal te houden over het programma van morgen. Hij is zich blijkbaar niet bewust van het feit dat wij aan datzelfde programma deelnemen. Je zou toch verwachten dat hij het systeem hier kent. Als hij maar blijft doorpraten met de rug half naar ons toe gedraaid, besluit ik hem er maar op te attenderen dat wij ook tot zijn gasten behoren. Geen al te beste start van deze jongeman, maar wel in lijn met hetgeen onze groepsgenoten verteld hebben. Als het andere gedeelte ook klopt, is het wat ons betreft prima.

We hebben morgen een vol programma, dus we gaan lekker op tijd naar bed.

Terug naar boven

Pantanal

We hebben vandaag een druk programma. Om kwart over 5 gaat de wekker en na een ontbijtje vertrekken we om 7 uur in een open truck via een gamedrive naar het beginpunt van onze kajaktocht. Voor deze activiteit is de groep van Susan en die van Bruno samengevoegd. De groep van Susan zit al in de truck. We hebben geluk. De eerste rij is normaal gesproken voor de gidsen, maar aangezien we maar met z’n tweeën zijn, mogen wij bij hen gaan zitten. Dat hebben we misschien een beetje te danken aan Tracy en Jeff, want die zitten ook in de groep van Bruno maar hebben besloten vanochtend niet mee te gaan.

Op de gamedrive spotten we van alles. Diverse vogelsoorten, struisvogels, capibara, acuati (neusbeertjes), een bijzondere eendensoort, schattige parkieten die een soort groepsnestje hebben, een jabiru en collared pecaries (wilde zwijntjes).

Bij de rivier aangekomen liggen onze Canadese kajaks al op ons te wachten. Na een korte instructie mogen we instappen en gaan we varen. Het is even wennen zo’n Canadese kajak, maar we hebben al snel door dat het gemakkelijker manoeuvreren is als slechts één persoon peddelt. Martin zit achterin en is daarmee automatisch als stuurman aangewezen, dus hij is helaas de sjaak. In de bloedhete zon peddelen we door het water in de hoop dieren te spotten. We hebben echter de pech dat Susan voorop gaat met de boot en die is niet zo’n topspotter als Bruno. Dat hebben we al snel in de gaten. Bruno vaart achteraan en op een gegeven moment zien we hem niet meer. Blijkt dat hij een tapir zag, maar die hebben wij en de rest van de groep dus gemist. Balen! Een tijdje later ziet hij een otter, maar ook hiervoor geldt dat niemand dit kan bevestigen.

Weer terug bij ons startpunt gaan we vanaf de pier piranhavissen. Voor de liefhebbers zijn er primitieve bamboehengels en wat stukjes vlees als aas. Je voelt de vissen aan je aas eten, maar ze zijn zeker niet dom. Regelmatig denken we beet te hebben en als we dan de hengel omhoog trekken, bungelt er een leeg haakje aan het uiteinde. Op een gegeven moment trek ik de hengel omhoog en heb ik beet. Nou ja, half dan, want de piranha vliegt door de lucht en landt even verderop weer in het water. Wel verdikkeme! Dat gaat me geen tweede keer gebeuren. Ik geef niet op en uiteindelijk lukt het me om een piranha te vangen. Ik ben de eerste en enige die het lukt dit vanaf de pier te doen. Bruno is met een paar mensen vanaf een bootje aan het vissen, omdat je daarmee meer slagingskans hebt. Nou, ik ben best trots op mijn prestatie, al komt daar natuurlijk ook een portie geluk bij kijken. Susan haalt de piranha van de haak en laat me kiezen wat ik ermee wil doen. Terug gooien of aan de alligator voeren. Ik kies voor het laatste. Het arme dier ligt al de hele tijd op de loer en wordt aangevallen door een bende agressieve paardenvliegen. Hij heeft ook wel een mazzeltje verdient. Met een paar crunchy happen is de piranha verleden tijd.

Terwijl we wachten tot de BBQ klaar is, doen we een dutje in de hangmatten die voor ons zijn opgehangen. Heerlijk relaxt! Ook de lunch smaakt prima. Daarna gaan we toch nog even terug het water op met de kajaks. Hier schijnt namelijk een bepaald soort mooie reiger voor te komen en die hebben we nog niet gezien. We zijn nauwelijks onderweg of we zien het diertje. Het is inderdaad mooi van kleur, maar zit zo in de schaduw dat het niet lukt om er een scherpe foto van te maken. Zonde!

Dan is het tijd om weer in de truck te stappen en richting pousada te gaan. Het is zo bloedheet, wel meer dan 40 graden. De rijwind is zo warm dat deze ondanks de zonnebril brandt aan je ogen. Pfff, lekker is anders. Ik ben overigens wel blij dat Bruno onze gids is gedurende ons verblijf hier, want hij is echt een goede spotter! Nu alleen nog hopen dat er ook iets te spotten valt…

Om half 2 zijn we terug van onze tocht en om half 4 staat alweer de volgende op het programma. Een wandeling naar de Jabiru Tower. De dresscode van vanmiddag is een beetje aangepast. In plaats van slippers wordt het bergschoenen. Heel sexy, met lange sokken over de broek tegen de teken. Nu schijnen die hier geen ziektes over te brengen, maar je wilt ze liever niet op je lijf hebben.

We zien diverse vogelsoorten, van kingfishers tot reigers en papegaaien. Ook zien we een speciaal soort bee eater die hier alleen in de maand september verblijft en blijkbaar een bijzonderheid is om te zien. Verder zien we een collared lizard, een paar aguti, een grote groep neusbeertjes en twee verschillende apensoorten. Bij de Jabiru Tower aangekomen klimmen we naar boven. Daar worden we beloond met uitzicht op een nest van 3 jonkies (die al behoorlijk groot zijn) vergezeld met een van de ouders. Deze vogel is het symbool van de pantanal. Ondanks dat het niet echt knapperds zijn, schieten we dus toch maar een plaatje van dit groepje. Bruno hoort het geluid van een jonge poema. Nu we weten naar welk geluid we op zoek zijn, horen we het ook. Een soort zacht gemiauw, net als bij een kitten. Stiekem hoop ik dat we mams tegenkomen, maar natuurlijk gaat die vlieger niet op.

De zon gaat hier heel vroeg en snel onder, dus zonder zaklamp is teruglopen niet zo prettig. Gelukkig heeft Bruno hierover nagedacht en vervoer geregeld. Aan het einde van de wandeling worden we met een truck opgehaald en weer teruggebracht naar de pousada.

De night safari begint om half 9 en is redelijk succesvol. We hebben maar liefst 5 tapirs gezien, waarvan eentje echt goed. De anderen stonden met hun bips naar ons toe gedraaid of liepen te ver weg. Hier kennen ze, net als in Afrika, een big 5: tapir, giant anteater, jaguar, anaconda en armadillo. De eerste kunnen we dus van ons lijstje strepen.

Verder hebben we een aantal crab eating foxes gezien. Eentje heeft daadwerkelijk een krab gevangen die hij wil oppeuzelen. Hij maakt er een behoorlijke show van. Ook zien we een aantal hertjes, wat Braziliaanse konijnen en een tarantula. Ongelofelijk hoe Bruno vanaf een rijdende truck in het pikkedonker met alleen een schijnwerper in zijn hand een spin kan spotten. Dan moet je toch echt een getraind oog hebben. Natuurlijk zien we ook nog een aantal capibara’s. Ondanks dat ze ontzettend cute zijn, wordt hier niet voor gestopt. Voor veel minder schattige wilde zwijnen (collared pecaries) wordt wel gestopt. Tja, ik zou zelf een andere keuze maken, maar ik ben overgeleverd aan de gidsen. We passeren ook een aantal meertjes en als Bruno dan met de schijnwerper over het water schijnt, zie je overal oogjes oplichten. Het stikt hier van kaaimannen. Eentje maakt een beweging waarbij hij nagenoeg volledig uit het water komt en dan met een soort sprongetje weer onder duikt. Het ziet er erg grappig uit. Blijkbaar is dat de manier om op vissen te jagen. Om half 11 zijn we weer terug bij de lodge en duiken direct het bed in. Het was een lange dag, dus we hebben het verdiend.

Terug naar boven

Pantanal

Tracy en Jeff trekken vandaag verder naar de amazone, dus we hebben Bruno volledig tot onze beschikking. Totdat er eventuele nieuwe gasten komen natuurlijk.

We beginnen de dag om half 8 met paardrijden. Na een korte instructie kunnen we weer de natuur in. De paarden zijn redelijk mak, wat ook maar goed is voor beginners zoals wij. Het is op zich best leuk zo’n paardrijdtochtje, maar echt veel dieren spotten we niet. We zien wel een hele bijzondere vogel. Het is eigenlijk een nachtdier en gedurende de dag is hij bijna niet te zien. Wij hebben echter het geluk een exemplaar te spotten. Hij zit boven in een boom en heeft dezelfde kleur als de boomstam. Als Bruno ons hier niet op had gewezen, hadden we gewoon gedacht dat het een wat gek gevormde tak was. Verder zien we weer wat vogels die we ook al eerder hebben gezien en een hert. Op een stukje van de rit moeten de paarden door water en erg modderige grond. Het is wat harder werken voor de beestjes, dus ik geef mijn paard maar een extra schouderklopje als beloning.

Rond half 10 zijn we weer terug van onze tocht en ik moet eerlijk bekennen dat het lang genoeg was. We hebben beide toch een beetje een houten kont en ook de benen zijn een beetje stram. Tja, klinkt een beetje alsof we kneusjes zijn, maar het heeft er volgens mij vooral mee te maken dat we het niet gewend zijn.

Rond deze tijd is het toch alweer ontzettend warm. Desondanks besluiten we een bezoekje te brengen aan de nestkast van de zeldzame hyacinth macaw. We hebben geluk, beide ouders zitten boven op de nestkast. Wat zijn het toch prachtige vogels! De handel in deze dieren is echter een van belangrijkste redenen dat ze met uitsterven bedreigd zijn. Blijkbaar zijn er genoeg mensen die er zo’n USD 25.000 voor over hebben om zo’n dier als illegaal huisdier te houden.

Tot half 4 hebben we verder niet veel bijzonders te doen. Ik heb er ook de puf niet voor. Het is gewoon te warm. Dan is het weer tijd om een wandeling te doen. Onze wandeling vanmiddag gaat naar de Monkey Tower (al hebben we daar geen enkele aap gezien). Vandaag hebben we niet zo veel geluk met dieren spotten. Bij de toren is een meertje met heel veel vogels (vooral reigers). Het meer is bedekt met planten, waardoor de kaaimannen zich hier heel goed kunnen verstoppen.

We schieten dan ook een mooi “zoek de kaaiman shot”. Vanaf de toren zien we in de verte het hert dat we vanochtend te paard hebben gezien en even later nog een andere soort. We speuren de horizon af naar de giant anteater, maar helaas laat hij zich niet zien. We wachten tot de schemer intreedt en lopen dan terug. De acuati (neusbeertjes) zorgen nog af en toe voor spannende momenten met hun geritsel in de struiken. Even hebben we dan de hoop dat we iets spannends gaan zien. Deze hoop vervliegt als het deze rakkers blijken te zijn. Op diverse plekken gaat Bruno stil staan om te luisteren of hij iets hoort. Ik hoor echter vooral het gezoem van insecten. Het is bijna oorverdovend en je krijgt spontaan jeuk als je het hoort. Bij het water heb je hier nogal last van de insecten, maar voor de rest laten ze je redelijk met rust. Dat schijnt in het natte seizoen wel anders te zijn.

Aan het einde van onze wandeling geeft Bruno aan dat we vanavond eventueel ook nog een keer met de nightdrive mee kunnen. Ondanks dat we dat eigenlijk wel willen, besluiten we het niet te doen. Morgenochtend is het echt vroeg dag, dus willen we een beetje nachtrust krijgen, moeten we deze kans voorbij laten gaan.

Tijdens het eten wordt de groep van Bruno (alleen wij tweeën dus) aan dezelfde tafel gezet als de groep van een andere gids die ook slechts uit één stel bestaat. Het is een Amerikaans stel dat behoorlijk op leeftijd is, maar wel erg geïnteresseerd is in ons avontuur tot zover. We hebben een gezellige avond en om tien uur duiken we het bed in.

Terug naar boven

Pantanal

Vandaag is de dag van de Jaguar Express! Dat betekent even voor half 5 opstaan, 5 uur ontbijten en half 6 vertrekken. Na bijna 3 uur hobbelen komen we aan bij Porto Joffre. Hier stoppen we nog even bij een boerderij voor een plasstop. Daarna zullen we de hele dag op de boot verblijven en hebben we geen beschikking over een toilet. Als je dan naar de wc moet, moet je dit tijdig aangeven zodat er gezocht kan worden naar een zandbank waarop je je plasje kunt doen. In het zicht van iedereen. Een prettige gedachte…

In totaal zijn we met 10 personen: het Duitse stel waarmee we hierheen zijn gereden, een Brits stel dat ook al naar de zuidelijke Pantanal is geweest en daar jaguars heeft gezien, de vrouw van de eigenaar (Agula) en haar zus (de gastvrouw), de gids Susan, de kapitein van de boot en wij. Als we ons aan het installeren zijn op de kleine speedboot krijgen we een jaguar call. Het is een behoorlijk eindje varen naar de plek waar de jaguar is gespot. Onderweg hiernaar toe zien we slechts enkele bootjes en hebben we de illusie dat we een van de weinigen zijn die hier rondvaren. Zodra we echter het punt naderen waar de jaguar gespot is, valt deze illusie in duigen. We zien tientallen bootjes met toeristen. Wat een circus! Het doet echt afbreuk aan de ervaring! Een beetje het idee van een Afrikaanse safari, waarbij alle auto’s zich verzamelen bij een interessant dier. In Afrika kun je dan nog hier dier van verschillende kanten benaderen. Hier concentreert alles zich aan één kant. Voordeel is wel dat je foto’s zonder toeristen op de achtergrond kunt maken. Het is alleen de kunst om ze ook van de voorgrond weg te houden…

Het duurt even voordat we de jaguar kunnen zien. Het is een mannetje van 10 jaar oud en een stuk groter dan ik had verwacht. Hij loopt tussen de struiken langs de oever en verdwijnt regelmatig uit beeld. Ondertussen liggen de boten continu van positie te wijzigen en zijn er zelfs enkele boten met een dak dat het uitzicht voor anderen belemmert. Ook het ronken van de motors en de geur van de verbrande brandstof maakt de ervaring minder speciaal. Desondanks ben ik blij dat ik eindelijk een jaguar in het wild kan zien.

Uiteindelijk laat het mannetje zich even zien en gaat daarna lekker relaxen achter de struiken. Hij lijkt zich totaal niets aan te trekken van het toeristenspektakel dat zich voor zijn ogen afspeelt. In de hoop dat hij nog in actie komt, blijven we hier nog even liggen met de boot. Er zit echter weinig beweging in, dus we gaan er vandoor in de hoop onze eigen jaguar te vinden.

Dat is echter een flinke uitdaging. Hier in de omgeving mogen dan wel zo’n 150 jaguars zijn. Het gebied is enorm groot en de vacht van deze krachtige beesten zorgt ervoor dat ze volledig opgaan in de omgeving.

We vinden wel een groep giant otters. Ze zijn druk aan het spelen, maken de meest vreemde geluiden en weten af en toe ook nog een visje te bemachtigen. Ze hebben een paar flinke tandjes en een vlekkenpatroon in hun hals dat zo uniek is als een vingerafdruk. Ook zien we een capibara met maar liefst 6 kleintjes. Een behoorlijke prestatie in dit jaguarterritorium!

De lunch is goed verzorgd, maar weinig aangenaam. We blijven in de boot langs de waterrand en zodra we stil liggen worden we aangevallen door muggen en paardenvliegen. Vooral Martin en ik. Of het komt omdat wij vooraan in de boot zitten of omdat we het jongste en lekkerste hapje van de boot zijn. Geen idee, maar prettig is anders. Ik ben dan ook blij als we weer gaan varen.

Onze kapitein speurt het enorme waternetwerk af, maar een eigen jaguar weten we niet te vinden. In de hoop dat we er toch nog eentje vinden, besluiten we een plasstop in te lassen. We willen natuurlijk wel optimaal kunnen genieten als we eentje vinden. Eerst gaan de vrouwen tegelijk (gevalletje van “female bonding”), daarna mogen de mannen.

We varen terug naar de plek waar we de eerste jaguar gezien hebben en ondanks dat er inmiddels 3 uur verstreken zijn, ligt hij nog op precies dezelfde plek. Er zit weinig beweging in, dus we besluiten verder te zoeken.

Dan krijgen we een tweede jaguar call. Dat is dan weer het voordeel als er zoveel bootjes op pad zijn om jaguars te spotten. Het is een behoorlijk eind uit de buurt en de kapitein hoopt dat de jaguar er nog is tegen de tijd dat we er aankomen. We boffen! Dit is hetgeen waarop we gehoopt hadden. We zijn in totaal maar met 2 bootjes en het vrouwtje dat we zien is “on the move”. Vorige maand was ze nog zwanger, maar ze is inmiddels bevallen. Ze weten niet hoeveel kleintjes ze heeft gekregen, want die worden altijd goed verstopt door moeders. Zij is gelukkig een stuk actiever dan het mannetje en beweegt zich soepel door de groene omgeving. Je ziet haar de omgeving afspeuren en op een gegeven moment zie je haar blik veranderen. Ze focust op iets.

In eerste instantie lijkt het alsof ze in het water wil springen, maar al snel blijkt dat ze een kaaimannetje besprongen en gevangen heeft. Dat lekkere hapje neemt ze in haar bek en verdwijnt ermee in de struiken. Wat geweldig om dit te kunnen zien! En dat zonder de hele meute boten om je heen, zodat je er echt van kunt genieten. Stiekem pink ik een traantje van geluk weg. Susan geeft aan dat de show nu voorbij is. Als ze een prooi hebben gevangen, trekken ze zich terug en zie je ze voorlopig niet meer. Net als we op de 3e jaguar call willen reageren, komt de hele meute boten naar de plek waar het vrouwtje net verdwenen is. Zij komen van de 3e plek af (waar de jaguar dus inmiddels weer verdwenen is). Dat was dus het gelukt dat er op 2 plekken tegelijk een sighting was en wij dus net bij de juiste plek waren.

We varen naar nog een plek waar mensen ergens gedurende de dag een jaguar gezien hebben. Hier liggen nog 2 bootjes te wachten in de hoop dat het dier weer tevoorschijn komt. Onze tijd voor vandaag zit er echter op, dus we varen weer terug naar het eindpunt van onze boottocht. Nog een paar uurtjes hobbelen over een slechte weg met zeer slecht onderhouden bruggetjes. Even na half 8 ’s avonds komen we weer bij de lodge aan. We dumpen snel onze spullen op onze kamer en schuiven aan bij het diner.

We zitten weer bij de Amerikanen van gisteren aan tafel, die natuurlijk alles willen weten over ons avontuur van vandaag. Als Bruno even later ook aanschuift, vertelt hij ons het programma voor de rest van ons verblijf. Hij gaat met een groep toeristen naar de Paraguay river, waar hij met hen een aantal nachten in de hotelboot zal overnachten en van daaruit jaguars gaan spotten. Morgenochtend zullen we een wandeling doen met Arua. Hij zal ons ook op de laatste dag meenemen op een sunrise walk. Morgenmiddag en –avond neemt Max ons onder zijn hoede. Met hem en zijn groepje zullen we een photosafari en een nightwalk doen.

Als we ons klaar maken om naar bed te gaan, ontdekt Martin een teek op zijn rechter onderbeen. Door alle teken die hij door de jaren heen bij mij heeft moeten verwijderen, is hij er erg bedreven in geraakt. Hij weet de teek netjes in één keer helemaal te verwijderen. Volgens Bruno dragen de teken hier geen ziektes, dus laten we hopen dat hij gelijk heeft.

Terug naar boven

Pantanal

Vanochtend lopen we met Arua de Ronco trail. Hij is erg jong en als ik vraag hoe lang hij hier werkt, blijkt hij het petekind van de eigenaar te zijn en hier af en toe te helpen. Toen hij klein was (niet zo heel lang geleden dus), verbleef hij hier altijd een maand per jaar en hij vond het heerlijk. Nou, we zullen zien of hij wat dieren weet te spotten. Hopelijk wel. Hij vertelt ons ook iets over bepaalde planten en welke dieren ze aantrekken, analyseert de poepjes die we onderweg vinden en laat ons zien welke mieren we als natuurlijk insectenafweermiddel kunnen gebruiken. We zien weer een scala aan vogels, maar deze keer ook een aantal zeer mooie kleurrijke vogeltjes die we nog niet eerder hebben gezien. Verschillende aguti, waarvan eentje met twee kleintjes. Zo schattig! Natuurlijk de nodige acuati en met heel veel geluk spotten we ook nog een six banded armadillo. Dat is wel boffen. Nu de giant anteater nog en we zijn compleet. Maar ook vanochtend laat deze rakker zich weer niet zien. Wie weet hebben we vanmiddag meer geluk…

Om tien uur zijn we weer terug bij de lodge en is het tijd om te relaxen. Terwijl Martin een paar wasjes doet, werk ik vanuit de hangmat het reisverslag van de afgelopen dagen bij.

Tijdens de lunch horen we van het Duitse stel die gisteren ook mee op de boot zijn gegaan, dat Roger ook een teek had gevonden vanochtend. Of het dat toch van de boottocht komt? Je zou het bijna denken. Mijn benen zijn zo opgezwollen van de steekpartij van gisteren dat het gewoon pijn doet van de spanning onder de huid. Veel beten gecombineerd met een allergische reactie. Niet echt lekker, dus een volgende reis moet ik daar toch maar eens iets voor halen. Ik heb blijkbaar als een soort bliksemafleider gefunctioneerd, want de rest heeft nergens last van. Heike bedankt me vriendelijk voor deze dienst en een stel dat de tocht nog gaat maken vraagt of ze me kunnen inhuren om met hen mee te gaan. Ik bedank voor hun vriendelijke aanbod.

Eigenlijk was het de bedoeling om aan het einde van de middag de photosafari te doen en ’s avonds een night walk. Nu hebben de gidsen het programma omgegooid en besloten om deze tours te combineren. Prima idee wat mij betreft. Het zal echter de grootste aanfluiting ever blijken te zijn.

Wij zijn bij de groep van Max gevoegd, die nu uit 3 koppels bestaat (1 Engels, 1 Duits en wij). Tevens gaat het Amerikaanse stel met hun gids (Tadeu of zoiets) mee. Bij een phototour verwacht ik dat je stopt om de beesten te fotograferen en niet dat je rijdend wijst en vervolgens gewoon door kachelt. Maar is mijn visie hierop een beetje vreemd? Na al zoveel beesten rijdend gepasseerd te zijn ben ik er een beetje klaar mee. Dan maar het heft in eigen handen nemen en vragen om te stoppen als we een dier zien dat de moeite waard is. Tja, als Bruno of Susan deze tocht hadden gedaan, dan was die zeker beter verlopen en was dit allemaal niet nodig. Max is sowieso veel te geïnteresseerd in zijn vingernagels, die hij de eerste 10 tot 15 minuten grondig bestudeert. Daarna weet hij zijn interesse te verleggen naar de weg waarop we rijden. Het is boffen dat hier soms ook dieren op zitten, want op die manier weet hij toch nog op twee momenten te roepen dat hij iets heeft gespot. Niet dat iemand de dieren nog niet gezien had, maar het gaat om het idee. Ook Tadeu is een bijzonder type en te luidruchtig voor dit werk. Hij zit een groot gedeelte van de tocht te praten. Extreem hard als hij van Max of de chauffeur een reactie verwacht en voor dat rest vooral hardop tegen zichtzelf. Hij komt heel ongeïnteresseerd over bij de meeste dieren die hij ziet. Hij ziet ze natuurlijk iedere dag, maar realiseert zich blijkbaar niet dat dat voor ons niet geldt. Maar goed, genoeg over deze toppertjes.

Tijdens de photosafari weet ik toch nog een heel bijzonder vogeltje (dat verwant lijkt aan het bijzondere spechtje dat we eerder hebben gezien), wat hertjes, een aantal vosjes en een gordeldier op de foto te zetten. Het gordeldier is een six banded armadillo, net als we eerder vandaag gezien hebben. Alleen is dit exemplaar een stukje jonger.

We stoppen bij een deel van de ranch waar een paar vervallen gebouwtjes staan. Blijkbaar is dit het gedeelte waar een jaguar zich ophoudt. Hij is echter erg schuw en moeilijk te spotten. Ook is hier een aflevering van het programma “The Wheel” van Discovery opgenomen. Een survivalprogramma, waarbij mensen die geen survivalexpert zijn worden gedropt op verschillende locaties. Zij weten van tevoren niet waar ter wereld ze gedropt worden en hoe lang ze er zullen verblijven. Ze moeten er zien te overleven en hebben slechts een beperkte survivaluitrusting ter beschikking. En een noodtelefoon om het avontuur voortijdig te beëindigen.

Tijdens het nachtgedeelte zien we niks. We rijden uren lang rond, maar onze gidsen weten gewoon helemaal niks te spotten. Max zet zijn interesse voor de weg voort, maar Tadeu doet zijn best om iets te vinden. Helaas zonder resultaat. Het Duitse vrouwtje grapt nog dat de dieren een conferentie hebben, maar dat ze vergeten zijn dit bij de lodge door te geven. Nou, daar zou ze wel eens gelijk in kunnen hebben.

Tijdens het diner vraagt Max aan ons of we na het eten nog een night safari willen doen. Dat is namelijk wat Bruno met hem had afgesproken. Met iedere andere gids hadden we “ja” gezegd, je laat tenslotte geen kans om wilde dieren te spotten verloren gaan. Voor Max maken we echter een uitzondering. Onze “nee” komt er erg eensgezind en overtuigend uit. Even later komt Arua het voorstel voor morgenvroeg doornemen. Het is de bedoeling dat we naar de Monkey Tower lopen en vanaf daar de zonsopkomst gaan bekijken. Ik vraag hem of het niet mogelijk is om een variant te maken, waarbij we nog op zoek kunnen naar de miereneter. Die hebben we nog niet gezien. Hij overlegt met een van de andere gidsen en komt met een nieuw voorstel. Als we om 4 uur ’s ochtends klaar staan, dan kunnen we nog een sunrise safari doen in een gebied waar we een grotere spotkans hebben voor een miereneter en dan zoekt hij nog wel een mooi plekje voor de zonsopkomst. Het is wel gruwelijk vroeg, maar we zijn er al snel uit dat we dit voorstel beter vinden. Dat wordt een kort nachtje!

Terug naar boven

Pantanal – Chapada dos Guimarães

Stipt op tijd staan we klaar voor ons ochtendavontuur. Arua staat al braaf te wachten en heeft er zin in. Hij geeft aan dat Tadeu zijn gasten (het oudere Amerikaanse stel) ook dit voorstel heeft gedaan, maar dat zij het te vroeg vonden. Mochten we de giant anteater spotten, dan wil hij het niet weten. Nou, wat zal hij balen, want dit is echt de meest succesvolle trip tijdens ons verblijf in de Pantanal. Eerst zien we een giant anteater in het donker, ver weg. Vervolgens zien we verse jaguarsporen. Zelfs als leek kan ik zien dat ze vers zijn. Arua begint helemaal te stuiteren van enthousiasme als hij dit ziet. Je zou denken dat het petekindje van de baas zo makkelijk aan deze baant komt. Wellicht is dat ook wel zo, maar hij doet heel erg zijn best en is heel leergierig. Als hij een dier tegenkomt waarvan hij niet 100% zeker is dat hij de goede naam gebruikt, zoekt hij het direct op in zijn boekje. Martin speelt vandaag ook een beetje de rol van gids, want aan iedere kant van de truck moet de spotlicht bediend worden en aangezien we maar één gids hebben, mag hij dit voor zijn rekening nemen.

Nadat we de zonsopkomt vanaf een mooi punt bekeken hebben, rijden we weer terug. Tot mijn verbazing moet ik zeggen dat ik met kippenvel in de truck zit, zo fris is het. Dat heb ik tijdens onze reis nog niet meegemaakt. Opeens spot Martin een tapir. Een stukje verder sprint plotseling een poema voor ons de weg over. Ik ben zo overrompeld dat ik helemaal vergeet om een foto te maken. Het gaat zo snel, dat het waarschijnlijk toch niet gelukt was. Wat een geweldige actie om te zien. Zo soepel, krachtig en snel als het dier beweegt. Even vergeet ik dat ik het koud had, ik tril van opwinding. Wauw!

Op weg terug naar de lodge ziet de chauffeur opeens iets. Blijkt dat weer een giant anteater te zijn, maar deze keer zien we hem wel goed. Ons geluk kan niet op. We zijn alle drie (inclusief Arua) zo blij als een kind en er komt zo’n echt geluksgevoel over je heen als je zo’n ochtend hebt meegemaakt. En dan is het pas half 7 ’s ochtends…

Na het ontbijt vertrekken we rond half 8 met een privé busje naar onze volgende bestemming. Gelukkig is dit een wat comfortabeler exemplaar dan we op de heenreis hebben. De rit uit de Pantanal is een grote gamedrive. Onze chauffeur spot weer de nodig beestjes, die ik vervolgens vast leg op de gevoelige plaat. In Cuiabá levert hij ons af bij het kantoor van Pantanal Explorer, waar we worden opgewacht door Fernando. Hij is onze gids voor de rest van ons verblijf in de Pantanal. De koffers worden in de laadbak van zijn stoere 4WD truck geladen en we zijn klaar om te vertrekken naar Chapada dos Guimarães.

We maken eerst nog een stop in het stadje om te lunchen. Wij mogen kiezen waar we willen eten, dus kiezen voor een Italiaans restaurant. We hebben zin om eens iets anders te eten dan rijst. Natuurlijk wordt onze lunch geserveerd met een Brazilian Coca (Coca Cola met ijs en een schijfje limoen). Net iets lekkerder dan een gewoon colaatje.

Om 1 uur komen we aan bij de Park Ecolodge. De enige lodge die bij het national park ligt. Onze kamer is heel klein, maar wel schattig. We kunnen ons even settelen, maar om 3 uur is het weer tijd om in de bloedhete auto te springen en een bezoek te brengen aan de bekendste waterval van het park. Veu de Noiva. Het is een mooie waterval, die waarschijnlijk nog veel indrukwekkender is in het natte seizoen. Van hieruit heb je een mooi uitzicht over de vallei. Helaas woedt er op dit moment een heftige bosbrand en zien we het ene na het andere blusvliegtuig overvliegen.

Op de rotswanden bij de waterval hebben diverse vogels hun nest. Zo ook de blauwe en roodgroene ara’s. We zien er een paar vliegen en wachten totdat het park dicht gaat in de hoop er nog meer te spotten. Het blijft echter bij een 5 tal exemplaren.

Weer terug bij de lodge wordt het snel donker en zien we duidelijk hoe het vuur zich rond de heuvels verspreid. Je zou het dineren met een view kunnen noemen, al is dit voor de natuur niet echt een positieve gebeurtenis. Na het diner duiken we vermoeid het bed in.

Terug naar boven

Chapada dos Guimarães

Je hebt van die dagen dat je behoefte hebt aan rust. Gewoon even lekker niks doen, relaxen. Vandaag is echt zo’n dag. Helaas staat er weer van alles op het programma en ik weet dat ik spijt krijg als ik niet meega. Bovendien vind ik het sneu voor Martin, die dan waarschijnlijk ook niet gaat. Dus zit er maar één ding op, jezelf bij elkaar rapen, happy face opzetten en gewoon meegaan.

Vanaf de ontbijtruimte zien we dat het vuur zich de afgelopen nacht behoorlijk verspreid heeft. Het is bedroevend om te zien hoeveel natuur er verloren gaat. Om maar niet te denken aan alle dieren die hun dood vinden in het vuur. Verschrikkelijk!

Opeens zie ik een blauw/gele ara die buiten op de rand van een bankje zit. Ze vangen hier wel vaker vogels op die ze rehabiliteren en vervolgens weer uitzetten. Alleen deze vriend vindt het hier veel te gezellig en blijft in de buurt rondhangen. Als ik hem wat beter bekijk, zie ik ook dat een van zijn ogen dicht en een beetje opgezwollen is. Ik kan me voorstellen dat hij daarom niet goed ziet en dit een veilige plek vindt waar hij makkelijk aan eten kan komen.

We zouden vandaag eigenlijk een wandeling langs de watervallen doen. Dit gedeelte van het national park is echter afgesloten vanwege de bosbranden. Fernando heeft een tweetal andere tochten in de aanbieding, zoals hij gisteren ook al aankondigde. Blijken het ook nog eens upgrades te zijn van de tocht die eigenlijk gepland stond. Normaal gesproken heb je geen gids met een 4WD, maar omdat de verwachtingen waren dat de planning moest worden omgegooid is hem gevraagd met de 4WD te komen zodat we de alternatieve tochten kunnen doen. Goed opgelost!

In de ochtend gaan we naar Cidade de Pedra (Stone City). We wandelen bovenop het plateau en hebben een schitterend uitzicht over de vallei. Het water van het plateau stroomt door de vallei naar de Pantanal. Kijkend over het landschap zie je precies waar de rivier stroomt. Het is een groen landschap, maar rond de rivier zie je een veel dikkere en andere begroeiing.

Na de lunch gaan we eerst naar Vale do Rio Claro (Rio Claro Valley). Hier kunnen we in een super heldere rivier zwemmen. Heerlijk fris! Direct hebben we allemaal kleine visjes om ons heen. Even later zien we zelfs twee aapjes in de bomen rond de waterrand. In en uit het water gaan is hier niet zo’n pretje. Je wordt belaagd door allemaal irritante vliegbeesten (vliegen, wespen, muggen). Zodra je in het water bent, valt het reuze mee. Mocht dan toch een hardnekkig exemplaar je lastig vallen, dan duik je gewoon even onder water en weg is ie… We genieten hier een hele tijd van de koelte van het water en de schaduw onder de bomen. Het is hier goed vertoeven! Het mooiste is misschien nog wel dat we dit idyllische plekje helemaal voor ons alleen hebben.

Uiteindelijk is het toch weer tijd om te vertrekken naar onze laatste stop in dit gedeelte van Chapado dos Guimarães NP, Crista do Galo (Rooster’s Crest). Bij dit uitzichtpunt is het maar liefst 45 graden. En je komt hier niet zo maar, je moet er wel iets voor doen. In de hitte moet je een steile klim naar boven maken. Niet echt de meest plezierige omstandigheden, maar het uitzicht bovenop is het waard! Waren de uitzichtpunten van vanochtend al prachtig. Deze is misschien nog wel mooier.

Overigens hebben we zowel bij Vale do Rio Claro als bij Crista do Galo voetsporen van een poema ontdekt. Het dier zelf zien we natuurlijk niet. Al zou ik best een herkansing willen, zodat ik een foto van hem kan nemen.

Als we rond half 4 weer terugrijden over de 7 km lange inrit naar de lodge, komen we een brandweerauto tegen. Ik vermoed dat hij voorzieningen aan het treffen is voor het geval de brand zich hierheen verspreid. Bij de lodge aangekomen zien we dat het vuur nu ook op een stuk achter de lodge is. Die brandhaard is een stuk dichterbij. Fernando geeft aan dat dit vuur is aangestoken door de brandweer in de hoop daarmee de andere brand een halt toe te roepen. Ik geloof niet dat ik me zorgen hoef te maken, want het wordt goed in de gaten gehouden. Maar ik denk toch wel dat ik vanavond de tassen al volledig pak. Mochten we toch moeten evacueren, dan zijn wij voorbereid.

Tevens is er een groepje mannen bij de lodge die gekomen zijn voor de blauw/gele ara. Ze willen hem vangen om hem ergens anders uit te zetten. Het is te verleidelijk voor het dier om hier te blijven, want er is makkelijke toegang tot eten. Ze willen echter dat hij weer “wild” wordt en dat lukt hier niet.

Om 5 uur gaan we naar de receptie om naar de uitzichttoren te lopen. We zijn net op weg en ik merk dat ik zo moe ben dat ik bijna door mijn benen zak. Tja, dan is dit toch het moment dat ik afhaak. Martin gaat alleen met Fernando naar de toren en ik loop terug naar onze kamer om even op bed te gaan liggen. Niet veel later is Martin weer terug. De zonsondergang vanaf de toren was minder spectaculair dan gehoopt. Wel kon je van hieruit goed zien hoe druk de blusvliegtuigen in de weer zijn en hoe ver verspreid het vuur is.

Om 7 uur gaan we naar het diner. Het eten laat veel te wensen over, maar het uitzicht is een stuk spectaculairder dan gisteren. De brand die door de brandweer is aangestoken brandt heftig en snel. Ik laat mijn niet zo smakelijke maaltijd dan ook graag staan om hier ramptoeristenfoto’s van te maken. Ik weet het, het is slecht van me, maar dit indrukwekkend schouwspel moet ik gewoon vastleggen. De eigenaar geeft aan dat dit eigenlijk wel ieder jaar gebeurt. Op deze manier bestrijden ze de brand en redden ze de lodge. Het erge is echter dat de dieren nu gemakkelijk gevangen kunnen raken tussen de twee vuren en daardoor minder overlevingskans hebben. Hij raadt ons aan om morgenochtend op tijd op te staan, want de verwachting is dat een deel van de dieren die het redden over het terrein van de lodge zullen rennen.

We raken aan de praat met een Brits stel, Ian en Marc. Ze zijn dol op de tolerantie van Nederland (niet alleen omdat ze homo zijn, maar ze ook nog eens een leeftijdsverschil van 20 jaar kennen) en het feit dat Nederlanders over het algemeen goed Engels praten. Ze komen regelmatig een weekendje naar Amsterdam. We wisselen tal van verhalen uit over onze reizen en het wordt al snel laat voordat we het bed in duiken. Morgen kunnen we gewoon weer verder babbelen met hen, want we zijn erachter gekomen dat zij naar hetzelfde hotel gaan.

Weer terug in onze kamer ruiken we de brandlucht. De wind is gedraaid en blaast alles richting onze lodge. Maar goed dat het stuk bos al is platgebrand. Zo kan het vuur zich in ieder geval niet meer richting ons verspreiden. Bovendien houden de mannen hier alles goed in de gaten, dus we kunnen met een gerust gevoel gaan slapen.

Terug naar boven

Chapada dos Guimarães – Nobres

Ik ben al vroeg wakker, dus om 6 uur besluit ik in mijn pyjama naar buiten te lopen om te kijken of er, volgens voorspelling van de eigenaar, wildlife rondloopt. Helaas, helemaal niks te spotten. Dan kruip ik toch nog maar even terug in bed in de hoop dat ik nog even in slaap val.

Tijdens het ontbijt zien we dat het landschap behoorlijk zwartgeblakerd is. Het is een triest aanzicht, maar het vuur lijkt wel onder controle. Gelukkig!

Om half 9 vertrekken we richting Nobres, waar we zo’n 2 uur later aankomen. Ons hotel, Reino Encantado, is volgens Fernando het beste in de omgeving. Het ziet er van buiten ook erg charmant uit. Zodra je de kamer echter binnen komt, is die charme in één klap verdwenen. Jammer hoor. De ligging is wel heel mooi. Bij de ingang zit een grote groep vlinders. Blijkbaar zitten ze hier een paar dagen als ze net van rups tot vlinder zijn getransformeerd, om vervolgens uit te vliegen. Goede timing dus!

Direct na aankomst gaan we snorkelen bij de rivier bij de lodge, de Salobra River. Je mag geen zonnebrandcrème en geen deet gebruiken, krijgt een zwemvest en duikschoentjes aan en mag niet zonder lokale gids het water in. Het is allemaal prima geregeld. Even voor ons is een ander koppel vertrokken en we wachten tot ze weg zijn voordat wij het water in gaan. Bij het begin is er een hotspot van waterbronnetjes die door de zandlaag opborrelen. Terwijl we dit bekijken, zwemmen de vissen om ons heen. Grote vissen, maar ook van die kleine knabbelvisjes. Volgens mij zijn het dezelfde visjes als die ze bij ons in de fishspa gebruiken. Ze knabbelen over je hele lijf aan je. Niet de meest prettige ervaring, maar je went eraan. Vervolgens snorkelen we door de kristalheldere rivier en worden we voortdurende begeleid door de grote vissen. Ze trekken zich niet veel van ons aan en we lijken min of meer deel uit te maken van hun school. Met de duikcamera maak ik hier een filmpje van, want dit is moeilijk op een andere manier tot zijn recht te laten komen. Wat een aparte en bijzondere ervaring!

Om half 1 zijn we klaar met onze snorkeltocht. Even snel douchen en dan op naar de lunch. Deze is de karigste tot nu toe. Niet echt een aanrader…

Om kwart over 4 rijden we naar Lagoa das Araras. In het meer staan honderden palmbomen en als het windstil is, zie je de weerspiegeling hiervan in het water. Bij de parkeerplaats worden we al opgewacht door een drietal blauw/gele ara’s. We zien er later nog veel meer bij het meer. Ze keren rond de schemer terug naar hun nesten en het is een mooi schouwspel om te bekijken.

Na zonsondergang rijden we terug naar onze lodge. Daar komen we erachter dat we weer een Duits stel naast ons hebben. Gedurende onze vakantie hebben we weer meer vertrouwen gekregen in het aanpassingsvermogen van Duitsers op vakantie. Helaas is dit stel zo eentje dat alle stereotypen bevestigd. Er staat een grote houten bank voor beide kamers. Deze hebben ze zich volledig toegeëigend met hun natte kleding. Ook is de hangmat voor onze hut verdwenen en roken ze de ene stinksigaret na de andere. Ze trekken zich er niks van aan dat wij hier last van hebben en onze kamer naar hun stinkstokken ruikt. Een lesje in sociale omgangsvormen is geen overbodige luxe bij deze twee!

Terug naar boven

Nobres

Het ontbijt vanochtend is ook al niet om over naar huis te schrijven. De keuze is nu niet bepaald reuze, dus ik rooster maar wat brood en vraag om een gebakken eitje voor erop. Als ze de eitjes komt brengen zijn ze bijna koud en super vet. Ik weet niet hoe ze hier eitjes bakken, maar het velletje keukenrol dat je hier als servetje moet gebruiken is volledig doorweekt als ik mijn eitjes hiermee dep.

Even na half 9 vertrekken we naar Cachoeira Serra Azul, een waterval met een helder meertje eronder. Onderweg spot ik nog enkele blauw/gele ara’s. Fernando is zo vriendelijk om te stoppen, dus nu kunnen we eindelijk bij daglicht foto’s van deze mooie beestjes maken.

Om bij de waterval te komen, moet je een flink klimmetje naar boven maken. Op aanraden van Fernando hebben we de zipline terug naar beneden geboekt. Voordat we aan onze klim beginnen krijgen we het tuigje met helm mee. Blijkbaar moet je hier je eigen gear mee naar boven dragen. Tijdens de klim spotten we een king volture. Deze spot je niet vaak en Fernando wordt er helemaal blij van.

Gelukkig is het bij de waterval nog niet druk en kan ik zelfs foto’s maken zonder toeristen erop. We mogen hier welgeteld 50 minuten snorkelen. Het is mooi helder water en naast de grote waterval is een mini watervalletje met lauw/warm water. In het water zwemmen dezelfde soort vissen als we gisteren hebben gezien. Alleen schijnt het hier leuk te zijn om stukjes appel op een stok te prikken en dit boven het water te houden zodat de vissen eruit springen om het stukje te bemachtigen. Persoonlijk vind ik dit soort onnatuurlijke dingen een beetje jammer.

Voordat onze tijd om is, zijn we klaar met deze verfrissende duik. Er komt opeens een flinke groep aanzetten, dus het rustig genieten en badderen is voorbij. Op naar de zipline! Nadat we in het tuigje gehesen zijn, gaan we een voor een naar beneden. Martin eerst zodat ik foto’s van hem kan maken. Ik overhandig de camera aan Fernando zodat hij mij op de foto kan zetten. Hij wil zelfs een filmpje maken, dus ik leg hem snel uit hoe het werkt. Natuurlijk hebben we dit soort dingen al vaker gedaan, maar toch blijft het heerlijk om met zo’n snelheid tussen het groen door te zoemen.

De lunch eten we vandaag bij de buurman van onze lodge die Aquario Encantado runt. De lunch is hier, net als bij onze lodge, niet veel soeps. De Anquerio Encantado is een trekpleister voor voornamelijk Brazilianen en aangezien het weekend is, is het een drukte van jewelste. Ook zien we hier weer onze Engels vrienden. Zij hebben het tochtje al achter de rug en zijn erg enthousiast. Voordat wij onze snorkeltocht doen, lopen we eerst nog naar een mooie grot. Het idee van Fernando om dit te doen is leuk. De uitvoering blijkt wat minder te zijn. De grot is pikkedonker en je mag je nergens aan vasthouden, terwijl de grond redelijk steil afloopt en een beetje glibberig is. Ik heb het al snel gezien. Mezelf kennende ga ik hier zo onderuit. Martin wil wel een kijkje nemen, maar nadat hij 3 keer flink zijn hoofd tegen een laaghangende druiprots heeft gestoten is ook hij genezen. Het is best een mooie grot, maar een bezoek met helm en zaklamp is wellicht verstandiger.

We gaan onze snorkelspullen halen en springen op de kar die ons naar het begin van de tocht moet brengen. Het is hier allemaal veel toeristischer en op tijd dan gisteren. In groepjes van maximaal 12 personen mag je het circuit doorlopen. Met een huifkar achter een trekker worden we naar het beginpunt gebracht. Het groepje jonge Brazilianen waar we de kar mee delen, vraag aan Fernando wat deze gringo’s hier komen doen. Hij is verrast als ik zijn opmerking versta en bijdehand antwoord dat we vissen komen kijken. Tja, wat doe je hier anders?

Het eerste bezoekje is aan het “aquarium”. Dit is een afgezet gebied (waardoor het een meertje lijkt) waarin je de vissen kunt bewonderen. Ondanks dat Fernando de andere toeristen uitleg heeft gegeven over hoe je je het beste kunt gedragen zodat het water helder blijft (niet te veel met de benen bewegen en vooral rustig drijven), is het moeilijk voor hen om de techniek toe te passen. Ze zijn zo druk met selfies maken, dat ze vergeten waarom ze hierheen zijn gekomen. Gelukkig zijn wij als eersten in het water. Een van de personeelsleden gooit af en toe een handvol visvoer in het water en dan gaan de vissen wild tekeer. Dit maakt ook onderdeel van deze “natuurlijke” ervaring uit.

Terwijl de rest nog in het aquarium blijft, gaan wij al naar het volgende gedeelte. De snorkeltocht door de rivier. Eigenlijk moet dit met de groep, maar we glippen en tussenuit, zodat we dit lekker met z’n tweeën kunnen doen. Het is gewoon een kwestie van de breedste rivier volgen en zijstroompjes negeren. Uiteindelijk kom je dan uit bij het eindpunt waar Fernando op ons staat te wachten. Ook dit was weer erg mooi, maar eerlijk gezegd vond ik die van gisteren mooier. Natuurlijk was het de eerste keer dat we in zulk helder zoetwater snorkelden. Maar ook het licht was beter waardoor het water helderder was. En eigenlijk denk ik ook dat het onderwater landschap wat gevarieerder was. Hier heb je hele stukken met alleen maar zand. Toch genieten we ook hier weer van.

Als we aan het einde komen, wachten we een tijd in het water totdat de rest van de groep komt. Als dat te lang duurt, besluiten we terug te lopen in plaats van de trekker met aanhanger te nemen. Even lekker douchen en dan gaan we terug naar de lodge.

Als het tijd is voor het avondeten, blijkt het volle bak te zijn in de lodge. Dat heeft meteen zijn effect op de tijd waarop het buffet geopend wordt. Ondanks dat het dezelfde prutjes zijn als gisteren, hebben ze er blijkbaar moeite mee om deze in wat grotere hoeveelheden klaar te maken. Ergens na 8 uur kunnen we dan toch eindelijk aan tafel. We hadden eerder vandaag een verblijf boven op een berg gezien, waarbij ik Fernando vroeg wat dat was. Een soort gelegenheid met zwembad en bar, waarbij je van de zonsondergang kunt genieten. Klinkt goed zou je denken. Echter, dit kwam met de waarschuwing dat hier vooral veel Brazilianen komen en die staan erom bekend dat ze nogal luidruchtig zijn. Nou, dat bewijs krijgen we ook hier geleverd. Er zitten twee grote groepen Brazilianen die een flinke fles sterke drank op tafel hebben staan en stevig aan de paf zijn. En dat terwijl er daar nog gegeten moet worden. We gaan er zo ver mogelijk vandaan zitten, zodat we tenminste met nog een beetje schone lucht in onze neus kunnen eten.

Na het eten is het tijd om onze tassen te pakken. Morgen vliegen we naar de Amazone. Ik ben benieuwd wat ons hier weer te wachten staat!

Terug naar boven

Nobres – Cuiabá – Alta Floresta (vlucht) – Amazone

Tijdens het ontbijt blijkt er een invasie van Duitsers te zijn. Buiten een Braziliaans stel en wij, stikt het opeens van de Duitsers. Geen idee waar ze opeens allemaal vandaan komen, maar het is tijd om weg te wezen!

Om 8 uur checken we uit. De zipline van gisteren staat niet op de rekening. Ach ja, mogen we ook eens een mazzeltje hebben. De reis is al duur genoeg…

Het is vandaag bijna Nederlands weer. Bewolkt met een graadje of 20. De Brazilianen (gasten en gidsen) lopen met jasjes aan of wrijven over hun armen om het warm te krijgen. Ik vind het een welkome afwisseling. Zeker op een reisdag als deze.

Terwijl Fernando ons van Nobres naar het vliegveld van Cuiabá brengt, werk ik mijn reisverslag bij in de auto. De hele rit wordt er nauwelijks gepraat. Ik voel me hier altijd heel ongemakkelijk bij. Normaal gesproken heb ik geen moeite met een gesprek gaande houden, maar ondanks dat het een aardige vent is hebben we blijkbaar weinig raakvlakken. In de overtuiging dat ik de enige ben die deze stilte ongemakkelijk vind, richt ik me maar op mijn reisverslag. Ik zie Fernando echter enkele blikken op Martin werpen en pogingen doen om een gesprek aan te knopen (Martin zit voorin en ik achterin). Na een paar zinnen eindigen die gesprekken alweer snel. Als hij vervolgens vraagt wat we het mooiste van Brazilië vinden tot nu toe besluit ik nog maar eens een poging te doen om er een uitgebreider gesprek van te maken. Gelukkig heb ik deze keer meer succes en ik zie Fernando bijna opgelucht ademhalen dat er wat meer interactie is. Blijkbaar was ik toch niet de enige die zich ongemakkelijk voelde. We kletsen tot aan het vliegveld over zijn werk, Brazilië en andere reisbestemmingen die hij nog graag wil doen. Bij het vliegveld aangekomen zien we binnen een rij van hier tot Tokio staan voor de balies van Gol. Tja, we hebben de vorige keer al gemerkt dat zij pas mensen helpen als het tijd ervoor is. Gelukkig vliegen we vandaag met Azul, waar het helemaal niet druk is.

Het is echter maar een kleine luchthaven (10 gates) en we zijn duidelijk een van de weinige toeristen, dus met handen en voeten Portugees moeten we ons zien te redden. Dat wordt nog wat als we van hieruit met 2 connecting flights naar Fernando do Noronha moeten en de bagage moet worden doorgelabeld. Ik zal van tevoren al maar een paar zinnetjes maken met Google Translate. Wellicht dat het helpt.

Rond 2 uur komen we met vlucht AD 2610 aan op de immens grote luchthaven van Alta Floresta (not!). De enige lopende band die de luchthaven rijk is, is maar liefst zo’n 5 meter lang. De hal waar je de bagage moet ophalen is zelfs zo klein dat niet iedereen die met de vlucht is aangekomen naar binnen kan om zijn bagage op te halen. Je moet eerst wachten tot een aantal mensen hun koffer hebben opgehaald en de hal hebben verlaten. Bij de uitgang worden we opgewacht door een meisje van de Cristalino Lodge. Ze heeft de typisch Braziliaanse naam Abigail. Ze brengt ons eerst naar een hotel in Alta Floresta waar we papierwerk moeten invullen en krijgen een paar foldertjes met wildlife dat we de komende dagen mogelijk kunnen spotten. Daarna dropt ze ons bij het busje, waarmee de chauffeur ons in 1,5 uur naar het vertrekpunt van de boot brengt. Terwijl we Alta Floresta uit rijden zien we diverse houtzagerijen en nog diverse andere voorbeelden waaruit blijkt dat ze hier niet goed met de natuur omgaan.

Bij de boot aangekomen, staat onze gids Fito ons op te wachten. Hij en boatsman Luciano zullen tijdens ons verblijf in de Cristalino Lodge onze excursies verzorgen. De boottocht naar de lodge is weer een wildernisavontuur. We spotten maar liefst 2 tapirs, diverse vliegende ara paartjes, een black hawk, capibara’s en nog meer gevogelte. Rond 4 uur komen we bij het zonnedek van de lodge aan.

Voordat we ons in onze kamer kunnen installeren, krijgen we eerst nog een korte instructie. September is de beste maand om wildlife te spotten en met name tapirs. Het nadeel is echter ook dat september de maand is waarin de boeren in de omgeving van Alta Floresta hun land platbranden, waardoor er smog hangt. Als we dieren spotten, zal het dus altijd een beetje een gevalletje “gorilla’s in the mist” zijn. Vandaag en morgen hebben we een privégids. Daarna worden nog 2 mensen aan de groep toegevoegd. Tevens krijgen we te horen dat je erop moet rekenen dat je iedere dag zo’n 2 tot 3 teken zult oplopen. Is dat even een mooi vooruitzicht…

De lodge is overigens ontzettend mooi. Alles ziet er prima onderhouden uit, de eetzaal is voorzien van muskietengaas in plaats van ramen en ook ons huisje (nr. 5) ziet er prima uit. Ook hier geen ramen, maar goed metalen muskietengaas. Zo kan er ’s avonds toch nog een fris briesje naar binnen komen, maar geen ongewenste gasten. De temperatuur is hier overdag vergelijkbaar met de Pantanal, maar ’s ochtends en ‘s avonds koelt het wat meer af. De dagen beginnen hier vroeg. Ontbijt is nagenoeg standaard om half 6 en om 6 uur start de eerste excursie. Daarna is het te warm en gaan we rond de schemer (half 4) pas weer op pad.

Bij diner treffen we het aardige wat jongere Duitse stel dat we ook op de succesvolle nightsafari hebben getroffen. Na een hartelijke begroeting kletsen we kort even bij en spreken we af om na het diner nog even verder te babbelen. Ook hier is er namelijk sprake van een tafelindeling. Aangezien we niet bij dezelfde gids zijn ingedeeld, moeten we tot na het eten wachten om bij te praten. Dat geeft me meteen de kans om het typisch Braziliaanse drankje caperinha uit te proberen. Het is straf spul, maar best goed te drinken. Om half 11 is het dan toch echt tijd om naar bed te gaan. Zeker in de wetenschap dat we morgen weer vroeg uit de veren moeten.

Terug naar boven

Amazone

Om kwart voor 5 gaat de wekker. Pfff, wat valt het zwaar vanochtend. Gelukkig hebben we een goede douche, dus dat helpt een beetje. Dan snel ontbijten zodat we om 6 uur aan onze eerste excursie van de dag kunnen beginnen: een boottocht om wildlife te spotten en vervolgens een trail vanuit de lodge om aapjes en zwijntjes te spotten (die zie je namelijk niet vanaf het water).

Er zitten hier verschillende soorten cicaden, die heel veel herrie kunnen maken. Hadden we niet zo vroeg op hoeven te staan, dan waren we waarschijnlijk toch vroeg wakker gemaakt door deze kleine lawaaimakers.

Tijdens de boottocht is het licht nog heel slecht. De zon is net opgekomen, maar door de smog in de lucht duurt het lang voordat de zon echt doorbreekt. We zien diverse beestjes. Hier in de amazone hebben ze grotendeels dezelfde dieren als in de Pantanal, alleen zijn ze hier een stuk lastiger te spotten. Wel zien we hier meer toekans en ara’s, beide vooral vliegend. Verder zien we weer diverse vogels (green ibis, tiger heron, verschillende soorten kingfishers waaronder de zeldzame pygmy kingfisher, een hele groep greater ani) en 2 verschillende soorten kaaimannen. Een van de reigers demonstreert erg overtuigend waar de naam schijtreiger vandaan komt. We maken ook nog een stop bij een trail naar een plek waar de peccary regelmatig te vinden zijn. Nu niet, maar hun geur hangt er helaas nog. Wel zien we hier een mooi vlindertje.

Als we terugkomen van de boottocht, worden we opgewacht door 2 capibara’s. Ze liggen lekker in de schaduw een beetje te knabbelen op wat groenvoer. Iets verderop zien we een groepje red handed howler monkeys. Ze zitten hoog boven in de boom, dus meer dan een glimp vangen we niet van ze op.

Voordat we aan onze wandeling beginnen, kunnen we nog snel even naar onze kamer. Snel even ticproof maken en dan kunnen we. We lopen een deel van de ficus trail op zoek naar zwijntjes (niet succesvol). Daarna lopen we de rocky trail. We zijn bijna op het einde van de wandeling gekomen voordat we echt wat zien. We zijn al de hele wandeling achtervolgd door vervelende vliegenbeesten die graag met ons in contact willen komen. We zien de trompet bird, wat blijkbaar een hoogtepuntje is. De gids is zelf vooral heel druk met foto’s maken, terwijl de vogel verstopt zit in de struiken en in mijn ogen niet zo bijzonder is. Maar goed, ik let er ook alleen maar op of het een mooi gekleurd vogeltje is. De groep capuchin monkeys trekken meer mijn aandacht. Het alfamannetje van de groep komt eens een kijkje nemen en houdt ons goed in de gaten. We komen echter steeds dichter bij elkaar, waardoor het me lukt om mooie foto’s van hem te maken.

Weer terug bij de lodge, kijken we nog even of de howler monkeys van vanochtend wat beter te zien zijn. Ze laten zich nu echter helemaal niet meer zien. Wel zien we iets wat wij denken dat een hagedisje is, maar volgens onze gids een cameleonvariant is. Ook zien we weer prachtige vlinders, zoals de blue morpho die onmogelijk op de foto zijn vast te leggen.

Na de lunch hebben we even een paar uurtjes vrij. Martin gaat lekker in de hangmat liggen en ik besluit nog even een dutje te doen. Al dat vroege opstaan breekt op een gegeven moment wel op, dus een uurtje extra slaap pakken is altijd fijn.

Om half 4 willen we naar de steiger lopen, als Fito ook net aankomt. Hij heeft blauw/geel ara’s gespot en terwijl wij erheen lopen, zien we weer toekans overvliegen. Tijdens onze boottocht zien we vandaag maar liefst 3 tapirs en een tweetal red brocket deer. Op de plek van de peccary’s, zijn zij weer de grote afwezige, maar zien we wel spider monkeys. Dit zijn de grootste apen die hier te zien zijn en ze zijn redelijk schuw. Onze boatsman blijft maar doorvaren en ik vraag me af wanneer hij gaat omkeren. De zon is al lang onder en ik zou het toch fijn vinden als we terug waren voordat het echt pikkedonker is. De rivier kent namelijk diverse rapids en ondanks dat ik alle vertrouwen heb in onze boatsman, denk ik dat het voor hem ook beter te doen is om met licht te varen. Uiteindelijk komen we bij een gedeelte aan, waar we in dit seizoen niet verder kunnen omdat het water te ondiep is. Dit is tevens het einde van het terrein dat hoort bij de Cristalino Lodge. Daarna start een natuurpark. Ongelofelijk hoe groot dit is, want uiteindelijk zijn we pas ergens tussen 6 en half 7 weer terug bij de lodge. Bij terugkomst ontdekt Martin wederom een teek bij zichzelf. Deze keer bij zijn linker elleboog. Als hij het beestje verwijdert, kruipt hij in onze tekenpen. Eruit spoelen heeft geen effect, dus we besluiten de tekenpen met een velletje wit wc papier in een ziplock zakje te doen. Uiteindelijk zal de teek er wel uit kruipen en dan kunnen we dat mooi zien op het witte velletje en hem alsnog vakkundig om zeep helpen. Het is overigens typisch dat Martin deze reis de teken aantrekt. Normaal gesproken zijn beestjes als teken en bloedzuigers altijd bij mij te vinden.

We krijgen de keus om met z’n tweeën te eten of met onze nieuwe groepsleden. Fito weet de leeftijd van hen niet, alleen dat ze uit Groot Brittannië komen. Aangezien de gemiddelde leeftijd hier nogal hoog ligt en wij ook wel behoefte hebben aan wat quality time, besluiten we met z’n tweeën te eten. Misschien niet de meest sociale actie, maar we hebben al genoeg avonden met vreemden gegeten en we zullen deze mensen de komende 2 dagen nog genoeg zien.

Het eten is vanavond prima. Lasagne, een soort kipquiche en vis met een krokant kostje van Brazilian nuts. We kunnen maar moeilijk kiezen, want het ziet er allemaal even lekker uit. Dan nog even alles bijwerken en we duiken weer vroeg het bed in. Morgen mogen we weer net zo vroeg opstaan…

Terug naar boven

Amazone

Vanochtend is het weer dezelfde vroege start als gisteren. Na het ontbijt ontmoeten we onze nieuwe groepsgenoten Jim en Janice. Twee oudjes uit Groot Brittannië.

We steken met de boot de rivier over en lopen naar de Ted Parker Tower. Deze toren is maar liefst 50 meter hoog. De toren heeft 2 plateau’s. Het laagste plateau is goed voor het spotten van dieren (voornamelijk vogels, maar met een beetje geluk ook apen). Het hoogste plateau is goed om het landschap te bekijken. De 2 J’s gaan niet hoger dan het eerste plateau, want hun interesse gaat uit naar vogels en niet naar de prachtige omgeving. Wij gaan natuurlijk wel een treetje hoger. Het voordeel is ook dat je hier wat minder last hebt van alle bijen en wespen. Wel zo prettig. We blijven hier zeker 2 uur en ik slaak een opgeluchte zucht als we eindelijk weer naar de boot gaan. Behalve wat piepkleine vogeltjes ontiegelijk ver weg en wat langs vliegende scarlet macaws is hier weinig te beleven.

We zien dat er veel smog hangt in de lucht en Fito geeft aan dat de branden die de boeren hebben gesticht niet meer onder controle zijn. Dit heeft hij nog niet eerder meegemaakt hier. In mijn ogen weer zo’n voorbeeld dat ze niet voorzichtig genoeg met de natuur omgaan. Wellicht dat de mensen hier zich niet realiseren hoe kostbaar en uniek dit is. Of wellicht hebben ze weinig keus omdat ze moeten zien te overleven. Dat is altijd een moeilijke balans.

We gaan gelukkig nog een eindje varen, wat hier eigenlijk de prettigste activiteit is. Spotten nog een viertal tapirs, waarvan een moeder met een jong volwassene. De hele kleintjes hebben witte strepen en stippen, maar deze is daar al te groot voor. Hij is wat donkerder van kleur dan moeders. Voor de rest zien we eigenlijk het gebruikelijke gevogelte en wat schildpadden. Tevens weet ik long nose bats te spotten op een plek waar Fito ze nog nooit gezien heeft. Tja, af en toe ben ik scherp…

Na de siësta hebben we een lange middag voor de boeg. We gaan met de boot de andere kant op, terug naar waar de Cristalino River uitkomt op de Teles Pires River. Het water van de Cristalino River is een stukje kouder dan dat van de Teles Pires River. Al varend voel je zelfs het verschil in temperatuur in de lucht net boven het water. We zien verder weinig bijzonders. Wel zit er ergens een baby tapir verstopt, maar die krijgen we niet te zien. Pas als het pikkedonker is komen we terug. De belofte om eventueel een slang of iets ander bijzonders te spotten wordt niet waargemaakt. We zijn om half 4 vertrokken met de boot en rond half 7 pas weer terug. We hebben dus nog 1 uurtje voordat we aan het avondeten gaan. Die tijd gebruiken we nuttig, zodat we na het eten vroeg naar bed kunnen.

Terug naar boven

Amazone

Op de gebruikelijke tijd vertrekken we met de boot naar het startpunt van de Sierra Loop. Deze wandeling loopt via een redelijke klim naar het Sierra Viewpoint. Je bent hier nog hoger dan wanneer je op een van de torens staat en het uitzicht is erg mooi. Helaas hangt er ook vandaag weer veel smog. Terwijl we op de rotsen zitten te genieten van het oerwoud, zien we een red/green macaw overvliegen. Deze soort hadden we nog niet gezien. Als achtergrondmuziek hebben we het hameren van een woodpecker.

We varen met de boot terug naar de lodge, waar we even een kleine plaspauze houden en vervolgens de Cajá Trail lopen. Deze trail loopt voor een deel langs de rivier en we hopen hier een anaconda te zien. Helaas zien we die niet. Wel zien we de zelden gespotte white-nosed saki. Een behoorlijk actieve groep apen die zich hoog in de bomen ophoudt. Verder zien we een schildpad verstopt in de struiken, twee dode blue morpho’s (eentje deels met zwart en de spectaculair mooie volledig blauwe) en het vogeltje dat dit waarschijnlijk veroorzaakt heeft. Redelijk op het einde van de route ontdekt Fito een bosje zeer kleurrijke rupsen. Vol trots vertelt hij ons dat hij sinds kort weet dat dit de rupsen van de witte morpho zijn. Een vlinder die zelden of nooit gespot wordt. Het is een mooi bosje en ze bewegen in harmonie met elkaar. Al met al geen verkeerde ochtend.

Tijdens de siësta spot Martin (ook wel bekend als “hangmat hubby”) vanuit de hangmat spider monkeys. Het moet niet gekker worden!

Om 3 uur lopen we naar de boot en er staan een aantal gidsen met flinke camera’s naar boven te kijken. Blijkt de groep white-nosed saki’s die we vanochtend al zagen naar hier te zijn getrokken. Tja, dan kan ik het niet laten om de camera weer tevoorschijn te halen. Deze keer lukt het me om het alfa mannetje te vangen.

Even later vertrekken we dan toch naar de Brazilian Nut Trail. Hier staat de grootste Brazilian Nut Tree in de regio en de een na grootste van de hele Amazone. De boom is naar schatting 800 jaar oud en je hebt maar liefst 5 mensen nodig om de boom volledig te omarmen. Tijdens de boottocht naar de trail spotten we maar liefst 6! tapirs. September is de beste maand om tapirs te spotten en dat blijkt wel. Het waterpeil is nu op z’n laagst, dus moeten de dieren naar de rivier komen om te drinken. Zodra in oktober de eerste regen valt, vormen zich poeltjes in het bos en zijn de dieren veel moeilijker te vinden.

Het water staat nu heel erg laag en de boatsman moet hier en daar behoorlijk manoeuvreren om de ondiepe stukken met rotsen te omzeilen. In het natte seizoen staat het water hier maar liefst 5 meter hoger dan nu en heeft hij deze uitdaging niet. Onze Luciano kent de rivier echter op zijn duimpje en weet de obstakels feilloos te vermijden.

Ik speur de oever af naar een anaconda. Opeens zie ik een grijzig opgedraaid drolletje liggen op een grijzige steen en roep direct “slang”. Zowel de gids als de boatsman weten niet waar ze moeten kijken. Door hun late reactie schiet de boot te ver door en als het kwartje bij de mannen gevallen is, is het te laat om een goede foto te maken. De slang heeft zich uit de voeten gemaakt en is het water in gegleden. Het bleek een kleine anaconda te zijn. De big 5 is hiermee compleet, al heb ik slechts van 4 het bewijs op foto en van de 5e alleen ooggetuigen. Meer anaconda dan dit zullen we niet spotten. Als verklaring voor hun late reactie geeft de gids aan dat dit een wel heel ongebruikelijke plek is om een anaconda te spotten. Dat zei hij eerder ook al bij de long nose bat. Toch typisch dat ik die zeldzaam te spotten dieren dan juist op die plekken weet te vinden. Ach ja, we zullen het erop houden dat een frisse blik je kan helpen om dingen te zien, die anderen niet zien.

Ik doorsta de tekeninspectie vandaag prima, maar Martin is weer de pisang. Maar liefst 2 teken deze keer. Eentje op zijn rechterzij en eentje op zijn rechterbil. Je vraagt je af hoe dit creepy crawlers hier terecht komen…

Bij het diner zitten nieuwe toeristen aan onze tafel. Persoonlijk maakt het mij niet zo veel uit, maar ik weet dat ze hier hun systeem op hebben ingericht en ik heb geen zin om voor de dure wijntjes van deze twee te moeten opdraaien. Ik geef hen aan dat iedereen hier een vaste tafel krijgt aangewezen en dat hun gids hen hierover zal informeren. Daarna vraag ik hen vriendelijk of ze aan hun eigen tafel willen plaatsnemen. Hun gids heeft hen blijkbaar nog niet geïnformeerd, dus ze reageren erg verbolgen met een pissige opmerking dat als wij zo gehecht zijn aan onze tafel ze wel zullen opzouten. Tja, zo’n opmerking kan alleen maar van Hollanders komen. Ze kunnen wel boos op ons zijn, maar ik kan er niks aan doen dat hun gids ze nog niet geïnformeerd heeft en wij hebben het systeem niet bedacht. Vanmiddag tijdens de lunch waren er ook al dagjesmensen die aan de verkeerde tafel waren gaan zitten en toen waren de mannetjes hier ook al in paniek. Bovendien is dit systeem in de meeste lodges waar je met groepjes erop uit trekt van toepassing, dus zo vreemd is het niet. Wellicht is dit hun eerste verre reis en moeten ze nog even wennen.

Tijdens het diner komt Fito met het aanbod om morgen al om 5 uur te ontbijten, zodat we voldoende tijd in de Chip Haven Tower hebben. Ik heb echter enorm veel last van mijn knie en met name trappen lopen is erg pijnlijk. Ik had al besloten om morgenochtend niet mee te gaan. Martin twijfelt nog of hij mee zal gaan, maar heeft er ook weinig trek in. Rond de torens hangen nogal veel bijen en wespen die ons blijkbaar aantrekkelijker vinden dan de oudere garde. En je ziet vooral veel kleine vogeltjes in de verte en met wat geluk een ara stelletje overvliegen. Eerlijk gezegd zijn we wel een beetje klaar hier. Het is een mooie lodge en een prachtige locatie, maar je ziet veelal dezelfde dieren en hetgeen we nog zouden willen spotten kun je niet vanuit de toren zien. We bedanken Fito daarom voor zijn aanbod, maar geven aan dat het niet nodig is. Martin heeft morgen nog steeds de gelegenheid om mee te gaan, maar het ontbijt wordt naar half 6 verschoven.

Terug naar boven

Amazone – Alta Floresta – Cuiabá (vlucht)

We zijn weer op tijd bij het ontbijt, zodat Martin eventueel nog mee kan met de tocht naar de toren. Komt die grapjas met de mededeling dat hij toch niet mee gaat. Hadden we dus gewoon nog 2 uur langer in bed kunnen blijven liggen… En bedankt!

Bij het ontbijt zien we ook weer de Nederlanders van gisteren. O, o, o, wat maken ze hier een verpletterende indruk. Ze hebben een van de beste tafeltjes in de zaal aangewezen gekregen (een van de weinige die mogen genieten van een ventilator), maar het is niet goed genoeg voor ze. Zonder respect voor het systeem waar ze hier mee werken, pakken ze de hele reutemeteut op en verhuizen naar een ander tafeltje. Zij loopt vervolgens naar de hoek waar koffie en warme melk in thermoskannen staat en vraagt om heet water. De waterkoker bijt haar bijna in haar neus, zo dichtbij staat ze. Hij spant echter helemaal de kroon. Bij het hoekje wat duidelijk als kookhoekje is ingericht met allemaal ingrediënten in afgesloten bakjes die in een omelet verwerkt kunnen worden. Daarachter staat de kookplaat en letterlijk hiernaast staat een bak met eieren en daarnaast en bak met kapotte eierschalen. Overduidelijk bedoelt voor de kok om op bestelling een eitje klaar te maken. Maar deze knakker snapt het niet. Hij pak een rauw ei en loopt daarmee naar zijn tafel. Je ziet de medewerkers verbaast kijken. Een van de gidsen komt achter hem aan en informeert hem vriendelijk dat het een rauw ei is. Normaal gesproken, zou je dan lachen om je eigen stommiteit, maar onze intelligente rakker hier is alleen maar geïrriteerd. Echt een visitekaartje voor Nederland!

We hebben tot 9 uur om onze tassen te pakken en doen lekker rustig aan. Om half 10 worden we bij de receptie verwacht om de drank af te tikken en om 10 uur vertrekt de boot naar Alta Floresta. Natuurlijk proberen we tijdens de boottocht ook nog wat wildlife te spotten. Wederom 2 tapirs en deze keer ook de harpy eagle. Het is de grootste roofvogel die je hier kunt vinden en hij is groot genoeg om zelfs apen uit de boom te plukken.

Na de hobbelrit met het busje, worden we in Alta Floresta opgewacht door Marcos. Hij brengt ons eerst naar het vliegveld om alvast de grote bagage in te checken. Het vliegveld is klein en er vertrekt maar 1 vlucht per dag, maar blijkbaar staat er 1 uur voor vertrek een flinke rij. Eerlijk gezegd kan ik me dat niet voorstellen, want het is een klein vliegtuig. Maar goed, alles is relatief natuurlijk.

De lunch is vandaag weer op basis van gewicht. Deze keer is het wel een zeer uitgebreid buffet waar we gebruik van kunnen maken en tot mijn grote verbazing zie ik frietjes! Heerlijk, eindelijk iets anders dan rijst! Ze hebben ook heerlijk ijs als toetje. Martin kan het natuurlijk niet laten staan, maar ik besluit te passen. Al die zware maaltijden hier, zijn voor mij een beetje veel van het goede.

Weer bij de luchthaven aangekomen, zijn er maar liefst 8 zitplekken. Gelukkig weten we er nog 2 te bemachtigen, maar iedereen die later komt heeft pech. Naast ons zit een vrouw waaraan flink is verbouwd. Ik weet niet hoe ze er voorheen uitzag, maar ik kan me niet voorstellen dat dit een verbetering is. Ze heeft lippen waar Daffy Duck jaloers op zou zijn, borsten waar Pamela Anderson een puntje aan kan zuigen en een kont waar Kim Cardashian van zou schrikken.

Als we naar de gate gaan, is het een geheimzinnige bedoening. Er mogen 2 mensen tegelijk naar binnen en dan worden de geblindeerde deuren weer gesloten. Het duurt vervolgens weer best lang voordat de volgende 2 naar binnen mogen. Je zou bijna denken dat je hier in je ondergoed gefouilleerd wordt. Als wij aan de beurt zijn, blijkt het echter veel minder spannend te zijn. Het is een standaard scanproces, alleen zijn ze niet zo snel en willen ze blijkbaar niet op de vingers gekeken worden. Gelukkig zijn bij de gate wel voldoende stoelen voor iedereen.

Onze vlucht AD 2611 met Azul van Alta Floresta naar Cuiabá zou eigenlijk om kwart over 2 vertrekken, maar het vliegtuig dat heen en weer pendelt tussen deze twee plaatsen is vertraagd met maar liefst 1 uur. Dat valt even tegen. We hebben namelijk Fernando, onze gids tijdens het gedeelte voor de Cristalino Lodge, gevraagd om te regelen dat we op weg van het vliegveld naar het hotel een tussenstop maken bij een souvenirwinkel. Dat was al redelijk krap, maar met 1 uur vertraging zal dit niet meer lukken. Als het toestel dan eindelijk geland is en we ons klaarmaken om te boarden, raak ik aan de praat met een jongen die voor de overheid werkt en hier op zakenbezoek is geweest. Hij weet me te vertellen dat we geluk hebben dat de vlucht überhaupt vertrekt, want door de branden was de kans groot dat de vlucht geannuleerd zou worden. Gelukkig maar dat dat niet gebeurd is, want dan hadden we echt een probleem. We hebben namelijk 3 aansluitende vluchten naar Fernando do Noronha, die we dan zouden missen. En met maar 1 vlucht per dag vanuit Alta Floresta, is er geen alternatief.

De vlucht is zeer turbulent. Niet alleen het gebruikelijke gestuiter tijdens turbulentie, maar het vliegtuig schommelt ook flink heen en weer. Je zou bijna denken dat de piloot dronken is.

Bij aankomst op de luchthaven in Cuiabá verloopt alles lekker snel en de chauffeur die ons de vorige keer kwam ophalen staat ook nu weer voor ons klaar. Ondanks alles lukt het ons toch nog om langs de souvenirshop te rijden en een mooi houten gordeldier te kopen. We hadden eigenlijk graag een mooie houten toekan of jaguar willen komen, maar ze hebben niet veel keus in houtwerk. Wellicht dat dat in Rio nog gaat lukken…

We overnachten weer bij hotel Deville, maar deze keer verloopt het niet vlekkeloos. Ze weten onze reservering maar niet te vinden. Maar liefst 3 mensen houden zich ermee bezig, maar het lukt niet. Onze chauffeur belt met de lokale agent, maar ook dat schiet niet op. Nou, de kamer is reeds betaald, dus ze regelen het maar. Na even wachten lukt het dan toch. We mogen naar een kamer op een van de hogere verdiepingen. We droppen snel onze bagage en lopen vervolgens naar de overkant van de straat om bij de McDonalds een dinertje te scoren.

Als we even later in bed liggen, horen we dat het regent. Dat kunnen ze hier goed gebruiken. Vanuit het vliegtuig zagen we ook hier in de omgeving diverse branden. Wellicht dat ze hiermee onder controle komen en zo regent in elk geval de ergste smog uit de lucht.

Aangezien de wekker om 3 uur vannacht gaat, liggen we al om half 8 in bed. Belachelijk vroeg natuurlijk, maar zo kunnen we tenminste toch nog de benodigde uurtjes slaap bij elkaar sprokkelen. Althans dat was de gedachte. Om 11 uur ’s avonds schrik ik wakker en denk ik dat we te laat zijn voor onze vlucht. Tja, al die korte nachten hakken er op een gegeven moment toch in en ontregelen je systeem. Maar goed dat ik nog een paar uurtjes kan proberen te slapen en we de komende dagen ons eigen schema bepalen. Eindelijk een beetje relaxen…

Terug naar boven

Cuiabá – Brasília – Recife – Fernando de Noronha (vlucht)

Om 3 uur gaat de wekker al. Pfff, dit is de zwaarste reisdag. Maar liefst 3 vluchten met allemaal korte overstaptijd, waarvan de eerste al om 6 uur vertrekt. Het hotel heeft vanaf half 2 ’s nachts een soort van early breakfast. Als we hier gebruik van willen maken, zien we wat voor een aanfluiting het is. Heet water in een koffiekan, bekertjes yoghurt zonder lepel om het te eten en een paar stuks fruit. Nou ja, dan hebben we in ieder geval iets in onze maag. Gelukkig heb ik nog Snelle Jelle bij me voor dit soort gelegenheden.

Onze vaste chauffeur in Cuiabá haalt ons netjes op tijd op en brengt ons naar de luchthaven. Hij gaat uit zichzelf mee naar binnen om te kijken of de vluchten goed geregeld zijn en kan tevens als tolk dienen om de bagage door te labelen naar onze eindbestemming van vandaag. Is dat ook meteen geregeld. We moeten wel nog even met hem afrekenen voor onze shopstop van gisteren. Normaal gesproken rekent deze man B$ 120 voor een shoptourtje en dat denkt hij nu ook te kunnen vangen. Maar aangezien de stop op de route ligt van het vliegveld naar het hotel en deze rit al betaald is, ben ik alleen bereid zijn wachttijd te betalen. Hij doet eerst een beetje moeilijk. Als ik hem een paar keer heb gevraagd of ze hem niet al betaald hadden voor de rit en dat ik het geen redelijk bedrag vindt voor alleen wachttijd tijdens onze speedshopsessie, kan hij eigenlijk niet veel anders dan aan te geven dat we hem dan maar moeten betalen voor wat wij denken dat deze dienst waard is. De helft lijkt me meer dan goed betaald. En eigenlijk zijn we alleen maar bereid om dit bedrag te betalen omdat hij ons zo goed heeft geholpen door tolk te spelen in het hotel en op de luchthaven.

Met al onze vliegervaring, weten we dat vluchten zelden of nooit op tijd vertrekken. Maar een vlucht die te vroeg vertrekt heb ik nog nooit meegemaakt. Toch weten ze dat bij Gol op onze vlucht G3 1713 van Cuiabá naar Brasilía wel klaar te spelen. Dat komt mooi uit, want we hebben maar iets meer dan 1 uur overstap tijd, dus alle extra speling is meegenomen. We vertrekken om 6 uur en komen om half 9 aan. Dat kan eigenlijk ook niet anders met zo’n gezegende vlucht. We hebben een non aan boord en het vrouwtje naast Martin slaat een kruisje voor vertrek en bidt de rozenkrans gedurende de vlucht.

Om het vandaag extra spannend te maken, passeren we tijdens onze vlucht maar liefst 3 tijdzones, dus het is wel opletten geblazen bij de luchthavens waar we moeten overstappen.

Op de luchthaven van Brasília aangekomen, haasten we ons naar de gate, die zo ongeveer het verste weg is van alle gates die ze hier hebben. Martin is bang dat het mis gaat met de ruimbagage met zo’n korte overstaptijd op zo’n groot vliegveld, maar vanuit de gate zien we op een gegeven moment dat onze bagage op de grond naast het vliegtuig wordt gezet. Even goed in de gaten houden of ze het ook inladen en dan zijn we er in elk geval zeker van dat de bagage het minimaal tot Recife komt.

Het is ons al snel duidelijk dat de vlucht G3 1744 van Brasília naar Recife niet op tijd zal vertrekken. Gelukkig blijft de vertraging beperkt tot 10 minuten. Op de luchthaven van Recife is het echter een zooitje. Net als op iedere luchthaven staan er bordjes voor mensen met connecting flights. Alleen hebben deze rakkers hier deze route opeens volledig afgesloten en verder niks opgehangen hoe je dan bij je connecting flight moet komen. We hebben al maar zo weinig overstaptijd en nu ook nog dit. We lopen stevig door, op zoek naar iemand van het luchthavenpersoneel die natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen zijn. Uiteindelijk vinden we een mannetje van Gol. Recife is een behoorlijk grote luchthaven, waar ook internationale vluchten vertrekken, dus je hoopt dat het personeel op z’n minst een beetje in gebrekkig Engels kan uitleggen waar je naar toe moet. Absoluut niet dus. Hij weet ons alleen duidelijk te maken dat we naar de 1e verdieping moeten. We lopen de gang door waar hij naar wijst, waar je vervolgens weer verschillende kanten uit kunt en nergens iets staat aangegeven. Op dat moment ben ik er echt even zo klaar mee. Ik loop pissig terug naar de man en maak hem duidelijk dat ik haast heb en nu goed uitgelegd wil krijgen hoe we op de juiste plek moeten komen. Nou, blijkbaar helpt het. En hij spreekt opeens wel Spaans, dus krijgen we in het Spaans uitleg. Dat kunnen we tenminste op hoofdlijnen volgen. We komen erachter dat je eerst richting uitgang moet en vervolgens weer helemaal opnieuw door de douane. Wat een gedoe!

Als we bij de scan vragen krijgen over onze handbagage, kan ik het gewoon even niet meer opbrengen om geduldig te zijn en vriendelijk uit te leggen dat we camera’s en een statief bij ons hebben. Ik weet niet hoe lang dit verhaal nog gaat duren en het is nog maar een kwartiertje voordat we voor onze vlucht moeten boarden. Gelukkig is het vanaf de douane nog maar een klein stukje en zijn we toch nog op tijd voor onze vlucht G3 1860 van Recife naar Fernando de Noronha.

We hebben al eerder met Gol met dit zelfde type vliegtuig gevlogen en toen was er een behoorlijk tekort aan bagageruimte, dus we moeten zorgen dat we snel het vliegtuig in kunnen. Gelukkig lukt dat. Overigens zien we diverse vluchten naar Fernando de Noronha, voornamelijk met andere maatschappijen. Daarvan zijn er echter diverse gecanceld. Gelukkig is dat bij onze vlucht niet het geval. We vertrekken wel met flinke vertraging, want er zijn nog passagiers van een connecting flight die mee moeten en die zijn er nog niet. Uiteindelijk landen we met een half uur vertraging rond half 5 op de luchthaven van Fernando de Noronha.

Hier moeten we eerst een preservation tax betalen om het eiland op te mogen. Deze is afhankelijk van het aantal dagen dat je verblijft en is in ons geval maar liefst B$ 340 per persoon. Je krijgt er allemaal papierwerk bij en iets voor de pousada. Dan mag je door naar de bagagehal, waar het heel lang wachten is op de bagage. Uiteindelijk zien we beide koffers verschijnen, dus we zijn compleet. Altijd fijn! Bij de uitgang zouden we worden opgehaald door iemand van de pousada, maar we zien niemand met bordjes en het is er een chaos van mensen. Een aantal hebben papierwerk bij zich, maar niemand vraagt waar je overnacht. Niet aan ons, maar ook niet aan anderen. Uiteindelijk lopen we een mannetje tegen het lijf die wel deze vraag stelt, en dan blijkt net degene te zijn, die het vervoer voor o.a. onze pousada doet. We mogen in de bus plaatsnemen en moeten nog op een aantal anderen wachten.

Het eiland is niet al te groot, maar het hele gedoe neemt zoveel tijd in beslag dat we pas 2 uur later bij onze Pousada do Vale aankomen. Onze gastvrouw staat ons al op te wachten en vraagt of de bus onderweg nog andere stops heeft gemaakt, want we zijn wel erg laat. Tja, vertel mij wat…

We krijgen een uitgebreid welkomstverhaal en een lekker fruitig welkomstdrankje. Gelukkig spreekt het Braziliaanse stel dat tegelijk met ons incheckt ook Engels en kan ze in een keer haar verhaal doen. Onze kamer heeft het thema tubarao (hetgeen “haai” betekent). In de badkamer is een hele mozaïekwand gemaakt met dit thema en ook in andere details komt dit terug. Het plekje om buiten te zitten is eerlijk gezegd nogal een tegenvaller. Alles bij elkaar zo’n 2 vierkante meter en je kijkt aan tegen een schutting. Dit is niet helemaal zoals ik het op tripadvisor heb gezien, maar wellicht dat ze hier nog duurdere hutjes hebben. Tja, en dat is niet voor ons weggelegd. Dan moeten we maar bij het zwembad relaxen als we buiten willen zitten…

We moeten ook nog de National Park fee betalen. Het zijn namelijk 2 verschillende overheidsinstanties waarmee je te maken hebt. Voor de ene betaal je bij het vliegveld, voor de andere moet je weer ergens anders naar toe. We moeten ook nog de boottocht die ik voor morgen heb gereserveerd gaan betalen en daarvoor hebben we dus ook het bewijs nodig dat we de National Park fee hebben betaald. Wat een geldklopperij. Maar goed, je komt er niet onderuit. Ze regelt een taxi die ons naar het kantoortje van de boottocht brengt en legt ons uit hoe we van daaruit naar het loket voor de National Park fee moeten komen. Dit geintje kost bijna B$ 200 per persoon en geeft je toegang voor 10 dagen. Het pasje staat op naam en zelfs je paspoortgegevens worden hieraan gekoppeld. Officiële business allemaal!

Maar goed, we hebben het allemaal geregeld, dus we kunnen eindelijk een beetje relaxen en lekker een hapje gaan eten. We besluiten vanavond voor gemak te kiezen en voor het restaurant van de pousada te kiezen. Mijn eten is prima. Een lekker stukje tonijn in een heerlijk korstje van witte en zwarte sesamzaadjes, op wat wasabi puree. Martin heeft een pasta met zeevruchten en die valt erg tegen. De zeevruchten zijn allemaal veel te lang gebakken en daarvoor veel te rubberachtig. Jammer. Nou ja, morgen zoeken we wel weer een ander restaurantje. Het is een lange dag geweest en ik verlang ontzettend naar een lekker bedje.

Terug naar boven

Fernando de Noronha

Terwijl we zitten te wachten tot we opgehaald worden voor onze boottocht ontdekt Martin nog 2 teken op zijn linker bovenbeen. Deze zitten er blijkbaar al wat langer, want deze jongens hebben bloed gedronken. Geen idee waar ze vandaan komen. Mogelijk hebben ze nog in de kleren gezeten (alhoewel we deze altijd direct na de wandeling een behoorlijke tijd buiten hebben gehangen) of dat hij deze op de dag van vertrek toch nog ergens heeft opgelopen? Geen idee. Ongelofelijk hoeveel teken hij deze reis heeft verzameld. Meer dan ik op alle reizen bij elkaar.

We worden opgehaald voor onze boottocht met Trovão dos Mares en verzamelen bij de haven. Op weg naar de boot, vertelt Fernando die onze “tolk” voor vandaag is dat wij de enige estrangeiros (oftewel buitenlanders) zijn. Tja, ik had al de indruk dat we hier op het eiland redelijk uit de toon vallen. Voordeel is wel dat we dus een privé gids hebben. Fernando is recent nog in Nederland (Amsterdam, want meer is Nederland niet, toch?) geweest. Hij heeft daar tijdelijk in een coffeeshop gewerkt. Hij is voor het surfen naar Fernando do Noronha gekomen. Hier in Brazilië noemen ze het ook wel het Hawaï van Brazilië. Tja en met zijn rastaknot is het stereotype plaatje weer helemaal compleet.

We zijn nog maar net onderweg en worden al vergezeld door dolfijnen. Zoals gebruikelijk met dolfijnen, vinden ze het leuk om net voor de boot uit te zwemmen. Ze zwemmen zelfs zo dicht op de boot, dat ze er bijna onder onze catamaran verdwijnen. We varen langs de mooiste baaien die het eiland te bieden heeft en gooien uiteindelijk het anker uit bij Baia do Sancho. Het snorkelen valt ons eigenlijk een beetje tegen. Er is weinig koraal en ook het aanbod aan vissen is beperkt. Een van de redenen om het eiland te bezoeken was de bijzondere onderwaterwereld. Misschien hebben we gewoon pech of wellicht zijn we gewoon te verwend door de mooie snorkellocaties die we al op onze reizen bezocht hebben.

Na een uurtje snorkelen wordt de lunch geserveerd. De lunch is echt een van de betere tot nu toe. Terwijl we hiervan zitten te genieten, wordt in de verte een walvis gespot. Iedereen in rep en roer, want dit is iets wat hier niet vaak voorkomt.

Na de lunch varen we weer terug naar de haven en spot ik weer een walvis. Martin denkt dat ik een grapje maak, want deze walvis zwemt in het havengedeelte tussen de boten door. Als hij de walvis ook spot, roep ik “whale” zodat de rest hem ook kan zien. Maar niemand kijkt op of om. Zelfs deze simpele woordjes Engels is te lastig voor hen. Nou ja, kan mij het bommen, ik heb mijn best gedaan. Overigens houden de Brazilianen die we hier treffen zich vooral bezig met ontiegelijk veel foto’s van zichzelf maken, veel alcohol nuttigen en zichzelf graag horen praten. We proberen hier niet te veel op te letten en vooral te genieten van de mooie omgeving.

Na de boottocht worden we in busjes gepropt om weer naar de lodge gebracht te worden. Wij mogen niet in het reguliere busje mee, maar omdat we bij Pousada do Vale overnachten, worden wij met een 4WD gebracht. Tja, gezien de slechte en steile weg naar de pousada is dat wel een verstandige keuze.

Daarna zijn we van mening dat we genoeg gedaan hebben voor vandaag en is het relaxen geblazen. We regelen wel nog even een buggy voor morgen, zodat we dan het eiland verder kunnen gaan verkennen.

We gaan pizza eten bij Namoita en zijn even bang dat de tent nog gesloten is. Voor Braziliaanse begrippen zijn we om 7 uur vroeg om een hapje te eten, maar wij vinden het een prettige tijd. Met wat gepuzzel bestellen we een pizza, deels Napolitana deels Tuna. En lekker dat ie is! Dit is echt een prima restaurant.

Terug naar boven

Fernando de Noronha

Vandaag is onze eerste echte “vrije dag”. We hebben besloten om met de buggy het eiland te gaan verkennen en de mooiste uitzichtpunten te bezoeken. Even na 8 uur wordt de buggy afgeleverd bij de lodge. We krijgen zeer beperkte uitleg. De benzinemeter werkt niet, evenals de snelheidsmeter. Je doet dus maar wat. Ons wordt aangeraden 10 liter per dag te tanken. In tegenstelling tot andere landen, krijg je hier het voertuig met nagenoeg lege tank geleverd en lever je hem ook weer in dezelfde staat in. Papierwerk doen ze hier ook niet aan. Er ligt een groen papiertje in het “dashboardkastje” (of wat ervoor moet doorgaan) wat je nodig hebt mocht er iets gebeuren. Je tekent verder geen contract of iets anders. De buggy wordt ook niet eerst beoordeeld op mogelijke krasjes. De wegen zijn hier namelijk zo slecht, dat een paar krasjes meer of minder geen verschil maakt. Gewoon cash afrekenen en dat is het.

We pakken onze spullen en gaan op pad. De weg van de lodge naar de regulier weg is zo ongeveer de slechtste weg van het eiland. Maar aangezien het gebied waarin de lodge ligt werelderfgoed is, moet alles in originele staat blijven.

Onze eerste stop is het enige benzinestation dat het eiland rijk is. Niks zelfbediening. Alles wordt hier voor je gedaan. Zelfs het prutsen om de motorkap open te krijgen (hieronder ligt de tank). Wel zo handig, want deze is bijna niet open te krijgen.

We rijden eerst naar het vertrekpunt van diverse wandelroutes op het mooiste gedeelte van het eiland. Hier bezoeken we eerst het uitzichtpunt over Praia do Sancho, een strand dat al diverse jaren als mooiste strand ter wereld is gekozen. Vervolgens bezoeken we het bekendste punt van het eiland. Het uitzicht op Dois Irmãos en Baia dos Porcos. Ik heb hier al veel mooie foto’s van gezien op internet, maar eindelijk mag ik nu zelf aan de slag. Ik kom er alleen achter dat ik helemaal verkeerd bezig ben. Het is namelijk niet de bedoeling dat je dit prachtige uitzicht op de foto zet. Nee, je moet hier in je veel te kleine bikini met een soort gehaakt gordijn om je lijf poseren. Ik geef toe dat sommige dames wel hele mooie ronde Braziliaanse billen hebben dat een minuscule bikini hen prima staat. Bij de meerderheid van de dames, zou het echter een stuk beter staan als ze iets meer in hun maat hadden gekocht. Bij de photoshoots die hier gehouden worden is het niet van belang dat het uitzicht er goed op staat of de zon het landschap mooi beschijnt. Als je er zelf maar goed op staat. De rest is niet relevant.

Vervolgens lopen we op onze Havaianas (toch een beetje zoals de locals het doen) naar Mirante dos Golfinhos. Daar zien we maar liefst 3 grote haaien zwemmen en een hele grote groep dolfijnen. De spinners, waar deze plek zo bekend om staat. Helaas zitten ze erg ver weg, dus fotograferen is niet echt bevredigend. We weten echter een lekker plekje in de schaduw te bemachtigen en genieten van het uitzicht en de speels springende dolfijnen. Net als we verder willen gaan, spot ik ook nog een zeeschildpad. We beslissen ter plekke dat we hier morgen nog wel even terug willen komen. Een heerlijke plek om te vertoeven!

Dan rijden we naar de andere kant van het eiland, naar Mirante dos Caracas. Aan deze kant van het eiland is de zee een stuk ruwer en waait het stevig. Eerst maak ik een foto van Martin en onze “stoere” buggy. Nou ja, stoer… Het lijkt eerder een soort speelgoedauto, maar hij voldoet prima op deze zeer slechte wegen. Daarna stoppen we bij Mirante Praia do Sueste. Het strand zelf vind ik niet zo bijzonder, maar de diverse rotspartijen die hier liggen en de stevige golven die hierop beuken zijn een prachtig schouwspel.

Het is inmiddels behoorlijk warm en ondanks dat we ons goed hebben ingesmeerd, wordt mijn toch al rode huidje steeds roder. We besluiten nog een korte stop te maken bij Praia do Leao en houden het daarna voor gezien. We gaan lekker terug naar de lodge om even af te koelen en een koud drankje te nuttigen.

Er lopen diverse mensen rond in de lodge die voorbereidingen aan het treffen zijn voor een bruiloft. Blijkt het koppel dat tegelijk met ons heeft ingecheckt vandaag te trouwen. Wat leuk! Zij ziet er prachtig uit in het lange aansluitende jurk met een behoorlijk diep decolleté. Het feest wordt buiten bij het restaurant gehouden en het is er erg gezellig. We willen graag in het restaurant van de lodge eten, wat gelukkig wel open is voor hotelgasten. We genieten van onze maaltijd en de goede live muziek van de bruiloft. Tja, in sommige landen kun je zomaar “wedding crashen”, maar ik geloof niet dat dat hier de bedoeling is. Al had ik me hier prima kunnen vermaken. Goed sfeertje, lekkere muziek, wat wil je nog meer.

Terug naar boven

Fernando de Noronha

Vannacht heeft het blijkbaar goed geregend, want alles rondom de lodge is nat en in de buggy is mijn stoeltje een soort van kikkerbadje geworden. Even droogdeppen dus voordat we weer naar de uitzichtpunten gaan waar we gisteren ook al geweest zijn. Voornamelijk omdat we nog een keer naar Mirante dos Golfinhos willen. De rest ligt zo dichtbij, dat we die gewoon nog een keertje meepikken.

We zijn wat vroeger dan gisteren op weg naar Mirante dos Golfinhos en het pad is nog redelijk rustig. De andere uitzichtpunten zijn laagdrempeliger om te bezoeken, omdat hier een boardwalk is aangelegd en je hier zelfs met de rolstoel kunt komen. Golfinhos is een natuurlijk pad met keien en wortels van bomen die het wandelen niet voor iedereen toegankelijk maakt. Niet dat het een moeilijke wandeling is, je moet alleen af en toe opletten waar je je voeten neer zet.

Ik ben vandaag erg op dreef met dieren spotten. Eerst zie ik een soort kruising tussen een klipdassie en een agutie wegrennen. Daarna zie ik een grote leguaan in de struiken en nog even later spot ik in de verte een walvis. Martin gelooft met natuurlijk niet totdat hij hem zelf ziet zwemmen. Bij Golfinhos aangekomen verwachten we weer grote aantallen dolfijnen te zien, maar er zwemt er gewoon geen een. Er zitten twee vrouwtjes van het dolfijnenonderzoekscentrum, maar aangezien ze niks te spotten hebben, analyseert de een al haar dode haarpunten en humt de andere een melodietje. Ze lijken het niet heel gezellig te hebben samen. We blijven hier een tijdje zitten. In de schaduw met af en toe een zuchtje wind is het hier goed vertoeven. Net als we willen gaan spot ik een zeeschildpad, dus besluiten we nog even te wachten in de hoop nog meer te zien. Vervolgens spot ik een haai en daarna nog een keer twee zeeschildpadden. Per saldo hebben we de belangrijkste zeedieren gezien, behalve de dolfijnen waar de baai naar genoemd is. Dat kan toch eigenlijk niet!

We hobbelen weer vrolijk in de buggy naar een van de uitzichtpunten in de buurt van de lodge, Mirante Forte dos Remédios. Van hieruit heb je ook weer een mooi uitzicht over het eiland. Normaal gesproken dan, want op het moment dat wij hier zijn is de lucht hartstikke grijs en begint het te regenen. Niet heel hard, maar deze omgeving komt het beste tot zijn recht als hier een stralend zonnetje op schijnt om het water zijn mooie kleur te geven en de bergen in de spotlight te zetten. We besluiten nog even te wachten, maar het wordt er niet beter op.

Terwijl we in de regen staan te wachten, zien we wel dolfijnen. Hier hangen die gasten dus rond. Nou mooi, hebben we ze toch weer gevonden.

We maken nog een stop bij de ATM en gaan op zoek naar kaartjes voor het thuisfront. Helaas zijn ze hier niet zo van de kaartjes en ook niet van andere mooie souvenirs. Bij gebrek aan beter besluiten we dus toch maar de minder mooie kaartjes van de pousada te gebruiken.

Via de pousada hebben we flippers gehuurd om te gaan snorkelen. Helaas moeten we besluiten om het snorkeltochtje een dag uit te stellen. Mijn rug laat me weer in de steek, dus ik moet plat. Martin heeft geen zin om alleen te gaan, dus is het duimen dat het morgen beter gaat.

Voor de rest van de dag zit er weinig actie meer in en besluiten we voor het gemak maar in het restaurant van de lodge te eten. We hebben ook even naar het weerbericht voor de komende dagen gekeken en dat is niet zo top. Regelmatig een bui en het lijkt pas beter te worden als wij weer weg zijn. Maar goed, het weer kan hier snel veranderen, zowel ten goede als ten slechte. Morgenvroeg zullen we in elk geval op tijd opstaan zodat we hopelijk met een beetje goed weer kunnen snorkelen.

Terug naar boven

Fernando de Noronha

Vanochtend is de laatste ochtend dat we op tijd opstaan. Na het ontbijt gaan we lekker snorkelen in de hoop wat meer geluk te hebben dan op onze eerdere snorkeltocht. We lopen via een niet al te comfortabele route naar Praia do Cachorro. Ik wil bij Praia do Meio gaan snorkelen omdat dat de snorkelplek is die de manager van de lodge had aangeraden, maar Martin denkt dat we bij Praia do Cachorro moeten zijn. Dus doen we die eerst. Terwijl ik met flippers aan het water inloop en niet heel veel later niet al te charmant wordt omgeduwd door een golf, zie ik dat de bodem hier bedekt ligt met stingrays. Omdat Martin op zijn blote voetjes het water in loopt en zijn flippers in het water pas wil aandoen, waarschuw ik hem hiervoor. We willen geen Steve Irwin taferelen hier!

Bij de rotsen van Praia do Cachorro is vrij weinig te zien, dus we steken de plas over naar Praia do Meio. Het is een paar honderd meter zwemmen door water met flinke stroming, dus ik ben blij dat ik mijn flippertjes aan heb. Bij Praia do Meio zien we veel kleine visjes en opeens zie ik een zeeschildpad zwemmen. Even later ziet Martin hem ook en hij wijst me erop. Ik heb echter de achtervolging al ingezet. Dit is wat ik graag eens wilde meemaken. Even later spot hij nog een paar zeeschildpadden die even toenadering tot elkaar zoeken. We zijn er precies op het goed moment. Ongelofelijk hoe dichtbij we kunnen komen en het interesseert ze helemaal niet. Op een gegeven moment drijf ik boven een van de schildpadden en ik denk dat ik hem had kunnen aanraken als ik had gewild.

Terwijl ik naar Martin toe zwem, zie ik opeens een grote murene komen aanzwemmen. Wat een eng beest en ook best wel indrukwekkend van formaat. Ik denk dat hij bijna net zo lang is als mij, dus ik maak me snel uit de voeten. Nadat ik een foto heb gemaakt uiteraard. Voor de rest zien we nog een paar wat grotere mooi gekeurde vissen. De zee is behoorlijk onrustig, dus na een paar uurtjes snorkelen houden we het voor gezien. Maar dan moeten we eerst wel nog even terug naar de kust zien te komen in deze stroming. Onderweg zien we nog een zeeschildpad voorbij komen. Ze zitten hier bij de bosjes. Wat een goede snorkelplek! Weer terug bij het strand aangekomen, hebben we de volgende uitdaging te pakken. Hoe komen we heelhuids uit het water zonder in aanraking te komen met de tientallen stingrays? Nou, je zoekt dat ene plekje waar er geen liggen en loopt vervolgens schuifelend met je flippers achteruit het strand op. Gelukt!

Dan weer via het klauterpad terug naar de lodge en dan heb ik mijn work-out voor vandaag weer gehad.

Terwijl ik de praktische zaken voor het vertrek van morgen regel, gaat Martin nog even naar het uitzichtpunt waar we gisteren ook zijn geweest. Nu is het weer echter beduidend beter, dus kan hij het mooie uitzicht nog even vastleggen. Ook vandaag zitten er in de verte weer dolfijnen.

We overwegen om ’s middags nog eens te gaan snorkelen op deze plek, maar besluiten het uiteindelijk niet te doen. Het is zo’n gedoe om er te komen en we hebben vanochtend nagenoeg alles gezien wat we wilden zien, dus het wordt een middagje relaxen.

We eten vanavond bij Cacimba. Het is een drukke tent en je moet even op je eten wachten, maar het is zeker de moeite waard. Martin geniet van zijn vis met een krokant notenkorstje en ik van een heerlijke linguini met scampi.

’s Avonds pakken we de tassen in voor onze terugreis, want aan onze reis komt zo langzamerhand een einde. Morgen vliegen we naar Rio, waar we nog één nachtje overnachten en de dag erna staat de vlucht naar Nederland alweer op de planning. We maken de balans op voor onze reis en komen tot de conclusie dat we niet veel anders zouden doen. Het enige verbeterpunt is dat als we hadden geweten dat we geen jaguars in de Pantanal zouden kunnen spotten zonder boottocht, we deze van thuis uit reeds geregeld hadden om er zeker van te zijn dat er plek is. Gelukkig was het niet nodig, maar ik had van het reisbureau wel verwacht dat ze ons hierop zouden hebben geattendeerd. Te meer omdat ik heb aangegeven dat we ons schema zo willen doen dat we de beste kans hebben om jaguars te spotten. Voor de rest voldoet de reis prima aan onze verwachtingen!

Terug naar boven

Fernando de Noronha

Hier op het eiland hebben ze van die kleine mugjes. Je ziet ze niet, je hoort ze niet en als je ze voelt is het te laat. Tot nu toe ging het eigenlijk best goed, maar gisteravond tijdens het diner is het misgegaan. Vanochtend word ik wakker met zeker 8 nieuwe bultjes. Gelukkig krijg je van deze muggen niet zo’n plakkaten als van reguliere muggen. Ze hebben het vooral gemunt op je handen, voeten en enkels. Allemaal plekken waar het lekker jeukt…

Vanochtend lopen we na het ontbijt nog even naar het strand. Even een laatste blik op deze mooie omgeving werpen. Het is weer ontzettend warm vanochtend. Als we weer bij de lodge aankomen, vraagt de receptioniste of we lekker gezwommen hebben. Tja, dat hebben we dus niet, maar we zijn wel aardig bezweet van de hitte. We hebben om een iets latere check out gevraagd, dus om half 1 hoeven we pas van onze kamer af. Nog ruim de tijd om even lekker te douchen en schone kleren aan te trekken.

Ruim op tijd worden we naar de luchthaven gebracht voor onze vlucht G3 1861 van Gol via Recife naar Rio de Janeiro. De geplande vertrektijd is 16.35 uur en een half uurtje eerder vertrekt een vlucht van Azul. Het is dus weer een drukte van jewelste op de kleine luchthaven. De receptioniste vertelde vanochtend nog dat er wel eens vluchten gecanceld worden vanwege regen. Nou, dat had ze beter niet gezegd, want de vlucht van Azul wordt geschrapt. Nu doet Azul dat al snel, dus we hebben nog hoop dat Gol wel vliegt. De karretjes met de bagage worden naar buiten gereden en even later horen we een vliegtuig. We zijn positief gestemd en denken dat het wel goed komt. Mooi niet dus. Zo’n kwartier later zien we de karretjes met bagage wegrijden en nog een tijdje later komt iemand een heel verhaal in het Portugees vertellen. Het woord “cancelado” valt daarbij niet, dus ik hoop nog steeds dat het goed komt. Ik vraag de man of hij ons ook in het Engels kan informeren. Hij zegt dat ik even moet wachten en loopt vervolgens weg om niet meer terug te komen. Wat een eikel!

Gelukkig is een andere passagier zo vriendelijk om voor ons te vertalen en zegt dat de vlucht in elk geval vertraagd is en dat de kans groot is dat we hier moeten blijven overnachten. Even later wordt duidelijk dat dat inderdaad het geval is. En dan begint het drama! We krijgen rond half 5 de berichtgeving. Uiteraard alleen in het Portugees, dus alle niet-Brazilianen zie je verdwaasd kijken, zoekend naar iemand die hen kan helpen. Vervolgens mogen we in de rij voor de incheckbalie gaan staan. Gelukkig is het vrouwtje dat eerder als tolk speelde zo vriendelijk om ons op sleeptouw te nemen, want je wordt gewoon totaal niet geïnformeerd.

Dan komen we ook Peche weer tegen. We hebben in dezelfde pousada overnacht, zaten altijd gelijktijdig aan het ontbijt en hebben hier en daar al een vriendelijk woordje gewisseld. Ze is oorspronkelijk van Brazilië, heeft familie in São Paulo en woont in Oostenrijk. Ze komt nog regelmatig naar Brazilië voor familiebezoek en combineert dat altijd met een weekje Fernando de Noronha. Ze helpt ons waar het kan. Zo fijn dat er mensen zijn die je willen helpen, al is het niet het luchtvaartpersoneel die dat als taak heeft. Peche heeft al contact gehad met de pousada en omdat de nieuwe gasten niet konden landen, zijn er nog kamers voor ons vrij.

We staan maar liefst 2,5 uur in de rij van Gol om de vlucht omgeboekt en de voorzieningen voor een overnachting geregeld te krijgen. Ongelofelijk! Ze moeten dit voor een kleine 150 mensen regelen (waarvan de meesten ook nog per 2 of meer reizen) en het schiet maar niet op. Martin is ondertussen de bagage gaan ophalen die volledig nat geregend is. Als wij bij de balie aan de beurt zijn, loopt het vrouwtje de hele tijd weg zonder enige communicatie. Zo frustrerend! Het vakantiegevoel is op dit moment helemaal weg. Te meer omdat ik natuurlijk degene ben die dit mag regelen. Volgens het personeel van Gol moeten we onze connecting flight van KLM morgen wel kunnen halen. Met anderhalf uur overstaptijd op een grote luchthaven als Rio, waarbij we ook nog eerst onze bagage moeten ophalen, vervolgens opnieuw moeten inchecken en door de douane moeten, lijkt het mij een lastige. Ook de pousada waar we verbleven bieden ze niet aan. We kunnen er wel vervoer naar krijgen en achteraf de rekening indienen. Nou, laten we dat maar doen. Er zijn op het eiland namelijk nogal wat slechte pousada’s, dus daar hebben we zeker geen trek in. Ik krijg een nummer wat ik moet bellen om informatie te krijgen over hoe ik het geld kan terugvorderen.

Uiteindelijk zijn we om 8 uur ’s avonds bij de lodge. We krijgen de Fragata kamer (fregatvogel), een wat betere kamer dan die we oorspronkelijk hadden. Ik klim direct in de telefoon en bel met Gol. Nou, dat is ook weer zo’n gevalletje van het kastje naar de muur. De man op het vliegveld zei ik dat het via dit nummer moest regelen en de man van het nummer weigert me te helpen omdat ze dat op het vliegveld hadden moeten doen. Daar ben je dan mooi klaar mee. Ik word om de haverklap in de wacht gezet en de telefoonkosten tikken door. Hij gaat zogenaamd contact zoeken met het vliegveld. Ik geef hem aan dat het vliegveld nu gesloten is omdat er geen vluchten meer zijn, maar het lijkt tegen dovemans oren. Vervolgens vraagt de grapjas of ik over 4 uur of nog eens kan terugbellen. Als ik aangeeft dat het dan 1 uur ’s nachts is en ik dan lig te slapen, krijg ik als reactie “o, you don’t think it is possible?”. Nee, niet dus! Ik geef hem het telefoonnummer van de pousada en mijn emailadres en vraag hem om het op te lossen en mij iets te laten weten. Zo niet, dan moet ik morgenochtend nog maar eens bellen of anders op de luchthaven nog een keer proberen. Dit is echt zo frustrerend!

Ik besluit om Tico een mailtje te sturen om hen over de situatie te informeren en hopelijk kunnen zij iets betekenen bij het stroomlijnen van de terugreis. Internet, evenals telefoon, is zo slecht hier op het eiland, dat ik blij ben dat het lukt om mijn mail te versturen. Ik zie ook een mailtje van mijn schoonmoeder verschijnen, die onze reis op de voet volgt en ook al gezien heeft dat onze vlucht gecanceld is. Tja, dat kan zomaar gebeuren, maar is altijd vervelend. Zeker als je aansluitende vluchten hebt die maar één keer per dag vertrekken…

Na het diner duiken we het bed in en lig ik bijna de hele nacht te piekeren hoe ik dit kan oplossen.

Terug naar boven

Fernando de Noronha – Recife – Rio de Janeiro – Amsterdam (vlucht)

Om half 8 ’s ochtends belt Fred van Tico. Hij heeft mijn mail gekregen en ze zijn ermee aan de slag. Ik heb hem de nieuwe vluchtgegevens van Fernando de Noronha naar Recife (G3 9001: vertrek om 14.30 en aankomst om 14.30 uur) en van Recife naar Rio de Janeiro (G3 1861: vertrek 17.10 en aankomst 20.10 uur) doorgegeven. In Rio hebben we maar 1 uur en 45 minuten om over te stappen op onze vlucht naar Amsterdam die om 21.55 uur vertrekt. Fred geeft aan dat de minimale overstaptijd in Rio 1,5 uur is, dus dat wordt krap. Gol heeft echter een partnerschap met KLM, dus volgens hem is het mogelijk dat zij de ruimbagage kunnen doorlabelen naar Amsterdam. Dat scheelt aanzienlijk in tijd bij de overstap in Rio. Nu is het de vraag of ze het ook willen doen. Hij gaat in elk geval KLM informeren met welke vlucht we aankomen.

Ik check op de Gol app of ik iets kan vinden over onze vluchten. Tot mijn verbazing zie ik dat ze de aansluitende vlucht van Recife naar Rio de Janeiro hebben gewijzigd naar een vlucht die bijna 2 uur eerder vertrekt dan dat wij in Recife aankomen (vlucht G3 2083: vertrek 12.49 uur, terwijl we met vlucht G3 9001 om 14.30 uur aankomen). En dat noemt zich een intelligente airline? Aangezien ik van het reisschema dat we gisteravond heb gekregen ook de bijbehorende boardingpasses heb, denk ik dat de app wellicht een beetje ontregeld is. Even later krijg ik echter een mailtje van Fred met de vraag of onze vlucht naar Rio gewijzigd is. Hij heeft hetzelfde vreemde vluchtschema gekregen. Nu begin ik me toch een beetje ongerust te maken. Om buikpijn van te krijgen…

Ik heb besloten om geen telefonisch contact meer te zoeken met Gol over de hotelvergoeding, maar mijn geluk op de luchthaven te beproeven. We vertrekken daarom om check-out time al naar de luchthaven. Dan kan ik meteen helderheid proberen te krijgen over de vreemde vluchtwijziging. De receptioniste van de lodge geeft aan dat ze bericht heeft gehad dat wij ons direct bij de balie van Gol moeten melden en niet in de rij moeten gaan staan. Dit heeft te maken met de aansluiting van onze internationale vlucht. Ze instrueert de chauffeur om ons te begeleiden en als tolk te spelen. Deze is echter verdwenen zodra de man van Gol ons begint te helpen. Een ander stel dat bij ons in de lodge verbleef, biedt echter aan te helpen als het nodig is. Zij is van oorsprong Braziliaanse maar woont nu in Groot Brittannië, samen met haar Nieuw Zeelandse vriend.

Opvallend hoeveel vriendelijke Brazilianen er zijn. Dat geldt eigenlijk voor alle regio’s waar we geweest zijn. Als ze zien dat je je best doet om Portugees te begrijpen, maar je kunt het niet helemaal volgen, dan zijn het de Braziliaanse medetoeristen die je proberen te helpen. En degenen die een wat uitgebreidere woordenschat hebben, vinden het leuk om een praatje te maken en te horen waar je vandaan komt, waar je in Brazilië bent geweest en wat je ervan vond. Ze zijn ook vooral nieuwsgierig naar wat je het mooiste vond, hoe je het Braziliaanse volk vindt en of je je onveilig hebt gevoeld. Tja, ik moet eerlijk bekennen dat de vriendelijk en behulpzaamheid alleen overtroffen door de ozzies en de kiwi’s. En dat we al die negatieve berichten over onveiligheid totaal niet kunnen bevestigen. Het enige jammere is dat ons Portugees niet goed genoeg is om het gesprek aan te gaan in hun eigen taal. Voor de rest is Brazilië echt een prima vakantieland. Ik vind het vreemd dat het toch zo relatief weinig door buitenlandse toeristen wordt bezocht.

Bij de balie van Gol willen ze onze bagage niet doorlabelen naar Amsterdam omdat ze het zogenaamd niet kunnen. Dat is natuurlijk de grootste flauwekul, want de terugvlucht van Rio naar Amsterdam heeft zowel een vluchtnummer van KLM als van Gol. Verder krijg ik opeens nieuwe boardingkaarten voor de vreemde aansluiting. We worden helaas weer geholpen door hetzelfde vrouwtje als gisteren die haar les in communicatie nog niet gevolgd heeft. Deze keer neem ik er geen genoegen mee en wordt uiteindelijk te woord gestaan door een zeer beperkt Engels sprekende man.

Hij vertelt ons dat de aansluitende vlucht vertraagd is, waardoor deze om 15.00 uur vanuit Recife vertrekt. Geen idee waarom ze dan nog steeds de oorspronkelijke vertrektijd op de documenten communiceren. Maar goed, dat zou betekenen dat we 30 minuten hebben om over te stappen in Recife. Op deze chaotische, slecht georganiseerde luchthaven is dat echter niet haalbaar. Dat hebben we de vorige keer wel gemerkt. Door zijn gebrekkige Engels duurt het een eeuwigheid voordat hij ons duidelijk weet te maken dat we niet hoeven over te stappen, maar dat hetzelfde vliegtuig doorvliegt naar Rio. Hij kan echter niet verklaren waarom we ieder 2 boardingpasses krijgen met verschillende vluchtnummers en andere stoelnummers. We hebben er weinig vertrouwen in, maar we zullen wel zien. Ik regel tevens nog met de man dat zij de vergoeding van onze hotelovernachting in behandeling nemen. Ook hier weer de gebruikelijke eerste weerstand, maar daar neem ik geen genoegen mee. Of het goed komt is natuurlijk maar de vraag, maar het is in elk geval het proberen waard.

Vol spanning staan we bij de gate te wachten of we vandaag wel van het eiland kunnen vertrekken. Het weer lijkt een stuk beter, maar om de geplande vertrektijd is er nog steeds geen vliegtuig te bekennen. Zo’n 10 minuten later landt dan toch het toestel van Gol en er gaat een luid gejuich op.

Op het eerste deel van de vlucht komt een vriend van Peche naast ons zitten. We raken aan de praat en ik vraag hem of hij weet waarom het gisteren niet mogelijk was om te landen op het eiland. Hij geeft ons aan dat het vliegtuig tussen de twee bergtoppen die het eiland rijk is moet vliegen en dat ze dat niet op basis van de instrumenten kunnen doen. Ze moeten dit op zich doen en aangezien de bergtoppen volledig in de bewolking verdwenen waren, was het niet verantwoord om te landen. Hij komt zelf uit Salvador en komt ieder jaar in september met zijn gezin naar het eiland om te duiken. Hij heeft nog nooit zulk slecht weer meegemaakt in september, wat normaal gesproken een van de beste maanden is om het eiland te bezoeken. Hebben wij weer…

De vriend van Peche vind het vluchtverhaal van Gol ook een vreemd verhaal en checkt het voor de zekerheid nog even voor ons bij de stewardess. Het onwaarschijnlijke verhaal van Gol wordt echter ook door haar bevestigd. Gelukkig! Hierdoor komen we rond 6 uur in Rio aan en hebben we voldoende overstaptijd om onze bagage op te halen, opnieuw in te checken en bij de gate te komen. We hebben zelfs nog tijd om kleine Havaianas te kopen voor Julia en Max. De maat is op de gok, maar veel keus is er niet in de kleine maten, dus hopelijk klopt het een beetje.

Terwijl we bij de gate wachten tot we kunnen boarden voor vlucht KL 706 van Rio naar Amsterdam, stuur ik nog even een mailtje naar Tico dat het allemaal goed lijkt te komen. Het boarden begint op tijd en ruim een kwartier voor de geplande vertrektijd van 21.55 uur, zijn we al klaar om te vertrekken. Helaas is er iemand aan boord die te diep in het glaasje heeft gekeken, dus die moet eerst nog even van het vliegtuig verwijderd worden. Dat gaat best snel, maar zijn bagage moet ook uit het vliegtuig gehaald worden en dat kost meer tijd. Uiteindelijk vertrekken we iets eerder dan gepland richting Nederland.

Terug naar boven

Aankomst Amsterdam

Rond 2 uur ’s middags landen we op Schiphol. We moeten een flink stuk taxiën voordat we bij de gate zijn, maar dan zit het er toch echt op. Als we richting de bagagehal lopen, blijkt er een flinke rij te staan om er te komen. Honderden mensen staan voor de deur naar de hal te wachten, maar er lijkt niemand door de deur te gaan. Geen idee wat er aan de hand is. De deuren gaan open en dicht, maar er zit nauwelijks beweging in de rij. Een vrouwtje dat Nederlands met een buitenlands accent spreekt, vraagt of dit tegenwoordig normaal is. Ik geef haar aan dat wij vorig ook een uur bij de paspoortcontrole hebben moeten wachten om ons eigen land in te komen. Omdat ze op Schiphol ook de cursus communicatie nog niet gevolgd hebben, gaat de vrouw verhaal halen. Blijkt dat er niemand wordt doorgelaten omdat ze het bij de paspoortcontrole die erna volgt weer niet op orde hebben. We staan hier maar liefst 45 minuten te wachten. Of je een EU paspoort hebt of niet, iedereen staat in dezelfde rij. In alle landen is het gebruikelijk dat er een splitsing wordt gemaakt, zodat de eigen bevolking makkelijker haar land niet kan, maar hier natuurlijk niet.

Een jochie dat net uit de schoolbanken is, krijgt via de portofoon het commando om het eerste deel van de wachtenden via een andere route door het vliegveld te leiden. Uiteraard ook weer zonder communicatie. We komen via de transferroute bij de paspoort controle. Hier staan zeker 10 elektronische poortjes voor de controle, maar ze zijn allemaal op non-actief gezet. In plaats daarvan zitten er 2 mannetjes die het werk op de ouderwetse manier doen. Wat een slechte organisatie! Zeker als bij de uitgang 6 mensen van de marechaussee uit hun neus staan te eten. Die hadden ze beter op een andere plek (de paspoortcontrole bijvoorbeeld) ingezet.

Voordeel van deze slechte organisatie is dat we niet op de bagage hoeven te wachten. Die ligt al lang en breed op ons te wachten. Dan snel naar de trein. Als we instappen is er nog niks aan de hand, maar al snel kijk ik op de app en blijken er geen treinen te rijden tussen Eindhoven en Weert. Als de conducteur langs komt, vraag ik hem of hij ons meer kan vertellen. Zijn klantvriendelijke reactie is “je wordt wel geïnformeerd als het nodig is”. Daar kun je het dan mee doen. Als de trein stopt in Eindhoven worden we uiteindelijk geïnformeerd dat de trein naar het zuiden is opgeheven. De volgende trein rijdt waarschijnlijk over 3 kwartier en ze weten nog niet of er bussen ingezet worden.

Op het perron is het een drukte van jewelste. Er wordt omgeroepen dat we “gezien de omstandigheden” een gratis kopje koffie of thee kunnen halen. Pas geruime tijd later wordt omgeroepen wat deze omstandigheden zijn en dat er snelbussen worden ingezet. Deze rijden tot Weert, waar je vervolgens weer op dezelfde trein moet stappen als wanneer je in Eindhoven blijft wachten. Waarbij het maar de vraag is of je er nog in past. We blijven dus maar gewoon in Eindhoven wachten.

Het wordt drukker en drukker op het perron. Als de trein dan eindelijk aan komt, proberen de reizigers van maar liefst 4 vervallen treinen zich naar binnen te proppen. Het is onverantwoord druk. Iedereen staat hutje mutje, het is bloedheet en de niet zo frisse oksellucht verspreid zich al snel door de trein. Echt weer typisch NS dat ze hier geen groter treinstel van hebben gemaakt. Gelukkig stappen in Weert meer mensen uit dan in. Geen idee waarom zij niet voor de snelbus hebben gekozen. Bij iedere stop wordt het weer wat draaglijker in de trein. Uiteindelijk komen we rond half 7 in Sittard aan. Aangezien het regent pakken we een taxi naar huis. Eindelijk!

Laten we deze laatste dagen van de reis maar snel vergeten en vooral terugdenken aan alle mooie momenten die we hebben mogen ervaren in Brazilië!

Terug naar boven