Amsterdam – Houston – Quito (vlucht)
Na een korte nachtrust in het NH hotel bij Schiphol staan we om kwart voor vijf op en ontbijten we op de kamer. We checken uit en gaan met de shuttlebus naar Schiphol. Daar aangekomen staat al een gigantische rij bij de incheckbalie. Het duurt erg lang, want niet alleen onze bestemming moet hier inchecken.
We kopen nog snel de nieuwe speciale slotjes die tegenwoordig noodzakelijk zijn als je via Amerika reist (deze kunnen met een speciale sleutel geopend worden zodat indien nodig de tassen gecontroleerd kunnen worden zonder zaken te vernielen). Helemaal klaar voor de reis en nog een beetje moe gaan we bij de gate door de controle. Na een kort interview mogen we aan boord.
Om tien voor tien vertrekken we met vlucht richting onze bestemming. Na zo’n kleine viereneenhalf uur gevlogen te hebben kijken we toevallig uit het raam en hebben we een prachtig uitzicht op Groenland. Ongelofelijk dat je op deze hoogte zelfs de ijsbergen en gletsjers zo goed kunt zien. Dat zegt wel iets over de grootte! Snel de camera pakken!Pff, wat duurt deze reis lang… Even na enen komen we aan op Houston. De tussenstop hier duurt helaas langer dan gepland omdat we eerder zijn aangekomen en er vertraging is richting Quito. De extra tijd is echter geen overbodige luxe, want de hoeveelheid formulieren, ellenlange rijen en strenge controle met vingerscans en foto’s vergen de nodige tijd. Als we dit hebben doorstaan wachten we in de gate op vertrek. Het vliegtuig naar Quito is beduidend kleiner. Hutje mutje, met klotsende oksels en gutsende geulen vliegen we na vijf uur wacht in ruim vijf uur naar onze eindbestemming. Bij de Mexicaanse kust (Yucatan) woedt orkaan Dolly, maar gezien de hoogte waarop we vliegen hebben we daar geen last van. Gelukkig maar, anders zou het wel erg spannend kunnen worden.
De aankomst in Quito schijnt erg spectaculair te zijn (het vliegveld ligt tussen de bergen), maar door het late tijdstip waarop we aankomen, zien we dit niet. Wel zien we een zee van lichtjes als we rond half twaalf ’s nachts aankomen. We gaan weer door de douane, waar we zelfs onze vluchtlabels moeten hebben om de bagage op te halen. Hier ontmoeten we onze gids Mark, die zoals later zal blijken de slechtste reisleider is die we ooit hebben gehad!
Vanaf het vliegveld is het nog zo’n half uur rijden naar ons hotel Real Audiencia. Onze kamer is op de derde verdieping en helaas is er geen lift, dus dragen we de hele klimbim naar boven. Je merkt direct het hoogteverschil (2800 m hoogte). Draaierig, hijgend en met hoofdpijn bereiken we onze kamer. Het is een eenvoudige kamer met een leuke inrichting. Het bed is relatief smal (maximaal twijfelaar), maar na zo’n 47 uur wakker te zijn geweest kunnen we nu eindelijk gaan slapen…
Quito
We krijgen een uitgebreide briefing met tips en trucs voor de dag en maken afspraken voor het diner en morgen.
Rond elf uur starten we onze citytour door Quito. Na alle waarschuwingen over veiligheid en berovingen is het animo wel wat minder geworden. We maken de drie pleinenroute. We beginnen bij de Plaza de Santo Domingo, lopen dan naar de Plaza San Francisco en eindigen deze route op het Plaza de Independencia. Onderweg doen we boodschappen, droppen deze in het hotel en gaan te voet weer verder naar de Basilica met een prachtig uitzicht over de stad. Hier krijgen we een rondleiding door de “priest”. De Basilica bevat aan de buitenkant ornamenten van dierensoorten in Ecuador en Galapagos. Vanuit de Basilica lopen we terug naar het hotel. We willen eigenlijk nog een kijkje nemen in La Compañía de Jesũs. Als we daar aankomen, vinden we de buitenkant echter zo kitsch dat we besluiten door te lopen.
Om half acht dineren we met z’n allen in het hotel. Daarna gaan we terug naar de kamer en doen we een poging om in slaap te komen.
Quito – Lago Agrio – Cuyabeno NP (vlucht)
Vandaag is het vroeg dag. Om half zes gaat de wekker en proberen we met een verkwikkende douche wat energie te krijgen. Na het ontbijt stappen we in de bus, laden de spullen die achter blijven in het laadruim en de rest gaat mee. Na wat passen en meten rijden we naar het vliegveld waar het een grote chaos is. Tijdig inchecken is niet mogelijk aangezien de Galapagosgangers nog voor ons zijn. Dan blijkt dat we ook via een apparaat kunnen inchecken. De keuze is gang- of raamplaats (en die laatste zijn al vergeven) en geen plek meer naast elkaar. Gezellig!
De vlucht zelf is geen straf. Het is maar 25 minuten vliegen en tijdens de vlucht kunnen we genieten van prachtige uitzichten. Aan de kant van Martin is de Cotopaxi te zien, of althans dat denken we. Er is echter een Ecuadoriaanse gids die Duits spreekt die zegt dat het de Antisana is. Hoe dan ook is het een mooi uitzicht.Om kwart over tien komen we aan in Lago Agrio, waar we in snelle pas naar de ranchera gaan, waar we onze spullen inladen. Het schijnt een belevenis te zijn om op het dak te reizen, maar aangezien er een slecht houten frame is om op te zitten en de wegen ook niet al te best zijn, besluiten we de relatief comfortabele variant te kiezen.
Na lang hobbelen, een pauze voor het welkomstdrankje en een lunchstop bij een pleintje met een wc met maden komen we rond half drie ’s middags aan bij het begin van het Cuyabeno NP. We moeten een half uurtje wachten voordat alles geregeld en in de bootjes geladen is en dan kunnen we vertrekken. De boottocht (in een ruime uitgeholde boomstam met “bankjes”) duurt ruim drie uur, maar is absoluut geen straf. Onze gids op de boot is een native Siona Indiaan.Onderweg zien we doodshoofdaapjes, bruine kapucijnapen, toekanachtigen, paarse orchideeën, een witkopgier, een grote ijsvogel, pink dolphins (zeer uniek en helaas niet vast te leggen op foto!), vleermuizen (fishing batt) en een anaconda. Ik kan bijna niks fotograferen, maar je kunt niet alles hebben, toch? Op het einde van de tocht slaan we bijna om met de boot als we door een smalle doorgang met hindernissen moeten. Dit was een wel erg close call, iets te close als je mij vraagt…
Even na zessen komen we aan in onze lodge. Hoewel lodge een erg groot woord is voor onze verblijfplaats. De luxe en privacy (7 muskietennetten op een vlonder onder een bladeren afdak) zijn ver te zoeken, maar het heeft wel een bepaalde charme. De naam van de lodge (Hot Spots) stamt af van de grote bio ecologische diversiteit.Nadat we ons gesetteld hebben in onze muskietennetten, gaan we naar de bar en genieten van we van ons welkomstdrankje; een Cuba Libre.
Het avond eten is hartstikke lekker en er wordt veel gelachen over de snurkrituelen van iedereen. Daarna ga ik lekker tanden poetsen en mijn dagboekje bijwerken en om kwart over negen lig ik al “in bed”. Het dunne matras is niet breder dan een twijfelaar en op de houten vlonder biedt het weinig comfort. De geluiden van de Amazone zijn echter zo overweldigend, zeker ’s nachts, dat ik dit niet op een andere manier zou willen meemaken. Dit is echte natuur!
Cuyabeno NP
Dan maken we een jungletocht dwars door de amazone van wederom zo’n twee uur. We zien vooral veel insectachtigen, zoals een springspin, een honderdpoot en vlinders. We lopen naar het Sionakamp waar we geruime tijd wachten op de andere groep. We hebben een avontuurlijke route gevolgd, waarbij we de nodige hindernissen moeten nemen. De andere groep heeft de kindvriendelijke (lees: watjesroute) gelopen maar doet er desondanks vrij lang over.
Bij de Siona’s krijgen we een demonstratie cassavepannenkoek maken, van begin tot einde. Het is hard werken, maar het is mooi te zien hoe primitief hun instrumenten zijn en hoe goed ze hiermee om weten te gaan. Enkelen van ons leven zich uit om de cassave te raspen op een metalen plaat met gaatjes. Na de pannenkoek geproefd te hebben (die overigens weinig smaak hebben), lopen we via de huizen terug naar de boot. Deze keer gaan we met standje “high speed” terug. Onderweg maken we nog een stop om op piranha’s te vissen. Om het verhaal compleet te maken, krijgen we een echte tropische stortbui over ons heen. Lekker zo in een bootje op het water…Een grote wandelende tak zoekt toenadering bij Martin en als hij over zijn gezicht kruip, pak ik snel de camera. Martin houdt het bijna niet meer uit (kriebelig als hij is) en ik doe het bijna in mijn broek van het lachen.
Na het eten krijgen we een korte demonstratie van sjamaan Daniël.
Cuyabeno NP
Na een uurtje gevaren te hebben gaan we weer terug naar het kamp waar een paar prachtige toekans op ons zitten te wachten. Perfect! Nu is het tijd voor een lekker ontbijtje.
Om half tien zijn we weer klaar voor onze volgende tocht. We maken een wandeling van ruim drie uur door het regenwoud. Tijdens de tocht ontdekken we waar de naam regenwoud vandaan komt. Het mag de pret niet drukken, want het is wederom een prachtige wandeling waarbij we door onpeilbaar diep water moeten baden en over glibberige boomstammen moeten klimmen. Deze tocht vol hindernissen wordt afgesloten door een kaaiman die op het einde op ons ligt te wachten. Via de Flooded Forest gaan we terug naar het kamp.
Na de lunch is tijd voor een kleine Siësta. Ik gebruik deze om de kleren te drogen, beestjes langs de rand van de open plek van de lodge te fotograferen en bij te kletsen met het gezellige gedeelte van de groep.
Rond vier uur vertrekken we om te gaan zwemmen in het meer. Een vreemde gedachte als je weet dat er in dat water ook piranha’s en kaaimannen rondzwemmen… Voordat we op de zwemplek in de Laguna Grande aankomen, zien we de hoatzin. Een nauwelijks geëvolueerde vogel uit de oertijd die in de volksmond ook wel “stinkkip” genoemd wordt.Bij de zwemplek aangekomen, besluit ik alleen pootje te baden, net als de meerderheid van onze boot. De voornaamste reden is dat het een enorm gedoe is om weer in de boot te komen. Alleen een paar stoere mannen maken een frisse duik. Als een van hen weer in de boot wil komen, haalt hij zijn voet open aan een uitstekende nagel aan de boot. Het besef dat dit geen goed teken is in een piranha- en kaaimannengebied, geeft hem vleugels en in een oogwenk is hij in de boot. Zijn voet ziet er minder goed uit en ik word spontaan gebombardeerd tot zuster. Al snel bedenken we een sterk verhaal wat hij thuis kan vertellen, namelijk dat hij gebeten is door een piranha en maar net aan de dood is ontsnapt. Tja, je moet er toch iets van maken…
Dan maken we nog een “spot”rondje en schieten we prachtige plaatjes van de hoatzin. We zoeken de andere boot op en gaan net op tijd na een goede ligging voor een prachtige zonsondergang. Hiervan genieten we onder het genot van een lekker drankje.Het oorspronkelijke plan was dat we aansluitend kaaimannen zouden gaan spotten, maar een zware regen- en onweersbui gooit roet in het eten. Het feit dat we op een groot open meer liggen onder een boom baart ons toch wel zorgen en na de nodige aansporingen gaan we terug naar ons kamp.
Hier aangekomen pakken we de bagage voor morgen en eten we ons laatste avondmaal. Daarna gaan we op tijd naar bed, want morgen (of beter gezegd vannacht) is het weer vroeg op.
Cuyabeno NP – Otavalo
Rond half vijf komen we aan bij ons hotel in Otavalo “la Casa Sol”. Het hotel ziet er goed uit en het lijkt alsof het redelijk nieuw is. Als ik onder de douche sta, blijft het water wel erg lang koud. Uiteindelijk gaat Martin navragen bij de receptie wat er aan de hand is. Het blijkt dat het gas op is en er moet een nieuwe gasfles uit het dorp worden gehaald. Als deze er eindelijk is, neem ik het ervan en sta lekker lang onder de douche. Daarna enkele kleren zelf gewassen en een gedeelte door het hotel laten wassen.
Eindelijk zitten we aan het avondeten. Aansluitend kruip ik achter de internetpc en stuur een mailtje naar het thuisfront.
Otavalo
Heerlijk opstaan met zo’n schoon gevoel. Even een ontbijtje naar binnen werken en we zijn weer klaar voor een nieuwe dag. Het oorspronkelijke programma bevat veel keuzemogelijkheden waarbij we zelf vervoer e.d. moeten regelen. Mark heeft geregeld dat de leukste activiteiten gecombineerd worden en de bus voor dit programma ter beschikking staan. Het programma slaat aan, dus maakt iedereen gebruik van het aanbod.
We beginnen met een wandeling naar de waterval van Peguche. Bij de ingang van het park staat een klein (< 1,5 meter), oud vrouwtje. Iedereen wil haar graag op de foto zetten en ze geniet volop van alle aandacht.Daarna gaan we met de bus naar de markt in Otavalo. Het is een erg leuke markt, met veel houtsnijwerken, stenen kunstartikelen, maar met name heel veel textiel in de meest uiteenlopende kleuren en maten. Hier kopen we een houten masker voor onze eigen collectie. Tevens zien we een mooi houten landschildpad om het cd-rek aan te vullen. We hebben echt te weinig tijd om alles goed te bekijken en onze slag te slaan.
In het Parque Condor worden we vermaakt met een vliegshow van diverse prachtige roofvogels. Het is mooi te zien hoe gefocust de vogels zijn en hoe mooi ze over het ruige berglandschap vliegen. We hadden gehoopt ook de condor in vlucht te zien (aangezien de show eigenlijk condorshow heet), maar deze hebben ze helaas niet afgericht… Het roofvogelcentrum zet zich in voor de bescherming en het behoud van de Condor en andere grote roofvogelsoorten.
Op deze hoogte heb je niet in de gaten hoe sterk de zon brand, maar na de vliegshow zijn mijn handen en armen verbrand. Na afloop van de show krijgen we nog een privétour van de eigenaar (een Nederlander) door het park. Dan krijgen we wel een prachtig condorpaar te zien. Wat een gigantische beesten zijn dit. En om eerlijk te zijn, zou een beetje anti-rimpelcrème geen overbodige luxe zijn...Vanuit het park is het uitzicht op het berglandschap op z’n minst adembenemend te noemen. Met een beetje fantasie is er zelfs een berg met een hart te ontdekken.
Na de lunch maken we een fotostop bij de Laguna San Pablo. Het schijnt een bezienswaardigheid te zijn, maar ik heb wel mooiere landschappen en lagunes gezien.
Van hieruit rijden we verder naar het kratermeer Laguna de Cuicocha. De Cuicocha is een oude geërodeerde vulkaan en het is mogelijk een wandeling te maken langs het prachtige azuurblauwe kratermeer te lopen. Aangezien de hele route zo’n vier uur duurt, moeten we voor een verkorte versie kiezen, maar ook deze is de moeite waard.
Verder naar het leerstraatje in Cotacachi. Dit valt erg tegen, aangezien de boel gezien het tijdstip redelijk uitgestorven is.In het hotel gaan we lekker een borreltje drinken. Daarna een hapje eten en nakletsen. Onze serveerster is een erg aardig meisje, dat helaas geen woord Engels spreekt. Ze doet echt haar uiterste best om er iets van te maken. We willen graag samen met haar op de foto, aangezien ze zo’n lief kind is en gekleed is in de traditionele kleding. Dit doet ze met alle plezier.
Als we de was gaan ophalen ben ik erg verbaasd over de rekening. Je betaalt naar gewicht en volgens het hotel zouden wij zo’n 4 kg aan was hebben ingeleverd. Gezien het totale gewicht dat we met ons meenemen deze vakantie is dat erg onwaarschijnlijk, maar aangezien het erg goedkoop is en er alleen Spaans wordt gesproken laten we het erbij zitten.
Otavalo – Maquipucuna
We staan om kwart over zes op en nemen een lekkere douche. Voor het ontbijt ga ik nog snel foto’s van het hotel maken. Bij het ontbijt haalt Martin een lekker kopje thee voor me. Het bestellen van het ontbijt gaat ook vandaag weer mis. Wederom als eerste bestelt en als laatste gekregen. Het is duidelijk dat men niet gewend is aan grote groepen.
Op internet zoeken we naar de symptomen om te achterhalen wat er met mij aan de hand is. Onze gids Mark vindt dat we het zelf maar uit moeten zoeken. Ik moet zelf maar met mijn huisarts in Nederland bellen en kijken wat hij zegt. Geen slimme keuze, aangezien een huisarts in Nederland natuurlijk niet gespecialiseerd is in aandoeningen die veroorzaakt kunnen worden door lokale situaties. Los van het feit dat dit gezien het tijdverschil geen optie is. Heerlijk zo’n georganiseerde reis met een gids waarop je kunt bouwen (not!).
Nadat Mark eens goed is toegesproken door zowel ons als een aantal reisgenoten komt hij er niet onderuit om toch iets te regelen. Ik word naar huisarts Patricio in Otavalo gebracht voor onderzoek. De rest krijgt hierdoor nog even de tijd om Otavalo verder te verkennen. Patricio is erg aardig en spreekt redelijk goed Engels. Hij kan niks ontdekken en denkt dat het komt door de wisselingen in hoogte. Voor de zekerheid wil hij een bloedonderzoek (iets met enzymen) doen. Ik heb mijn twijfels over de sterielheid van de naalden e.d. en geef aan dat ik het liever niet doe. Na veel wikken en wegen laat hij me gaan met als voorschrift dat ik zodra ik er last van krijg twee paracetamol moet innemen om hiermee de pijn te onderdrukken. Mocht dit niet helpen, dan kan ik hem bellen vanuit onze volgende bestemming en legt hij contact met een locale arts om me verder te helpen.
Weer onderweg stopt Mark bij een kraampje langs de weg om de vrucht Chiromoya te kopen voor de groep. Uiteraard wil ik er iets van proeven. Dit smaakt eigenlijk best goed.We rijden verder naar Quito en maken een tussenstop bij een supermodern winkelcentrum, waar we op aanraden van de dokter extra paracetamol en after-sun kopen. Dan gaan we verder naar het Maquipucuna reservaat. Dit ligt op een hoogte van 1300 meter, waardoor ik hopelijk minder last heb van de hoogte.
In het reservaat aangekomen, settelen we ons in onze groepskamer en lopen daarna gezellig rond door de natuur en genieten van deze mooie locatie.
We eten pas laat en het is geen bijzondere maaltijd, maar is goed binnen te houden. Na het eten ga ik samen met mijn collega-fotograaf op enge-dieren-fototocht. We vinden een soort wandelend blad (variant bidsprinkhaan), een mantis (ook een soort bidsprinkhaan), een dobson vlieg, kakkerlakken en nog veel meer vliegers en kruipers. We manoeuvreren ons is alle bochten om de beestjes op de foto te krijgen. Wat natuurlijk ook weer bijzondere foto’s van ons zelf oplevert. Ach ja, je hoeft maar ergens lol mee te hebben…Als we naar onze kamer gaan, voel ik het overal kriebelen. Ondanks de hitte kruip ik helemaal in mijn lakenzak om te voorkomen dat ik per ongeluk een kakkerlak eet of eentje in mijn bed vind. O ja, we slapen in stapelbedden, maar aangezien we de kamer toch moeten delen is dat niet zo erg.
Maquipucuna
We staan weer lekker op tijd op na een lekkere douche, zijn we weer klaar voor de dag.
Vandaag is vrij ter invulling. Er zijn diverse wandelroutes en we besluiten ’s ochtends te opteren voor de Waterfall Trail. Deze wandeling is niet zo heel erg lang, maar het laatste stuk om echt bij de waterval te komen is wel erg glibberig. Van hieruit lopen we terug richting de lodge en een stukje verder door waar we tot aan de rivier lopen. Daar daag ik Martin uit om op een rots in de rivier te gaan zitten zodat ik mijn adonis op de rots (zoals ik hem in Nieuw Zeeland heb gedoopt) in deze positie te vereeuwigen. Het water is ijskoud, maar dat houdt mijn stoere Zeeuw niet tegen.Weer bij de lodge aangekomen ondernemen de fotografen een wanhopige poging een vliegende kolibrie vast te leggen. Wat zijn die kleine rakkers snel zeg.
Na de lunch beginnen we aan onze zelf samengestelde route. We hebben de routes van de Self-guided Trail, de Humedal Trail en de Main Trail in elkaar laten overgaan. De route is niet echt spectaculair (dit komt waarschijnlijk omdat ik in Costa Rica ben geweest en spectaculairder vergelijkingsmateriaal heb) en als we halverwege zijn worden we overvallen door een gigantische regenbui, waardoor het verder lopen een waar modderbad met glijpartijen wordt. Uiteindelijk leidt dit er wel toe dat we een echt nevelwoud te zien krijgen. De “beloofde” dieren zoals gordeldieren, ocelotten, brilberen, vleermuizen en massa’s vlinders zien we helaas niet.Als we helemaal verregend in de lodge aankomen, trekken we iets droogs aan en ga ik even lekker in de hangmat hangen met wat lekkere chipies. Ik werk het dagboek bij en doe lekker een schoonheidsslaapje om warm te worden.
Na het eten krijgen we salsales van Mark. Hij bakt er niet veel van, dus uiteindelijk neem ik de les over. Wel leuk zo dat swingen in het nevelwoud. Dit soort activiteiten zouden we vaker moeten doen ’s avonds.
Voordat we gaan slapen rennen de kakkerlakken over de kamer (wat zijn die beesten snel), dus een relaxte nacht wordt het niet…
Maquipucuna – Lasso
Als we na het ontbijt de rekening betalen is het een ongeorganiseerd zooitje en heerst er nogal wat onduidelijkheid. Er wordt blijkbaar met twee maten gemeten, maar aangezien het niet in ons nadeel werkt, laten we het hierbij. Uiteindelijk komt het toch weer allemaal goed (en moeten wij bijbetalen). We vertrekken met onze jonge chauffeur Hernandez (een knappe verlegen Ecuadoriaan) die ons de rest van onze reis zal begeleiden. Hij is erg hulpvaardig, maar ook hij spreekt geen woord Engels. Het is echt jammer dat je daardoor geen gesprek met iemand kunt aangaan. We moeten toch maar eens die cursus Spaans oppakken, want dit is echt een gemis.
Vandaag is een lange reisdag met verschillende tussenstops. De eerste is bij de Pululahua krater. Dit is een enorme krater ten noorden van Quito met een diepte van 270 meter en een diameter van meer dan 6 km. Deze vruchtbare krater vlakbij de evenaar, heeft een eigen microklimaat.
We reizen verder naar la Mitad del Mundo. Tot onze verbazing zijn er twee varianten. De toeristische variant, waar een groot monument staat. Na het plaatsen van dit toeristisch centrum bleek dat men zich vermeten had en dat dit niet echt op de evenaar staan. Het echte punt (met hetzelfde monument in een kleinere variant) doen we eerst aan en daar maken we ook een foto. Aangezien we graag samen op de foto willen en het door onze groepsleden tamelijk dringen is, besluiten we een foto op het noordelijk halfrond te maken. Leuker was natuurlijk dat Martin op het noordelijk en ik op het zuidelijk halfrond zou staan, maar deze variant hebben we al in Oeganda gemaakt, dus is het niet zo’n grote tekortkoming.We lunchen bij een koeienrestaurant. Op dit moment zijn de koeien blijkbaar zoek, maar we moeten door de wel erg schone stallen om in het restaurant te komen, waar we een lekker hapje eten. Van hieruit rijden we verder naar ons volgende verblijf in Lasso (Hosteria La Ciénega). Het pand is van 1688 en heeft een chique uitstraling al is het verval wel te zien. We verzamelen in een klassieke ontvangstruimte en krijgen hier instructies voor morgen. Tevens worden de kamers verdeeld. Als ik de camera uit de fotorugzak wil pakken om een foto van ons tweeën in de kamer te maken, schrik ik me wezenloos. Op het andere hengsel zit het meest vieze vliegbeest met hoektanden dat we in het nevelwoud zijn tegengekomen. Blijkbaar is deze vlieger mee gereisd in de bus en hebben wij het geluk dat hij onze tas heeft uitgezocht om tot huis te bombarderen. Tja, wat nu? We gooien een handdoek over de tas en gaan hiermee de gang op. Als de handdoek (inclusief levend vliegbeest) van de tas wordt afgetrokken doen we hier de klompendans (zonder klompen) op. We dumpen het lijk op de gang en gaan weer terug naar onze kamer.
Met een lekker muziekje aan werk ik het dagboek bij. We gaan al lekker vroeg naar bed (half negen).
Lasso – Saquisilí – Cotopaxi NP – Baños
Voor het eerst van deze vakantie worden we wakker van de wekker. Ik kom er al snel achter dat ik gedurende de nacht helemaal lek ben geprikt. Na zo’n 20 bulten stop ik maar met tellen. Muggen of vlooien? Ik denk het laatste...
Na het ontbijt rijden we naar de veemarkt. Dit is verschrikkelijk! Ik word misselijk van de manier waarop ze hier met dieren omgaan. Dit is niks voor dierenliefhebbers. Mark verzekert ons van het feit dat deze dieren wanneer ze eenmaal bij de mensen thuis zijn een goed leven hebben. Ik heb toch een beetje moeite dit voor waar aan te nemen en ben blij als we verder gaan.Op de aardappelmarkt in Saquisilí stoppen we om eten in te kopen. Wij gaan voor de bananen (powerfood voor de beklimming).
Dan begint de spannende tocht naar de Cotopaxi. De Cotopaxi is de op één na hoogste actieve vulkaan ter wereld, die met zijn besneeuwde top tot een hoogte van 5897 m reikt. We doen er ongeveer 1 uur over om boven te komen, maar al met al gaat het best goed. Onderweg hebben we te kampen met pittige hagel. Niet iedereen houdt het vol. Boven aangekomen krijg ik wel een adrenalinekick. Top dat het gelukt is! Natuurlijk willen we dit moment vast leggen en maken we op 4.800 meter een foto.
Via het ijsdorp Salcedo rijden we naar Baños. Er is nogal wat hectiek over de code oranje in Baños, zeker als we onderweg naar dit schattige dorpje de vulkaan Tungurahua een flinke stofwolk doen uitstoten. Er zijn zelfs mensen in de bus die lava hebben gezien. Wetende dat Baños aan de voet van de vulkaan ligt en er slechts één uitgang is bij een echte uitbarsting, geeft het mij geen goed gevoel dat ik hier twee nachten moet doorbrengen. Mark gaat iedere discussie uit de weg en geeft ons geen gelegenheid om voor een alternatief te kiezen. Uiteraard laten we dit niet ongemerkt aan ons voorbij gaan en bij het hotel gaan we met een aantal reizigers een pittige discussie met Mark aan. Wederom krijg ik bevestigd dat dit de slechtste reisleider ooit is (hij is ontzettend lui, regelt nagenoeg niks, doet alleen iets als er nadrukkelijk om gevraagd wordt en hij er echt niet onderuit kan komen en gaat iedere discussie uit de weg). Een aantal medereizigers die in tijdens de busrit hebben aangegeven ook elders te willen overnachten houden nu angstvallig hun mond. Aangezien we geen keuze hebben, besluiten we te blijven. Mocht het misgaan, dan kunnen pap en mam een flinke schadeclaim bij Baobab neerleggen… Na een handwasje gaan we naar bed en proberen we te slapen (al is het met één oog open en de belangrijkste zaken in één rugzak gepakt die naast het bed staat voor het geval dat we acuut moeten evacueren).Baños
We staan pas om tien uur op en lopen Baños in om een ontbijtje te scoren. Het is een leuk sfeervol stadje en we bekijken de locale kunst van het maken van bepaalde snoepjes. Daarna kruipen we nog even achter de internet-pc. De rest van de ochtend doen we niet zo heel veel spannende dingen.
Voor de middag hebben we samen met een aantal anderen een tour geboekt bij een locale gids om de highlights van Baños te ontdekken. De gids is erg enthousiast en brengt ons naar mooie landschappen, een waterkrachtcentrale, een kabelbaan met weinig betrouwbaar karretje, watervallen en als laatste gaan we naar de duivelspot waterval. Hiervoor lopen we eerst langs leuke marktkraampjes en zien we een man met een erg spannende slang die je voor $ 1 om je nek mag leggen. Eigenlijk gaat dit tegen mijn principes is, maar toch wil ik dit wel een keer meemaken. Niks aan de hand zo lang als de slang (boa constrictor) stil blijft liggen. Het geeft echter een akelig gevoel als de slang beweegt in mijn nek. Iedereen wil een foto hiervan en op de meeste lukt het me goed om te lachen. Ik heb geen idee hoeveel dit beestje weegt, maar weinig is het zeker niet.We vervolgen onze weg naar de beroemde duivelspot waterval en moeten hiervoor een aardige klim ondernemen. De waterval is best spectaculair en met een beetje fantasie zie je inderdaad een duivelshoofd in de stenen.
Weer terug bij het busje, is iedereen tamelijk verhit van de inspanningen en verlangen we naar een lekker koud drankje. Aansluitend zoeken we een barretje op en gaan als we een beetje zijn bijgekomen op zoek naar een eettent. Uiteindelijk komen we uit bij een Zwitserse bistro. Wat is het eten hier lekker! Ik durf zelf een rood biefstuk te bestellen, welke echt uitstekend smaakt. We gaan nog even snel naar het hotel en maken ons dan op voor ons volgende avontuur.Om acht uur start de vulkaantour. Hierbij hebben we een mooi uitzicht over Baños. Uitzicht op de Tungurahua hebben we echter niet door de mistwolken. Zelfs als deze wegtrekken is niks te zien. We hadden gehoopt wat lava te zien, maar onze vriend de vulkaan werkt niet echt mee. We krijgen wat spannende drankjes voorgeschoteld. Ondanks dat het zo donker is dat ik niet eens zie wat ik drink, neem ik toch maar een slok. Het smaakt niet slecht. We wachten een hele tijd, maar het ziet er niet naar uit dat er nog beweging in komt, dus gaan we uiteindelijk terug naar het hotel. We zijn doodmoe en kruipen vrijwel direct in bed.
Baños – Chimborazo – Riobamba – Urbina
We staan weer vroeg op en lopen naar het ontbijt bij Pico Pan. Rian (collega die nagenoeg dezelfde reis maakt en twee weken op ons voor ligt) had me al gemaild dat dit een trekpleister is. Het eten is wel veel, maar zeker niet bijzonder te noemen. Na het ontbijt vertrekken we naar de Chimborazo. De Chimborazo is met 6310 meter de hoogste berg van Ecuador. Op de weg hiernaar toe zien we vicuñas, een zeldzame roodharige lamasoort.
Om kwart voor één start de klim. De hut, die het eindpunt van de klim vormt is constant in zicht, maar het duurt toch erg lang voordat we de hut bereikt hebben. We doorstaan de pittige klim met genoeg tussenstops om adem te halen en het hoofd tot rust te laten komen. Typisch dat een hoogteverschil van 200 meter (ten opzichte van de Cotopaxi) zo veel met je evenwichtsorgaan doet. Martin is zo lief om zijn tempo op het mijne aan te passen en samen bereiken we het 5000 meter punt. Het duurt even voordat ik bij ben gekomen, maar ik vind het wel super dat ik het gehaald heb (voor Martin was dit natuurlijk weer een peulenschil). We duiken een vies, muf, donker hol in om een welverdiende stempel in ons paspoort te halen en willen natuurlijk op de foto bij het hoogtebordje. Ook maken we nog een foto als dynamisch vijftal. Daarna lopen we weer naar beneden, waar voor de liefhebbers de mountainbiketocht begint. Gezien de slechte wegen vinden we dit geen slimme keuze. Terwijl een aantal gekken zich klaarmaken voor de rit lopen wij door de omgeving en zien we de chuquiragua, de nationale bloem van Ecuador, ook wel de vlam van de Andes genoemd. We maken een tussenstop in Riobamba en gaan op zoek naar de pizzeria.Na een uurtje rondgehangen te hebben gaan we weer verder naar Urbina, waar we overnachten in een oud treinstation. Rond de omgeving van dit station staan lama’s. Ze zijn redelijk afstandelijk, dus het lamaknuffelen stellen we nog maar even uit. Er hangt veel as in de lucht, die afkomstig blijkt te zijn van de Tungurahua (de vulkaan bij Baños). Deze is namelijk zo’n kleine vijf uur na ons vertrek uitgebarsten (aseruptie).
In het atelier/winkel krijgen we een demonstratie in nootbewerking. De noot van een bepaalde boom worden eerst met een groot kapmes tot de pit schoongemaakt en daarna met allerlei mechanische apparaten bewerkt tot de meest leuke en gedetailleerde kunstwerken die in het winkeltje te koop zijn.
Het is hartstikke koud in het station en als we het eten achter onze kiezen hebben, gaan we al snel naar onze kamer om te slapen. Ik lig te rillen in bed en zelfs met mijn thermoset aan, ingesnoerd in de lakenzak onder de verschillende lagen dekens en Martin die lekker tegen me aan ligt kan ik het niet warm krijgen. Mijn neus vriest er bijna af…
Urbina – Nariz del Diablo – Ingapirca
Onze eerste stop van vandaag is de eerste kerk van Ecuador, waarna we verder rijden voor een ontbijt in de eerste hoofdstad van Ecuador. Dan rijden we door naar Alausi voor de trein. We zijn ruim op tijd. Onze trein zou oorspronkelijk om half een vertrekken, maar het blijkt dat een van de twee wagons stuk is, waardoor het schema al de hele dag in puin ligt en niet iedereen mee kan. Mark gaat navraag doen en wij krijgen de tijd om even door het stadje te lopen. Hier hebben we het al snel gezien en gaan lekker op een terrasje zitten met een heerlijk drankje (lekker koud, want de zon brand hard vandaag). We zijn omringd door toeristen met hetzelfde probleem. Ook hun treinrit kan zomaar in duigen vallen.
We besluiten tot twee uur te wachten op de trein. Als we dan niet mee kunnen, dan gaat deze tocht aan onze neus voorbij. Wachtend op het perron gebruiken we onze tijd nuttig en maken we een groepsfoto.
Als de trein aankomt is het een waar slachtveld. Mark heeft steekpenningen aan de machinist gegeven, dus wij mogen via zijn ingang de trein in terwijl de rest via de toeristeningang moet. Aangezien wij daardoor plaatsen vrijhouden hebben we ruzie met een aantal andere toeristen die dit oneerlijk vinden. Ondanks dat ze gelijk hebben, maken we toch gebruik van onze gekochte privileges. Helaas is er geen plek voor twee meer vrij en kunnen Martin en ik niet naast elkaar zitten. Martin heeft daardoor wel het geluk dat hij helemaal voorin naar de machinist mag zitten. En dan kunnen we tegen de verwachtingen in toch mee met deze speciale treinrit naar de Nariz del Diablo (duivelsneus). Het speciale aan deze treinrit is dat de trein door de steilte van de helling op sommige punten alleen maar door middel van voor- en achteruitgaande beweging zigzagsgewijs naar beneden kan.Ik raak aan de praat met een Australische meid die in haar eentje op doortocht is in Zuid-Amerika. Het is een leuke meid en erg avontuurlijk. Het uitzicht tijdens de treinrit is zeker de moeite waard, al vind heb ik moeite de duivelsneus te ontdekken. Zonder waarschuwing worden we halverwege de treinrit verzocht uit te stappen, zodat de mensen die hier al uren staan te wachten vanwege het kapot gaan van de wagon met ons van plaats kunnen ruilen. We hebben echter geen tijd en geen zin (zeker niet zonder voldoende water en schaduw) om hier op het heetst van de dag enkele uren in de brandende hitte te moeten wachten, dus we zijn zo brutaal dat we blijven zitten. De machinist telt het aantal mensen en vindt het prima. Gelukkig maar! De andere toeristen die wel zijn uitgestapt balen natuurlijk als een stekker.
Na de treinrit waarbij enkele van de gestrande toeristen een zonnesteek hebben opgelopen, gaan we verder naar Ingapirca, met de juniorgroep van Djoser op onze hielen. Zij overnachten op dezelfde locatie en er is een strijd om de kamers. Gelukkig zitten wij goed (wat niet voor iedereen van onze groep geldt). Ik duik snel onder een lauwe douche en voel me tenminste weer fris.Tijdens het eten komen allemaal kreten naar boven die de afgelopen dagen typeren: “de hel van Quito”, “bedrog op de Chimborazo” en “een nacht in Baños”. Wat zijn we lekker op dreef…
Na het eten worden lampionnen voor ons opgelaten. Ze worden eerst boven het vuur warm gemaakt en worden daarna losgelaten. Het is jammer dat het een beetje regent, maar het ziet er mooi uit.
Ook hier is het ’s nachts niet al te warm, dus kruipen we allebei in thermokleding in bed. Sexy!
Ingapirca – Cuenca
Bij het ontbijt volgt alles wel heel snel achter elkaar en je krijgt nauwelijks tijd om alles op te eten.
Samen met een ander stel lopen we naar Ingapirca. De grootste Incaruïne van Ecuador is best leuk, maar niet echt indrukwekkend te noemen. Een ruim uur later zijn we dan ook weer terug bij onze kamer, betalen we onze rekening en dumpen alles in de bus. Voor degene die zin heeft volgt daarna een wandeling door de omgeving onder leiding van Mark. Iedereen behalve de gezinnen gaan mee. Deze wandeling is zeker de moeite waard. Onderweg zien we vriendelijke, nieuwsgierige, maar ook verlegen locals en natuurlijk prachtige landschappen.De bus pikt ons onderweg op en we vervolgen onze reis naar Cuenca, de stad van de keramiek. Hier hebben we een prachtig hotel (Crespo). Helaas heeft onze kamer nogal wat gaten bij de ramen, maar we zijn niet voor een gat te vangen (letterlijk) en plakken deze dicht met ducktape. Waslijntje spannen en we zijn gesetteld. Terwijl ik uit het raam kijk zie ik een wonderbaarlijke gebeurtenis. Een locaal vrouwtje in klederdracht loopt over het voetpad, zet een paar stappen opzij en zonder enige schaamte hurkt ze in het gras om haar behoefte te doen en loopt weer verder alsof er niks gebeurd is.
We krijgen eerst een briefing, drinken daarna een borreltje en gaan aansluitend een hapje eten bij La Viña.
Cuenca
We lopen naar de kathedraal met azuurblauwe koepels (het bekendste plaatje van Cuenca), gaan daarna te voet naar de universiteit om daar een foto te maken van een keramisch kunstwerk en lopen weer terug naar het centrum. Bij de kathedraal maken we foto’s en Martin koopt op de bloemenmarkt heel romantisch een Ecuadoriaanse roos voor me. Verder doen we nog een kerkje aan en kopen bij een van de vele stands een tas die we nodig hebben om de bagage te splitsen. Uiteindelijk gaan we naar een ijstent en genieten in het park van het lekkere ijsje.
Rond drie uur ’s middags zijn we weer in het hotel en ik wil lekker badderen in het ligbad. Helaas is het water niet warm genoeg, dus pak ik de tassen in voor Galapagos. Als dat gebeurd is, doe ik een nieuwe poging voor een lekker badje en deze keer met succes. Met mijn leesboek pak ik even een momentje voor mezelf.
Ook vanavond gaan we eten bij La Viña. We hebben geen zin om een nieuw restaurant te zoeken en het eten hier is ons gisteren erg goed bevallen. Aansluitend nog even internetten, even een berichtje naar het thuisfront en we kunnen weer naar onze kamer.
Cuenca (dagtocht El Cajas NP)
Weer lekker genieten van een goede douche en daarna op naar het ontbijt. De ober is niet erg gemotiveerd en de prijs laat ook te wensen over. Maar goed, we hebben weer iets in onze maag, dus we kunnen er weer even tegenaan. Voordat we vertrekken stuur ik nog even een mail naar Rian, die inmiddels wel thuis zal zijn van haar Ecuador-Galapagosreis.
Onze eerste stop is een bezoek aan de ceramische fabriek. Hier zien we alle stappen van het productieproces en het is leuk te zien dat de motieven en kleuren met de hand worden aangebracht. Naast serviezen maken ze ook keramische kunst. Ik wil graag iets voor thuis kopen, maar vind de uitvoering toch iets te kleurrijk. Dan rijden we verder naar El Cajas NP, waar we onder leiding van onze zeer goed Engels sprekende gids een tocht van ongeveer vier uur gemaakt hebben door een prachtig, maar ook erg slippery landschap. We hebben bijna de hele wandeling last van neerslag (op sommige momenten wat heftiger dan andere), maar toch blijft het genieten in deze mooie omgeving. Er zijn veel verschillende soorten planten en mossen, waardoor de camera overuren maakt. Het park is bekend om zijn ruige, onaangetaste páramo-landschap met daarin verspreid zo’n 235 kleine meertjes en ligt op een hoogte van tussen de 3500 en 4200 meter. Tevens zien we veel puya’s. Dit is een bromeliasoort met mooie blauwe bloemen en een lekker zacht omhulsel.We lunchen met z’n allen in het enige restaurant in de buurt, waar we forel krijgen. Op zich erg lekker, maar het beestje wordt geserveerd met kop en al, dus dat is minder…
Terug gaan we via de panamahoedenfabriek. Hier krijgen we een rondleiding en zien we de dames hard werken. Nadat de hoeden met de hand zijn gevlochten, volgt een heel ritueel om de hoeden te bewerken en middels stoom in de juiste vorm te krijgen. Uiteraard is er ook een winkel bij de fabriek, met de meest uiteenlopende creaties. Ze zijn niet allemaal mijn smaak, maar wel erg mooi gemaakt. Ik vind het wel leuk om hier iets te kopen, maar aangezien de hoeden vrij duur zijn en we deze toch niet zullen dragen (en het praktisch gezien een euvel kan zijn om ze in model thuis te krijgen) koop ik een panamazonneklep. Leuk en ook nog eens erg praktisch.Terug in het hotel krijgen we meer info over de uitbarsting van de Tungurahua. De aswolk is tot 8 km de hoogte in gegaan en ging gepaard met een aardbeving van 4 op de schaal van Richter. Toch redelijk indrukwekkend…
Zo, nu is het tijd voor een grote schoonmaakbeurt. De broeken en schoenen zijn wel erg smerig geworden van de wandeling in El Cajas en deze plakkerige modder wegwerken is nog een aardige uitdaging. Na dit smerige klusje heb ik een relaxt moment met een goed boek en een lekker muziekje verdient. Ik kan het niet warm krijgen, dus duik ik onder de dekens en doe een lekker tukkie.
Om kwart over zeven verzamelen we in de lobby en brengen we een bezoek aan het atelier van de Argentijnse kunstenaar Ariel Dawi. Hij heeft een aantal mooie kunstwerken ertussen hangen. Ondanks dat koopt niemand iets (erg goedkoop is het nu ook weer niet). Erg sneu, maar toch vertrekken we naar ons restaurant, tapasbar Café Eucalyptus. Hier zullen we ons laatste avondmaal als groep nuttigen en nemen we afscheid van onze chauffeur.We bestellen allemaal lekkere tapashapjes (die in sommige gevallen wel erg lang op zich laten wachten). Natuurlijk volgt de gebruikelijke speech en genieten we van de swingende live-band. Voor de band is een dansvloer en het is heerlijk om te zien hoe swingend en vol ritme deze mensen door het leven gaan. Het werkt erg aanstekelijk en ik heb moeite met stil zitten.
Oké, toegegeven dat ze niet echt kunnen rekenen (de rekening klopt volgens mij bij niemand en snel corrigeren is er ook niet bij), maar muziek maken en dansen kunnen ze daarentegen als de beste.
Cuenca – Guayaquil
We checken in in het hotel. De kamers zijn helaas nog niet klaar, dus is het even wachten geblazen, maar gelukkig krijgen we al snel de sleutel van onze kamer. We nemen nu echt afscheid van Hernan, onze knappe verlegen chauffeur. Eerst even lekker opknappen in het hotel en daarna samen de stad in gelopen. We lopen wat bezienswaardigheden af. Via de Iglesia San Fransisco lopen we langs het monument van San Martin en Simón Bolívar en de Torre Morisca over de boulevard. Hier zien we een echt piratenschip (nou ja, bijna echt dan). Heerlijk zo samen langs het water lopen…
Daarna lopen we langs het Palacio Municipal naar het Parque Bolivar. Hier blijven we een hele tijd zitten en genieten van de mooie omgeving, het uitzicht op de prachtige kathedraal en de vele leguanen die hier los lopen en niet bepaald mensenschuw zijn. Er zitten prachtige gekleurde exemplaren tussen en enkelen hebben last van territoriumdrang.
Ondanks de waarschuwing van Mark dat Guayaquil crimineler is dan Quito, voelen wij ons hier een stuk prettiger. Waarschijnlijk omdat de straten ruim, overzichtelijk en netjes uitzien. We hebben geen zin om uitgebreid te gaan eten, dus stappen we bij de KFC binnen om lekker junkfood te eten. Heerlijk! Wat heb ik dit gemist! Rond zes uur gaan we terug naar onze kamer en doen we allemaal praktische dingen, zoals dagboek bijwerken en accu’s opladen. Ook maken we een foto van onze riante badkuip, waar Martin helemaal opgevouwen in gaat zitten (met kleren en schoenen aan). Als alle accu’s zijn opgeladen, zijn we helemaal klaar voor ons lang verwachte Galapagosavontuur en kunnen we eindelijk naar bed.Guayaquil – Galápagos Eilanden (Baltra – Las Bachas) (vlucht)
Vandaag is de grote dag. Na een verfrissende douche gaan we voor een “snel” ontbijtje naar de buren en kijken ondertussen naar de opening van de Olympische Spelen. Om acht uur zitten we weer in de lobby op onze getalenteerde gids te wachten. Om half negen is Mark nog steeds zoek. Uiteindelijk laat hij zich toch zien en begint taxi’s te zoeken. Het is wel erg laat, dus nu is het maar hopen dat we nog op tijd zijn voor onze vlucht.
Op het vliegveld moeten we eerst door de biocontrole en een visum van $ 10 regelen voordat we kunnen inchecken. De balie is al gesloten en gaat speciaal voor ons open. De medewerkers zijn erg verbaasd dat we nu nog komen, want we zijn al enkele keren omgeroepen. Hier was ik al bang voor. Uiteindelijk is het rennen om het vliegtuig te halen, maar het lukt.
Na anderhalf uur vliegen komen we aan op het eiland Baltra. Daar moeten we de entree van $ 100 betalen voor het “visum”. Bij de bagage gaat het er hectisch aan toe. Dan is het wachten op onze kapitein en hebben we even de tijd om rond te snuffelen bij de souvenirkraampjes. We kopen kaarten en een leuk armbandje. Als onze kapitein arriveert, moeten we snel de bus in en gaan we naar onze boot. Op de pier aangekomen worden we al warm welkom geheten door een aantal zeeleeuwen die heel relaxt bezit hebben genomen van het bankje. Ondanks dat ze heel relaxt lijken, vinden ze het toch niet zo top als we dichtbij komen.Met kleine bootjes worden we naar ons verblijf van de komende week gebracht, de “Friendship”. De regels omtrent het aantal passagiers en de te volgen route zijn erg streng om het unieke van Galapagos te behouden.
We krijgen onze hut toebedeeld. In de reisbeschrijving staat al vermeld dat het niet al te luxe is, maar stapelbedden in de ruimte achter de erg rumoerige dieselmotor van de boot met kakkerlakken krioelend door de kamer is toch iets minder dan waar ik op gehoopt had. De romantiek is in deze omgeving wat lastiger te realiseren, maar we zullen zeker een poging doen. Voordeel is echter dat we met een relatief kleine groep zijn en de eilanden hierdoor in de meest pure vorm kunnen bewonderen, dus ondanks de tekortkomingen ben ik nog steeds erg blij met onze keuze.
Het is mogelijk wetsuits te regelen via een connectie van Mark. We hebben onze maten van tevoren door moeten geven, maar blijkbaar is er toch het e.e.a. misgegaan. De kapitein vraagt me wat mijn maat is en blijkt zelf ook wetsuits te verhuren, die veel fijner zijn (korte armen en benen) en ook nog eens een stuk goedkoper. Mooi, dan is dat ook weer geregeld!
We gaan met de boot naar Las Bachas (ligt aan de noordkust van het hoofdeiland Santa Cruz). Onderweg hiernaartoe spotten we een walvis in de verte. Ik ren naar beneden om mijn camera te halen, maar als ik weer op het dek ben is de walvis verdwenen. De kans walvissen te zien is sowieso erg klein, dus we mogen ons als gelukkig prijzen een in te verte te hebben gezien.
Bij Las Bachas mogen we naar een instructie van onze gids Fabian van het eiland genieten. De eerste kennismaking met Galapagos is zeker niet slecht. We zien o.a. pelikanen, blue footed boobies, prachtig rood gekleurde Sally Lightfood krabben, zeeleguanen en lavameeuwen. Ook bezoeken we een lagune, waar normaal gesproken flamingo’s te bewonderen zijn. Helaas hebben de beestjes zich vandaag vergist en zien we alleen een verdwaalde zeeleguaan. Vanaf het strand kunnen we snorkelen. Van deze mogelijkheid maken we uiteraard graag gebruik.Om half zes gaan we weer terug naar de boot, genieten we van een lekkere douche en smeer ik een flinke dosis after sun op mijn voor mijn doen bruine huidje. We hebben een uurtje de tijd voor deze lekkere opknapbeurt voordat we de briefing van Fabian krijgen.
Tijdens de briefing krijgen we het programma en instructies voor morgen te horen, waarna we aan het diner kunnen beginnen. Het eten is erg lekker. Vlak na het eten gaan we naar de hut, die ontzettend stinkt naar diesel van de motor. Tevens baren de kakkerlakken die als ongenode gasten door de kamer krioelen mij toch enige zorgen. Even voor elven gaan we uiteindelijk slapen in onze romantische stapelbedden. Toch een akelig idee dat ik ondanks het stapelbed toch wellicht niet het bed geheel voor mij alleen heb…Galápagos Eilanden (South Plaza – Santa Fé)
Vandaag is het vroeg dag. Na een ontbijtje gaan we naar het South Plaza. Een prachtig klein ontzettend kleurrijk eiland. Hier worden we opgewacht door en diverse vogelsoorten (pelikanen, lavameeuwen, zwaluwstaartmeeuwen en fregatvogels) en zien we een dode zeeleeuwpup waar diverse vogels zich van tegoed willen doen.
Het eiland is grotendeels bedekt met zogenaamde Opuntiacactussen, het favoriete voedsel van de landleguanen die je hier dus in groten getale kunt terugvinden. Tijdens onze wandeling over het eiland struikelen we zowat over deze dieren. Daarnaast zien we Sally Lightfood krabben, zeeleguanen, lavahagedissen, zogende zeeleeuwen en gemaskerde jan-van-genten.Weer terug op de boot gaan we weer varen. Rond een uur is het lunchtijd.
’s Middags gaan we naar het eiland Santa Fé. Hier hebben we te maken met een zogenaamde “wet landing”. Van een afstandje ziet het er dor uit, maar we hebben een prachtig uitzicht op de baai en ook hier zien we weer van alles. We worden verwelkomd door zeeleeuwen, zien de Santa Fe landleguaan (die nergens anders ter wereld te bewonderen is), spotten darwinvinken, cactusvinken, spotvogels, prachtige libel, galapagosduiven en mooi gekleurde sprinkhanen. Terug naar de boot zien we schildpadden en gaan we snorkelen. We zien talloze mooi gekleurde vissen, een rog en wederom erg speelse zeeleeuwen. Martin is helemaal in zijn element. Tegen vijf uur komen we uit het water en gaan we lekker douchen. Op het dek is het vrij fris. Na de tweede ronde hapjes (de eerste ronde heb ik gemist vanwege het douchen) ga ik me omkleden en de foto’s screenen.Voor het eten krijgen we de dagelijkse briefing. Meteen na het eten ga ik naar bed en begint onze kapitein aan een wilde vaart. Martin laadt de accu’s op en gaat nog even naar boven. Ik maak een hazenslaapje en maak me ongerust over Martin. Hij heeft aangegeven liever op het bovenste dek te willen slapen. Ik check even of hij in bed ligt en gelukkig is het antwoord ja. Als de motoren na 5 uur stoppen, kan ik eindelijk nog een klein uurtje slapen.
Galápagos Eilanden (Española)
Na een uurtje rondlopen worden de liefhebbers opgepikt om te gaan snorkelen rond de rots niet ver van het strand. We zijn getuige van een prachtige onderwaterwereld vol met tropische vissen in de mooiste kleuren. Er schijnt ook een haai gezwommen te hebben, maar deze hebben we helaas gemist. Veel te vroeg worden we uit het water gehaald en varen we weer terug naar de kust (Martin, de bikkel, zwemt uiteraard terug). Daar aangekomen krijgen we de vraag of we nog een half uurtje willen blijven. Te laat! Een half uurtje is te weinig om weer terug te gaan naar de rots, dus gaan we maar terug naar de boot.
Het is tijd om lekker te lunchen. De overgebleven lunch wordt als vast ritueel over boord gegooid. De fregatvogels en pelikanen zijn duidelijk op de hoogte van dit ritueel en voeren een waar gevecht in de lucht over het eten. We varen door naar Española (Punta Suarez) waar we om kwart over twee aan wal gaan. Hier zien we de unieke zwart-rode zeeleguaan, de roodsnavelkeerkringvogels (prachtig!) en kolonies Jan-Van-Genten (gemaskerde en blauwvoet). We bezoeken de enige broedplaats van de albatros op de Galapagos-eilanden. We zien ze met jonkie, maar ook opstijgen en cirkelend in de lucht. Een indrukwekkend schouwspel. Verder zien we meeuwen, lavahagedissen in verschillende kleuren en maten, darwinvinken, sportvogels, blowholes, veel vervelende vliegen, krabben, Galapagos havik (in de verte) en Galapagosduiven. Wederom een prachtige wandeling.Terug in de boot zien we 2 schildpadden. Weer aan boord gaan we eerst de foto’s screenen en de accu’s opladen.
Voor het eten krijgen we de briefing. Daarna ga ik het dagboek bijwerken en al snel proberen we te slapen (het is nog maar kwart over acht), maar de hitte is ondraaglijk en de boot/zee is nog onrustiger als gisteren. Martin gaat zelfs op de grond slapen, bang dat hij uit bed valt door het geschommel. Boven hoor ik glazen sneuvelen.
Galápagos Eilanden (Floreana)
Vandaag gaan we naar Floreana (Punta Cormorant). Dit eiland staat volgens onze gids bekend om de flamingo’s. Helaas zijn ze de flamingo’s vergeten in te lichten dat wij komen, dus zien we slechts een paar roze stipjes aan de horizon. Er valt niet heel veel op het eiland te beleven. Het strandje vol stingrays is erg leuk. Ik verzamel mijn moed en ga op de blote voeten het water in. De stingrays vinden het vooral leuk om in het kerende water te spelen. Oppassen dus, want door het opstuivende zand zijn ze slecht te zien.
Aansluitend gaan we snorkelen vanaf de dinghy bij Devil’s Crown (niet tussen de stingrays overigens). Ook hier is het weer prachtig en er zitten zelfs haaien!
Weer aan boord varen we in een half uur naar onze volgende ligplaats. Eerst lunchen en dan gaan we naar Post Office Bay (Floreana). Dit is wel even anders als wij ons hadden voorgesteld. Van de legendarische houten postbus is niet veel meer over dan een soort veredelde schroothoop. De gedachte is dat je de kaarten doorkijkt om diegenen die geadresseerd zijn vlak bij je woonplaats meeneemt en zelf bezorgd. Er zijn heel veel kaarten naar de USA (niet gek met al die Amerikaanse toeristen natuurlijk), maar niks bij ons in de buurt. We maken toch maar een foto bij deze bekende schoothoop en lopen verder naar een of andere grot. Hier kunnen we in, maar we besluiten dit te skippen en lopen samen naar het strand. Hier spotten we de eerste Galapagospinguïn. We gaan met de dinghy terug naar de boot en kunnen ongestoord genieten van de ligbedjes. Op een gegeven moment hebben we zelfs geluk en zien we een paar zeeschildpadden. Helaas is de gids niet echt handig en jaagt hij de zeeschildpadden weg met het geluid van de motor. En dat terwijl de schildpadden net boven water willen komen. Te laat voor een geschikte foto. Hetzelfde doet hij met de pinguïn die inmiddels ook dichterbij is gekomen. Balen zeg!Dan is het ongeveer 4,5 uur varen naar onze ligplaats voor vannacht (haven van Santa Cruz). We vertoeven lekker boven aan dek. Het schommelt wel aardig, maar het is goed uit te houden. De wespenplaag van de Galapagoseilanden slaat toe. Erg irritante beestjes en bijna niet uit te roeien.
Voor het eten krijgen we weer een briefing. Na het eten kunnen we nog aan wal, maar Martin heeft er geen zin in en ik ben eigenlijk te moe, dus gaan we lekker naar onze kajuit en gaan lekker op tijd naar bed.
Galápagos Eilanden (Santa Cruz)
Vandaag geen snorkelen op het programma, maar souvenirtjes scoren.
Tijdens het ontbijt zingt iedereen voor de jarige en krijgt hij een mooie polo als aandenken. Daarna varen we met de dinghy naar wal en lopen van daaruit naar het Charles Darwin Station. Onderweg maken we nog een stop bij Pelican Bay. Hier zijn de vissers druk aan het werk met het schoonmaken van de tonijn en staan tientallen pelikanen te wachten op het restafval. Hier zie ik ook voor het eerst een lavareiger.
Bij het Darwin Station aangekomen, bezoeken we onze oude vriend Lonesome George, die nadat alle hoop vervlogen was toch met een vrouwtje gepaard heeft en binnenkort papa wordt. Hij ligt erg rustig met z’n kont naar ons toe. Als de verzorgers komen poetsen komt hij tot leven en staat langzaam op. Nu krijgen we dit wereldberoemd schildpad toch goed te zien. Het is wel een joekel!Bij een groepje grote landschildpadden maken we een foto met z’n tweetjes. Het Darwin Station is kleiner dan ik dacht, maar we scoren wel nog een paar mooie boeken over de Galapagos eilanden. Van winkeltje naar winkeltje lopen we terug naar de boot.
Om kwart voor twaalf zijn we BOB (back on board). Na de lunch gaan we met de bus naar de Highlands om de schildpadden in het wild te zien. Onderweg hierheen worden we geconfronteerd met een landschildpad dat dezelfde weg als ons bewandelt en ik maak een grappige foto van deze confrontatie. Ons bezoekje aan het landgoed waar de landschildpadden op rondlopen is niet echt spectaculair maar best leuk. De overige zaken zoals in het Baobabprogramma omschreven zien we helaas niet. Wel gaan we naar een lavatunnel. We lopen naar de ingang, maken een paar foto’s en laten het ontdekken van de volledige tunnel aan de liefhebbers over.De wandeling zou een kwartiertje moeten duren, maar onze doorgewinterde wandelaars doen er bijna drie kwartier over. De gids snapt er niks van en rijdt zelfs nog terug naar het beginpunt om te checken of ze daar nergens gebleven zijn. We worden weer in het dorpje afgezet en kunnen onze winkeltocht voltooien. Deze keer is onze speurtocht geslaagd. We kopen een groot mooi houten schildpad bij een vrouwtje die speciaal met ons mee loopt naar haar andere stalletje en ons vertelt dat haar man de houtsnijwerken zelf met de hand maakt. Verder kopen we nog een leuke boobie hand- en strandtas.
Weer terug op de boot krijgen we weer een briefing en daarna wederom een lekkere maaltijd met een speciale taart voor de jarige. Daarna alles ordenen op onze kamer (we hebben schoon linnengoed gekregen, waarbij ze alles door elkaar hebben gegooid). Accu’s laden, foto’s kopiëren en dagboek bijgewerkt. Daarna lekker slapen. Snel voordat de kapitein om middernacht het anker ligt en een tocht van zes uur gaat maken.
Galápagos Eilanden (Rabida – Sombrero Chino)
Weer aan boord varen we naar onze volgende stop, Sombrero Chino. Bij gebrek aan zonnebedjes pak ik een kussen en ga lekker liggen zodat mijn bikini kan drogen. Al snel komt Martin met de zonnebrandcrème, maar het is al te laat. Mijn tere huidje is rood (maar ja, mooi rood is niet lelijk toch?).
Na de lunch gaan we naar het eiland. Hier zien we lavatunnels en twee soorten lava. Verder zien we twee zeeleeuwpups van ongeveer 1 week oud (wat een snoepjes) en voor het eerst zeehonden (toch?). Terug met de dinghy gaan we de pinguïnkolonie spotten. Deze zitten waarschijnlijk bij de flamingo’s want ook deze zijn in geen velden of wegen te bekennen.Aan boord weer snel de wetsuit aan en klaarmaken voor ons volgende snorkelrondje. Er blijkt een pinguïn te zitten en al snel zie ik ‘m als een speer onder me doorschieten. Even later komt ie nog een keer langs. Verder is het weer genieten van dezelfde mooie dingen; mooie vissen, blauwe zeester, etc. aan het einde van de snorkeltour zit de pinguïn te poseren voor een foto. Wat een moppie. Alleen jammer dat de camera inmiddels beslagen is.
Terug aan boord varen we naar onze slaapplaats (gelukkig hebben we alleen nog maar “rustige” nachten).
Wederom briefing. Na het eten blijkt een zeeleeuw onze boot als slaapplaats te gebruiken. Daar maken we nog wel even een fotootje van. Ruim een uur later ligt het beest nog in exact hetzelfde standje. Mallerd!
Als ik het dagboek heb bijgewerkt heb ik het gehad en ga ik lekker naar de hut. Wellicht nog een spelletje patience of toch maar gewoon meteen gaan slapen…
Galápagos Eilanden (Bartolomé – Santiago)
Op weg terug naar de dinghy zien we dolfijnen zwemmen (heel ver weg). Weer op de boot kleden we ons snel om voor de eerste snorkeltocht van vandaag. En het wordt een hele succesvolle, we zien wederom Galapagospinguïns. Verder natuurlijk weer mooie gekleurde vissen (o.a. papegaaivis) en oranje/zwarte zeesterren.
Terug aan boord spring ik snel onder de douche. Even het zoutwater eraf spoelen en je voelt je weer een stuk meer mens.
Om twee uur gaan we naar Sullivan Bay (Santiago). Dit is een relatief jong eiland en bestaat vooral uit lava, grashoppers en wat pioneervegetation. Van hieruit gaan we naar het strandje voor een laatste keer snorkelen. Deze keer zien we weer pinguïns, groene zee-egels, zeekomkommers en natuurlijk weer de prachtigste vissen.Terug op de boot weer een frisse douche. Net als we aan dek zijn en ik mijn dagboekje wil halen, gaan we dolfijnen jagen. Met z’n allen gaan we in het te kleine bootje in de hoop de dolfijnen van dichtbij te zien. Veel jagen, weinig dolfijnen en al helemaal niet op de foto vast te leggen. Maar al met al toch wel een erg leuk tochtje. Aangezien ik op de terugtocht voorop zit ben ik aardig nat, dus snel even een droge broek aantrekken. Daarna met Martin als enige naar het bovendek gegaan en genoten van een prachtige vuurrode lucht met fregatvogels voor de maan.
Na de briefing en het eten gaan we snel onze tas inpakken voor de terugreis. Ik ben bijna klaar als de boot weer aan een flink schommelspelletje begint.
Galápagos Eilanden (North Seymour – Baltra) – Guayaquil – Quito (vlucht)
Om half zes staan we op en pakken we de laatste spullen in. Vandaag is onze laatste dag op de Galapagoseilanden. Om half zeven zou de bel voor vertrek moeten klinken, maar als we vijf over half nog niks hebben gehoord gaan we eens kijken. Iedereen is weg, wat is dit nu? Wij gaan uiteindelijk met de privéboot naar het eiland North Seymour en zien onderweg 2 zeehonden. Aan wal aangekomen staat alleen de gids er nog. De rest is al vooruit gelopen. Wat een vreemde actie…
Terwijl de rest ergens anders is, landt een vrouwelijke fregatvogel bij het mannetje dat indruk probeert te maken. Dit is een indrukwekkend ritueel. Als daarna een fregatvogel met opgeblazen zak over vliegt, maak ik een mooie foto hiervan.Verder hebben we het eiland verkend en zien we broedende fregatvogels en broedende boobies (preditor en prooi naast elkaar). Om acht uur zijn we alweer terug op de boot en kunnen we ontbijten. Ondertussen varen we naar Baltra waar we zo’n drie kwartier later aankomen.
We checken in en kopen we onze laatste souvenirs (houten zeeschildpadje, leguaan, knuffelschildpad, kaarten en diereninfo). Aansluitend op het terras gezeten, wachtend op ons vliegtuig. Om elf uur kunnen we eindelijk boarden en een uur later vertrekken we naar Quito met een tussenstop in Guayaquil.
Om vier uur ’s middags komen we aan in Quito. Mark, onze reisleider, is te veel met zijn eigen plezier bezig geweest en heeft het vliegtuig gemist. Hij was te laat met inchecken en is daarom op de reservelijst geplaatst. Hierdoor moeten we de zaken zelf maar regelen. Na ruim een uur op de bus te hebben gewacht, die uiteraard niet komt omdat ze geen telefoontje van Mark hebben gekregen, regelen we twee taxibusjes à $ 30. Bij het hotel hebben gelukkig wel direct een kamer, maar we kunnen nog niet zo veel, want we hebben geen bagage. Om tien voor zeven blijkt dat de bagage al gewoon in het hotel is en verschillende mensen van de groep het weten, maar niet de moeite hebben genomen dit met elkaar te delen.
Om zeven uur ’s avonds verzamelen we (zoals afgesproken) in de lobby. Aangezien vantevoren is afgesproken dat we hier vanavond met z’n allen zullen eten, bestellen wij alvast eten. Mark durft zijn gezicht nog te laten zien en wil ons briefen. Hij krijgt van ons de nodige kritiek en kan hier niet echt professioneel mee omgaan. Het voorstel van het tijdstip om vannacht naar het vliegveld te gaan, slaat nergens op. Dit is veel te laat. Na lang zeuren van onze kant, vervroegt hij het tijdstip (waar iedereen ons later nog dankbaar voor zal zijn).
Het gezamenlijke laatste avondmaal wordt geskipt en wij eten lekker samen met een ander stel. Daarna nog even genieten van een lekkere douche en pakken we onze tassen voor de terugreis. Om kwart voor tien kunnen we eindelijk gaan slapen (al wordt het wel een korte nacht).
Quito – Houston – Amsterdam (vlucht)
Om 3 uur ’s nachts staan we op. Dit is onmenselijk vroeg! Een half uurtje later vertrekken we. We sprinten naar de incheckbalie, zodat we in elk geval plaatsen naast elkaar hebben. We hebben mazzel, want we zijn een van de weinigen die inderdaad naast elkaar zitten. Dat hebben we weer mooi geregeld…
In Quito wordt de handbagage handmatig gecheckt. Hebben we net ons uiterste best gedaan alles goed ingepakt in de tas te krijgen en nu dit. Ik haal een aantal zaken uit de tas en zet mijn liefste glimlach op. Gelukkig is de douanebeambte gevoelig voor mijn charmes en hoeven we niet alles uit te pakken. Niet iedereen is even bedreven in hun charme aanwenden, want sommigen zijn het haasje en moeten echt alles volledig uitpakken.
Bij de overstap in Houston wordt onze bagage weer gecheckt en hebben we een probleem. De rugzak van Martin met het houten schildpad erin zorgt voor de nodige onrust. We worden apart genomen en de tas wordt gecheckt op cocaïne. Helemaal niet bij stilgestaan dat dit verdacht kan overkomen, maar eigenlijk wel begrijpelijk. Het is even spannend (je weet maar nooit wat je gekocht hebt), maar gelukkig blijkt alles in orde te zijn en mogen we doorlopen.
Met ruim anderhalf uur vertraging vervolgen we onze vlucht naar Schiphol.
Houston – Amsterdam (vlucht)
Even na half tien ’s ochtends komen we aan op Schiphol. We pikken onze tassen op en zien hierbij Anita Dendermonde van GTST. Daarna nemen we snel afscheid en koel en gaan naar de uitgang. We zien onze Al Capone (een van onze reisgenoten die alleen het Ecuador-gedeelte van de reis heeft meegemaakt en daarna naar huis is gegaan). We kletsen even bij en gaan met de trein naar huis waar we om half twee aankomen. Pap en mam komen ons ophalen en hebben op mijn verzoek Bossche bollen meegenomen. ’s Avonds lekker frietjes eten en op tijd naar bed. Het was een mooie vakantie maar een erg belabberde reisleider. Toch ben ik blij dat we dit avontuur beleefd hebben.